Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Armita Hosseini, Clairfort Advocaten.
Handelsnaaminbreuk in de uitvaartbranche: rechtbank oordeelt over gebruik persoonsnaam en schending vaststellingsovereenkomst
Rb. Midden-Nederland 13 november 2024, IEF 22381 (Van Tellingen tegen verweerder). Partijen zijn beide actief in de uitvaartbranche en gevestigd in Zeist. De onderneming Van Tellingen was vroeger eigendom van verweerder. De achternaam van verweerder is in de handelsnaam verwerkt. Hij begint later in dezelfde branche en op dezelfde vestigingsplaats een onderneming waarbij hij opnieuw zijn naam gebruikt voor zijn ondernemersactiviteiten. Omdat beide ondernemingen de naam van verweerder gebruiken in bedrijfsmatige uitingen, hebben de partijen in 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Verweerder heeft zich ertoe verbonden geen inbreuk te maken op de handelsnaamrechten van Van Tellingen. Volgens Van Tellingen heeft verweerder zijn naam echter toch weer gebruikt in advertenties, op zijn bedrijfswagen, in een domeinnaam en op zijn website te gebruiken. Voor de rechtbank vordert Van Tellingen dan ook 68.500 euro aan boetes wegens het handelen in strijd met de overeenkomst. Verweerder stelt dat hij zijn naam uitsluitend als persoonsnaam heeft gebruikt en daarom geen inbreuk heeft gemaakt.
Beroep op nietigverklaring merknaam Neuschwanstein door vrijstaat Beieren
Gerecht EU 16 oktober 2024, IEF 22377; ECLI:EU:T:2024:701 (Vrijstaat Beieren tegen EUIPO) De vrijstaat Beieren, de deelstaat in Duitsland waar kasteel Neuschwanstein staat, heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend tegen het woordmerk Neuschwanstein dat is aangevraagd door een bedrijf dat handelt in souvenirs. Deze vordering is door de Kamer van Beroep van het EUIPO afgewezen. De Kamer van Beroep oordeelde dat de handelsnaam beschrijvend is en geen onderscheidend vermogen heeft op basis van het Duitse recht. Beieren heeft tijdens dit beroep wel het gebruik van oudere tekens bewezen. Neuschwanstein en Slot Neuschwanstein zijn door Beieren als Duitse handelsnamen geregistreerd. Deze zijn gebruikt voor zakelijke activiteiten van het museum en de exploitatie ervan. Hierbij is bewijs geleverd dat rechten zijn verworven op basis van deze tekens met betrekking tot de activiteiten van het museum. Het Gerecht komt echter ook tot de conclusie dat de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld.
IE-klassieker: Cofemel
HvJ EU 12 september 2019, IEF 22386, ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel) [IEF 18680]
Onderwerp:
Auteursrecht op design.
Feiten:
G-Star beschuldigt Cofemel ervan inbreuk te maken op het auteursrecht van G-Star door jeans, sweatshirts en T-shirts te verkopen die namaak vormen op de modellen van G-Star.
Rechtsregel (rechtsoverweging 30 en 56):
Modellen, zoals kledingmodellen, genieten alleen auteursrechtelijke bescherming als zij voldoen aan de vereisten voor auteursrechtelijke werken, namelijk originaliteit en een objectieve uitdrukkingsvorm. Een enkel esthetisch effect is niet voldoende om aan deze vereisten te voldoen.
Athom NL tegen inbreukmakende producten beschikbaar op AliExpress
Rb. Den Haag 12 november 2024, IEF 22380; ECLI:NL:RBDHA:2024:18764 (Athom NL tegen Athom Tech en AliExpress NL) Dit kort geding betreft een merkenrechtelijk geschil tussen Athom Tech en AliExpress NL, die allebei niet in de procedure verschenen. Hierdoor moet eerst beantwoord worden of verstek kan worden verleend. Voor AliExpress zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen dus wordt vertek verleend. Athom Tech is gevestigd in China dus zijn de regels van het Haags Betekeningsverdrag gevolgd. Hoewel de dagvaarding Athom Tech niet formeel volgens de Chinese voorschriften is betekend, heeft Athom NL voldoende aannemelijk gemaakt dat Athom Tech de dagvaarding tijdig heeft ontvangen via e-mail, gezien eerdere communicatie via hetzelfde adres. Athom Tech heeft inbreukmakende producten aangeboden op het online platform van AliExpress NL. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de gebruiker van die website de indruk kan krijgen dat AliExpress NL die producten zelf in eigen naam en voor eigen rekening in de handel brengt. De voorzieningenrechter wijst het inbreukverbod van Athom NL toe nu dit niet is weersproken en voldoende aannemelijk is dat AliExpress NL en Athom Tech beide zelfstandig merkinbreuk plegen.
Uitspraak ingezonden door Peter van der Wees, Markedly.
Bundesgerichtshof: afbeeldingen gemaakt met drones vallen niet onder Panoramafreiheit
BGH 23 oktober 2024, IEF 22379; I ZR 67/23 (Über alle Berge) Een Duitse uitgeverij heeft in 2010 en 2016 twee boeken gepubliceerd met daarin foto's van kunstinstallaties in het Ruhrgebied, gemaakt met behulp van een drone. Een auteursrechtenorganisatie stelde dat de publicatie van de foto's inbreuk maakte op het auteursrecht van de kunstenaars.
Grote maten van overeenstemming merken Chocosaurus en Dinosaurus
BBIE 31 oktober 2024, IEF 22376; (Lotus Bakeries tegen Vanijperen) Verweerder heeft een gecombineerd woord en beeldmerk aangevraagd voor het merk 'Chocosaurus'. De opposant heeft hier oppositie ingesteld bij het BOIP gebaseerd op twee oudere merken die het woord dinosaurus bevatten. De opposant stelt dat de tekens zoveel overeenstemming hebben dat verwarringsgevaar bestaat. De waren en het teken moeten beide worden vergeleken om over de mate van verwarringsgevaar te kunnen oordelen. Over de waren oordeelt het Bureau dat ze deels identiek en deels sterk overeenstemmend zijn. Daarnaast oordeelt het Bureau over de tekens door deze visueel, auditief en begripsmatig te vergelijken. Visueel komen de tekens in zekere mate overeen en auditief en begripsmatig zijn ze eveneens overeenstemmend. Op basis van deze factoren concludeert het Bureau dat er verwarringsgevaar bestaat, waarbij het publiek kan denken dat de waren van dezelfde of economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn.
IE-klassieker: Endstra
HR 30 mei 2008, IEF 22374; ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra)
Onderwerp:
Werkbegrip.
Feiten:
De erfgenamen van Endstra stelden dat Nieuw Amsterdam c.s. door publicatie inbreuk plegen op het auteursrecht op de achterbankgesprekken. Nieuw Amsterdam c.s. voerden aan dat er geen auteursrecht rust op de gesprekken.
Rechtsregel (rechtsoverweging 4.5.1):
Het vereiste voor auteursrechtelijke bescherming is dat een werk een eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel van de maker moet hebben. Een eigen, oorspronkelijk karakter houdt in dat de vorm van het werk niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk.
Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer
Hof Den Haag 16 april 2024, IEF 22373; ECLI:NL:GHDHA:2024:2081 (Team Absolute tegen Verweerder) Team Absolute heeft een klacht ingediend bij de raad van toezicht van de Orde van Octrooigemachtigden, waarin zij verweerder verwijten ten onrechte als hun octrooigemachtigde te hebben opgetreden zonder hun expliciete toestemming. Verweerder is in dienst van het Octrooibureau en heeft de octrooizaak van Team Absolute overgenomen van [A], die het Octrooibureau heeft verlaten. Hierdoor heeft verweerder het Europees Octrooibureau verzocht om hem als nieuwe vertegenwoordiger namens het Octrooibureau bij de zaak van Team Absolute te registreren. Dit heeft hij ook aan Team Absolute meegedeeld. Vervolgens heeft verweerder aan Team Absolute gemeld dat hij had geconstateerd dat zij een andere vertegenwoordiger hadden aangesteld en hen gevraagd om deze aanstelling te bevestigen. Hierna heeft de nieuwe vertegenwoordiger het Europees Octrooibureau verzocht de gegevens te corrigeren. Naar aanleiding hiervan heeft Team Absolute de klachtprocedure bij de raad van toezicht gestart. De raad van toezicht heeft de klachten ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Octrooibureau terecht de belangen van Team Absolute bleef behartigen na het vertrek van [A]. Team Absolute is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan.
Uitspraak ingezonden door Sam van Velze, Demi van den Berg, Nienke de Bruijn en Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis.
Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen
Rb. Amsterdam 30 oktober 2024, IEF 22332, IT 4672; ECLI:NL:RBAMS:2024:6563 (de Uitgevers tegen HowardsHome). DPG Media, Mediahuis en NRC (de Uitgevers) hebben Knowledge Exchange, handelend onder de naam HowardsHome, voor de rechter gedaagd. De Uitgevers stellen dat HowardsHome met haar signaleringsdienst HowardsHome nieuws inbreuk maakt op hun persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht. HowardsHome biedt een signaleringsdienst aan die informatie haalt uit RSS-feeds van nieuwsberichten, waaronder die van de Uitgevers. De signaleringen bevatten een hyperlink naar het relevante bericht, inclusief de titel, een korte beschrijving van maximaal 150 tekens en wanneer beschikbaar een thumbnail.
Article Bernt Hugenholtz: Everything is harmonized. The CJEU’s decision in Kwantum v. Vitra
Article by Bernt Hugenholtz. This article was previously published on Kluwer Copyright Blog. Just seven weeks after the release of the AG’s Opinion the Kwantum v. Vitra case was decided by the European Court. For Dutch background and early criticism, see my earlier blog. The main question asked to the Court was whether a Member State may unilaterally apply the Berne Convention’s rule of material reciprocity (Article 2(7) BC) to non-EU works. According to this provision, Berne states are not obliged to grant copyright protection to works that originate from a country that does not itself provide for copyright protection of industrial designs. One of such countries is the United States, the country of origin of the Eames chair in the case at hand. Given the short time frame between opinion and decision, the Court’s answer does not surprise. It is for the EU legislature, not the individual Member States, to restrict the scope of application of harmonized EU copyright law. Since the acquis does not provide for material reciprocity, works of applied art are unconditionally protected in the EU.