Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.
Onderwijsinspectie mag rapport publiceren
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 september 2021, IEF 20176; ECLI:NL:RBDHA:2021:9833 (De Gomarus tegen de Inspectie) De Gomarus is een reformatorische scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Naar aanleiding van een stuk dat in NRC is verschenen heeft de onderwijsinspectie een onderzoek gestart. Het stuk betrof de wijze waarop omgegaan wordt met homoseksualiteit op de Gomarus. In het definitieve rapport staat in de conclusie onder meer vermeld dat er tekortkomingen zijn in de zorglast die scholen dragen voor de psychische, fysieke en sociale veiligheid van alle leerlingen. De Gomarus vordert, onder andere, de inspectie te verbieden om over te gaan tot openbaarmaking van dit rapport. Dit zou een onjuist beeld van de situatie geven en daardoor onrechtmatig zijn jegens de scholengemeenschap. De voorzieningenrechter oordeelt dat de passages over sociale veiligheid en beleid aanvaardbaar zijn en ziet ook geen redenen om te twijfelen aan de conclusies die zijn getrokken in het rapport. De vorderingen worden afgewezen en de inspectie mag het rapport onverkort publiceren.
Beeldmerk te abstract om tot verwarring te leiden
Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20175, IEFbe 3274; ECLI:EU:T:2021:530 (Sony tegen EUIPO) In 2017 heeft de andere partij in het geschil, Wai Leong Wong, een aanvraag tot inschrijving van het woordteken GT RACING ingediend. Sony heeft hier oppositie tegen ingesteld. Dit was gebaseerd op bovenstaand ingeschreven Uniebeeldmerk, alsmede een aantal niet-ingeschreven woordmerken. Deze oppositie is afgewezen en het beroep dat hierop volgde is verworpen. Sony voert in deze zaak onder andere aan dat de kamer van beroep een fout heeft gemaakt bij de vergelijking van de conflicterende tekens. Het relevante publiek, waaronder liefhebbers van videospelletjes, zou het ingeschreven merk opvatten als een gestileerde weergave van de hoofdletters 'G' en 'T'. Het Gerecht oordeelt dat de kamer terecht heeft gesteld dat bij gebreke van een duidelijke verwijzing of informatie waaruit blijkt dat dat element de letters in kwestie vertegenwoordigde, het onwaarschijnlijk was dat ze door het relevante publiek zouden worden herkend. Ook de andere middelen die verzoekster aanvoert worden ongegrond verklaard, waardoor het beroep in zijn geheel wordt verworpen.
Ontbinding arbeidsovereenkomst na plaatsen LinkedIn berichten
Rechtbank Gelderland 24 augustus 2021, IEF 20174, IT 3647; ECLI:NL:RBGEL:2021:4701 (De Waalboog tegen verweerder) Verweerster is werkzaam bij zorginstelling De Waalboog. Tijdens de pandemie heeft zij zich op LinkedIn negatief uitgelaten over getroffen maatregelen en het vaccinatiebeleid. Hierbij is het zichtbaar waar verweerster in dienst is, terwijl deze uitingen haaks staan op het beleid dat De Waalboog zelf voert. Een betrokkene is van mening dat verweerster als privé persoon alle recht heeft op haar eigen mening, maar dat in tegenstelling tot media als Facebook en Twitter, LinkedIn een professioneel netwerk is, waar ze als medewerker van De Waalboog opereert. Verweerster ziet dit anders en weigert de posts te staken. Als reactie hierop is een beëindigingsvoorstel gedaan, die verweerster niet aanvaard heeft. De rechtbank ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van strijdigheid met goed werknemerschap. De berichten van verweerster hebben daadwerkelijk schadelijke gevolgen gehad binnen De Waalboog en dus kan er redelijkerwijs niet van de instelling verwacht worden dat ze het dienstverband voortzetten.
Afbeeldingen dierenleed moeten worden verwijderd
Rechtbank Amsterdam 23 augustus 2021, IE 20173, IT 3645, RB 3553; ECLI:NL:RBAMS:2021:4432 (Stichting Agractie tegen Stichting Dierenrecht) In zeven grote steden heeft Stichting Dierenrecht posters opgehangen waarop een zuivelproduct wordt afgebeeld als een pakje tabak. Daarop staat de tekst: ‘Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed. Kalfjes worden direct na de geboorte weggehaald bij hun moeder.’ Stichting Agractie vordert om Stichting Dierenrecht op straffe van een dwangsom te veroordelen iedere billboard en reclame-uiting in openbare ruimtes te verwijderen. Om de onrechtmatigheid van de billboards te beoordelen kijkt de rechtbank naar de juistheid van de uitingen. Uit de overgelegde stukken en gegeven toelichting blijkt dat het niet direct duidelijk is wanneer een kalf van de moeder gescheiden zou moeten worden. Er mag hier debat over gevoerd worden, maar hierbij mag er niet onrechtmatig gehandeld worden jegens melkveehouders. Stichting Dierenrecht moet de billboards en soortgelijke uitlatingen op de website verwijderen.
Boete na niet nakomen vaststellingsovereenkomst
Rechtbank Rotterdam 1 september 2021, IEF 20172, LS&R 1984; ECLI:NL:RBROT:2021:8683 (Flexpower tegen Olimp) Flexpower is houdster van het Uniemerk FLEXPOWER en brengt onder deze naam medicinale sportcrème op de markt. Olimp is een Poolse farmaceutische onderneming, die zich onder meer bezighoudt met de productie en verkoop van voedingssupplementen. Eén van deze producten betreft collageen poeder onder de naam Flexpower. Op 10 januari 2020 is er tussen beide partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij is afgesproken dat Olimp niet langer gebruik zou maken van het merk Flexpower. Echter stelt Flexpower dat het Inbreuk-product sinds 8 juli 2020 online nog door tientallen distributeurs en wederverkopers van Olimp is aangeboden en dat Olimp daarom toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen. Olimp brengt hier tegenin dat zij zich slechts verbonden tot een inspanning, niet tot een resultaat. Daarnaast staat het Inbreuk-product nog op de Facebook en YouTube accounts van Olimp. Dit resulteert in een boete, die op grond van redelijkheid en billijkheid nog gematigd wordt.
Uniewoordmerk 'Limbic® Types' niet beschrijvend
Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20169, IEFbe 3272; ECLI:EU:T:2021:527 (Gruppe Nymphenburg Consult tegen EUIPO) Deze zaak betreft een beroep tegen de beslissing van de grote kamer van beroep van het EUIPO van 2 december 2019 over de inschrijving van het woordteken Limbic® Types. Dit verzoek is afgewezen met als reden dat het teken te beschrijvend zou zijn. Het aangevraagde merk kan vertaald worden als 'limbische typen'. Engelstalig publiek zou het merk opvatten als een aanduiding voor een persoonsindeling op grond van persoonlijkheidsprofielen of ‑kenmerken die zijn opgesteld aan de hand van kennis over het limbisch systeem. Nymphenburg verzoekt het Gerecht om deze beslissing te vernietigen. Het Gerecht oordeelt dat het betrokken publiek het symbool '®’ en de term 'types’ zal begrijpen. Dat één of meer bestanddelen beschrijvend zijn volstaat niet als reden om de merkinschrijving af te wijzen. Dit kan alleen wanneer het hele teken beschrijvend is. Vastgesteld moet dan ook worden dat het oordeel van de kamer van beroep dat het relevante publiek het teken Limbic® Types begrijpt als aanduiding van de verschillende persoonlijkheidstypen, die elk anders reageren op stimuleringen van het limbisch systeem, onjuist is.
Verschenen: geactualiseerde Auteursrechtgids
Onlangs is een geheel herziene en geactualiseerde Auteursrechtgids. Hoofdlijnen voor de praktijk verschenen. Deze druk is geheel aangepast aan de wetswijziging van de Auteurswet.
Wat wordt beschermd door het auteursrecht? Wat zijn de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars, producenten en omroepen? Wie heeft het auteursrecht en over welke rechten kan de auteur beschikken? Waar moet ik rekening mee houden als ik gebruikmaak van werk van anderen: wat mag wel en waarvoor moet ik eerst toestemming vragen?
Vorderingen Viruswaarheid niet toewijsbaar
Hof Den Haag 31 augustus 2021, IEF 20170; ECLI:NL:GHDHA:2021:1603 (Viruswaarheid tegen de Staat der Nederlanden) Kort geding van Stichting Viruswaarheid tegen de Staat over alle geldende coronamaatregelen. Volgens Viruswaarheid berusten de maatregelen op wettelijke regels die in strijd zijn met mensenrechten. De stichting vindt dat de maatregelen daarom direct van tafel moeten. Net als de voorzieningenrechter geeft het Haagse gerechtshof Viruswaarheid hierin geen gelijk. Door de getroffen coronamaatregelen worden weliswaar grondrechten ingeperkt, maar die inperkingen zijn volgens de toepasselijke verdragen toegestaan. Het hof heeft daarbij allereerst gelet op het doel van de wettelijke maatregelen: de bescherming van de volksgezondheid tegen de Covid-19 pandemie. Daarnaast gelden de maatregelen tijdelijk en is het beleid van de Staat erop gericht om de maatregelen waar mogelijk te versoepelen. Dat alles maakt dat geen verdragsverplichtingen worden geschonden.
Verzoek tot niet-ontvankelijkheid verklaren afgewezen
Rechtbank Den Haag 28 juli 2021, IEF 20168; ECLI:NL:RBDHA:2021:7993 (MSAR tegen gedaagden) MSAR vordert in conventie dat de rechtbank bij vonnis voor recht zal verklaren dat gedaagden inbreuk hebben gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten die verband houden met het teken 'Jetten'. Primair vorderen gedaagden dat MSAR niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Het verzoek tot niet-ontvankelijk verklaren wordt afgewezen en de zaak zal weer op de rol komen van woensdag 8 september 2021.
Verwarringsgevaar beeldmerken
Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20167, IEFbe 3271; ECLI:EU:T:2021:523 (FF IP srl tegen EUIPO en Seven SpA) EFFEGI Srl heeft een aanvraag tot inschrijving van het beeldteken ´the DoubleF´ ingediend bij het EUIPO. Interveniënte Seven SpA heeft bezwaar gemaakt tegen de inschrijving vanwege haar oudere beeldmerk ´THE DOUBLE´. Verzoekster voert in wezen één enkel middel aan, namelijk schending van artikel 8, lid 1, van verordeningnr. 207/2009, zoals gewijzigd, dat in vier alinea's is verdeeld. Zij betoogt dat de Kamer van Beroep 1) een beoordelingsfout heeft gemaakt m.b.t. het relevante publiek, 2) ten onrechte de waren en diensten heeft vergeleken waarop de betwiste merken betrekking hebben, 3) ten onrechte een hoge mate van visuele en fonetische gelijkenis en een zeer hoge mate van conceptuele gelijkenis, of zelfs quasi-identiteit, tussen de betrokken merken heeft vastgesteld, 4) had moeten vaststellen dat het oudere merk een laag onderscheidend vermogen had en verwarringsgevaar moeten uitsluiten. De Kamer van Beroep heeft niet ten onrechte geconcludeerd dat er verwarringsgevaar bestond. Het middel wordt afgewezen.