IEF 22148
24 juli 2024
Uitspraak

IE-klassieker: HvJ EG Windsurfing Chiemsee

 
IEF 22147
23 juli 2024
Uitspraak

Pularys-portemonnees maken inbreuk op Secrid-portemonnees

 
IEF 22145
23 juli 2024
Uitspraak

123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend

 
IEF 18165

Bjorn Schipper over ghostwriting en -producing in Muziekwereld

, IEF 18165; https://ie-forum.nl/artikelen/bjorn-schipper-over-ghostwriting-en-producing-in-muziekwereld

Muziekwereld 3, 2018. Een veelgehoord gezegde binnen de elektronische muziek is dat een dj ook zelf zijn of haar eigen muziekproducties moet maken om zogenaamd credible te zijn. Los van dat hiermee de draaikunst van dj’s geweld wordt aangedaan – dj’s die geen eigen muziek produceren kunnen nog steeds draaikunstenaars zijn die dansvloeren in vervoering brengen – vormt dit gezegde een belangrijke verklaring voor de opkomst en het succes van ghostwriting en -producing in de elektronische muziek. In dit artikel bespreek ik de juridische positie van ghostwriters en -producers. Lees verder.

IEF 18164

Uitspraak ingezonden door Herwin Roerdink en Sophie Janssen, Vondst Advocaten.

Verzoek gedeeltelijk toegewezen, "AMSTERDAM UNIVERSITY" niet beschrijvend voor merchandise

Gerechtshoven 18 dec 2018, IEF 18164; (UvA tegen BBIE), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-gedeeltelijk-toegewezen-amsterdam-university-niet-beschrijvend-voor-merchandise

Beschikking Hof Den Haag 18 december 2018, IEF 18164; ECLI:NL:GHDHA:2018:3940 (UvA tegen BBIE) Merkenrecht. UvA heeft een Benelux-depot verricht van het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY. Het BBIE heeft de UvA medegedeeld de inschrijving te weigeren omdat het teken beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Het woordmerk is beschrijvend voor leermiddelen en onderwijsmaterialen, maar niet voor merchandise. Aanhalen HvJ EU Neuschwanstein terecht. Niet valt in te zien waarom de geldigheid van het teken AMSTERDAM UNIVERSITY voor diverse waren en diensten die als souvenir worden aangeboden, afhankelijk zou zijn van de geldigheid van dat teken voor de door UvA aangeboden onderwijsdiensten. Verzoek gedeeltelijk toegewezen.

IEF 18163

Uitspraak ingezonden door Michiel Odink en Roel Dolk, Leeway Advocaten.

Geen merkinbreuk op Lacoste, krokodillen ondergoed Hema zijn louter versiering

Rechtbanken 18 dec 2018, IEF 18163; (Lacoste tegen Hema), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-op-lacoste-krokodillen-ondergoed-hema-zijn-louter-versiering

Vzr. Rechtbank Den Haag 18 december 2018, IEF 18163 (Lacoste tegen Hema) Merkenrecht. Lacoste is houder van verschillende beeldmerken, die het teken van een krokodil bevatten. Hema heeft kinderondergoed aangeboden, waaronder een grijs setje met meerdere verschillende krokodillen afgebeeld en een blauw setje met een krokodil  afgebeeld. Wat betreft het grijze setje is er geen sprake van merkinbreuk omdat de reptielen als versiering zijn aangebracht. Het is gebruikelijk dat dieren worden gebruikt voor kinderondergoed. Lacoste wordt niet gevolgd in het standpunt dat de waarschijnlijkheid dat Hema ongerechtvaardigd voordeel trekt zo evident is dat geen nadere bewijsvoering nodig is, omdat het grijze setje uitsluitend wordt aangeboden in (online) Hema-winkels waar geen producten worden verkocht van andere merken. Boven biedt Hema ieder seizoen andere setjes aan met wisselende afbeeldingen van dieren, waaronder in het onderhavige seizoen ook van haaien. Lacoste laat verder na om te concretiseren waaruit dan wel moet worden afgeleid dat Hema in haar kielzog probeert te varen.  Wat betreft het blauwe setje is een merkinbreuk ook niet aannemelijk, omdat het blauwe hemdje niet apart verkrijgbaar is van de grijze. Hierdoor kan de consument niet menen dat het afkomstig is van Lacoste. Vorderingen afgewezen.

IEF 18162

Erwin Angad-Gaur over het auteursrechtdebat in Muziekwereld

, IEF 18162; https://ie-forum.nl/artikelen/erwin-angad-gaur-over-het-auteursrechtdebat-in-muziekwereld

Muziekwereld 4, 2018. Zoals wij in Muziekwereld al meerdere malen schreven: dit jaar was het jaar voor een eerste ‘tussenevaluatie’ van het nieuwe Auteurscontractenrecht. Een wettelijke bescherming van auteurs en artiesten tegen onredelijke contractvoorwaarden. De wet was een eerste stap, maar het kon nog veel beter, vond ook een deel van de Tweede Kamer. Uiteindelijk vond op 4 oktober een algemeen overleg Auteursrecht in de Tweede Kamer plaats, dat grotendeels in het teken stond van de resultaten (en vooral het gebrek aan resultaten) van de nieuwe wet, die over twee jaar volledig geëvalueerd zal worden. Lees verder.

IEF 18161

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel Advocaten.

Nietigverklaring model Multimox, argument latere elektronische beschikstelling irrelevant voor openbaarmaking

EUIPO - OHIM 30 apr 2018, IEF 18161; (Asian Gear tegen Multimox), https://ie-forum.nl/artikelen/nietigverklaring-model-multimox-argument-latere-elektronische-beschikstelling-irrelevant-voor-openba

EUIPO 30 april 2018, IEF 18161; IEFbe 2802; (Asian Gear tegen Multimox) Modellenrecht. Asian Gear diende verzoek in tot nietigverklaring tegen het gemeenschapsmodel met nr. 00607155-0002, die op 19 oktober 2006 is aangemeld.Zij stelt dat de scooter aan nieuwheid en eigen karakter ontbreekt omdat er sinds 22 december 2005 een identieke Chinese modelinschrijving zou bestaan. Alle argumenten met betrekking tot latere elektronische terbeschikkingbestelling van het Chinese model zijn irrelevant, omdat zelfs in de tijd dat de registers van de nationale en intergouvernementele bureaus nog niet online te benaderen waren, het gebruikelijk was dat de publicatiebladen van de bureaus in grote bibliotheken te bekijken waren. De ingewijden van de voertuigindustrie in het onderhavige geval konden dus rederlijkerwijs kennis hebben genomen van de publicatie van het Chinese model. Ook ontbreekt het eigen karakter, omdat er afgezien van de contrasterende vormgeving van het gemeenschapsmodel, geen sprake is van doorslaggevende verschillen tussen de bedoelde modellen vanuit de afbeelding. Aanvraag tot nietigverklaring ingewilligd.

IEF 18160

Joost Becker benoemd tot IE-partner bij Dirkzwager

Per 1 januari is Joost Becker toegetreden als partner IE & Reclamerecht bij Dirkzwager. Joost (1979) werkt sinds 2005 bij Dirkzwager, en heeft binnen de sectie IE-IT naast de adviespraktijk op succesvolle wijze de procespraktijk uitgebouwd. Hij volgt Jaap Kronenberg op, de grondlegger van de sectie IE-IT van Dirkzwager. Dirkzwager legal & tax is een juridische en fiscale dienstverlener met vestigingen in Arnhem en Nijmegen. Momenteel werken meer dan 300 mensen bij Dirkzwager, waarvan 135 advocaten, (kandidaat-)notarissen en belastingadviseurs en 40 juridische ondersteuners. Dirkzwager zet sterk in op kennisdelen met jaarlijks meer dan 100 inhoudelijke workshops en lezingen en de publicatie van jaarlijks ruim 1.000 juridisch inhoudelijke artikelen op het innovatieve kennisplatform www.dirkzwager.nl.

IEF 18159

Ingezonden door Lucien Ridderbroek, E-Legal Incasso Advocaten.

Kosten rechtszaak ruimer vergoed in gerechtelijke procedures bij kanton door indexatie salaris gemachtigde per 2019

Via e-Legal incasso advocaten. Procederen kost geld, maar per 1 januari 2019 kost procederen minder geld dan voorheen. Vanaf deze datum is het zogenaamde salaris gemachtigde voor gerechtelijke procedures bij de sector kanton van de rechtbank namelijk voor het eerst in 14 jaar opnieuw geïndexeerd met maar liefst 20,1%. Door deze indexatie worden de kosten in gerechtelijke procedures bij de kantonrechter ruimer vergoed dan voorheen het geval was. Dit is goed nieuws voor procespartijen die in rechte hun gelijk willen halen, want zij krijgen voortaan een groter deel van de proceskosten in hun rechtszaak vergoed. De recente indexatie bij de kantonrechter volgt hiermee de eerdere indexatie van de liquidatietarieven bij rechtbanken en gerechtshoven per 1 mei 2018. Deze eerdere indexatie van de liquidatietarieven kwam vooralsnog enkel ten goede aan procespartijen die met een advocaat procederen, aangezien deze indexatie uitsluitend toezag op de advocaatkosten en niet op het salaris gemachtigde bij de sector kanton van de rechtbank. Deze ongelijkheid in zaken waarin procespartijen met of zonder advocaat procederen is nu gladgetrokken. Dit laatste geldt ook voor kort geding. Voor een overzicht van alle kosten van een rechtszaak per 1 januari 2019 zie Dit kost een rechtszaak in 2019.

 

IEF 18158

Uitspraak ingezonden door Teun Pouw, De Clercq.

Verouderde website is geen geldig verweer voor tonen inbreukmakende producten

Rechtbanken 12 dec 2018, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/verouderde-website-is-geen-geldig-verweer-voor-tonen-inbreukmakende-producten

Rechtbank Den Haag 12 december 2019, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. FPI Ghana gebruikt het teken "GhanaFresh" in combinatie met een afbeelding van een Afrikaanse vrouw die voor een hut aan het koken is. Y heeft een soortgelijk Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas c.s. heeft in Thailand voedingsmiddelen laten vervaardigen die onder meer in Nederland op de markt gebracht worden met dezelfde naam en hetzelfde teken. Dit gebeurde in kader van samenwerking met Afroline, waar Y eigenaar en bestuurder van is. EUIPO heeft het merk van Y ongeldig verklaard. FPI Ghana heeft vervolgens hun teken als Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas en Asia hebben producten niet afkomstig van FPI Ghana verhandeld met etiketten die identiek zijn aan het auteursrechtelijk beschermde werk van FPI Ghana. Het verweer van gedaagden dat FPI Ghana niet de auteursrechthebbende is omdat de directeur het logo naar eigen zeggen heeft ontworpen en er daarom geen sprake is van werkgeversauteursrecht, slaagt niet: op de producten van FPI Ghana is het werk met haar naam vermeld. Koas en Asia bestrijden niet dat voldaan is aan de voorwaarden uit art. 9 lid 2 sub a en/of b UMVo. Gesteld is dat zij geen inbreukmakende handelingen na inschrijving van het FPI Ghana-Uniemerk maken. Echter worden de producten nog wel op de website van Koas aangeboden. Zij is als exploitant aansprakelijk en verantwoordelijk om de inhoud van haar website up to date te houden. Vorderingen toegewezen.

IEF 18089

Vastgestelde zittingsdata Vaste Commissie Plagiaat

Aangeslotenen kunnen bij Buma/Stemra ook terecht voor plagiaatgeschillen. Daarvoor is de Vaste Commissie Plagiaat (VCP) ingesteld. De VCP is een onafhankelijke commissie die bestaat uit muzikale deskundigen en juristen. Vastgestelde zittingsdata voor 2019 zijn:
Woensdag 27 maart 2019;
Woensdag 19 juni 2019;
Woensdag 25 september 2019, en
Woensdag 18 december 2019

IEF 18669

Uitspraak ingezonden door Simon Dack, HOYNG ROKH MONEGIER.

Bezwaren tegen bijzondere vormen getuigenverhoor opzij geschoven

Rechtbank Noord-Nederland 21 dec 2018, IEF 18669; (Abbott tegen H&H), https://ie-forum.nl/artikelen/bezwaren-tegen-bijzondere-vormen-getuigenverhoor-opzij-geschoven

Rechtbank Noord-Nederland 21 december 2018, IEF 18669, LS&R 1731 (Abbott tegen H&H) Beschikking. Getuigenverhoor. Abbott produceert en verkoopt teststrips voor het meten van het bloedsuikergehalte bij diabetespatienten. De verpakkingen zijn voorzien van de woord- en beeldmerken van Abbott en worden verkocht onder de naam 'FreeStyle strips'. In de Verenigde Staten is tussen Abbott en H&H een procedure aanhangig. Abbott heeft vorderingen tegen H&H ingesteld op grond van inbreuk op woord- en beeldmerken van Abbott, en verwijt haar teststrips in vervalste verpakkingen ('counterfeit') te hebben gedistribueerd. H&H stelt dat zij de teststrips van Kamstra International kocht en dat de strips zijn geleverd door Kamstra International.Zie ook [IEF 17132] en [IEF 17126]
De bezwaren van de getuigen tegen het verzoek om de getuigen te horen onder het Haagse Bewijsverdrag, en tegen de bijzondere vormen van het te houden gehoor, worden terzijde geschoven. De bijzondere vormen hadden betrekking op onder meer het filmen en het maken van een stenografisch verslag van de getuigenverhoren. Ook wordt geweigerd om gehoor te geven aan het verzoek van de getuigen om documenten waarover vragen gesteld zouden worden van tevoren te mogen inzien.