IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 17287

Kamerstuk: Maak gebruik van wettelijke instrumenten, zoals dwanglicenties, importvergunning, stimulering van apothekersbereiding

Brief regering 16 november 2017, Geneesmiddelenbeleid, Kamerstukken II 2017-2018, 29 477, nr.  453. Geneesmiddelenontwikkeling duurt vaak lang en is complex. Er zijn veel actoren, ingewikkelde Europese regelgeving en een grote faalkans. Bij succes wordt er aan het eind van de rit steeds vaker een duur geneesmiddel op de markt gebracht, meestal door de grote farmaceutische industrie. Nederlandse academische en private partijen spelen een rol in dat ontwikkelproces. Steeds vaker nemen deze partijen ook initiatieven om het proces anders in te richten. In dat licht vroeg de vorige minister in 2016 aan de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving om met vernieuwende inzichten te komen en om oplossingen aan te dragen. «Hoe kan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen doelmatiger, waarbij bereikte efficiencyverbeteringen resulteren in lagere prijzen of anderszins ten goede komen aan de samenleving?» Op 9 november jongsleden ontving de huidige minister het advies van de Raad

IEF 17288

Noorse klachtencommissie bevestigt dat Vigelands werken niet als merk kunnen worden geregistreerd

Overig 13 nov 2017, IEF 17288; (Oslo Municipality - Vigeland), https://ie-forum.nl/artikelen/noorse-klachtencommissie-bevestigt-dat-vigelands-werken-niet-als-merk-kunnen-worden-geregistreerd

Noorse KFIR 13 november 2017, IEF 17288; IEFbe 2408; cases: 16/00148, 16/00149, 16/00150, 16/00151, 16/00153 and 16/00154 (Oslo Municipality - Vigeland) Tijdens de voorbereiding van de zaak heeft de Kamer van Beroep de zaak voorgelegd aan het EFTA-Hof [IEF 16706] voor een advies. De klachtencommissie concludeerde dat de merkregistratie moest worden geweigerd op basis van artikel 15, eerste alinea, letter a, van de merkenwet, deels omdat het merken zijn die die kunstwerken vertegenwoordigen met een zeer speciale culturele waarde voor de Noorse samenleving, en deels omdat de beperking van de auteursrechtperiode op grond van de auteursrechtwetgeving de basis moet zijn op fundamentele, sociale overwegingen.

IEF 17286

Nieuwe serie sfeerhaarden maakt eveneens inbreuk op octrooi

Rechtbank Den Haag 14 nov 2017, IEF 17286; ECLI:NL:RBDHA:2017:13109 (Basic Holdings tegen Ruby Decor II), https://ie-forum.nl/artikelen/nieuwe-serie-sfeerhaarden-maakt-eveneens-inbreuk-op-octrooi

Vzr. Rechtbank Den Haag 14 november 2017, IEF 17286; ECLI:NL:RBDHA:2017:13109 (Basic Holdings tegen Ruby Decor II). Octrooirecht. Basic Holdings (BH) houdt zich bezig met de ontwikkeling van sfeerhaarden en is houdster van Europees octrooi EP 2 029 941 B1 (EP 941). Ruby Decor houdt zich onder andere bezig met de verhandeling van diverse typen sfeerhaarden. In een eerdere procedure heeft de kortgedingrechter geoordeeld dat Ruby Decor inbreuk maakt op EP 941 met de sfeerhaard 'Mystic Fire' [IEF 15931]. Dit vonnis is door het Hof bekrachtigt [IEF 17049]. In 2017 is Ruby Decor begonnen met de verhandeling van sfeerhaarden in de '16-/17-serie'. BH stelt dat ook deze sfeerhaarden inbreuk maken op EP 941. Deze nieuwe sfeerhaarden maken inderdaad inbreuk op EP 941. De uitvoeringsvorm gekozen door Ruby Decor verwezenlijkt de uitvindingsgedachte. Er is geen sprake van uitbreiding van de beschermingsomvang als de claim wordt gelezen als 'opening' in plaats van 'openingen'. De proceskosten die BH vordert lijken buitensporig, ze worden ambtshalve gematigd.

IEF 17282

Bijdrage ingezonden door Menno Heerma van Voss, KEENON.

Menno Heerma van Voss - Geen enkele reden (meer) om concurrenten een beroep op artikelen 6:193a-j BW te ontzeggen

M.J. Heerman van Voss, 'Geen enkele reden (meer) om concurrenten een beroep op artikelen 6:193a-j BW te ontzeggen', eerder gepubliceerd in IER 2017, nr. 23, RB 3033.
1. Inleiding Het komt nog steeds voor dat ondernemingen als eiser geen beroep doen op de oneerlijke handelspraktijk (OHP)-wetgeving of bot vangen als zij daarop een (rechtstreeks) beroep doen.

In het afgelopen anderhalf jaar zijn er negen procedures geweest. In vier daarvan werd een beroep van de eisende concurrent op artikel 6:193a-j BW afgewezen. Daarbij is eenmaal het (subsidiaire) beroep op artikel 6:194 BW inzake misleidende reclame toegewezen. In een van deze negen is er geen beroep op gedaan en is het niet ambtshalve toegepast. Het beroep op de OHP-bepalingen is slechts viermaal gehonoreerd, waarvan slechts een keer rechtstreeks en drie keer indirect via artikel 6:162 BW.

 
IEF 17285

Beslissing ingezonden door Mirjam Mollema, De Merkplaats.

EUIPO: Portretmerk van model Maartje Verhoef is geldig

EUIPO - OHIM 16 nov 2017, IEF 17285; (Maartje Verhoef-portretmerk), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-portretmerk-van-model-maartje-verhoef-is-geldig

EUIPO Board of Appeal 16 november 2017, IEF 17285; IEFbe 2407; R-2063/2016-4 (Maartje Verhoef-portretmerk) Merkenrecht. Portretmerk. Maartje Verhoef heeft haar portret als beeldmerk ingeschreven. Het bureau weigert het merk omdat het gedeeltelijk beschrijvend is. Er kan juist wel van uitgegaan worden dat het doelpubliek het fotografische teken van de jonge vrouw als identificatiemiddel van de herkomst van de waren en diensten zal opvatten. De foto van het gezicht van een persoon, in de vorm van een pasfoto, is een unieke weergave van deze persoon, met diens specifieke uiterlijke kenmerken. Er is geen absolute weigeringsgrond. De bestreden weigeringsbeslissing wordt opgeheven, het merk wordt aldus ingeschreven.

IEF 17284

Vragen aan HvJEU over proceskostenverdeling wanneer vorderingen slechts ten dele worden toegewezen

HvJ EU 11 sep 2017, IEF 17284; C-554/17 (Société du Journal L’Est Républicain), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-proceskostenverdeling-wanneer-vorderingen-slechts-ten-dele-worden-toegewezen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 11 september 2017, IEF 17284; IEFbe 2405; C-554/17 (Société du Journal L’Est Républicain). Auteursrechten. Proceskosten. Via MinBuZa: Verzoekster heeft begin 2012 een persoon gefilmd tijdens een bungeejump vanaf een brug. Het koord is gebroken en de persoon is in het water gestort. De door verzoekster gemaakte film van dit voorval kon worden opgeroepen via de website van verweerder (de Société du Journal L’Est Républicain). Verzoekster heeft betoogd dat op die website ook een stilstaand beeld uit haar film te zien is geweest. Verzoekster heeft betoogd dat de film en het beeld beschermd zijn krachtens het auteursrecht en dat verweerder, door ze openbaar te maken, inbreuk heeft gemaakt op haar uitsluitende recht om over de film en het beeld te beschikken. Verzoekster heeft bij de rechter in eerste aanleg verzocht om verweerder te veroordelen tot betaling van schadevergoedingen en de proceskosten van verzoekster. Verweerder heeft de vordering van verzoekster bestreden en gevorderd dat zij wordt veroordeeld in haar kosten. De rechter in eerste aanleg heeft verzoekster schadeloosstelling toegekend voor een totaalbedrag van €1.101,-. Verzoekster ging hiertegen in hoger beroep en vorderde wederom de door haar in eerste aanleg gemaakte proceskosten. Tot staving van haar hoger beroep heeft verzoekster aangevoerd dat haar vorderingen in eerste aanleg op alle punten zijn toegewezen en dat zij slechts op ondergeschikte punten in het ongelijk is gesteld. Verweerder heeft tegen het hoger beroep verweer gevoerd en daartoe dezelfde argumenten aangevoerd als in eerste aanleg. 

IEF 17283

Label op de coin pocket van een jeans heeft beperkt onderscheidend vermogen

Rechtbank Den Haag 16 nov 2017, IEF 17283; ECLI:NL:RBDHA:2017:13293 (Diesel tegen Calvin Klein), https://ie-forum.nl/artikelen/label-op-de-coin-pocket-van-een-jeans-heeft-beperkt-onderscheidend-vermogen

Rechtbank Den Haag 16 november 2017, IEF 17283; ECLI:NL:RBDHA:2017:13293 (Diesel tegen Calvin Klein). Auteursrecht. Merkenrecht. Diesel maakt onder andere jeans volgens het 5-pocketmodel. Het vijfde zakje, ook wel de coin pocket genoemd, heeft bij Diesel een label in een diagonale richting, waarvoor een Benelux beeldmerk heeft. Verschillende andere fabrikanten, waaronder Calvin Klein (CK), hebben broeken op de markt (gebracht) met een coin pocket met daarop een label. De coin pocket is echter een gebruikelijke plaats voor een decoratie of merkteken. Het onderscheidend vermogen is aldus beperkt en is bij Diesel met name gelegen in de diagonale richting van het label. In het label van CK mist de diagonale richting, dus onvoldoende overeenstemming met het merk van Diesel. Ook auteursrechtelijk gezien zijn de totaalindrukken voldoende verschillend.

IEF 17268

Weggooien van kunstwerk in bruikleen van vergankelijk materiaal levert niet al te veel schadevergoeding meer op

21 jun 2017, IEF 17268; ECLI:NL:RBZWB:2017:556 (Kunstwerk in Motel Brabant), https://ie-forum.nl/artikelen/weggooien-van-kunstwerk-in-bruikleen-van-vergankelijk-materiaal-levert-niet-al-te-veel-schadevergoed

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 juni 2017, IEF 17268; ECLI:NL:RBZWB:2017:5561 (Motel Brabant) Persoonlijkheidsrecht. Vernietiging van werk. Contractenrecht. Op verzoek van eiser heeft Motel Brabant vanaf 16 juli 2009 het door hem vervaardigd kunstwerk tentoongesteld in een voor het publiek toegankelijke ruimte; het was een houtskelet waarover papier-maché was aangebracht. In 2012 stond het kunstwerk in een hok, omdat het in de weg stond en weggegooid zou worden. Eiser gaf toen aan dat hij nog zou laten weten of hij het kunstwerk al dan niet op zou komen halen. Toen in 2014 nog geen reactie van hem was, is het kunstwerk weggegooid. Het enkele tijdsverloop is onvoldoende voor Motel Brabant om er gerechtvaardigd op te mogen vertrouwen dat de wil erop was gericht de eigendom van het kunstwerk prijs te geven. In plaats van het gevorderde €37.800, wordt slechts €250 aan schadevergoeding toegewezen.

IEF 17280

Het publiek zal denken dat gedaagde een nevenvestiging is van grote landelijk bekende onderneming

Rechtbank Midden-Nederland 3 nov 2017, IEF 17280; ECLI:NL:RBMNE:2017:5481 (Brothers Evenementen tegen Brothers Weert), https://ie-forum.nl/artikelen/het-publiek-zal-denken-dat-gedaagde-een-nevenvestiging-is-van-grote-landelijk-bekende-onderneming

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 3 november 2017, IEF 17280; ECLI:NL:RBMNE:2017:5481 (Brothers Evenementen tegen Brothers Weert). Handelsnaamrecht. Het woord "brothers" is de Engelse vertaling van "broers" welke verwijst naar de oprichters van beide horeca-ondernemingen. Het Engels woord is niet beschrijvend voor de horeca en disco-optredens. De handelsnamen zijn gelijk en het werkgebied overlapt. Ondanks dat eiseres een mega-evenementenorganisatie is en gedaagde slechts een café exploiteert met een feestzaal, is er sprake van gelijke aard van ondernemingen. Het publiek zal denken dat gedaagde een nevenvestiging is van eiseres, en in zoverre de ondernemingen met elkaar verwarren. Staking bevolen.

IEF 17279

Uitspraak ingezonden door Charlotte Meindersma, Charlotte's Law

Fotograaf stuurt foto's voor privégebruik, dat is geen toestemming voor plaatsing op pagina's van politieke partij

Rechtbank Den Haag 13 nov 2017, IEF 17279; (Fotograaf tegen Vereniging Liberté Egalité Fraternité c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/fotograaf-stuurt-foto-s-voor-priv-gebruik-dat-is-geen-toestemming-voor-plaatsing-op-pagina-s-van-pol

Ktr. Rechtbank Den Haag 13 november 2017, IEF 17279 (Fotograaf tegen Vereniging Liberté Egalité Fraternité c.s.). Auteursrecht. Fotograaf heeft in opdracht van Stichting Folia Civitatis (Folia) portretfoto's van P. gemaakt, waarvan enkele foto's bedoeld waren om gepubliceerd te worden bij een artikel in Folia. De foto's zijn ook aan P. toegezonden, bestemd voor privé-gebruik. De foto's zijn op de website en facebookpagina van de Vereniging Liberté Egalité Fraternité (LEF) gebruikt zonder naamsvermelding van de fotograaf. Met de toezending van de foto's aan P. heeft de fotograaf geen toestemming gegeven voor verveelvoudiging en openbaar making. Dat P. met Folia een overeenkomst zou hebben voor het vrije gebruik van de foto's uit de Folia kan niet worden tegengeworpen tegen de fotograaf, nu Folia is niet de rechthebbende is. In reconventie vordert P. een vergoeding van de fotograaf voor zijn medewerking aan de portretfoto's. De foto's zijn echter gemaakt in opdracht van Folia, dus dient P. zich te richten tot Folia voor een vergoeding. De fotograaf vordert met succes €2.100 en haakt aan bij de voorwaarden van Vereniging Dutch Photographers. Weliswaar zijn deze niet van toepassing, maar zijn wel een rechtens aanvaardbaar en geaccepteerd uitgangspunt voor schadebegroting.