IEF 22158
26 juli 2024
Artikel

Om tafel met Simone Poot en Landine Varela

 
IEF 22157
26 juli 2024
Uitspraak

Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren

 
IEF 22154
26 juli 2024
Uitspraak

Nike's 'FOOTWARE' merk: nietig verklaard wegens beschrijvendheid

 
IEF 16444

Uitspraak mede ingezonden door Mark van Gardingen, Jan Pot, Brinkhof en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma.

Definitieve prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde partij

HvJ EU 9 dec 2016, IEF 16444; ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon tegen Astellas Pharma), https://ie-forum.nl/artikelen/definitieve-prejudici-le-vragen-over-maatstaven-voor-toewijzing-exhibitievordering-bij-een-partij-of

HR 9 december 2016, IEF 16444; IEFbe 2027 ; ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon tegen Astellas Pharma) Handhaving. Exhibitievordering. Vervolg op HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2643. Prejudiciële vraag (art. 392 Rv). EU-Handhavingsrichtlijn 2004/48/EG. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? Thans prejudiciële vragen aan HvJEU over eventuele afwijkende maatstaven m.b.t. een nietigheidsverweer en voor een exhibitievordering jegens een derde.

1. a.    Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naargelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?

IEF 16443

Novagraaf Kerstpuzzel 2016

Op veler verzoek hebben we weer een Kerstpuzzel gemaakt. Dit jaar is het de uitdaging om uit te zoeken welk personage bij welk merk hoort. Weet jij ze alle 24? Lever je antwoorden in voor 3 januari 2017 en maak daarbij kans op een Fuji Instax Mini 90 camera - een moderne instant camera met een knipoog naar vroeger - ter waarde van 130 euro. De spelregels lees je hier.

Lever hier je antwoord in vóór 3 januari 2017.

IEF 16442

In de tijdschriften december 2016

Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Informatierecht 2016-5
Computerrecht 2016, afl. 6
ICIP-Conseil 2016-2
Mediaforum 2016, nr. 7

Uit AMI:
De totaalindruk: onjuist maar niet onbruikbaar, M.R. de Zwaan
De privékopie in internationaal perspectief, J.P. Poort
Copyright Reform: Richtlijnvoorstel inzake auteursrechten in de Digital Single Market, J.R. Spauwen
Copyright Reform, GS Media and Innovation Climate in the EU – Euphonious Chord or Dissonant Cacophony?, M.R.F. Senftleben

IEF 16441

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Dirk Visser: Bom onder het internet?

Dirk Visser, 'Bom onder het internet?' NJB 2016/2223, afl. 43, p. 3186; reactie op opinie van Van Eechoud & Poort, lees ook hun naschrift. De rechtspraak van het Hof van Justitie EU over de auteursrechtelijke ‘mededeling aan het publiek’ is volop in ontwikkeling. Het Hof is een nogal eclectische omstandighedencatalogus aan het aanleggen op grond waarvan bepaald moet worden wanneer nu wel of niet sprake is van een mededeling aan het publiek en het is niet altijd duidelijk welke omstandigheid nu op welk moment wel of niet doorslaggevend is. Maar leidt dit nu tot ongelukken, ontploffingen en rampen? Nee. En dat komt omdat het Hof van Justitie er in een voorkomend geval weer een omstandigheid bij verzint waardoor de juiste uitkomst wordt bereikt.

IEF 16440

Uitspraak ingezonden door Hidde Koenraad en Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP.

Geen verwarringsgevaar bij professioneel publiek vanwege beschrijvend karakter van elementen van The Future Group

Rechtbank Amsterdam 8 dec 2016, IEF 16440; ECLI:NL:RBAMS:2016:8788 (The Future Group tegen Future Investments), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-bij-professioneel-publiek-vanwege-beschrijvend-karakter-van-elementen-van-the

Vzr. Rechtbank Amsterdam 8 december 2016, IEF 16440; ECLI:NL:RBAMS:2016:8788 (The Future Group tegen Future Investments) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. The Future Group is een Financiële holdingmaatschappij sinds 2005, het grootste fysieke ICT Expertisenetwerk ondernemerscollectief. Zij is houdster van woord/beeldmerk THE FUTURE GROUP. Future Investments schrijft in 2013 handelsnamen in voor Financiële Holdings. Future Investments verkoopt aandelen van ICT-bedrijf en treedt daarna naar buiten onder de naam Future Groep. Het beschrijvende karakter van de elementen van de handelsnaam, maakt dat de naam weinig onderscheidend is. De verschillende aard van de ondernemingen onder het relevante professionele publiek, maken het dat er geen strijd is met 5 en 5a Hnw. Ook voor de merkinbreuk is verwarringsgevaar noodzakelijk en daarvoor heeft TFG onvoldoende gesteld. Een depot op grond van inburgering heeft ook niet plaatsgevonden. De handelswijze van (het advocatenkantoor van) Future Investments door het deponeren van het merk voor andere doeleinde dan waarvoor merkdepot bedoeld is, kan onzorgvuldig zijn, maar het depot is inmiddels ingetrokken. De weigering tot registratie is niet te traceren, schade is onvoldoende aannemelijk en van een onrechtmatige daad is geen sprake. De voorzieningen worden geweigerd.

IEF 16437

EHRM: Vastzetten Turkse "Steun aan Israëlische totaalweigeraars" vanwege "aanzetten tot dienstweigering" is schending 10 EVRM

EHRM 15 nov 2016, IEF 16437; ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD000245812 (Savda tegen Turkije), https://ie-forum.nl/artikelen/ehrm-vastzetten-turkse-steun-aan-isra-lische-totaalweigeraars-vanwege-aanzetten-tot-dienstweigering

EHRM 15 november 2016, IEF 16437; IEFbe 2021; ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD000245812 (Savda tegen Turkije) Mediarecht. Artikel 10 EVRM. Bij een bijeenkomst voor het Israëlische consulaat in Istanbul van het Anti Militaristische Platform las klager een persbericht voor getiteld ‘Wij betuigen onze steun aan Israëlische totaalweigeraars’. Het Hof stelt in de omstandigheid dat de nationale rechter klager hiervoor heeft veroordeeld wegens het ‘aanzetten tot dienstweigering’ een schending vast van artikel 10 van het Verdrag. Persbericht

IEF 16439

Uitspraak ingezonden door Ernst-Jan Louwers en Sabine van Rienen, Louwers IP|Technology Advocaten en Arnoud Martens, Van Benthem & Keulen.

Koylu-merkenzaak aangehouden ex 30 EEX-Vo, vanwege Belgische procedure ten gronde

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 dec 2016, IEF 16439; (Koylu Kip tegen Köylü Food), https://ie-forum.nl/artikelen/koylu-merkenzaak-aangehouden-ex-30-eex-vo-vanwege-belgische-procedure-ten-gronde

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 december 2016, IEF 16439; IEFbe 2023 (Koylu Kip tegen Köylü Food) Bevoegdheid. Incident. In eerder geding in België werd merkdepot ter kwader trouw aangenomen vanwege oudere handels- en domeinnaam die door Köylü Kip werd gevoerd) IEFbe 1615. De procedure in de hoofdzaak dient te worden aangehouden op grond van artikel 30 herschikte EEX-Vo. De Nederlandse rechter is bevoegd; bij afzonderlijke berechting van de vorderingen door verschillende nationale gerechten, op basis van eenzelfde feitencomplex, met toepassing van dezelfde rechtsregels, is er gevaar voor onverenigbare beslissingen. Een goede rechtsbedeling vraagt derhalve om gelijktijdige behandeling en berechting. Het onbevoegdheidsincident wordt afgewezen.

 

IEF 16438

EHRM: Veroordeling gezicht OvJ op vrouwenlichaam in satirische publicatie, is schending 10 EVRM

22 nov 2016, IEF 16438; ECLI:CE:ECHR:2016:1122JUD000891805 (Grebneva en Alismchik tegen Rusland), https://ie-forum.nl/artikelen/ehrm-veroordeling-gezicht-ovj-op-vrouwenlichaam-in-satirische-publicatie-is-schending-10-evrm

EHRM 22 november 2016, IEF 16438; IEFbe 2022; ECLI:CE:ECHR:2016:1122JUD000891805 (Grebneva en Alismchik tegen Rusland) Mediarecht. Artikel 10 EVRM. Verzoekster Grebneva is de uitgever van een regionaal weekblad en verzoekster Alisimchik is journalist en columnist. Tijdens een verkiezingscampagne voor de Doema in het najaar van 2003 publiceerde de krant een reeks satirische artikelen, geschreven door verzoekster Alisimchik waarin een Russisch stripfiguur genaamd Masyanya gevolgd werd op haar reis van Sint Petersburg naar Vladivostok als verkiezingswaarneemster. Masyanya kwam in de artikelen in aanraking met ene Vasilinka, de directeur van een escortbureau. In een van deze artikelen, geschreven door verzoekster Alisimchik en getiteld "kandidaten moeten bekend zijn van binnenuit", werd het karakter Vasilinka geïnterviewd. Bij het artikel was een lijst van verkiezingskandidaten gevoegd, voorzien van Vasilinka’s commentaar op hen, waarbij gebruik was gemaakt van “slang” en uitdrukking die gebruikelijk zijn in de onderwereld. Bij het artikel stond een foto van het gezicht van de officier van justitie, V., afgebeeld op een vrouwenlichaam gekleed in een één dollarbiljet.

IEF 16434

Conclusie ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Conclusie AG: Mediaspeler met add-ons die auteursrechtelijk materiaal zonder toestemming direct toegankelijk maakt, is mededeling aan het publiek; streaming uit illegale bron is niet toegestaan

HvJ EU 8 dec 2016, IEF 16434; (Stichting BREIN tegen Filmspeler), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-mediaspeler-met-add-ons-die-auteursrechtelijk-materiaal-zonder-toestemming-direct-toega

Conclusie AG HvJ EU 8 december 2016, IEF 16434; IEFbe 2019; C-527/15 (Stichting BREIN tegen Filmspeler) Auteursrecht. Add-ons. X heeft op een mediaspeler add-ons geïnstalleerd waarin zich hyperlinks bevinden die indien aangeklikt, linken naar websites die door derden worden beheerd. Conclusie AG:

De verkoop van een mediaspeler zoals die waarop het hoofdgeding betrekking heeft, waarin de verkoper hyperlinks heeft geïnstalleerd naar websites waarop auteursrechtelijk beschermde werken, zoals films, series en live‑uitzendingen, zonder toestemming van de rechthebbenden direct toegankelijk zijn gemaakt,
– is een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3, lid 1, [InfoSocRl], en
– komt niet in aanmerking voor de uitzondering van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2001/29, aangezien hij niet valt onder het begrip ‚rechtmatig gebruik’ in de zin van die bepaling, onder b), en in elk geval niet voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 5, lid 5, van die richtlijn.