DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 7080

De gegevens op de chip

Punch Telematix JamaVzr. Rechtbank Zutphen, 15 september 2008, Punch Telematix Nederland B.V. tegen Jama B.V. (Met dank aan Arnout Groen, De Brauw Blackstone Westbroek).

Eerst even voor jezelf lezen. Auteursrecht. Over het gebruik van RFID chips in vuilniscontainers en de vraag of de toegangscode tot die chips gekraakt mag worden. Beroep op auteursrecht en ongeoorloofde mededinging afgewezen. Veel is onvoldoende aannemelijk of gebleken. Het gestelde intellectuele eigendomsrecht maakt slechts een summier deel uit van de procedure: liquidatietarief.

“4.3. De voorzieningenrechter acht de stelling van Punch, dat zij met Rd4 een gebruiksbeperking ten aanzien van de chips is overeengekomen op grond waarvan Rd4 geen recht heeft op het password van de chips, onvoldoende aannemelijk geworden, aangezien Jama die stelling gemotiveerd heeft betwist en Punch onvoldoende bewijs heeft overgelegd van haar stelling. (…) Nu niet gebleken is van een overeengekomen gebruiksbeperking, Punch ter zitting heeft erkend dat niet kan worden uitgesloten dat niet Jama maar Rd4 het password heeft gekraakt en Punch onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Jama Rd4 heeft uitgelokt tot het kraken van het password van de Punch-chips, is onvoldoende gebleken dat Jama door het beschikken over het password onrechtmatig handelt jegens Punch.

4.4. Ook is onvoldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van inbreuk op de door Punch ontwikkelde programmatuur, aangezien niet gesteld is dat Jams gebruik maakt van de programmatuur van Punch, maar slechts de chip gebruikt. Punch heeft gesteld dat de structuur van de gegevens op de chip uniek is, maar Jama heeft deze stelling betwist en aangevoerd dat op eenvoudige wijze toegang tot de gegevens kan worden gekregen. Ten aanzien van de gegevens op de chip is niet gebleken van een Punch toekomend auteursrecht, omdat door Punch onvoldoende is gesteld en aannemelijk gemaakt op grond waarvan ten aanzien van de gegevens op de chip sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van Punch. Onvoldoende is gebleken dat Jama door het lezen van de Punch-chips onrechtmatig handelt jegens Punch.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7007

Boze brief

pbh.gifSolv formuleert het zo: "Vooraanstaande hoogleraar auteursrecht schrijft boze brief aan EU Commisie. (...) Als één van Europa's meest vooraanstaande rechtsgeleerden op het gebied van auteursrecht, wordt Hugenholtz regelmatig gevraagd onderzoek te doen voor de Europese Commissie.

Recent onderzoek betrof onder andere een eventuele verlenging van de auteursrechtbescherming voor uitvoerend kunstenaars. De aanbevelingen strekten tegen zo een verlenging. Maar de Europese Commissie was het hier blijkbaar niet mee eens en besloot anderszins. Dat is de Commissie's goed recht, zo is ook Hugenholtz van mening. Maar de uiteindelijke besluiten refereren zelfs nauwelijks naar zijn onderzoek hetgeen Hugenholtz heeft doen besluiten een open brief te schrijven aan de Commissie. Hij doet daarin in weinig verhullende bewoordingen zijn beklag.En nee, dit betreft niet een op zijn wetenschappelijke tenen getrapte professor die een stukje erkenning van zijn genialiteit aan zijn neus voorbij ziet gaan."

Lees hier meer.

IEF 6174

EOK & PS mag blijven

endstra.gifHoge Raad, 30 mei 2008, LJN BC2153, Erven Endstra tegen Uitgeverij Nieuw Amsterdam B.V.Bart Middelburg, Paul Vugts

Hoge Raad vernietigt uitspraak hof in de zaak over de ‘Endstra-tapes’. "Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 30 mei 2008. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend:

(…) In het door de erven Endstra ingestelde beroep herhaalt de Hoge Raad dat, naar vaste rechtspraak, voor de beoordeling of een voortbrengsel een auteursrechtelijk beschermd werk is, beslissend is of het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.

De Hoge Raad stelt vervolgens vast dat het hof de eis van het ‘persoonlijk stempel’ nader inhoud heeft gegeven door daarvoor te eisen dat het werk door de maker als een coherente creatie is geconcipieerd en door hem bewust in een bepaalde vorm(geving) is gegoten. Die eis gaat naar het oordeel van de Hoge Raad te ver: er moet sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes; het moet dus gaan om iets dat door de menselijke geest is voortgebracht. Daarbuiten valt in elk geval alles wat een vorm heeft die zo alledaags is, dat van creativiteit geen sprake is. Maar niet mag de eis worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt. Ook mag niet worden geëist dat de maker bewust voor de vorm heeft gekozen die het werk heeft gekregen of dat het werk een coherente creatie moet zijn.

Met betrekking tot de in het beroep van Uitgeverij Nieuw Amsterdam c.s. gestelde kwestie van de proceskosten oordeelt de Hoge Raad onder meer dat een partij die vergoeding van de volledige proceskosten wenst op basis van de bovenbedoelde Europese richtlijn, daarop aanspraak moet maken en tijdig een gespecificeerde opgave van die kosten moet doen, zodat de wederpartij zich daartegen desgewenst kan verweren.

De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof Amsterdam van 8 februari 2007 en verwijst het geding naar het hof ’s-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing en veroordeelt Uitgeverij Nieuw Amsterdam c.s. in de kosten van het geding in cassatie.

Gevolg van deze uitspraak: Het hof ’s-Gravenhage zal opnieuw moeten beoordelen of de achterbankgesprekken voortbrengselen zijn die het persoonlijk stempel van Endstra als maker dragen, met inachtneming van hetgeen de Hoge Raad daaromtrent heeft overwogen.

Lees het arrest hier (of via het bericht hieronder). Samenvatting HR hier.

 

IEF 5809

Eerst even voor jezelf lezen

1- Vzr. Rechtbank Utrecht, 12 maart 2008, LJN: BC6518, Unilever Nederland Foods Factories B.V. tegen Inproba B.V.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Tegen de achtergrond van dit kort geding speelt een merkenrechtelijk geschil over het gebruik van de kleur geel op de bestaande verpakkingen van Inproba voor haar oosterse producten. In onderhavig kort geding is de vraag aan de orde of Inproba haar buiten rechte gedane toezegging, inhoudende dat zij de kleur geel op de verpakkingen Bami Goreng en Nasi Goreng zal wijzigen, correct is nagekomen.”

Lees het vonnis hier.

2- Gerechtshof Amsterdam, 6 maart 2008, LJN: BC6546, V/Consyst Participaties B.V. c.s. tegen  Liberty Global Europe N.V.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Bekrachtiging vonnis rechtbank. Vervallenverklaring merk UPC van appellante wegens niet (normaal) gebruik sedert 1999. Geen geldige reden. Geen soortgelijke waren of diensten. Depots van geïntimeerde niet te kwader trouw. Appeldagvaarding uitgebracht voor implementatiedatum Handhavingsrichtlijn.”

Lees het arrest hier

3- Vzr. Rechtbank Haarlem, 6 maart 2008, LJN: BC6684, Vnu Media B.V. tegen Eventex B.V.

 “De voorzieningenrechter verbiedt Eventex zonder toestemming van VNU gebruik te maken van de concepten, merken, domeinnamen, website en (andere) intellectuele eigendomsrechten samenhangende met Digital Marketing Event, of zich op enigerlei (andere) wijze te presenteren als solo-organisator van dit evenemen.”

Lees het vonnis hier.

4- Vzr. Rechtbank Dordrecht, 21 februari 2008, LJN: BC4978, Top Finish B.V. c.s. tegen  [C] Beheer B.V. c.s.

Top Finish en (C) richten Top Finisch International op. Het komt de voorzieningenrechter het meest waarschijnlijk voor dat in een eventuele bodemprocedure tot vaststelling van de verdeling van de gemeenschap de handelsnaam Top Finish International (B.V. i.o.) zal worden toebedeeld aan Top Finish.

Lees het vonnis hier.

IEF 5604

Het concept betreft een recht

Rechtbank Leeuwarden, sector kanton, 5 februari 2008, LJN: BC4312, De Groene Leguaan v.o.f. tegen Friesland Bank N.V.

Eerst even voor jezelf lezen, bodem in Leguaanwoningenzaak: Eiser heeft een aantal eigenzinnig vormgegeven bio-ecologische woningen doen ontwerpen en bouwen, om bij te dragen aan vergroting van het ecologisch bewustzijn in de maatschappij. De bank heeft, zonder toestemming of medeweten van eiser, foto's van deze woningen gebruikt voor een reclamecampagne voor hypotheken. Geoordeeld wordt dat de woningen een auteursrechtelijk werk zijn en dat eiser rechthebbende op dit werk is. Hem komt echter, gelet op het openbaarheidsaspect, geen bescherming krachtens de Auteurswet toe. Wel is er sprake van onrechtmatig handelen door de bank.

“Het enige bewustzijn waaraan Friesland Bank met deze campagne wil appelleren is dat van financieel voordeel. Op deze wijze heeft Friesland Bank het oorspronkelijk concept geweld aangedaan. Dit concept betreft, zoals hierboven uiteengezet is, een recht dat De Groene Leguaan, in persoon van [eiser], toekomt. Aldus is inbreuk gemaakt op een recht van De Groene Leguaan c.s. en is onrechtmatig gehandeld door Friesland Bank.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5384

De Endstra-Tapes, De Conclusie

endtapes.gifHoge Raad, 18 januari 2008, rolnr. C07/131HR, LJN: BC2153, conclusie A-G Verkade, Erven Endstra tegen Uitgeverij Nieuw Amsterdam BV, Bart Middelburg en Paul Vugts (met dank aan Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek).

Een nieuw Verkade-album (58 pagina’s), met officiële samenvatting. “De conclusie laat zich als volgt samenvatten:

1. In 2003-2004 heeft de vastgoedhandelaar W. Endstra in het geheim een vijftiental gesprekken gevoerd met politieambte¬naren. Deze gesprekken, die merendeels in een rondrijdende auto plaats hadden en waarvan geluidsopnamen werden gemaakt, staan bekend als ‘de achterbankgesprekken’.  W. Endstra is op 17 mei 2004 om het leven gebracht.

De onderhavige civiele  procedure heeft betrekking op de uitgave door Nieuw Amsterdam, in 2006 van een door de journalisten Middelburg en Vugts samengesteld boek ‘De Endstra-tapes’, waarin de achterbankgesprekken zijn weergeven. De erven Endstra vroegen hiertegen een verbod op (onder meer) auteursrechtelijke gronden.

2. Zowel de rechtbank (11 mei 2006, LJN: AX1292)  als het gerechtshof (8 februari 2007, LJN: AZ8071) te Amsterdam oordeelden dat de achterbankgesprekken niet onder de Auteurswet vallen. Het hof overwoog onder meer dat aan de achterbankgesprekken, waarin Endstra de door hem op basis van vragen van rechercheurs verschafte informatie op zijn manier heeft verwoord, weliswaar een daarmee samenhangend eigen karakter en een persoonlijk stempel niet kan worden ontzegd. Maar het hof oordeelde dat ook nodig was dat het werk door zijn maker als coherente creatie is geconcipieerd, en dat de maker er bewust voor heeft gekozen zijn verhaal in deze vormgeving te gieten. Het hof oordeelde dat dit bij Endstra’s achterbankgesprekken niet het geval was.

3. Advocaat-generaal Verkade is van mening dat het hof hiermee te strenge eisen voor auteursrechtelijke bescherming heeft gesteld. Eisen als ‘coherent concipiëren’ of ‘bewust vormgeven’ maken z.i. geen deel uit van het geldend Nederlandse auteursrecht. Het invoeren van zulke eisen stuit ook op principiële en praktische bezwaren. Een op het object zelf gebaseerde beoordeling van het ‘eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel’, zoals tot nu toe gebruikelijk, volstaat. 

Het criterium van het hof zou ook onwenselijke consequenties hebben voor werken van kinderen of geestelijk gehandicapten. De advocaat-generaal wijst (in nrs. 4.32.1-4.32.4) als voorbeeld mede op de door Anne Frank bewust voor publicatie geschreven zgn. B-versie van haar dagboek, en meent dat de bescherming van haar eerdere A-versie niet afhankelijk moet zijn van criteria als nu door het hof gehanteerd. 

4. In deze zaak moet de Hoge Raad zich tevens (voor het eerst) uitlaten over de proceskosten in zaken van intellectuele eigendom (I.E.), waarop een Europese Richtlijn van 2004 (nr. 200/48/EG) betrekking heeft. Die Richtlijn kan in I.E.-zaken een vele malen hogere proceskostenveroordeling meebrengen dan voorheen gebruikelijk. A-G Verkade stelt de Hoge Raad voor om over de uitleg van die Richtlijn enige prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de EG. Die vragen hebben dus niét betrekking op het auteursrecht op de ‘Endstra-tapes’."

Lees de volledige conclusie hier of  hier (Rechtspraak.nl)

IEF 5285

Continu vakantie

gub2.bmpVzr. Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, NVV c.s. tegen NRIT c.s. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Partijen twisten onder meer over de vraag of op bepaalde vragenlijsten die in het kader van het Continu Vakantie Onderzoek als door NVV c.s. gebruikt, in aanmerking komen voor het auteursrecht.

“3.3 (…) Tussen partijen is niet in geding dat een achttal vragen uit de GfK-vragenlijst overeenkomen met de vragen uit de CVO-vragenlijst. Van belang is echter dat de geschriftenbescherming slechts toekomt aan de gegevensverzameling als geheel, zodat de stelling van NVV c.s. dat met het overnemen van de vragen dermate essentiële gedeelten uit de CVO-vragenlijst zijn gekopieerd dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op de CVO-vragenlijst, niet kan worden gevolgd. (…)”

Met NRIT c.s. is de Rechtbank van oordeel dat de onderzoeksmethode niet auteursrechtelijk beschermd is aangezien deze geen ‘werk’ is in de zin van artikel 10 Aw. De elementen waaruit het werk zou bestaan zijn weinig oorspronkelijk en worden niet nader aangeduid.

Een overdrachtsclausule terzake is niet relevant, omdat geen auteursrecht wordt aangenomen op de vragenlijsten en de onderzoeksmethode. Een tweetal overige bepalingen in een samenwerkingsovereenkomst worden overigens in strijd met het mededingingsrecht en derhalve nietig geacht.

Met betrekking tot de vermeende databankrechtelijke inbreuk op statistische gegevens van een van eiseressen, is naar het oordeel van de Rechtbank onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een dreigende inbreuk.

Daarbij is – onder meer – van belang dat NVV c.s. weliswaar stellen dat uit publicaties kan worden opgemaakt dat de aangekondigde ‘Vakantie- en Vrijetijdsmonitor’ historische gegevens zal bevatten, maar dat uit deze omstandigheid kan niet worden afgeleid welke gegevens dit betreft, terwijl NVV c.s. voorts onvoldoende hebben toegelicht waaruit de CVO databank, die zij slechts globaal hebben aangeduid, zou bestaan.

Lees het vonnis hier.

IEF 5279

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, Nederlands Vakantie- en Vrijetijdsonderzoek B.V. c.s. tegen Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme B.V. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Lees het vonnis hier.

IEF 5162

Duikbootrechten

mor.gifKamerstuk 31200 X, nr. 44, 2e Kamer.  Lijst van vragen en antwoorden over de vorderingen op het voormalig RDM concern.

Vraag: Welke regeling is getroffen met betrekking tot de bouwtekeningen van de Moray/Moeraal onderzeeër? Blijven deze in handen van de Nederlandse overheid?

Antwoord: (…) Voor de Moray-1400 berust het intellectuele eigendom volledig bij de Staat. In beide contracten heeft de Staat uitdrukkelijk bedongen dat de kennis van de bouwtekeningen en technologie niet zonder zijn instemming aan derden beschikbaar mag worden gesteld. Daarnaast zijn op beide contracten de Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten (ABDO) van toepassing. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) ziet toe op de naleving ervan, vooral wat de geclassificeerde gegevens betreft. (…) Tot op heden zijn er geen Morayklasse onderzeeboten verkocht. Evenmin zijn er bouw- en ontwerpgegevens verkocht. Als verkoop in de toekomst aan de orde is, zal de Kamer op de hoogte worden gesteld.”

Lees het kamerstuk hier.