Verweer ondoenlijk toestemmingsvereiste voor archieven faalt
Rechtbank Amsterdam 10 juni 2015, IEF 15018; ECLI:NL:RBAMS:2015:3590 (Pictoright tegen Stadsarchief Gemeente Rotterdam)Uitspraak ingezonden door Vincent van den Eijnde en Arlette Bekink, Pictoright een Job Hengeveld, Hengeveld Advocaten. Auteursrecht. Stadarchief Rotterdam heeft op zijn website werken aan zonder toestemming van rechthebbenden. Pictoright vordert met succes namens zichzelf en rechthebbenden de staking van inbreuk auteursrechten. In algemene zin (10 EVRM) betoogt Stadsarchief dat het voor archieven ondoenlijk is hun taak naar behoren uit te voeren indien zij eerste voorafgaande toestemming van rechthebbende afwachten voor online openbaar te maken. Stadsarchief verweert zich tevergeefs tegen de uitvoerbaar bij voorraadverklaring, waaronder dat zij bij een veroordelend vonnis in hoger beroep zal gaan, dat een veroordelend vonnis met dwangsom alle stadsarchieven van Nederland gedwongen worden om te kiezen tussen belastinggeld uitgeven of hun archieven in strijd met de digitale agenda van de overheid offline halen en dat uitvoering forse kosten en ingrijpende maatregelen in het functioneren van het Stadsarchief leidt die niet makkelijk zijn terug te draaien. Voorschot op schadevergoeding.
2.1. (...) De rechtbank heeft mitsdien alsnog te onderzoeken of het Stadsarchief voldoende feitelijk, op het geval toegesneden omstandigheden heeft gesteld waaruit kan voortvloeien dat toewijzing van de vorderingen van Pictoright te zeer afbreuk zouden doen aan het grondrecht van artikel 10 EVRM waarop het Stadsarchief zich beroept.
Hetgeen het Stadsarchief op dit punt naar voren heeft gebracht ziet echter niet op bepaalde aan het individuele geval eigen omstandigheden, maar is beperkt tot een argumentatie die in algemene zin betoogt dat het voor archieven ondoenlijk is hun taak naar behoren uit te voeren indien zij niet bevoegd zouden zijn (in ieder geval tot dat de rechthebbende bezwaar maakt) hun archieven ook voor zover het auteursrechtelijk beschermde werken betreft zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende online openbaar te maken. De heroverweging in het licht van het arrest van de Hoge Raad van 3 april 2015 leidt daarom niet tot een ander oordeel.
Lees de uitspraak hier (pdf/html)
Op andere blogs:
IViR

Prejudiciële vragen gesteld door Hof van Beroep Brussel [
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe,
Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma en Tobias Cohen Jehoram,
Programmagegevens. Geen geschriftenbescherming. De Telegraaf Media Groep (TMG) krijgt geen schadevergoeding van de Staat voor het jarenlang niet mogen publiceren van programmagegevens in haar krant. Volgens de rechtbank heeft TMG te lang gewacht met de rechtszaak om deze schadevergoeding af te kunnen dwingen.
Bijdrage ingezonden door Rein-Jan Prins,
Auteursrecht. Foto. Eiser is een professionele fotograaf en maakt reclamecampagnes voor onder meer Profile Tyre Center. Hij heeft een fotoserie gemaakt en deze in exclusieve licentie gegeven aan haar voor de promotie van winterbanden. De foto is ook gebruikt op de website van gedaagde, die het websitebouwerverweer afgewezen ziet worden. De algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie zijn niet tussen partijen overeengekomen, de verhoging van de schadeberekening hebben een duidelijk punitief karakter en dat is aan het Nederlandse schadevergoedingsrecht vreemd en er kan geen grondslag voor worden gevonden in de Handhavingsrichtlijn (noch in
Auteursrecht. Fictief makerschap. Persoonlijkheidsrechten. Presentanza is een adviesbureau gespecialiseerd in ‘inbound marketing en imago’. P4P houdt zich bezig met diensten gerelateerd aan de arbeidsmarkt, personeel en administratie. Presentanza ontwikkelt de complete huisstijl/logo’s voor P4P. Het logo heeft P4P HRM Services B.V. op 11 februari 2008 als beeldmerk geregistreerd. Uiteindelijk besluit P4P de opdracht voor een jubileumlogo niet aan Presentanza te geven, maar aan het bureau ‘Kontrast’, welk bureau het eerdere ontwerp enigszins aanpast. Presentanza wenst het bij haar rustende auteursrecht op het logo van P4P over te dragen aan P4P voor een bedrag van EUR 20.763,60. P4P weigert te betalen. Presentanza doet een beroep op het auteursrecht en persoonlijkheidsrechten. De kantonrechter overweegt dat P4P fictief maker is, en dat de persoonlijkheidsrechten die Presentaza zouden toekomen niet geschonden zijn, nu de wijziging beperkt is gebleven tot een duidelijk zichtbare toevoeging aan het oorspronkelijke logo van ondergeschikte betekenis, waarbij het oorspronkelijke ontwerp in tact is gebleven.
Auteursrecht. Het Tribunal da Relação de Coimbra (Portugal) stelt de volgende vragen (via IPcuria.eu): 1. Moet het begrip mededeling van werken aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 aldus worden uitgelegd dat daaronder mede valt de doorgifte van over de radio uitgezonden werken in commerciële lokalen als bars, cafés, restaurants of andere, gelijksoortige gelegenheden met behulp van televisieontvangsttoestellen, waarbij de verspreiding van de werken wordt versterkt met luidsprekers en/of versterkers, en in zoverre sprake is van nieuw gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken?