Want wat is rechtens in gevallen waarbij het werk van de website van de  auteursrechthebbende ge-copy-paste – zonder dat sprake is van enige vorm  van inline linking of embedded linking – wordt overgenomen op een  andere website? Is er in dat geval óók geen sprake van een mededeling  aan een nieuw publiek? Indien r.o. 24 e.v. van het Svensson-arrest  hierop wordt toegepast, kan de volgende analyse worden gevolgd.              Hoewel  van linken in dat geval géén sprake is, kan met toepassing van r.o. 24  uit het Svensson-arrest wél worden gesteld dat de ge-copy-paste overname  van het werk ‘hetzelfde’ werk betreft ‘als de oorspronkelijke  mededeling’ en ‘net als de oorspronkelijke mededeling via internet en  dus op dezelfde technische wijze werd verricht’. Daar komt bij dat het  Hof in r.o. 24 van het Svensson-arrest het link-aspect niet expliciet  noemt.              De ‘doelgroep’ van de oorspronkelijke mededeling (het  ge-copy-paste werk) bestaat uit alle ‘potentiële bezoekers van de  betrokken website’ (r.o. 26, eerste zin), thans: 2,75 miljard mensen.  Indien er voor de toegang tot de werken op deze website (waarop het werk  oorspronkelijk is meegedeeld) ‘geen enkele beperkende maatregel werd  gehanteerd’, is deze website ‘vrij toegankelijk voor alle  internetgebruikers’ (r.o. 26, tweede zin).              Indien alle gebruikers van  de website waarop het de ge-copy-paste overname van het werk staat, ook  rechtstreeks toegang hadden tot het ge-copy-paste werk zelf, op de  website waarop deze oorspronkelijk werd medegedeeld, zonder beperkende  maatregel, dan moeten de gebruikers van de door deze laatste beheerde  website dus worden beschouwd als mogelijke ontvangers van de  oorspronkelijke mededeling en dus als een onderdeel van het publiek dat  door de auteursrechthebbende in aanmerking is genomen toen toestemming  is verleend voor de oorspronkelijke mededeling (r.o. 27).              Volgens ons  kan dan de conclusie worden getrokken dat omdat er aldus geen nieuw  publiek (het is en blijft dezelfde doelgroep die toegang heeft tot  internet) wordt aangeboord met de ge-copy-paste overname van het werk,  er dan ook geen sprake is van een auteursrechtelijk relevante mededeling  aan het publiek. Wij leiden uit het Svensson-arrest af dat indien het  laatstgenoemde werk net als de oorspronkelijke mededeling maar via  internet en dus op dezelfde technische wijze wordt meegedeeld, en het  werk verschijnt ongeacht of het werk daadwerkelijkheid afkomstig is van  een andere website, er geen sprake is van een auteursrechtelijk  relevante mededeling aan het publiek. Het maakt dan volgens ons ook niet  meer uit hóé het specifieke werk technisch wordt getoond op de website  die de link aanlegt, bijvoorbeeld via een inline link, via codes  ‘achter’ het werk of rechtstreeks via een verwijzing op de eigen website  naar bijvoorbeeld het werk, of via een ge-copy-paste overname. Per  saldo maakt het dan óók niet meer uit of er wel of niet nog geklikt moet  worden of dat het werk direct verschijnt op de website waarop het wordt  overgenomen. Immers, volgens het Hof hadden alle potentiële  internetgebruikers al rechtstreeks toegang tot de website waarop het  werk oorspronkelijk is medegedeeld, en moeten de gebruikers van de  website waarop de ge-copy-paste overname staat worden beschouwd als  mogelijke ontvangers van de oorspronkelijke mededeling en dus als een  onderdeel van het publiek dat door de houders van het auteursrecht in  aanmerking werd genomen toen zij toestemming verleenden voor de  oorspronkelijke mededeling...              Mocht het link-aspect toch nog een rol  spelen, dan kan degene die het werk wil tonen op diens eigen website dit  ons inziens omzeilen door een embedded of inline link aan te leggen,  waarop al dan niet geklikt kan worden om deze te laten verschijnen, want  zelfs indien het werk verschijnt en daarbij de indruk wordt gewekt dat  het wordt getoond op de website waar de link zich bevindt - terwijl dit  werk in werkelijkheid afkomstig is van een andere website - is er geen  sprake van een auteursrechtelijk relevante mededeling aan het publiek.  Er komt dan immers ook géén nieuw publiek aan te pas!              Indien onze  analyse juist is, dan laat het voorbeeld van de ge-copy-paste overname  zien dat het ongelukkig is dat het Hof is gaan werken met de "nieuw  publiek"-eis. Wij vragen ons af of het Hof zich heeft gerealiseerd dat  dit – in ultimo – betekent dat zeer veel handelingen op het internet  niet langer zijn tegen te houden met een beroep op het "mededeling aan  het publiek"-recht. Het is ondertussen de vraag of datzelfde geldt voor  het reproductierecht.              Het is daarom aan de auteursrechthebbenden de  taak, indien dit van belang is, om ongewenst linken naar en overnemen  van beschermde werken technisch zoveel mogelijk af te schermen,  bijvoorbeeld via technische ingrepen of het treffen van beperkende  maatregelen.              Deze bijdrage vormt een bewerking van een eerdere bijdrage op IE-Forum, IEF 13705.              Joost Becker en Mark Jansen  |