Bijdrage ingezonden door Mauritz Kop, MusicaJuridica. De wereld van online muziekservices is constant in beweging. Denk aan de beoogde overname van Beats Music door Apple, de nieuwe Youtube streaming service en Kim Dotcom’s Baboom. Dit artikel besteedt aandacht aan de wijze waarop inkomsten uit downloads en streaming anno 2014 worden verdeeld tussen music stores en artiesten.
     
    
        1. Online muziekdiensten maken hoge kosten door het afsluiten van noodzakelijke licenties
Online  muziekdiensten verdienen hun geld door inkomsten uit reclame,  abonnementen, verkopen en sponsoring. Ze maken in de eerste jaren echter  alleen maar verlies. Gedurende die periode blijven ze overeind door  investeringen van derden. Online muziekdiensten hebben namelijk veel  kosten omdat ze de rechten moeten verwerven van de muziek die ze willen  streamen of verkopen. In Europa moeten ze daartoe overeenkomsten sluiten  met (1) pan-Europese samenwerkingsverbanden tussen de major labels en  collectieve beheersorganisaties (CBO’s zoals Buma/Stemra, Gema, Sacem en  PRS for Music), (2) independent labels en artiesten alsook (3) de  afzonderlijke CBO’s van de 27 lidstaten.
De rechten moeten voor  elk land afzonderlijk worden verworven want een CBO is slechts  gerechtigd licenties af te geven voor het openbaarmaken en  verveelvoudigen van muziek (buiten het publiek domein) voor het eigen  grondgebied. Dit brengt hoge transactiekosten voor de muziekdiensten met  zich mee. Bovendien kan het jaren duren voordat een dienst in een  bepaald land kan uitrollen, omdat het regelen van de benodigde rechten  zo veel tijd in beslag neemt. Het is daardoor mogelijk dat een  streamingdienst in Duitsland meer moet betalen dan in Nederland.
Het  kan bijvoorbeeld moeilijker zijn om met Gema een deal te sluiten dan  met Buma/Stemra (denk aan de langdurige en moeizame onderhandelingen  tussen Youtube en het Duitse Gema). Ook is het mogelijk dat de ene  muziekdienst een lagere royalty bewerkstelligt voor hetzelfde land dan  een andere, concurrerende dienst. Hoe meer cash een dienst heeft hoe  gemakkelijker het is om licentiedeals te kunnen sluiten. Voor music  startups zonder kapitaal die wereldwijd willen uitrollen is  rechtenverwerving nagenoeg onmogelijk. Dat is vergelijkbaar met een  hordeloper die niet hoog genoeg kan springen. Google Play is per 1 okt  2013 in Nederland gestart. iTunes Radio draait thans in de VS en  Oceanië, en wordt medio 2014 in Nederland verwacht. Zo snel (voor  muziekdienst begrippen) vanwege de enorme wallet-power van Apple.
Pandora  is vanwege het ontbreken van de benodigde licenties alleen actief in de  VS en Oceanië. De muziekservice die zij aanbieden noemt men  (non-terrestrial) streaming radio of webcasting (zoals Live365,  iHeartRadio of SiriusXM), in tegenstelling tot interactieve streaming  (of on demand streaming) zoals Spotify of Deezer. Op dit belangrijke  verschil kom ik hieronder terug.
De muziekdiensten zoals Spotify  en Deezer hebben in Nederland geen licentie nodig van Sena omdat deze  CBO (nog) geen mandaat heeft voor de exploitatie van interactieve  (on-demand) streamingrechten. Voor toestemming en de betaling van een  billijke vergoeding moeten ze bij de NVPI (of de artiest / producer  zelf) zijn. Pandora zou in Nederland wel een licentie van de Sena nodig  hebben: webcasting valt namelijk wel onder het mandaat.
In de VS  is het weer anders geregeld: daar betalen non-interactieve services  zoals Pandora de streaming royalties van de uitvoerende muzikanten en de  producenten (digital public performance royalties) aan SoundExchange.  Pandora, SiriusXM, iHeartRadio en iTunes Radio behoeven, in  tegenstelling tot on demand diensten zoals Spotify, Deezer en Amazon  Prime Music in de VS geen mechanische rechten af te dragen. Belangrijk  verschil met de VS is bovendien dat producenten een auteursrecht hebben  op de master, in plaats van (slechts) een naburig recht. Een treffend  voorbeeld dat aangeeft hoe verschillend de zaken op dit moment zijn  geregeld en hoe belemmerend dat kan werken.
2. Nieuwe sterren aan het digitale firmament
Nieuwe  sterren aan het digitale firmament zijn Baboom van Kim Dotcom, Beats  Music van Dr. Dre en Jimmy Iovine, en de Youtube streaming service van  Google. Baboom zetelt in Nieuw-Zeeland en is een reactie op iTunes en  Spotify. Een hybride concurrent die zowel downloads als streaming zal  gaan aanbieden. Het beoogt een volledig legale muziekdienst te worden.  Evenals bij Spotify zal er een freemium model worden gehanteerd. De  dienst wordt browser based, gaat hoge kwaliteit audio aanbieden (FLAC,  lossless audio) en zal voornamelijk op ads gaan draaien.
Beats  Music (voorheen Daisy) is een online streaming service van Beats  Electronics. De muziekdienst is grotendeels gebaseerd op het MOG Music  Network, is interactief en een directe concurrent van Spotify en Deezer.  Mede omdat Apple nog geen eigen on demand streaming service had (wel  een download store en gratis, op advertenties gebaseerde internet  radio), heeft het op 28 mei 2014 aangekondigd Beats Electronics voor  zo’n 3 miljard dollar te willen overnemen. Beats Electronics produceert  ook de populaire hoofdtelefoons en is eigenaar van het merk Beats. Op  dit moment heeft Beats Music enkel licenties voor de VS en Oceanië  (Australië en Nieuw-Zeeland).
Google komt ook met een on demand  streaming service. Momenteel zijn er geen details beschikbaar over  functionaliteit of de abonnementskosten. Duidelijk is dat de dienst via  Youtube loopt, dat men zich ervoor dient in te schrijven en dat er  interactief muziek kan worden beluisterd door streaming, mede in  combinatie met video. Google is op dit moment in onderhandeling met de  platenlabels (zowel de grote maatschappijen als de kleinere independent  labels) en de CBO’s over de te betalen auteursrechtenvergoedingen.  Vanwege zijn alomtegenwoordigheid heeft Google een zeer sterke  onderhandelingspositie, misschien nog wel sterker dan Apple. Beide  bedrijven hebben daarnaast een enorme wallet-power.
Wanneer en of  deze diensten in Nederland verkrijgbaar zullen zijn is nog niet bekend.  De Europese Commissie spreekt zich voor 1 augustus 2014 uit over de  toelaatbaarheid van de overname (mededinging, concurrentiepositie) van  Beats Electronics door Apple, en het zal voor Baboom niet eenvoudig zijn  de benodigde licenties af te sluiten met de verschillende performance  rights organizations. Naar alle verwachting worden Beats Music en de  Youtube subscription service in 2014 of 2015 in Nederland uitgerold.
3. Hoeveel (of weinig) verdienen artiesten als hun muziek wordt gedraaid op een online muziekdienst?
a.  Streams of downloads: Het is daarbij allereerst van belang onderscheid  te maken tussen streams en downloads. Bij downloads koop je een track  (de track zelf, niet de intellectuele eigendomsrechten), bij streams  lease je hem als het ware. Streams leveren een artiest doorgaans veel  minder op dan downloads. Traditionele download stores zijn iTunes,  Amazon, Beatport, Bandcamp en eMusic.
b. Interactive of  non-interactive streaming: Een ander belangrijk onderscheid is te maken  tussen  interactieve streaming / on demand diensten en non-interactieve  diensten, (maatwerk en controle op het aanbod (“pick and choose”) voor 1  specifieke luisteraar versus simultaan en gericht op een breder publiek  ineens) zoals internetradio. Dit onderscheid is van belang voor de  afzonderlijke rechten, zoals de mechanische reproductierechten en de  openbaarmakingsrechten, die door een dienst moeten worden afgedragen.  Bekende interactieve streaming diensten zijn Spotify, Deezer, Beats  Music, Rdio, Grooveshark, Rhapsody en Google Play. Ook de nieuwe Youtube  streaming service en Kim Dotcom’s Baboom worden on demand platforms.  Voorbeelden van non-interactieve diensten zijn Pandora, Live365,  SiriusXM (satelliet radio), Jango en iTunes Radio.
c. Hoeveel  levert een stream op voor een artiest? Hoeveel er per play door een  store wordt uitgekeerd fluctueert en is voor een groot afhankelijk van  advertentie inkomsten. Dus ook van het tijdstip waarop een liedje wordt  gestreamd. Spotify heeft daar bepaalde algoritmen voor. Daarnaast zijn  er (confidentiële) afspraken tussen de verschillende partijen (tussen de  streamingdiensten, de grote platenlabels en de CBO’s). Confidentieel  omdat openbaarmaking van de afspraken hun onderhandelingspositie zou  kunnen ondermijnen. Ook is het afhankelijk van de vraag of er on demand  of juist non-interactief wordt gestreamd. Door de bank genomen kan men  stellen dat een artiest die alle rechten in eigen hand heeft voor 100  streams of plays zelf in totaal tussen de 0,05 en de 0,50 cent verdient.  Dus in het beste geval 500 euro voor 100.000 plays. Het is voor  artiesten derhalve nagenoeg onmogelijk om rond te komen van inkomsten  uit streaming. 
  
d. Aggregators: Wil je je muziek op iTunes of  Spotify krijgen dan gebeurt dit in de regel via zogenaamde digital  distributors of aggregators: Tunecore, CDBaby, Awal, IODA/The Orchard,  ReverbNation, Songcast, MondoTunes or DittoMusic. Ook de aggregators  ontvangen een gedeelte van het geld afkomstig van de muziekdienst. Vaak  is dit tussen de 10 en de 15%. Alleen de grote labels (Sony/EMI, Warner  en Universal) doen direct, dus zonder tussenkomst van een digital  distributor zaken met de online muziekdiensten.
 
e. Weerzin tegen  Spotify: De grote platenmaatschappijen hebben Spotify geholpen om  wereldwijd uit te rollen en uit te groeien tot de bekende muziekdienst  die het tegenwoordig is. Zij zijn inmiddels de grootaandeelhouders van  Spotify, hebben een winstaandeel in deze “all you can eat” muziekdienst  en zullen in de loop der jaren steeds ongelijkmatiger profiteren zonder  dat hun artiesten, indie labels en onafhankelijke artiesten daar veel  van zullen terug zien. Nieuwe bands krijgen een lager bedrag per stream  van Spotify dan gevestigde namen. Thom Yorke, David Byrne en een aantal  kleinere labels hebben hun muziek om die reden van Spotify afgehaald.  Andere artiesten zoals Pink Floyd vinden het Spotify freemium model  (probeer gratis een beperkte versie en betaal later voor een  uitgebreidere versie) juist geweldig. De meeste download stores hanteren  daarentegen nog het “good old” single en album model.
Het is in  het licht van dit alles dan ook de vraag of artiesten en kleinere labels  er bij zijn gebaat dat Eurocommissaris Digitale Agenda Neelie Kroes  zich mede door de oprichters van Spotify laat adviseren over de  uitdagingen die er momenteel liggen op het gebied van de versnipperde  rechtenproblematiek door het ontbreken van een gezamenlijke Europese  telecommunicatiemarkt.
4. Wetgeving probeert technologische ontwikkelingen bij te benen
De  technologische ontwikkelingen in de muziekindustrie volgen elkaar in  een duizelingwekkend tempo op. Het is een welhaast onmogelijke uitdaging  voor de wetgever om tijdig op te anticiperen op een alsmaar evolverend  digitaal landschap. Oude wetten die niet zijn toegesneden op nieuwe  mainstream technologieën moeten worden aangepast of door de rechter ex  nunc worden geïnterpreteerd.
Ook Europese Richtlijnen, de  implementatie daarvan door de nationale wetgever en de interpretatie  daarvan door rechters en uiteindelijk het Europees Hof van Justitie,  zijn niet altijd even gemakkelijk in staat een snel en adequaat antwoord  te bieden op juridische problemen die ontstaan uit, of grondrechten die  in het gedrang komen door voortschrijdende technologie.  Wetgevingsprocessen nemen doorgaans veel tijd in beslag. Deze  problematiek vereist een actieve rol van de rechter.
5. Stel dat  zo'n muziekdienst 1 euro krijgt voor een gedownload liedje, en de  artiest krijgt er 5 cent voor. Waar blijft de rest van het geld dan?
Dat  is afhankelijk van een aantal zaken, zoals de vraag of de artiest bij  een label zit, independent is en of hij is aangesloten bij een  collectieve rechtenorganisatie. En uit welk land hij komt (in welke  jurisdictie hij zich bevindt) want er bestaan wereldwijd belangrijke  verschillen in de wijze waarop er met auteursrechten wordt omgegaan.  Daarnaast is het afhankelijk van de distributiedeal die de artiest heeft  gesloten waarin zijn aandeel in de royalty is bepaald. Ook zijn de  exploitatierechten vaak territoriaal opgesplitst. Het kan ook  afhankelijk zijn van de reclame die wordt vertoond gedurende de play.  Bovendien is het afhankelijk van het feit of de artiest zijn werken zelf  heeft geschreven of met anderen (songtekst, muziek).
Eveneens is  het van belang of de artiest ook eigenaar van de master is. We maken in  Nederland namelijk onderscheid tussen auteursrechten (rechten op de  compositie i.e. muziek en tekst) en naburige rechten (rechten op de  master, dus de sound recording / geluidsopname zelf). Vaak hebben  uitvoerende muzikanten en de producer dan wel het label naburige rechten  op de sound recording. Sena regelt de naburige rechten van artiesten en  producers. Buma/Stemra de auteursrechten op het onderliggende muzikale  werk. Binnen Buma/Stemra regelt Buma de openbaarmakingsrechten en Stemra  de mechanische rechten.
Niet aangesloten artiesten regelen dit  zelf. Omdat de digital stores de muziekuitvoeringsrechten en de  mechanische reproductierechten direct aan de CBO’s betalen (of aan de  majors), lopen deze ongebonden artiesten deze rechteninkomsten vaak mis.  De stores betalen een deel van deze rechten derhalve niet aan de  individuele rechthebbenden direct uit. Het geld dat hierdoor aan de  strijkstok blijft hangen wordt door de CBO’s zoals Buma/Stemra - als het  goed is - aan de labels en artiesten die wel bij hun zijn aangesloten  gereparteerd. We hebben het hier over een klein percentage van de waarde  van de download in dit specifieke geval: zo’n 10%. Ben je geen lid van  Buma/Stemra en heb je in een jaar 1000 (duizend) euro verdiend aan  downloads, dan zou het dus goed kunnen zijn dat je zo’n 100 (honderd)  euro bent misgelopen aan royalties. Een bedrag dat ongeveer gelijk staat  aan het Buma/Stemra inschrijfgeld.
De vraag naar de hoogte en de  verdeling van de royalties is derhalve van een myriade aan factoren en  omstandigheden afhankelijk, zoals het aantal rechthebbenden,  muziekcontracten, alsmede de partij die de distributievoorwaarden heeft  uitonderhandeld, en kan slechts per geval afzonderlijk worden  beantwoord. Tenslotte is het afhankelijk van de muziekdienst zelf: de  ene betaalt meer dan de andere. De ene heeft andere deals met de  collectieve rechtenorganisaties en de platenlabels gesloten dan de  andere. Door de bank genomen kan men stellen dat een artiest voor een  iTunes download van 1 euro zelf tussen de 5 en de 60 cent verdient.  Ongeveer 30 cent gaat naar iTunes zelf. Grofweg levert een stream  honderd keer zo weinig op als een download.
6. Het is duidelijk  geworden dat het moeilijk is om een inkomen te vergaren door middel van  downloads en streaming. Hoe zouden artiesten meer kunnen verdienen met  hun muziek?
Als er, mede onder invloed van geharmoniseerde  wetgeving op dat vlak, een ander, artiestenvriendelijker verdienmodel  ontstaat en artiesten krijgen waar ze daadwerkelijk recht op hebben.  Zolang dat nog niet het geval is hieronder een aantal tips:
door muziek in games te krijgen;
door meer live op te treden;
door muziek in compilatie cd’s op te laten nemen;
door hun muziek naar DJ’s en radio stations te zenden, op cd of mp3;
door fan gerichte DIY promotion, zoals het werken met emaillijsten;
door muziek exclusief op vinyl uit te brengen en niet op streaming diensten;
door aan het Partner Programma van Youtube deel te nemen (direct Content ID deal);
door merchandise uit te geven;
door zich in te schrijven bij Buma/Stemra en Sena;
door muzikaal ondernemerschap te betrachten;
door een remix competitie van je eigen track uit te schrijven;
door in contact te treden met fans die tracks delen / reposten op SoundCloud;
door voor andere artiesten muziek en tekst te schrijven;
door wurgcontracten met platenlabels niet te ondertekenen;
door  muziek in audiovisuele producties zoals films, tv series, documentaires  en reclames geplaatst te krijgen middels licentieovereenkomsten zoals  een synchronisatielicentie;
door zich bij onderhandelingen over muziekcontracten te laten bijstaan door een competent jurist;
door nog betere muziek te schrijven;
door constant te netwerken.