Auteursrecht  

IEF 2959

Motormanagementsysteem

1-0.bmpGerechtshof Arnhem 7 november 2006, LJN: AZ2563

Geen gezamenlijk auteursrecht op tijdens een stage ontwikkelde software.

Appellant vordert dat het hof voor recht zal verklaren dat appellant en geïntimeerde gemeenschappelijk de auteursrechten van het motormanagementssteem ECU 3.00 bezitten. Vaststaat dat geïntimeerde in het kader van zijn afstudeeropdracht aan de HTS tijdens zijn stage bij appellant samen met appellant heeft gewerkt aan de ontwikkeling van een zogenaamd motormanagementsysteem, waarbij geïntimeerde zich heeft bezig gehouden met de ontwikkeling van de besturingssoftware daarvoor.

Nu uit de door de getuigen afgelegde verklaringen niet anders volgt dan dat geïntimeerde de software voor het motormanagementsysteem heeft ontwikkeld en evenmin blijkt dat tussen partijen over het auteursrecht van de software andersluidende afspraken zijn gemaakt dient ook volgens het hof geïntimeerde en niet appellant als maker, en daarmee als auteursrechthebbende, van de software te worden aangemerkt. De enkele omstandigheid dat "Dutch Radio Engineering" (kennelijk appellant, red. IEF) op de broncode staat vermeld kan niet tot een ander oordeel leiden, mede gelet op het feit dat geïntimeerde daartegen onder meer heeft aangevoerd dat hij met die vermelding slechts de samenwerking (in het kader van de stage) tussen hem en appellant heeft willen benadrukken en dat hij nimmer de bedoeling heeft gehad te erkennen dat appellant mede auteursrechthebbende zou zijn.

 

Ook de stelling van appellant dat uit de vermelding van "Dutch Radio Engineering" op de broncode van  blijkt dat geïntimeerde uitdrukkelijk heeft erkend dat appellant in ieder geval voor de helft, althans gemeenschappelijk rechthebbende is ten aanzien van (de software van) het motormanagementsysteem kan hem niet baten. De tekst op de broncode vermeldt niet dat geïntimeerde en appellant de gezamenlijke makers van de software voor de ECU 3.00 zijn, en evenmin dat zij gezamenlijk houder zijn van de exclusieve rechten op die software.

Door appellant is overigens niets gesteld waaruit kan volgen dat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat geïntimeerde door de vermelding van 'Dutch Radio Engineering' op de broncode heeft willen erkennen dat hij en appellant gezamenlijk auteursrechthebbenden zouden zijn. Weliswaar heeft appellant in eerste aanleg bij herhaling gesteld dat (de software van) het motormanagementsysteem 'onder zijn leiding en toezicht en met behulp van zijn kennis en kunde' is ontwikkeld en dat 'het intellectuele gedeelte' van hem afkomstig is, maar in het midden is gebleven welke concrete bijdragen hij dan precies heeft geleverd aan de (gezamenlijke) ontwikkeling van die software, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. De enkele omstandigheid dat geïntimeerde tijdens zijn stageperiode met appellant heeft samengewerkt aan de ontwikkeling van een motormanagementsysteem waarbij geïntimeerde zich heeft beziggehouden met de ontwikkeling van de software daarvoor is onvoldoende, want het zegt niets over feitelijke bijdragen van appellant aan de ontwikkeling van die software. De grief faalt.
Tot slot nog een kennelijke verschrijving (zie immers het dictum): "4.9  Als de in het ongelijk gestelde partij zal [geïntimeerde] worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep."
Lees hier het arrest.

 

IEF 2955

Stoeipoes

kat123.bmp"Ontwerper/architect Pi de Bruin is boos op de Partij voor de Dieren, die de door hem ontworpen blauwe Kamerzetel op haar verkiezingsposters heeft staan. Hij eist een gebruiksvergoeding van EUR 1000 voor elke keer dat 'zijn' stoel in beeld wordt gebracht.

Op de posters staat een katje op een Kamerzetel. De stoel is flink toegetakeld door de nagels van het beestje. De tekst erbij luidt: "Schud Den Haag nú wakker, kies Partij voor de Dieren".

De partij onder leiding van Marianne Thieme heeft De Bruin laten weten niet van plan te zijn om in te gaan op de claim. Volgens haar gaat het om overheidsmeubilair, dat deel uitmaakt van het publieke domein en bovendien heel vaak in de media te zien is.

De partij heeft Kamervoorzitter Weisglas gevraagd om te bemiddelen."

Voor de echte dierenliefhebbers is hier de raamposter.

IEF 2947

Esthetisch bepaald hoger beroep

tent.bmpGerechtshof Arnhem 17 november 2006 LJN: AZ2369, Appellanten tegen Gerjak

Hoger beroep in kort geding tegen dit vonnis met betrekking tot de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van tenttrailers.

Appellanten stellen zich op het standpunt dat ten aanzien van de drie in het geding zijnde Holtkamper tenttrailers (respectievelijk de Holtkamper Astro model1992, de Holtkamper Cocoon 1997 en de Holtkamper Astro Membrane Airco 2004) sprake is van een unieke en karakteristieke vormgeving met betrekking tot de (nader te noemen onderdelen van de) uitvouwbare tent van elk van deze vouwwagenmodellen. Gerjak maakt volgens hen met haar tenttrailer model Tago Settler (model 2005) inbreuk op de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van voornoemde tenttrailers van appellanten. Tevens handelt Gerjak volgens appellanten in dit verband onrechtmatig. Zij heeft de kenmerkende vormgeving van de tenten van de Cocoon en de Astro (modellen 1992 en 2004) overgenomen en sticht bij het publiek onnodig verwarring over de herkomst van de Tago Settler, wat slaafse nabootsing oplevert. Appellanten vorderen - kort weergegeven - onder meer dat Gerjak deze inbreuk en/of de ongeoorloofde nabootsing staakt.

Appellanten voeren aan dat voor de drie modellen driehoekige tentramen en driehoekige luifels, die op een bepaald manier zijn gepositioneerd en geaccentueerd, kenmerkend zijn. Deze - voor tenttrailers ongebruikelijke - elementen en de patronen van de combi-naties daarvan zijn volgens haar auteursrechtelijk beschermd.

Het hof beantwoordt de vraag of bij de bovengenoemde op zichzelf staande elementen sprake is van auteursrecht voorshands ontkennend. Toepassing van driehoekige vlakken in het tentdoek van tentramen is bij vouwwagens niet uniek. Dat bij de modellen van appellanten sprake is van (bovendien) een raam en/of raamluifel met een driehoekvorm en een iets andere positionering van de driehoeken op het tentdoek dan bij voornoemde voorbeelden, acht het hof niet een zodanig verschil uitmaken dat daardoor bij deze elementen wel sprake zou zijn van een werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt.
Het hof neemt voorshands wel aan dat aan de drie verschillende patronen - met in elk geval twee tegenover elkaar geplaatste driehoeken, al dan niet omkaderd door banden in contrasterende kleuren - bij elk van de drie genoemde modellen wel auteursrechtelijke bescherming toekomt.

De conclusie is dat, gelet op de totaalindrukken (waarbij onder meer gekeken is naar de
kleurstelling,  de "spatrand” en de spiegeling van driehoeken), Gerjak met betrekking tot de Tago Settler voldoende afstand heeft gehouden ten opzichte van de modellen van appellanten en dat dus geen sprake is van de gestelde inbreuk op het voorshands aangenomen auteursrecht van appellanten. Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Het hoger beroep slaagt aldus niet. Lees hier het arrest.

IEF 2941

Lichtproject

gloeilamp.gifRechtbank Breda, 15 november 2006, KG ZA 06-495, Karma Design BV en Van Gelderen Beheer BV tegen Immen Consultancy BV en Paul Jacques Benjamin van Gelderen (Met dank aan Rutger van Rompaey, Rassers) .
 
Schending auteursrechten op verlichtingsprojecten en op de foto’s ervan.
 
Wat ging er aan vooraf. Twee broers Fred en Paul werken samen in het bedrijf Karma. Karma houdt zich onder andere bezig met advies omtrent lichttoepassingen en armaturenontwerp. Na beëindiging van de samenwerking, start Paul het bedrijf Immen dat zich eveneens bezig houdt met adviezen omtrent lichttoepassingen. Op de website van Immen staan foto’s van situaties waarin Paul heeft geadviseerd. Een aantal foto’s is door Paul gemaakt in de tijd dat hij nog medebestuurder was van Karma. Op deze foto’s staan diverse door Karma ontworpen en gerealiseerde verlichtingsprojecten afgebeeld.
 
Karma en Beheer vorderen onder meer de rechter Immen en Paul te bevelen de foto’s van de door Karma ontworpen en gerealiseerde verlichtingsprojecten van haar website te verwijderen en hen te gebieden iedere verwijzing naar door Karma gerealiseerde projecten te staken en gestaakt te houden. De rechtbank wijst de vorderingen toe.

De rechter stelt vast dat op de foto’s de lichtarmaturen zijn afgebeeld die door Karma zijn ontworpen en vervaardigd en dat deze armaturen werken zijn in de zin van de Auteurswet. “Nu de foto’s de lichteffecten beogen af te beelden en daarmee noodzakelijkerwijs tevens die armaturen, is reeds om die reden sprake van inbreuk op de auteursrecht van Karma op die armaturen, zodat publicatie daarvan op de website van Immen als inbreuk op de auteursrechten van Karma op die armaturen dient te worden aangemerkt”.
 
De rechter acht ook de verlichtingsprojecten auteursrechtelijk beschermd. “Dit blijkt onder meer uit de keuzes voor het aantal lichtbronnen, de sterkte daarvan, de wijze waarop Karma de armaturen heeft geplaatst en andere keuzes die samen de beoogde lichteffecten toe stand hebben gebracht. Karma heeft om tot deze lichteffecten te geraken creatieve arbeid moeten verrichten en de lichteffecten verdienen daarom als werk auteursrechtelijke bescherming”.
 
Dat de foto’s zijn gemaakt door Paul verandert de zaak niet. Volgens de rechter is de creatieve inbreng van Paul niet voldoende om van een nieuw werk in de zin van de Auteurswet te kunnen spreken.
 
De stelling dat Paul in strijd met de overnameovereenkomst zou hebben gehandeld, kan in dit kortgeding niet met voldoende zekerheid worden beantwoord. De geldvordering wijst de Voorzieningenrechter af.
 
De werkelijk gemaakte proceskosten worden toegewezen en vastgesteld op € 8.500,=.

Lees het vonnis hier.

IEF 2940

Verbiedt en beveelt

cd.bmpRechtbank 's-Gravenhage, 15 november 2006, Stichting De Thuiskopie tegen Vinh Quang Dang en Quan Dai Dang

Kort maar krachtig vonnis naar aanleiding van de jarenlange strijd van Stichting de Thuiskopie tegen Dang over de betaling van de thuiskopieheffing over blanco informatiedragers. Dang weigert al jaren de heffing te betalen (eerder bericht hier).

Dang c.s. voeren tegen de vorderingen van de Stichting in hoofdzaak de volgende verweren:
(a) de Stichting valt aan te merken als een bestuursorgaan, zodat zij niet in haar vorderingen kan worden ontvangen;
(b) de heffingssystematiek van de Stichting is in strijd met de Auteurswet;
(c) Dang c.s. hebben zich voor wat betreft de opgave van importen van blanco informatiedragers, alsmede afdracht van de verschuldigde thuiskopievergoeding, steeds aan de wet gehouden;
(d) de door Dang jr. ondertekende onthoudingsverklaring is door misbruik van omstandigheden tot stand gekomen, subsidiair onder invloed van dwaling;
(e) De Stichting heeft de hoogte van haar vorderingen niet bewezen;
(f) er is aanleiding tot matiging van de op basis van de onthoudingsverklaring gevorderde boete.

 

De rechtbank verwerpt alle verweren en:
- VERBIEDT gedaagden illegale blanco informatiedragers in Nederland te verhandelen;
- BEVEELT gedaagden om gespecificeerd opgave met een verklaring van een registeraccountant te doen van de in Nederland geïmporteerde blanco informatiedragers;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van een bedrag
van € 414.090,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 36.800,--;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van de door
hen verschuldigde thuiskopievergoeding;
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van een bedrag
van € 8.089.960,-- ter zake door gedaagden verbeurde boetes,
- VEROORDEELT gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de
kosten van het geding, de kosten van het gelegde derdenbeslag daaronder begrepen.
Lees hier het vonnis.

IEF 2931

Er is een commissie auteursrecht.

Tweede Kamer, Kamerstuk 30868, nr. 2 en 3. Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht

In verband met de permanente instelling van de commissie auteursredcht dient artikel 3 van de de Wet adviesstelsel jsutitie gewijzigd te worden. Het artikel komt te luiden:

1. Er is een commissie auteursrecht.
2. De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.
3. De commissie heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het auteursrecht en de naburige rechten.

Lees het kamerstuk hier. Lees de MvT hier.

IEF 2929

De brug tussen creativiteit en economie

2k.bmpTweede Kamer, Kamerstuk  27406, nr. 98, bijlage. Voortgangsrapportage "Ons creatieve vermogen, brief Cultuur en Economie".

Het Programma voor de Creatieve Industrie heeft als doel de economische potentie van cultuur en creativiteit te versterken door het creatieve vermogen van het  Nederlandse bedrijfsleven een impuls te geven. Een van de actielijnen betreft het versterken van de actielijnen rondom intellectueel eigendom. De Voortgangsrapportage gaat in op Creative Commons, Auteurscontractenrecht en het verbeteren van de voorlichting.

Over het algemeen is het veld enthousiast over het Creative commons initiatief. In de praktijk blijkt echter dat sectoren die veel met auteursrecht in aanraking komen, bijvoorbeeld uitgevers en collectieve rechtenorganisaties, soms terughoudend staan ten opzichte van Creative Commons-licenties.

Het kabinet ondersteunt CCNL met € 700.000. CCNL gebruikt de subsidie om in de periode tot en met 31 december 2007 de volgende activiteiten te ontplooien:

1. voorlichting over Creative Commons-licenties in Nederland;
2. het gebruik van deze licenties ondersteunen;
3. onderzoek naar de toepassing in specifieke sectoren en naar bestaande belemmeringen voor het gebruik van de licenties. Zo heeft auteursrechtenorganisatie Buma met CCNL een werkgroep geformeerd om knelpunten bij het licenseren van intellectuele eigendom van muziek op te lossen.
4. uitwisseling van kennis bevorderen, en coördinatie van activiteiten op Europees niveau.

In het auteurscontractenrecht zal het huidige kabinet geen wijzigingen meer aanbrengen omdat zij nog wacht  op het advies van de Raad voor Cultuur.
Lees het rapport hier.

IEF 2925

Marktkramers van het dubieuze soort

cb.JPGRechtbankverslag NRC, zaterdag 11 november:  Op een bakfiets zit ook auteursrecht. De advocaat van Maarten van Andel weet precies met wat voor types zijn cliënt te maken heeft. Tussenmannetjes. Marktkramers van het dubieuze soort, noemt hij hen. Nadat Van Andel het ,,denkwerk” en ,,de investering” had gedaan, maakten deze mensen de populaire bakfiets van zijn cliënt ,,voor een prikkie” na. (…) In 2001 ontwierp hij een bakfiets op twee wielen. Hij werd vader en wilde een veilige en wendbare bak-fiets om zijn kind in te vervoeren.

(…) Maar inmiddels wordt de markt overspoeld met klonen. Exacte kopieën van zijn fiets, zegt Van Andel. Inbreuk op het auteursrecht en slaafse nabootsing, stelt hij. Hij heeft zelfs gehoord dat zijn fiets naar China is opgestuurd om zo een adequate kopie te kunnen laten maken. New Viper, heet die fiets. Hij probeert zoveel mogelijk handelaren op te sporen om hen aan te pakken. Zijn advocaat heeft zelfs een collega in Hongkong ingeschakeld om een fabriek aan te schrijven. Daarna ontving hij van die fabriek een excuusbrief: ze wisten niet dat er sprake was namaak. Naar andere fabrikanten én verkopers zijn ze nog op zoek. Maar het begin is er.

Van de vijf gedagvaarde ‘marktkramers’ zijn er twee komen opdagen. Zonder advocaat. Onzin, reageren ze op de beschuldigingen. Hoezo heeft Van Andel de bakfiets ontworpen? In 1888 reed het eerste model bakfiets al rond, is hun verdediging. (…) Buiten loopt Van Andel als een verkoper om de fietsen heen en somt de gelijkenissen op. Gedaagde De Vos kijkt ernaar en schudt z’n hoofd. Hij weet ook nog genoeg verschillen en begint met op- sommen: de versnellingen, de remmen, de naaf. Maar hij is niet aan de beurt, vertelt de rechter hem.

(..)  Veertig jaar geleden fietsten melkboeren ook met een bakfiets rond. (…) Een verlengde fiets, met een soort verlaagd plateau achter het voorwiel, waar de melkbussen op stonden. Van Andel: ,,Dat waren geen fietsen met een bakje voor kinderen.” De Vos: ,,Wat maakt dat uit, melk, brood of kinderen?”  De rechter: ,,Dat is nou net de vondst. Mijn ouders hebben mij vroeger nooit op een fiets voor melkbussen gezet.”

IEF 2896

Vergelijkbaar met een fietsenwinkel

Persbericht consumentenbond  “Online muziekwinkels die door de platenindustrie zelf worden aangeprezen als ‘legale’ downloadsites, voldoen niet altijd aan de wet. De Consumentenbond heeft de winkels dringend verzocht hier een einde aan te maken. De Consumentenbond heeft drie webwinkels een brief gestuurd met de eis de sites zo spoedig mogelijk aan te passen. 

Music Store, Toost Music en Compuserve maken het erg bont. In hun algemene voorwaarden staat dat zij niet kunnen garanderen dat hun muziekaanbod legaal is. Dat is vergelijkbaar met een fietsenwinkel die in de etalage een briefje hangt met de tekst niet te kunnen garanderen dat er geen gestolen fietsen worden verkocht. Terwijl de platenindustrie juist deze muziekwinkels promoot als ‘legale’ sites.

Bovendien geven zij geen helderheid over de kenmerken van de muziekbestanden, zodat je er na de koop bijvoorbeeld kunt achterkomen dat je de liedjes niet kunt afspelen op jouw speler. Tot slot zeggen ze persoonlijke gegevens door te geven aan partners en actiepartners, terwijl klanten daar geen toestemming voor geven.”

Lees hier meer.

IEF 2895

Auteursrechtelijke vistripje

Voorzieningenrechter Rechtbank Breda,  25 oktober 2006, LJN: AZ1374. SLC Holding B.V. tegen R.L. Stakenburg Beheer B.V. & Valar Groep B.V. 

Vordering ex art. 843a Rv tot inzage van in beslag genomen bescheiden in verband met auteursrechtelijke inbreuk.

Bij vonnis in kort geding van 20 februari 2006 heeft de voorzieningenrechter Breda aan gedaagden (en een aantal andere (rechts-)personen) ondermeer een verbod opgelegd om nog langer inbreuk te maken op de in eigendom aan SLC toebehorende intellectuele en industriële eigendom en op de auteursrechten van het softwarepakket Commerce, met alle daarbij behorende broncodes en documentatie. Gedaagden hebben inmiddels hoger beroep ingesteld. SLC heeft beslag gelegd op gegevens en gegevensdragers.

SLC grondt haar vordering i.c. op de stelling dat zij spoedeisend belang heeft bij inzage in de in beslag genomen gegevens en gegevensdragers om te kunnen verifiëren of Valar Groep dwangsommen heeft verbeurd ingevolge overtreding van het bij vonnis in kort geding opgelegde verbod. SLC stelt dat zij daartoe dient te controleren of de programma’s C-XE en VBS van Valar Groep een ongeoorloofde verveelvoudiging vormen van het programma Commerce en tevens wenst te onderzoeken welke inkomsten door Valar Groep met de in eigendom aan SLC toebehorende software en/of software rechten zijn gerealiseerd.

Als uitgangspunt geldt dat voor toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv is vereist dat daarvoor een rechtmatig belang komt vast te staan, alsmede dat het gaat om bepaalde bescheiden. Daarnaast heeft te gelden dat de twee beperkingen vermeld in lid 4 van art. 843a Rv duidelijk maken dat er grenzen zijn aan de verplichting tot het produceren van stukken. De eerste houdt in dat gewichtige redenen daaraan in de weg kunnen staan. De tweede houdt in dat er geen goede grond voor een exhibitieplicht bestaat indien productie van bewijsmiddelen uit oogpunt van een behoorlijke rechtsbedeling kan worden gemist. Daarbij zal in het algemeen aangenomen kunnen worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook gewaarborgd is indien bewijs van de onderwerpelijke feiten redelijkerwijs ook langs andere weg kan worden verkregen.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat SLC een rechtmatig belang heeft bij inzage in de beslagen gegevens om vast te kunnen stellen of de programma’s C-XE en/of VBS in de zin van de Auteurswet kunnen worden aangemerkt als een ongeoorloofde verveelvoudiging of openbaarmaking van het programma Commerce. Ten aanzien van het programma C-XE heeft de voorzieningenrechter immers bij vonnis in kort geding geoordeeld dat aannemelijk is dat het programma C-XE een ongeoorloofde bewerking of nabootsing is van het programma Commerce. Dat dit een voorlopig oordeel is, doet aan voornoemd belang niet af.

Ten aanzien van de overige gegevens die SLC wenst in te zien teneinde vast te stellen of Valar Groep pakketten Commerce, C-XE en/of VBS heeft verkocht of gelicenseerd is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bewijs redelijkerwijs ook langs andere weg kan worden verkregen, waarbij vooral aan het deskundigenbericht kan worden gedacht.

Teneinde te onderzoeken of sprake is van inbreuk op auteursrechten is het niet noodzakelijk om alle in bewaring genomen gegevens te onderzoeken. Uitsluitend dient inzage te worden verkregen in de softwarematige opbouw en inhoud van de pakketten C-XE en VBS. Teneinde geheimhouding van vertrouwelijke gegevens van de Valar Groep te waarborgen, zal de machtiging tot inzage uitsluitend aan de door SLC in te schakelen derde: de 4i Trust Group B.V. worden verleend en worden beperkt tot uitsluitend die gegevens die noodzakelijk zijn om vast te kunnen stellen of de softwareprogramma’s C-XE en VBS inbreuk maken op de auteursrechten op het computerprogramma Commerce.

Lees het vonnis hier.