Auteursrecht  

IEF 2794

Auteursrechtenschendingen

O.a. nu.nl bericht over wat juridisch wellicht een interessante zaak zou kunnen worden: “De Stichting Brein eist dat het Nederlandse betaalbedrijf Chronopay ophoudt met het aanbieden van creditcardbetalingen op de Russische muziekdownloadsites Allofmp3.com en Alltunes.com. Als Chronopay niet stopt met de betaaldienst op de sites, stapt Brein naar de rechter, liet directeur Tim Kuik weten. Volgens Kuik werkt Chronopay, dat is gevestigd in het Amsterdamse World Trade Center, met de betaaldienst op de Russische sites mee aan auteursrechtenschendingen.”

Lees hier meer.

IEF 2793

Auteursrecht in het digitale tijdperk

mh.bmpTweede Kamer, Kamerstuk 29326, nr. 12. Brief minister over het advies 'Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap'

De vraag is over welke kennis, vaardigheden en mentaliteitburgers moeten beschikken om zich bewust, kritisch en actief te kunnen bewegen in de complexe, veranderlijke en gemedialiseerde wereld. De Raad voor Cultuur bracht hierover in 2005 ongevraagd advies uit: «Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap». Met deze brief reageert het kabinet op dit advies.

"Aanbevelingen Raad voor Cultuur: Bij het stimuleren van mediawijsheid kunnen auteursrechten een probleem vormen. Onderzoek of auteursrecht in het digitale tijdperk een andere vorm moet krijgen."

"Kabinet: Inzake het auteursrecht gaat het om een maatschappelijk acceptabele balans tussen de omvang van dat recht, het bevorderen van innovatie en de verspreiding van auteursrechtelijk beschermd werk. Op basis van eerder onderzoek kan worden verondersteld dat het auteursrecht als zodanig geen belemmering vormt voor het stimuleren van mediawijsheid, maar wel de manier waarop er uitvoering aan wordt gegeven.

Om die reden stimuleert de Nederlandse overheid de totstandkoming van alternatieve auteursrechtelijke licentiesystemen, zoals Creative Commons, die meer geschikt zijn voor de toenemende digitale distributie. Creative Commons Nederland houdt zich onder andere bezig met de voorlichting over de creative commons licenties.

Tevens moet geconstateerd worden dat het algemene besef onder gebruikers van wat wel en niet mag met inhoud die gevonden wordt op internet, verbeterd kan worden. Respecteren van rechten, zodat exploitatie voor de rechthebbenden aantrekkelijk blijft (op de wijze die hij verkiest), is elementair voor het op peil houden van creatieve productie."

IEF 2792

Geen volwaardige artiest

Bjorn Schipper (Van der Steenhoven Advocaten): DJ debat, leuker kunnen ze niet draaien. SP en D66 eisen artiestenstatus voor DJ’s.

Een bijzonder fiscaal getint onderwerp, maar er zijn raakvlakken met IE. Zo ligt de oorsprong van het standpunt over de artiestenstatus voor DJ's in het auteursrecht en het naburige recht.

 “Het DJ Debat kende dit jaar een fiscaal-juridische insteek en draaide om de centrale vraag of de huidige regelgeving voor DJ’s op het gebied van de loon- en omzetbelasting nog wel van deze tijd is. Binnen de belastingwetgeving blijken DJ’s niet of nauwelijks gedefinieerd te zijn. De fiscus merkt DJ’s vaak nog steeds niet als “volwaardige” artiesten aan."

DJ debat: Leuker kunnen ze niet draaien! SP en D66 eisen artiestenstatus voor DJ’s.

Op zaterdag 21 oktober jl. vond wederom het DJ Debat plaats tijdens het DJ en producer seminar (D3) in het kader van het Amsterdam Dance Event (ADE). Het ADE is de grootste en belangrijkste elektronische (dance)muziekconferentie van Europa en vond van donderdag 19 tot en met zaterdag 21 oktober jl. plaats in Felix Meritis in Amsterdam. De organisatie van het ADE is in handen van Buma Cultuur. Naast een dagconferentie is het ADE óók een nachtfestival waarbij meer dan 300 nationale en internationale DJ’s/dance artiesten hebben opgetreden in een keur van clubs en DJ-café’s in Amsterdam.

Het DJ Debat kende dit jaar een fiscaal-juridische insteek en draaide om de centrale vraag of de huidige regelgeving voor DJ’s op het gebied van de loon- en omzetbelasting nog wel van deze tijd is. Binnen de belastingwetgeving blijken DJ’s niet of nauwelijks gedefinieerd te zijn. De fiscus merkt DJ’s vaak nog steeds niet als “volwaardige” artiesten aan. In het kader van de loonbelasting betekent dit dat DJ’s lang niet altijd onder de speciale artiestenregeling vallen. Het is dus twijfelachtig of over gages van DJ’s loonbelasting geheven moet worden en of DJ’s onder de sociale verzekeringen vallen. Voor wat betreft de omzetbelasting geldt dat voor DJ’s ten opzichte van andere artiesten verzwaarde fiscale eisen gelden om onder de regeling van het verlaagde BTW-tarief (6%) te kunnen vallen. Alleen ingeval een DJ in een professionele studio zélf muziekwerken produceert én over hem of haar door collega’s in vakliteratuur artikelen of recensies worden geschreven, kan een DJ onder het lage BTW tarief vallen. Gevolgen van het huidige arbitraire fiscale beleid: verstoring van de concurrentieverhoudingen en rechtsonzekerheid voor zowel DJ’s als organisatoren van feesten en festivals. Met in het achterhoofd de mogelijkheden die het recht van de intellectuele eigendom ons biedt om de draaiprestaties van DJ’s (artiesten?!) te beschermen, dient de vraag zich aan of we vandaag de dag niet toe zijn aan een fiscale herdefiniëring van DJ’s, en wat dit allemaal met zich mee kan brengen voor de dance sector?

Aan de hand van dit onderwerp en de stelling “De huidige belastingregels voor DJ’s zijn niet (meer) van deze tijd” zijn belastingadviseur Dick Molenaar (All Arts Tax Advisers) en de kamerleden Arda Gerkens (SP) en Boris van der Ham (D66) onder leiding van advocaat Bjorn Schipper (Van der Steenhoven Advocaten) afgelopen zaterdag in Felix Meritis met elkaar de discussie aangegaan.

Arda Gerkens, onder andere auteur van de initiatiefnota “Oorstrelend en hartveroverend” ter verbetering van de positie van de Nederlandse artiest, sloot zich aan bij de kritiek van Dick Molenaar op de huidige fiscale regels voor DJ’s. Het is niet aan de belastinginspecteur om uit te maken of de ene DJ wel en de andere DJ niet als artiest gezien kan worden.

Ook Boris van der Ham, onder andere auteur van het “D66 Dance Manifest” en pleitbezorger van minder betutteling van de dance sector en méér investeringen in dance, liet zich niet onbetuigd en viel het huidige arbitraire beleid van de fiscus ten aanzien van dance en DJ’s inhoudelijk aan. De artiestenstatus voor DJ ’s moet er komen, zelfs al zou dat met een “schot hagel” bereikt moeten worden. 

De panelleden pleitten met betrekking tot de loonbelasting voor het recht op keuzevrijheid: artiestenregeling of “zelfstandigheid”. DJ’s (maar ook bijvoorbeeld VJ’s) dienen hiervoor door de fiscus per definitie als artiesten aangemerkt te worden om als zodanig onder de speciale artiestenregeling te kunnen vallen. Indien DJ’s niet onder deze artiestenregeling willen vallen en dus “zelfstandig” wensen te zijn, kan een zogeheten verklaring arbeidsrelatie met winst uit onderneming (VAR-WUO) uitkomst bieden. Het is dus aan de DJ/artiest om hierin een keuze te maken. Dit schept voor de organisatoren meteen duidelijkheid. Wél dient ter voorkoming van gigantische naheffingen door de fiscus een soort “generaal pardon” gegeven te worden voor het verleden.

Als het aan de panelleden ligt, worden de verzwaarde fiscale eisen die aan DJ’s gesteld worden in het kader van de heffing van omzetbelasting, meteen afgeschaft. Optredens van DJ’s dienen volgens het panel per definitie onder het lage BTW tarief te vallen. Dit zal onze (muziek) cultuur in het algemeen ten goede kunnen komen. Als we daarbij bedenken dat voor overige artiesten géén verzwaarde materiële eisen gelden, zorgt het bestaan van deze “DJ-voorwaarden” op zichzelf al voor rechtsongelijkheid. Inhoudelijk valt op de voorwaarden eveneens het nodige af te dingen. Zo zijn de “DJ-voorwaarden” geschreven voor producers van muziekwerken (niet zijnde DJ’s) en schepen ze de dance sector met een onnodig zware administratieve last die betrekking heeft op het verzamelen van publicaties over artiesten. Afschaffen dus! 

Arda Gerkens en Boris van der Ham hebben aan het einde van het debat bevestigd dat nog deze week bij de behandeling van het belastingplan in de Kamer in de vorm van een motie een aanzet gegeven zal worden voor erkenning van de artiestenstatus voor DJ’s en het schrappen van de huidige voor DJ’s en de dance industrie geldende maar achterhaalde fiscale regels. Het verbaast niet dat de publieksstemming aan het einde van het debat haast unaniem was: de huidige belastingregels voor DJ’s zijn niet meer van deze tijd!

BS

Lees hier een bericht op 3voor12.nl over het debat.

 

IEF 2791

Alle dertien dood

kct.bmpVoor auteursrechthebbenden is er in ieder geval financieel leven na de dood. Forbes komt voor de zesde keer met de Top-Earning Dead Celebrities list. Kurt Cobain, Elvis Presley (vorig jaar nog op de eerste plaats) en Charles M. Schulz staan op plaats één tot en met drie. Opmerkelijk is dat 12 van de dertien personen op de lijst kunstenaars zijn. Uitzondering  is nr. 5, Albert Einstein, die het waarschijnlijk meer van zijn portretrechten moet hebben dan van de rechten op zijn werk (maar wellicht dat dat nu na het Technip-arrest van de Hoge Raad nog verandert).

 “Cashing in while pushing daisies. The 13 icons on our sixth annual Top-Earning Dead Celebrities list collectively earned $247 million in the last 12 months. Their estates continue to make money by inking deals involving both their work and the rights to use their name and likenesses on merchandise and marketing campaigns. To land on this year’s list, a star needed to make at least $7 million between October 2005 and October 2006.”

Lees hier meer.

IEF 2789

Wetgeving

- Wijziging Goedkeuringswet inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (30.633)  

Dit wetsvoorstel strekt tot nakoming van de toezegging aan de Eerste Kamer te bevorderen dat in de Goedkeuringswet bij het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (30.403) een parlementair instemmingsrecht bij besluiten van het Comité van Ministers wordt opgenomen.

Het voorstel is op 5 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken heeft op 17 oktober 2006 het blanco eindverslag uitgebracht. Het voorstel wordt op 31 oktober 2006 als hamerstuk afgedaan.

Lees hier meer.

- Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaaden plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195)

Het voorstel is op 19 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is in behandeling bij de Eerste Kamercommissie voor Justitie.

Lees hier meer.

IEF 2786

Naar onze indruk

In aansluiting op het onderstaande bericht met verwijzing naar eerdere kamervragen van het lid Aptroot over auteursrechtenorganisaties: De Staatssecretaries blijkt inmiddels te hebben geantwoord en kan het lid Aptroot o.a. meedelen dat Videma juridisch gezien niets te verwijten valt, een citaat: 

“Het is in de context van het vrijwillig collectief beheer niet ongebruikelijk dat een private organisatie, zoals Videma, een tegemoetkoming krijgt voor de incasso- en/of verdeelactiviteiten die zij voor derden verricht. In casu heeft de Stichting Groeptelevisie (STG), waarin onder meer Nederlandse publieke en commerciële omroepen zijn verenigd, bij het aangaan van de uitvoeringsovereenkomst met Videma bedongen dat geïncasseerde royalty’s werden uitgekeerd zonder dat men enig risico wilde dragen voor de door Videma gemaakte investerings- en aanloopkosten. Deze kosten zijn verdisconteerd in een incassogerelateerde fee (26,9 % van de totale incasso). Hoewel deze naar onze indruk hoog is, betekent dit niet dat gebruikers die televisieprogramma’s openbaar maken daardoor te veel betalen. Omdat de betrokken fee wordt ingehouden op de te verdelen gelden, zijn het de rechthebbenden te wier laste de fee komt. Zij betalen deze immers, en zien daarmee af van verdeling van deze gelden. In de vraag ligt besloten dat eindgebruikers uiteindelijk opdraaien voor de door Videma ingehouden fee, omdat deze wordt doorvertaald in de eindtarieven. Toch zijn het vooral de rechthebbenden die uiteindelijk de fee betalen. Immers, het staat hun vrij om geen gebruik te maken van de diensten van Videma en in eigen beheer hetzelfde eindtarief aan eindgebruikers in rekening te brengen. Indien zij kiezen voor inning en verdeling via Videma, zijn zij het daarmee die de Videma-fee opbrengen.”

Lees alle vragen en antwoorden hier.

IEF 2785

2x muziekauteursrecht

-"De Tweede Kamer eist grotere transparantie van stichtingen voor auteursrechten, zoals Buma/Stemra, Sena en Videma. Ondernemers moeten aan deze stichtingen jaarlijks geld afdragen als ze muziek of beelden afspelen.VVD-kamerlid Aptroot diende donderdag bij het debat t over de begroting van Economische Zaken een motie in die het kabinet oproept met voorstellen te komen voor meer transparantie. De motie kan rekenen op steun van een parlementaire meerderheid.

'De jaarverslagen voldoen niet aan de eisen.' en 'De heffingen voor auteursrechten zijn totaal niet onderbouwd. Volgens mij gaat er veel geld op aan de salarissen van bestuurders en misschien wel aan dure feesten en kantoorgebouwen', aldus Aptroop."

Lees het artikel hier. Lees eerder kamervragen van Aptroot over hetzelfde onderwerp hier.

- Ruim 8000 internetters verspreidt over zeventien landen, waaronder Nederland worden aangeklaagd door de IFPI wegens auteursrechtinbreuk. Het gaat om muziekuploaders die verdacht worden van het illegaal uitwisselen van auteursrechtelijk beschermde muziekbestanden. Om hoeveel Nederlanders het gaat is niet bekend. De verdachten wacht nu een schikking van 2420 euro. Zo'n 2300 mensen zouden al voor een schikking hebben gekozen.

Lees hier meer

IEF 2784

De merknaam was zichtbaar

stapbrehei.gifOnder de titel “De poster die Nederland niet mocht zien” bericht Trouw: “Vorig jaar werd een postercampagne gestopt, onder juridische druk van Bacardi. De Stichting Alcoholpreventie, die de posters maakte voor een campagne tegen drinken door jonge tieners, moest ze vorig jaar op last van de alcoholindustrie vernietigen.

(…) Maar STAP maakte een cruciale fout, bleek spoedig. Het 12-, 13-jarige meisje nam een slok uit een flesje dat moeiteloos was te herkennen als een Bacardi Breezer. En het jochie (op de pagina hierna) dronk onmiskenbaar Heineken, de merknaam was zichtbaar. ’Inbreuk op het merk- en auteursrecht’, vond Bacardi. De fabrikant eiste onder dreiging van een forse schadeclaim onmiddellijke vernietiging van de posters.

Van Dalen: „We hebben op ons kantoor zitten vergaderen, met het bestuur van STAP en één van onze subsidiegevers. Ze vonden dat we moesten toegeven aan de eis, omdat wij een eventuele schadevergoeding van 50.000 euro nooit zouden kunnen betalen.” De posters werden teruggehaald en ingeleverd bij de advocaat van Bacardi. Heineken hoefde niet eens in actie te komen, ook die poster werd teruggetrokken.

(…)  Van Dalen moest door het stof voor de producent van de Breezers. In een overeenkomst tussen Bacardi en STAP, opgesteld door advocaten, werd bepaald dat Van Dalen zijn relaties een brief moest sturen waarin stond dat hij zonder toestemming promotiemateriaal van Bacardi in omloop had gebracht. Ook moest Van Dalen aan Bacardi precies opgeven aan welke instanties en personen de posters waren verstuurd. „Wij hadden dit promotiemateriaal niet aan u mogen toezenden”, aldus de door Bacardi gedicteerde brief. „Het promotiemateriaal kan het onjuiste vermoeden oproepen dat Bacardi alcoholconsumptie voor kinderen onder de 16 jaar zou aanmoedigen. Dit is beslist niet het geval. STAP betreurt het dat zij het promotiemateriaal naar buiten heeft gebracht.”

Lees hier meer. 

IEF 2778

Naast de lamp

Persbericht St. Brein: Politie doet inval bij recidiverende piraat. Brein verleende opnieuw assistentie bij een Politie-inval in het kader van een onderzoek naar grootschalige piraterij. Er werden doorzoekingen verricht in de woning van de 46-jarige Van D. uit het Gelderse Culemborg en een familielid die bij zijn illegale praktijken betrokken zou zijn. Brein  levert technische expertise ten behoeve van het proces-verbaal. 

"Het gaat hier om een van de grootste cd en dvd piraten in Nederland," zegt Brein directeur Tim Kuik. "Het is niet de eerste keer, dus naast de lamp zal hij ook wel tegen een flinke straf oplopen." 

Lees hier meer.

IEF 2771

De heer K.

lmp.bmpRechtbank Middelburg ,14 september 2006, LJN: AY9645. KSI Gastronomiezubehör-Handels- Und Produktions Gesellschaft-mbH tegen Gedaagde.

Zeeuws vonnis over  Artikel 8 Auteurswet, auteursrechtelijke onderzoeksplicht, (artikel-) nummers die als zodanig niet voor bescherming in aanmerking komen en de formulering van het petitum.

KSI legt zich toe op sfeerlampen voor de horeca en de daarbij behorende olievullingen. KSI heeft Nederland onderverdeeld in rayons. Gedaagde was van 1998 tot 2005 distributeur, laatstelijk voor het rayon Zeeland.

Gedaagde distribueert nu, na het opzegging van de overeenkomst met KSI, horeca-sfeerlampen en olievullingen met dezelfde artikelnummers als de olievullingen van KSI voor Karl Sauer GmbH (KS). Volgens KSI maakt Gedaagde hiermee o.a. inbreuk op het aan KSI op de horeca-sfeerlampen en olievullingen toekomende auteursrecht.

Volgens de beoordeling van de voorzieningenrechter is het  voorshands aannemelijk geworden dat de lampen ontworpen en bedacht zijn door de heer K., direkteur en enig aandeelhouder van KSI zodat mitsdien niet KS, zoals Gedaagde stelt, maar KSI, op grond van artikel 8 van de Auteurswet, auteursrechthebbende is op de horeca-sfeerlampen.

Niet bestreden is dat op de horeca sfeerlampen auteursrecht rust. Uit de stellingen van partijen in onderlinge samenhang bezien volgt voorts dat de lampen die KS aan Gedaagde levert de lampen zijn waarop, zoals de voorzieningenrechter vorenstaand heeft overwogen, KSI en niet KS het auteursrecht heeft.

Immers, Gedaagde stelt dat het de originele lampen betreft en KSI gaat ervan uit dat KS de lampen levert uit de voorraad van door haar voor KSI geassembleerde lampen. Door deze lampen zonder toestemming van KSI te verkopen maakt Gedaagde dus inbreuk op het aan KSI toekomende auteursrecht. Het feit dat KS Gedaagde één en andermaal verzekerd zou hebben dat zij auteursrechthebbende is doet daaraan niet af. Gelet op de eerder tussen KSI en Gedaagde bestaand hebbende groothandelsovereenkomst had Gedaagde niet op grond van de enkele toezegging van KS aan mogen nemen dat het hem vrijstond de lampen via KS te verkopen. Voor Gedaagde bestond, gelet op de omstandigheden, een onderzoeksplicht.

Aannemelijk is dat KSI bedoeld heeft een verbod op het verhandelen door Gedaagde van de inbreukmakende lampen te vorderen en het maken van afbeeldingen daarvan als reclame-uiting doch een dergelijke vordering is niet terug te lezen in het petitum van de dagvaarding en met name niet in het petitum onder II. Deze vordering ziet niet op verkoop door Gedaagde van de lampen of openbaarmaking door middel van afbeeldingen en komt dan ook niet overeen met de stellingen in de dagvaarding. Onder verveelvoudigen in de zin van de Auteurswet valt niet het verkopen.

Gelet op het ontoereikende petitum kan in het kader van deze procedure dan ook geen veroordeling volgen. De vordering zoals geformuleerd in het petitum onder III zal ook worden afgewezen.

Vaststaat dat Gedaagde de horeca-sfeerlampen verkoopt maar het begrip “slaafse nabootsing” omvat niet de verkoop van nagebootste producten zodat ook deze vordering zal worden afgewezen, dit nog afgezien van het feit of met betrekking tot de vullingen er al sprake van slaafse nabootsing kan zijn.

De vordering gedaagde te gebieden het gebruik van de artikelnummers 40,45, 50 en/of 80 te staken en gestaakt te houden zal ook worden afgewezen. Nummers als zodanig komen niet voor bescherming in aanmerking.

Lees het vonnis hier.