Auteursrecht  

IEF 18680

HvJ EU: geen auteursrechtelijke bescherming modellen louter vanwege esthetisch effect

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18680; ECLI:EU:C:2019:721https://redactie-delex.netcon.nl/articles/add (Cofemel tegen G-Star Raw), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-geen-auteursrechtelijke-bescherming-modellen-louter-vanwege-esthetisch-effect

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18680, IEFbe 2938; ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel tegen G-Star Raw) Bij de Supremo Tribunal de Justica in Portugal is een procedure gestart tussen Cofemel en G-Star naar aanleiding van G-Stars beschuldigingen dat Cofemel jeans, sweatshirts en T-shirts zou hebben geproduceerd en verkocht die namaak vormen op de eigen modellen van G-Star. Cofemel zou inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van G-Star. Auteursrechten overeenkomstig de richtlijn inzake het auteursrecht komen toe aan auteurs van "werken". Dit geeft de auteur het exclusieve recht om reproductie, mededeling aan het publiek en distributie toe te staan of te verbieden. Daarnaast bestaat voor modellen afzonderlijke bescherming, gebaseerd op de richtlijn inzake de rechtsbescherming van modellen en de verordening betreffende Gemeenschapsmodellen. Naar nationaal Portugees recht bestaat daarnaast nog de mogelijkheid om tekeningen en modellen auteursrechtelijk te beschermen, echter zonder aan te geven aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om deze bescherming en de daaraan verbonden rechten te kunnen uitoefenen. De rechtsvraag die centraal staat, luidt: staat de richtlijn inzake het auteursrecht in de weg aan auteursrechtelijke bescherming van modellen naar Portugees auteursrecht op grond van het teweegbrengen van een specifiek esthetisch effect?
De vraag of een model kan worden aangemerkt als "werk" heeft niet te maken met het esthetisch effect dat al dan niet teweeg wordt gebracht. Om van een "werk" te kunnen spreken is vereist: (i) het voorwerp in kwestie is met voldoende nauwkeurigheid en objectiviteit identificeerbaar, en (ii) het voorwerp is een intellectuele schepping waardoor de keuzevrijheid en de persoonlijkheid van de auteur worden weergespiegeld. Geconcludeerd wordt dat een specifiek esthetisch effect dat door een model wordt teweeggebracht niet rechtvaardigt dat dergelijke modellen als "werken" worden aangemerkt. Zie ook [IEF 17471] en [IEF 18448].

IEF 18676

Conclusie AG: distributierecht wordt niet uitgeput door levering van gedownloade e-books

HvJ EU 10 sep 2019, IEF 18676; ECLI:EU:C:2019:697 (NUV tegen Tom Kabinet), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-distributierecht-wordt-niet-uitgeput-door-levering-van-gedownloade-e-books

Conclusie AG HvJ EU 10 september 2019, IEF 18676, IEFbe 2937;  ECLI:EU:C:2019:697 (NUV tegen Tom Kabinet) Auteursrecht. Beschikbaarstelling van e‑books op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd. Zie eerder [IEF 17593], [   IEF 16941] en [IEF 16945]. Antwoord op de vragen of het tegen betaling op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van een ebook al dan niet een distributiehandeling kan zijn in de zin van artikel 4(1) Auteursrechtrichtlijn. Of daarmee het distributierecht kan zijn uitgeput in de zin van artikel 4(2) is niet evident. De AG concludeert dat levering van e‑books door middel van online downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd niet onder het distributierecht valt.

IEF 18673

Verbod achtergrondmuziek Color Hair

Rechtbank Den Haag 23 aug 2019, IEF 18673; ECLI:NL:RBDHA:2019:8724 (Buma tegen Color Hair), https://ie-forum.nl/artikelen/verbod-achtergrondmuziek-color-hair

Rechtbank Den Haag 23 augustus 2019, IEF 18673; ECLI:NL:RBDHA:2019:8724 (Buma tegen Color Hair) Auteursrecht. Naburige rechten. Buma is de enige collectieve organisatie in Nederland en beheert het auteursrechtelijk beschermde muziekrepertoire. Buma sluit tegen betaling licentiecontracten af met de openbaarmakers van muziekwerken. Color Hair voert een kappersbedrijf en exploiteert twee vestigingen. Buma heeft aan Color Hair een licentieovereenkomst aangeboden onder de voorwaarde dat Color Hair de factuur met betrekking tot een licentie voor achtergrondmuziek zou betalen. De factuur is onbetaald gebleven, waarna Buma haar relatiemanager opdracht heeft gegeven Color Hair te controleren op openbaarmaking van muziek als bedoeld in artikel 12 Aw en artikel 7 lid 1 WNR. Buma vordert onder meer Color Hair te verbieden om in haar bedrijfsruimten in het kader van de beroepsuitoefening of bedrijfsvoering enig muziekwerk behorende tot het Buma-repertoire ten gehore te brengen of openbaar te maken. De vorderingen worden toegewezen.

IEF 18672

Gebruiksvergoeding foto's niet-professionele fotograaf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 sep 2019, IEF 18672; ECLI:NL:GHARL:2019:7104 (Dutch-Creators tegen Drent), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruiksvergoeding-foto-s-niet-professionele-fotograaf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 september 2019, IEF 18672; ECLI:NL:GHARL:2019:7104 (Dutch-Creators tegen Drent) Auteursrecht. Appellante houdt zich bezig met design van websites en het maken van foto’s. Geïntimeerden zijn de vennoten van Drent Schilderwerken en Binnenhuis. Partijen hebben in 2013 gesproken over een samenwerking. Appellante heeft in die periode onder meer de Facebookpagina voor Drent opgezet en hiervoor interieur-/stylingfoto’s gemaakt met een niet-professioneel fototoestel. Deze foto's zijn zonder toestemming van de maakster op de website en Facebookpagina geplaatst/blijven staan. De rechtbank oordeelde op 30 augustus 2017 dat Drent er vanuit mocht gaan dat een stilzwijgende licentie tot het gebruik van de foto’s was toegekend. Hiertegen is appellante onder aanvoering van 10 grieven in hoger beroep gekomen. Het eerdere vonnis wordt vernietigd. Iedere inbreuk op het auteursrecht op de litigieuze foto’s van appellante wordt verboden. De tarieven van Stichting Foto Anoniem bieden in dit geval onvoldoende aanknopingspunten. Dit wordt compenseerd door een redelijke gebruiksvergoeding.

IEF 18671

Zonder tegenbewijs curator is Nordisk mede-auteursrechthebbende op tv-format

Rechtbank Amsterdam 14 aug 2019, IEF 18671; ECLI:NL:RBAMS:2019:6085 (Nordisk tegen curator), https://ie-forum.nl/artikelen/zonder-tegenbewijs-curator-is-nordisk-mede-auteursrechthebbende-op-tv-format

Rechtbank Amsterdam 14 augustus 2019, IEF 18671; ECLI:NL:RBAMS:2019:6085 (Nordisk tegen curator) Artikel 4 Auteurswet. Nordisk is producent van een tv-format waarin helderzienden onopgeloste moordzaken oplossen. Een medewerker van Nordisk was voor een groot deel verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het format (format 1). De medewerker heeft samen met een medewerker van TéVé gesproken over het geschikt maken van dit format voor de internationale markt. Dit leidde tot format 2, waarvoor door de medewerker van TéVé een document is geschreven, de ‘format bible'. TéVéPartners/TéVé Holland is later failliet gegaan. Gedaagde is de curator.
Nordisk stelt onder meer dat de auteursrechten op het format voor ten minste 50% -  toekomen aan Nordisk. En dat de curator inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten door zonder toestemming van Nordisk distributieovereenkomsten over exploitatie van het format aan te gaan met Banijay. Een handshake deal voor toekomstige projecten, betekent nog niet dat partijen zijn overeengekomen dat TéVé Partners/TéVé Holland het auteursrecht voor dit concrete format voor de helft zou overdragen aan Nordisk. Indien de curator slaagt in het leveren van tegenbewijs, zullen de vorderingen van Nordisk worden afgewezen.

IEF 18647

Foshan moet zekerheid bieden voor eventuele proceskosten nu zij geen vaste verblijfplaats in Nederland heeft.

Rechtbank Den Haag 14 aug 2019, IEF 18647; ECLI:NL:RBDHA:2019:8378 (Foshan tegen Nomenta), https://ie-forum.nl/artikelen/foshan-moet-zekerheid-bieden-voor-eventuele-proceskosten-nu-zij-geen-vaste-verblijfplaats-in-nederla

Rechtbank Den Haag 14 augustus 2019, IEF 18647; ECLI:NL:RBDHA:2019:8378 (Foshan tegen Nomenta) Auteursrecht. Niet ingeschreven gemeenschapsmodel. Incident zekerheidstelling. Foshan is van mening dat Nomenta inbreuk maakt op haar niet ingeschreven modelrecht en haar auteursrecht. Nomenta vordert een zekerheidstelling voor een eventuele proceskostenvergoeding, nu Foshan een partij is zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland. Foshan schuift mede-eiser Nikki.Amsterdam naar voren om zekerheid te verschaffen, maar heeft onvoldoende specifiek aangetoond dat zij ook daadwerkelijk verhaal kan en zal bieden. Derhalve moet Foshan zelf zekerheid bieden.

IEF 18645

Interieur schoenenwinkels komen te zeer overeen: sprake van inbreuk op auteursrecht

Rechtbank Den Haag 7 aug 2019, IEF 18645; ECLI:NL:RBDHA:2019:8166 (Shoebaloo en MVSA tegen Invert GCV), https://ie-forum.nl/artikelen/interieur-schoenenwinkels-komen-te-zeer-overeen-sprake-van-inbreuk-op-auteursrecht

Rechtbank Den Haag 7 augustus 2019, IEF 18645, IEFbe 2930; ECLI:NL:RBDHA:2019:8166 (Shoebaloo en MVSA tegen Invert GCV) Auteursrecht. Slaafse Nabootsing. Eerder is in deze zaak al de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld (zie IEF 16401 en IEFbe 2005). Shoebaloo exploiteert schoenenwinkels. Het interieur van deze winkels is gebaseerd op de Amerikaanse Antelope Canyons. Dit interieur is in opdracht van Shoebaloo door MVSA uitgewerkt. Invert heeft in haar schoenenwinkel in Antwerpen een interieur dat naar mening van Shoebaloo en MVSA te zeer overeenkomt met het interieur van de winkels van Shoebaloo. Het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd, beheerst de rechtsverhouding. Dat is in dit geval België, daar waar de inbreuk gemaakt wordt. Nu werk- en inbreukbegrip geharmoniseerd zijn, heeft dit geen gevolgen. Van belang is dat de wand los gezien kan worden als werk op zich. Er zijn voldoende creatieve keuzes gemaakt bij het ontwerp van het interieur, en de vormgeving was niet gangbaar in het vormgevingserfgoed. Op grond van een vergelijking van beide interieurs wordt een zodanige overeenstemming geconstateerd dat sprake is van een inbreuk. De vordering op grond van slaafse nabootsing faalt echter nu deze onvoldoende is onderbouwd. De vorderingen worden voor zover redelijk toegewezen op grond van de auteursrechtinbreuk.

IEF 18646

Door procedure bij EUIPO wordt Nederlandse procedure enkel geschorst voor zover nodig

Hof Den Haag 27 aug 2019, IEF 18646; ECLI:NL:GHDHA:2019:2226 (X tegen Tinnus Enterprises LLC), https://ie-forum.nl/artikelen/door-procedure-bij-euipo-wordt-nederlandse-procedure-enkel-geschorst-voor-zover-nodig

Hof Den Haag 27 augustus 2019, IEF 18646, ECLI:NL:GHDHA:2019:2226 (X tegen Tinnus Enterprises LLC) Gemeenschapsmodellenrecht. Auteursrecht. Tinnus brengt een ‘waterballonvuller’ op de markt. Hiertoe houdt zij modelrechten, en claimt zij octrooirechten. Ook claimt zij auteursrechten op het uiterlijk van de waterballonvuller. Tinnus heeft door de douane in Rotterdam beslag laten leggen op een partij vergelijkbare producten, die volgens Tinnus inbreuk maken op haar waterbalonvullers. Eiseres, van wie de waterballonvullers in beslag zijn genomen, is het hier niet meer eens. De rechtbank heeft de procedure in eerste aanleg echter geschorst nu er geen duidelijkheid bestaat over de gemeenschapsmodellen (zie ook IEF 17507). Het hof acht dit terecht voor zover het de geldigheid van de gemeenschapsmodellen betreft. Voor zover het de auteursrechten betreft, kan de zaak dus gewoon behandeld worden. Dit is echter geen bijzondere reden die ertoe kan leiden dat ook het modelrechtelijk deel kan worden voortgezet. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank.

IEF 18644

HvJ EU: nationale rechter moet afweging maken tussen auteursrechten en informatievrijheid

HvJ EU 27 jul 2019, IEF 18644; ECLI:EU:C:2019:625 (Beck tegen Spiegel Online), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-nationale-rechter-moet-afweging-maken-tussen-auteursrechten-en-informatievrijheid

HvJ EU 29 juli 2019, IEF 18644, IEFbe 2929, IT 2849; ECLI:EU:C:2019:625 (Volker Beck tegen Spiegel Online) Auteursrecht. Informatievrijheid. Volker Beck is een Duits politicus die een opzienbarend manuscript heeft geschreven dat door Spiegel Online op internet is geplaatst. Beck heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikbaarstelling van het manuscript en het artikel op de website van Spiegel Online, omdat hij dat als een schending van zijn auteursrecht beschouwt. Na een eerste oordeel in het voordeel van Beck, is de rechter in beroep van oordeel dat de uitlegging van artikel 5, lid 3, onder c) en d), van richtlijn 2001/29, gelezen in het licht van de grondrechten, en in het bijzonder van informatievrijheid en vrijheid van media, niet voor zich spreekt. Hij vraagt zich met name af of deze bepaling discretionaire ruimte laat bij de omzetting ervan in nationaal recht (voor prejudiciële vragen zie ook: IEF 17179 en IEFbe 2372).

IEF 18643

Teksten overgenomen van concurrerende webshop vormt inbreuk op auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 jul 2019, IEF 18643; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops), https://ie-forum.nl/artikelen/teksten-overgenomen-van-concurrerende-webshop-vormt-inbreuk-op-auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 juli 2019, IEF 18643, IT 2846; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops) Auteursrecht. Inbreuk. Persoonlijkheidsrechten. Eiser verkoopt spirituele sieraden en producten middels een webshop. Gedaagde verkoopt dezelfde producten via haar eigen webshop. Eiser is van mening dat gedaagde de teksten van de website van eiser (te veel) over heeft genomen, en dat zij hiermee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Het staat voldoende vast dat de auteursrechten van de teksten bij eiser berusten nu zij een eenmanszaak is, en dit verder niet gemotiveerd is betwist. Ook is er sprake van een werk, nu om de producten zo goed mogelijk aan te prijzen creativiteit is geuit in de teksten, en deze niet louter het product beschrijven. Uit vergelijking van de teksten van eiser en gedaagde blijkt dat deze te zeer overeenkomen. Omdat geen naamsvermelding is toegepast, is hier ook sprake van een inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van eiser. Gedaagde moet de inbreuken staken en gestaakt houden, op straffe van de gevorderde dwangsom. Ondanks verweer wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten op grond van 1019h Rv, nu zij meermaals te kennen heeft gegeven dat haar proceshouding niet is beïnvloed door de houding van haar wederpartij.