Auteursrecht
Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.
Auteursrechtwetgeving in beweging

Maandag 9 november vond in de Tweede Kamer een belangrijk wetgevingsoverleg van de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid plaats. Op de agenda stonden primair twee essentiële wetsvoorstellen: de implementatie van de nieuwe Auteursrecht Richtlijn en een aanscherping van de Wet Toezicht op Collectief Beheersorganisaties. Daarnaast werd onlangs het onafhankelijk evaluatieonderzoek naar het Auteurscontractenrecht gepubliceerd. Een reactie van de regering volgt binnen enkele weken.
Erwin Angad-Gaur, voorzitter van Platform Makers: “Voor makers, maar ook voor exploitanten, producenten en uitgevers, zijn dit belangrijke wetgevingstrajecten. In eerste aanleg vooral de nieuwe Auteursrecht Richtlijn. Zeker in deze economisch zware tijden is van belang dat die verbeteringen zo snel mogelijk worden doorgevoerd. Een grote meerderheid van de Tweede Kamer steunt spoedige invoering, dat is goed nieuws.”
Auteursrecht foto's geschonden

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 3 juni 2020, IEF 19564; ECLI:NL:RBMNE:2020:2050 (Auteursrecht foto's) Kort geding. Eiser is fotograaf en digitaal kunstenaar. Gedaagde houdt zich bezig met de verkoop van afbeeldingen via haar website en het maken van fototechnische producten. Gedaagde heeft op haar website afbeeldingen van werken van eiser aangeboden, zonder zijn toestemming en onder een andere naam. Gedaagde erkent dat ze door het plaatsen van de afbeeldingen de auteursrechten van eiser heeft geschonden. Gedaagde is daarvoor als websitehouder in beginsel aansprakelijk, ondanks haar verweer dat zij ten tijde van plaatsing op de website niet op de hoogte was van de auteursrechten van eiser. Gedaagde wordt onder meer bevolen een rectificatie op haar website te plaatsen; een registeraccountant dient een gecertificeerde schriftelijke verklaring op te stellen van het totale aantal verhandelde prints van werken van eiser.
Registratie open: ALAI European Author’s Right Award

In the spirit of inspiring the next generation of Intellectual Property experts, ALAI, with the support of GESAC, have launched an annual award for students (https://authorsocieties.eu/alai-award/).
READ ABOUT LAST YEAR’S WINNER
–
The award, which ran its second edition in 19/2020, is given to the writer of the best essay relating to authors’ right. The essay should have a European dimension and include aspects related to the collective management of authors’ right.
Students of all nationalities are welcome to apply.
• Full eligibility criteria and prize details (French version)
• Application forms (French version)
All abstracts, essays and questions should be sent to alai.award@gesac.org.
Uitspraak ingezonden door Frédéric Lejeune, Lejeune.Legal.
Overlegging aan rechter is geen ‘mededeling aan het publiek’

HvJ EU 28 oktober 2020, IEF 19542, IT 3301, IEFbe 3142; ECLI:EU:C:2020:863 (BY tegen CX) Auteursrecht. Verzoeker en verweerder in het hoofdgeding zijn natuurlijke personen die elk een eigen website beheren. In het kader van een procedure voor de civiele rechter in Zweden heeft verweerder in het hoofdgeding een kopie van een tekstpagina met een foto overgelegd als bewijsstuk aan de rechter bij wie de zaak aanhangig was. Verzoeker in het hoofdgeding meent dat daarmee zijn auteursrechten zijn geschonden. De Zweedse rechter heeft het HvJ EU prejudiciële vragen gesteld. In wezen wenst de Zweedse rechter te vernemen of het begrip ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3 lid 1 Richtlijn 2001/29 zich mede uitstrekt tot het geval waarin een beschermd werk langs elektronische weg aan een rechter wordt overgelegd als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure tussen particulieren. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord. Het recht op een doeltreffende voorziening in rechte zou ernstig worden aangetast indien een rechthebbende zich tegen de overlegging van bewijsstukken aan een rechter kon verzetten op de enkele grond dat die bewijsstukken auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten.
Lees hier de noot van Frédéric Lejeune bij dit arrest.
Auteursrecht op promotiefilm blijft bij de maker

Ktr. Rechtbank Limburg 30 september 2020, IEF 19534; ECLI:NL:RBLIM:2020:7450 (Eiser tegen Stichting Sparkle Foundation) Auteursrecht. Eiser zou voor Sparkle een teaser maken voor een nog te maken documentaire waarin de stichting Sheltersuit in New York een jaar lang gevolgd zou worden. Betaling van de factuur door Sparkle en het leveren van de promotiefilm door eiser blijft uit, waarna eiser onderhavige procedure start. Sparkle moet de factuur voldoen en eiser moet de promotiefilm aan Sparkle afleveren. Daarnaast wordt voor recht verklaard dat de rechten van het beeldmateriaal aan eiser als maker toebehoren en dat Sparkle het beeldmateriaal alleen in de afgeronde, integrale en volledige vorm van de promotiefilm mag gebruiken en voor ieder ander gebruik van delen van dit beeldmateriaal schriftelijke toestemming dient te zijn verkregen van eiser.
Auteurs en artiesten profiteren nog weinig van Wet Auteurscontractenrecht

Van de Wet Auteurscontractenrecht, die ten doel heeft om de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars te versterken, wordt in de praktijk nog weinig gebruik gemaakt. De Wet, die in 2015 als een nieuw onderdeel van de Auteurswet werd ingevoerd, belooft auteurs en artiesten die met exploitanten in zee gaan een ‘billijke vergoeding', geeft makers de kans om contracten open te breken en verbiedt oneerlijke contractsbepalingen. Auteurs en artiesten blijken maar zelden op de bepalingen van de Wet een beroep te doen. Daarbij lijkt de angst voor verlies aan opdrachten of om op een zwarte lijst te komen een belangrijke rol te spelen. Ook blijkt de door de Wet in het leven geroepen laagdrempelige geschillenprocedure nauwelijks te functioneren. Dit zijn enkele van de conclusies van een praktijkevaluatie van de Wet Auteurscontractenrecht die door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden in opdracht van het WODC is uitgevoerd.
Lees verder op de website van het WODC.
Bron: WODC
Levering tweedehands laptop met illegale software

Hof ’s-Hertogenbosch 6 oktober 2020, IEF 19512, IT 3283; ECLI:NL:GHSHE:2020:3075 (Illegale software) Conformiteit. Tussenarrest. Geïntimeerde heeft appellant gevraagd om aan hem een tweedehands laptop te leveren met een bepaald softwareprogramma. Appellant heeft de laptop met het softwareprogramma geleverd. Op enig moment ontvangt geïntimeerde de mededeling van de advocaat van het softwarebedrijf dat hij niet de benodigde licentie heeft en daarmee inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het softwarebedrijf. Volgens geïntimeerde is appellant tekortgeschoten in de nakoming de verbintenis uit de overeenkomst om een laptop te leveren met een legale versie van het softwareprogramma, met schade tot gevolg. In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen van geïntimeerde grotendeels toegewezen. Appellant gaat in hoger beroep. Als de levering van een legale versie van het softwareprogramma niet is overeengekomen, komt het gebruik van de illegale versie van het softwareprogramma voor risico van geïntimeerde zelf. Er is namelijk geen goede reden om aan te nemen dat geïntimeerde redelijkerwijs mocht verwachten dat het een legale versie van een dergelijk kostbaar programma betrof, als dat niet was overeengekomen. Geïntimeerde wordt toegelaten tot het leveren van bewijs. Elke verdere beslissing wordt aangehouden.
Video met Dirk Visser over Creative Commons-licenties

Met een Creative Commons-licentie kun je eenvoudig publicaties Open Access delen. Maar welke Creative Commons-licenties kun je als onderzoeker hiervoor gebruiken? En wat zijn nou de verschillen tussen CC-BY, CC-BY-NC en CC-BY-ND?
Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht, vertelt in deze video over auteursrecht in relatie tot Open Access en de verschillende licenties die je als auteur voor je gebruikers kunt hanteren.
Uitspraak ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen.
Staat veroordeeld tot schadevergoeding voor onjuiste thuiskopieheffing

Rechtbank Den Haag 30 september 2020, IEF 19505, IT 3280; ECLI:NL:RBDHA:2020:9999 (Stichting de Thuiskopie tegen Imation) Thuiskopievergoeding. Vervolg op het tussenvonnis van 13 februari 2019. Zie eerder [IEF 17161], [IEF 16925], [IEF 16637], [IEF 14984] en [IEF 13010]. In deze uitspraak worden twee zaken behandeld: de incassozaak tussen Thuiskopie en Imation en de restitutiezaak tussen Imation en Thuiskopie en de Staat. In de incassozaak vordert Thuiskopie een bedrag aan niet betaalde thuiskopievergoeding. In de restitutieprocedure vordert Imation restitutie van te veel betaalde thuiskopievergoeding. Imation stelt dat zij op drie gronden (de A-grond, B-grond en C-grond) in strijd met artikel 5 lid 2 Arl teveel thuiskopieheffing heeft betaald.
De vorderingen van Imation slagen, maar De Thuiskopie hoeft de onverschuldigd betaalde thuiskopievergoeding niet terug te betalen, omdat dit zou leiden tot ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank oordeelt dat Imation de heffingen heeft verdisconteerd in haar prijzen en dat De Thuiskopie de ontvangen bedragen gereparteerd heeft aan de door haar vertegenwoordigde rechthebbenden. Terugbetaling van het onverschuldigd betaalde zou dan leiden tot een verarming van De Thuiskopie en tot een verrijking van Imation (rov. 3.27 – 3.32). Omdat Imation haar betalingen had ingehouden wordt Imation ook veroordeeld tot alsnog betaling van een deel van hetgeen zij had ingehouden (rov. 3.90).
In de restitutieprocedure wordt voor recht verklaard dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens Imation en wordt veroordeeld tot een schadevergoeding een schadevergoeding gelijk aan 59% van de door Imation voor cd’s aan Thuiskopie betaalde thuiskopievergoeding en 54% van de door Imation voor dvd’s betaalde thuiskopievergoeding (rov. 3.33 – 3.87).