Overnemen van handelsnamen
Handelsnaamrecht. Contractrecht. Overname van handelsnaam en activa, geen schuldoverneming zoals art. 6:155 BW.
De verkeerde partij wordt door de eisende partij aangesproken. De aangesproken partij heeft niet met de eisende partij gecontracteerd, maar heeft wel op enig moment de activa en de handelsnaam van het contracterende bedrijf overgenomen. Van schuldoverneming is echter geen sprake. Beroep op redelijkheid en billijkheid kan de eisende partij niet baten.
Hetgeen [gedaagde] als primair verweer heeft aangevoerd komt erop neer dat zij niet met[eiser 1] heeft gecontracteerd en ook niet betrokken is geweest bij de verhuizing van de inboedel van [eiser 1]. [gedaagde] neemt aan dat [eiser 1] destijds met het[een derde] uit [adres] heeft gecontracteerd, waarvan [gedaagde] bij overeenkomst van koop en verkoop van 30 september 2009 de handelsnaam en de activa heeft gekocht. In een uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel voor Den Haag, dat [gedaagde] heeft overgelegd, is vermeld dat [gedaagde] onder meer als handelsnaam voert“[naam lijkend op een derde]”en dat haar vestiging te [adres] de handelsnaam “[van een derde]” draagt. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat [eiser 1] en [eiser 2] haar ten onrechte in deze procedure hebben betrokken.
Nu [gedaagde] niet ook de verplichtingen van [een derde] heeft overgenomen en gesteld noch gebleken is dat er sprake is van schuldoverneming in de zin van artikel 6:155 BW, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat [eiser 1] en [eiser 2] hun vordering ten onrechte tegen [gedaagde] hebben ingesteld. De koop en het gebruik van de handelsnaam van [een derde] door [gedaagde] maakt dit niet anders. Het is immers niet ongebruikelijk dat in het handelsverkeer handelsnamen van derden worden gekocht en gebruikt. Hierop dient men bedacht te zijn bij het aanhangig maken van een juridische procedure, opdat de juiste (rechts)persoon wordt aangesproken. Dit geldt te meer indien, zoals in casu, de eisende partij zich heeft voorzien van juridische bijstand. Het beroep van [eiser 1] en [een derde] op de redelijkheid en billijkheid kan hen dan ook niet baten. Hun vorderingen in de hoofdzaak dienen dan ook worden afgewezen.
Lees de beschikking hier (link / pdf).
6:155 Burgerlijk Wetboek
Met gelijktijdige dank aan Marc de Boer,
Met dank aan Hans Erik van Gorp,
oude uitspraak, gepubliceerd op 24 mei 2011, met dank aan
Met dank aan Marc de Boer,
Het betreft een executiegeschil in een zaak uitgevochten voor het Hof ’s-Hertogenbosch (LJN
Eiseres, Sportlink Services B.V., is houdster van het Benelux beeldmerk Sport.Link Services en verzorgt applicatieservices t.b.v. sportorganisaties, levert toepassingsprogrammatuur voor sportorganisaties en verstrekt adviezen op het gebied van informatica. Verweerder, Grafia Internet / ICT, heeft de domeinnaam sportlinkclub.nl geregistreerd en houdt zich voornamelijk bezig met het verlenen van internet- en webhostingdiensten, het verzorgen van domeinregistraties alsmede het ontwikkelen van internetapplicaties en websites.
WIPO Arbitration and Mediation Center 1 maart 2011, Zaak-/rolnummer: DNL2011-0002, DomJur 2011-657 (Arnhem Comin Soon B.V. tegen Benson and Partner Ltd)
WIPO Arbitration and Mediation Center 28 februari 2011, Zaak-/rolnummer: DNL2010-0083, DomJur 2011-662 (Koninklijke Philips Electronics NV tegen Small Business Internet Solutions)
WIPO Arbitration and Mediation Center 21 februari 2011, Zaak-/rolnummer: DNL2010-0074/00075, DomJur 2011-660/2011-661 (Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank tegen verweerder)
WIPO Arbitration and Mediation Center 21 februari 2011, Zaak-/rolnummer: DNL2010-0082, DomJur 2011-659 (Société Air France tegen Helo Holdings LTD)
WIPO Arbitration and Mediation Center 17 februari 2011, Zaak-/rolnummer: DNL2010-0078, DomJur 2011-658 (Customworx B.V. tegen verweerder)
met gelijktijdige dank aan Jesse Hofhuis,
Met dank aan Remco Klöters,