DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 5958

Werk in uitvoering

Kamerstukken II, 21501-30, nr. 179. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 februari 2008

"Andere voorstellen zijn nu in behandeling waaronder het lead markets initiatief en de Europese octrooistrategie"

Lees het verslag hier

IEF 5957

De systematiek van de Innovatievouchers

Kamerstukken II, 31200 XIII, nr. 50. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008; Brief minister over evaluatierapport Innovatievouchers 

"In maart wordt de subsidieregeling Innovatievouchers 2008 gepubliceerd. Met deze regeling is invulling gegeven aan de afspraken uit het Regeerakkoord om tot een bredere inzetbaarheid van de Innovatievoucher te komen. Zo kan de voucher aangevraagd worden door de gehele landbouwsector. Ook wordt de voucher inzetbaar bij het aanvragen van een octrooi. Hiermee wordt gevolg gegeven aan de motie-Aptroot/Gesthuizen (30 975 R 1821, nr. 9) bij behandeling van de Rijksoctrooiwet. EZ zal bezien of de systematiek van de Innovatievouchers in navolging van de verbreding naar octrooien verder kan worden verbreed naar andere thema’s. Voor veel thema’s kan de voucher in de huidige regeling al aangewend worden. Zo kan binnen de bestaande regeling de voucher bijvoorbeeld aangewend worden voor sociale innovatie, duurzaamheid en ICT."

Lees het kamerstuk hier

IEF 5896

Auteursrechtenbeleid

ehb.gifKamerstuk 29838, nr. 7, met bijlagen. Auteursrechtbeleid, brief van de minister van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag, 20 maart 2008.

Brief met betrekking tot het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Justitie om de mogelijke beleidsimplicaties van het arrest van het HvJ EG in de zaak Promusicae/Telefónica de España SAU aan te geven. gebruik twee rapporten aan te bieden. De bijlagen betreffen de rapporten “Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer” en  “Evaluatie van de artikelen 29a en 29b van de Auteurswet 1912”.

De  Promusicae-uitspraak. “(…) Samenvattend komt het Hof van Justitie tot het oordeel dat lidstaten op grond van het EG-recht niet gehouden zijn om te voorzien in een verplichting voor internetserviceproviders tot verstrekking van naw-gegevens ten behoeve van een civiele procedure wegens vermeende inbreuken op het auteursrecht. Dat laat onverlet dat lidstaten daartoe wel bevoegd zijn. (…) Richtinggevend voor de Nederlandse situatie is daarbij het arrest Lycos/Pessers van de Hoge Raad van 25 november 2005 (RvdW 2005, 133). (…) Het arrest van het Hof geeft dan ook geen aanleiding tot het wijzigen van het beleid of de wetgeving met betrekking tot het auteursrecht of andere intellectuele-eigendomsrechten. De Nederlandse wetgeving geeft de rechter de bevoegdheid om een vordering tot het verstrekken van naw-gegevens toe te wijzen, het verstrekken van die gegevens is geen verplichting. De rechter toetst daarbij aan de bepalingen van de grondrechten uit het EVRM en de Wet bescherming persoonsgegevens, waarmee aan de door het Hof vereiste belangenafweging wordt voldaan.

Rapport “Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer”.  In de hiervoor genoemde brief over het auteursrechtbeleid van 20 december 2007 is het onderzoek aangekondigd naar de wenselijkheid van een geschillenregeling in Nederland, dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie is verricht door prof. mr. P.B. Hugenholtz, prof. mr. D.J.G. Visser en prof. mr. A.W. Hins. In het rapport “Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer – Over tarieven, transparantie en tribunalen in het auteursrecht” wordt onder meer voorgesteld een geschillenkamer in het leven te roepen, naar analogie van de huurcommissieprocedure. Over de aanbevelingen heb ik inmiddels, zoals aangegeven in de beleidsbrief van 20 december 2007, advies gevraagd aan de Commissie Auteursrecht. Na ontvangst van het advies van de Commissie Auteursrecht zult u de beleidsreactie van het kabinet ontvangen.

Rapport “Evaluatie van de artikelen 29a en 29b van de Auteurswet 1912”. In genoemde beleidsbrief van 20 december 2007 is ook melding gemaakt van het rapport “Evaluatie van de artikelen 29a en 29b van de Auteurswet 1912”. Ook dit rapport treft u hierbij aan. Het onderzoek is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie verricht door dr. L. Guibault en dr. J.H.M. Mom. Met dit rapport wordt voldaan aan de wettelijke, driejaarlijkse evaluatieplicht van artikel V van de Wet tot uitvoering van de richtlijn auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij. De evaluatie heeft betrekking op de toepassing van de artikelen 29a en 29b van de Auteurswet 1912, betreffende de bescherming van technische voorzieningen tegen omzeiling en bescherming van informatie over het beheer van rechten tegen het verwijderen of wijzigen ervan.  Uit het onderzoek blijkt dat de toepassing van beide artikelen niet tot ernstige structurele problemen heeft geleid. De vrees bij de invoering van beide artikelen dat het auteursrecht zou wegspoelen door het elektronische vergiet en dat informatie grootscheeps achter elektronisch slot en grendel zou verdwijnen, is niet bewaarheid. Daarnaast is niet gebleken van massale omzeiling van technische voorzieningen, noch van onoverkomelijke belemmeringen voor gebruikers.

De onderzoekers signaleren enige onduidelijkheid met betrekking tot de bescherming van technische voorzieningen, maar die vloeien voort uit de tekst van de richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij en kunnen alleen door het Hof van Justitie van de EG worden opgelost.

De onderzoekers wijzen ten slotte op een praktische onduidelijkheid voor de consument, namelijk gebrek aan compatibiliteit tussen afspeelapparatuur en media-formats en een gebrek aan transparantie hierover. Dit is echter geen aanleiding voor wetgeving, aangezien deze kwestie door de industrie zelf opgepakt dient te worden. Het is immers ook in hun eigen belang de compatibiliteit  te verzekeren en de consument goed voor te lichten.
De uitkomsten van dit onderzoek geven thans geen aanleiding tot het nemen van maatregelen.

Lees de brief hier. Rapport ‘geschillenbeslechting’ hier, rapport ‘evaluatie hier.

IEF 5382

Het is de regering!

2k.bmpKamerstukken II, 31200 VIII, nr. 135. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 ; Verslag van een wetgevingsoverleg over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2008, onderdeel Cultuur (31200-VIII). 

De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat door het gebruik van losse opslagmedia op mp3-spelers en harddiskrecorders veel kunstenaars de vergoeding aan de rechthebbenden niet terugzien; verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:  Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Halsema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 120 (31200-VIII). Ik betwijfel of deze motie hier thuishoort, en niet bij EZ. De heer Van der Ham (D66): Het is de regering! Ik heb nog een vraag aan de minister gesteld waarop hij schriftelijk zou terugkomen. Dan weet ik niet precies of de motie nog nodig is. Ik ga haar wel indienen.

Lees hier en hier meer. .

IEF 5380

Architectencontracten

2k.bmpKamerstukken II, 30501, nr. 27. Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet); Verslag algemeen overleg over onder meer het aanbestedingsbeleid in relatie tot het mkb.

"...In architectencontracten is opgenomen dat betrokkenen in verband met auteursrechten automatisch in aanmerking komen voor opdrachten voor eventuele verbouwingen. Is dit niet in strijd met de aanbestedingsregels? Wat is de verhouding tussen aanbestedingsregels en auteursrechten?"

Antwoord van minister Van der Hoeven: "...Het auteursrecht blijft berusten bij de architecten. Dat neemt niet weg dat bij een verbouwing de keuze van de architect aanbesteed kan worden. De minister is bereid, te bezien of de standaardcontracten van de Bond van Nederlandse Architecten geen ongewenste clausules bevatten."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 5300

Industrieel of intellectueel?

Pb EG 2007/C 306/01:  Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend te Lissabon, 13 december 2007. Wijzigingen van het verdrag betreffende de europese unie en van het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Nederlands: “213) In artikel 229 A (…) de woorden „communautaire industriële eigendomsrechten” worden vervangen door „Europese industriële eigendomsrechten”. De laatste zin wordt vervangen door: „Deze bepalingen treden pas in werking nadat zij door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen zijn goedgekeurd.’”

Engels: “213) In Article 229a, (…) the words ‘Community industrial property rights’ shall be replaced by ‘European intellectual property rights’. The last sentence shall be replaced by the following: ‘These provisions shall enter into force after their approval by the Member States in accordance with their respective constitutional requirements.’”

Frans: “213) À l'article 229 A, (…) les mots «titres communautaires de propriété industrielle» sont remplacés par «titres européens de propriété intellectuelle». La dernière phrase est remplacée par le texte suivant: «Ces dispositions entrent en vigueur après leur approbation par les États membres, conformément à leurs règles constitutionnelles respectives.».

Overige wijzigingen m.b.t. het IE-recht

“Intellectuele Eigendom. 84) Onderstaand artikel 97 bis wordt ingevoegd als laatste artikel van titel VI:

 „Artikel 97 bis In het kader van de totstandbrenging en de werking van de interne markt stellen het Europees Parlement en de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de maatregelen vast voor de invoering van Europese titels om een eenvormige bescherming van de intellectueleeigendomsrechten in de hele Unie te bewerkstelligen, en voor de instelling van op het niveau van de Unie gecentraliseerde machtigings-, coördinatie- en controleregelingen. De Raad stelt, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, bij verordeningen de talenregelingen met betrekking tot de Europese titels vast. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.”

"158) Een artikel 188 C wordt ingevoegd ter vervanging van artikel 133; „Artikel 188 C 1. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gegrond op eenvormige beginselen, met name aangaande tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden betreffende handel in goederen en diensten, en de handelsaspecten van intellectuele eigendom, de directe buitenlandse investeringen, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies. De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

 (…) Ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden betreffende de handel in diensten en betreffende de handelsaspecten van intellectuele eigendom en betreffende buitenlandse directe investeringen besluit de Raad met eenparigheid van stemmen voor zover het akkoord bepalingen bevat die met eenparigheid van stemmen worden vastgesteld wat interne voorschriften betreft."

Lees het gehele verdrag hier.

IEF 5138

Stilzwijgend

Kamerstuk31272, nr. A/1, Eerste/Tweede Kamer,  Protocol tot wijziging van de TRIPS-Overeenkomst, met bijlage en aanhangsel bij de bijlage; Genève, 6-12-2005; Brief minister ter overlegging, ter stilzwijgende goedkeuring, van het protocol, met toelichtende nota.

"Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 6 december 2005 te Genève totstandgekomen Protocol tot wijziging van de TRIPSOvereenkomst, met bijlage en aanhangsel bij de bijlage (Trb. 2007, 102). Een toelichtende nota bij dit Protocol treft u eveneens hierbij aan. De goedkeuring wordt voor de Nederlandse Antillen en Aruba gevraagd."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 961

Rule of reason-excepties

Kabinetsreactie op SER advies diensten in de interne markt. Met betrekking tot de verhouding tussen de dienstenrichtlijn en het EG-Verdrag (IE-exceptie) wordt het volgende opgemerkt:

"Het Hof van Justitie EG heeft, op basis van het Verdrag, de lidstaten de mogelijkheid geboden om beperkingen op te leggen aan het vrij verkeer van diensten indien dit gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang. Deze zogenaamde ‘rule of reason’ excepties komen bovenop de al in het EG-Verdrag zelf voorziene excepties uit hoofde van bijvoorbeeld de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid. In het kader van de rule of reason kunnen lidstaten nationaal beleid rechtvaardigen met thans een achttiental excepties, waaronder een beroep op (...) bescherming van de intellectuele eigendom (...).  Met de dienstenrichtlijn worden de uitzonderingsgronden beperkt tot de uitzonderingsgronden genoemd in het Verdrag, waarmee een beroep op de genoemde ‘rule of reason’ excepties niet meer mogelijk zou zijn.

De SER is van mening dat deze inperkingen acceptabel zijn, mits er een zekere fasering wordt betracht en de aanbevelingen op het terrein van flankerende maatregelen worden gerealiseerd. De Raad van State daarentegen is geen voorstander van het categorisch uitsluiten van de ‘rule of reason-jurisprudentie’ van het Hof van Justitie.

Het Kabinet is van oordeel dat de mogelijkheid om de door het Hof van Justitie ontwikkelde of nog te ontwikkelen rule of reason-excepties in te roepen, onverkort moet blijven bestaan. Het gaat daarbij immers er niet om de dienstenmarkt af te schermen, maar veeleer om de bevoegdheid en het behoud van de mogelijkheid om met wezenlijke belangen rekening te kunnen blijven houden." Lees hier meer.