DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 7104

Verdrag betreffende vragen inzake auteursrecht

Kamerstukken 2008/09, 23490, nr. 519. Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag; Brief minister met overzicht verdragen Raad van Europa op beleidsterrein van Justitie.

Verdrag betreffende vragen inzake auteursrecht en aanverwante rechten in het kader van grensoverschrijdende uitzending per satelliet (RvE 153, 11 mei 1994): Dit verdrag is nog niet in werking getreden en is niet voor het Koninkrijk der Nederlanden ondertekend. Het is de bedoeling dat de EU zal toetreden tot dit verdrag. De Europese Commissie zal hiertoe een voorstel aan de lidstaten voorleggen.
 
Lees het kamerstuk hier.

IEF 7103

Verweesde werken

Kamerstukken II 2008-2009, 22112, nr. 701. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris ter aanbieding van 3 nieuwe BNC-fiches. Mededeling digitalisering Europees cultureel erfgoed
 
"Als onderdeel van de i2010-strategie voor de informatiemaatschappij wordt gewerkt aan de oprichting van een Europese Digitale Bibliotheek, Europeana.(...)  Op het gebied van verweesde werken hebben op 4 juni 2008 organisaties van belanghebbenden op Europees niveau een memorandum van overeenstemming getekend. Onderdeel van het memorandum zijn «due diligence richtlijnen» Deze richtlijnen bevatten bronnen waar (gegevens over) rechthebbenden gevonden kunnen worden. Ook in Nederland hebben rechthebbenden (verzameld in VORIE: Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren) met musea, archieven en bibliotheken een intentieverklaring over digitalisering ondertekend.
 
Verweesde werken (orphan works) is een wereldwijd probleem als het gaat om digitalisering van cultureel erfgoed. Voor publicatie van cultureel erfgoed heeft men altijd vooraf toestemming nodig van de maker of diens erfgenamen. Het online zetten van een verweesd werk maakt dus inbreuk op het auteursrecht. Van alle bibliotheekcollecties is naar schatting tussen vijftig en vijfentachtig procent van de boeken verweesd. Naast boeken zijn er ook duizenden verweesde werken in de vorm van foto’s en audiovisuele werken in bibliotheken, musea en archieven. Het gebrek aan gegevens over hun eigendomsrechten kan een belemmering vormen voor de openbare beschikbaarstelling van die werken op het internet. Dit staat in de weg van de door de Commissie bepleitte grootschalige digitaliseringsprojecten. In Nederland voorziet de auteurswet op dit moment niet in een oplossing voor deze problematiek. In opdracht van het ministerie van Justitie heeft het WODC een onderzoek laten uitvoeren naar de auteursrechtelijke aspecten van de digitale ontsluiting van historisch materiaal."
 
Lees het fiche hier.

IEF 7072

Lappendeken

Kamerstukken II 2007/08, 22112, nr. 671. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris inzake aanbieding fiche industriële eigendomsrechten strategie
 
"Het merendeel van de door de Commissie aangekondigde maatregelen ziet op onderzoek, consultaties en flankerende maatregelen. Er wordt geen concrete wet – en regelgeving aangekondigd."
 
"Nederland deelt met de Commissie de mening dat inbreuken op intellectuele eigendomsrechten schade toebrengen aan handel en economie en ook een gevaar voor de veiligheid en de volksgezondheid kunnen opleveren. Effectief optreden tegen grootschalige inbreuken op intellectuele eigendomsrechten is daarom geboden. Een internationale ontwikkelingals ACTA, in aanvulling op de reeds voorhanden zijnde verdragen, richtlijnen en nationale wetgeving, verdient daarom aanmoediging. Nederland ziet de aangekondigde aanpak van grensoverschrijdende executie van vonnissen via de verordening Rome I met belangstelling tegemoet...(...).

Ten aanzien van de bestrijding van namaak en piraterij wordt een veelheid aan maatregelen voorgesteld. Zo kunnen de genoemde bewustmakingscampagnes een bijdrage leveren aan de taak die de rechthebbenden op dit terrein in eerste instantie zelf hebben. Mede in dat verband kan gedacht worden aan publiek-private samenwerking bij de bestrijding van namaak en piraterij. Ook het bevorderen van zelfregulerende afspraken tussen rechthebbenden en andere betrokkenen kan hieraan een bijdrage leveren. Nederland staat positief tegenover het verbeteren van informatieuitwisseling en samenwerking tussen alle betrokkenen, wanneer dit een bijdrage levert aan een doeltreffender bestrijding van namaak en piraterij."
 
Lees het fiche hier.

IEF 7004

Anti-Namaak Handelsverdrag

Kamerstukken II 2007/08, 23490, nr. 515. Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag; Verslag algemeen overleg op 3 juli 2008 over o.a. agenda informele JBZ-Raad van 7 en 8 juli 2008 
 
Mevrouw Kuiken (Pvda): Wat is het standpunt ten aanzien van het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) dat tijdens de G8-top getekend schijnt te worden? Hierdoor is het onder andere mogelijk om reizigers te dwingen de data op hun laptops prijs te geven.
 
Minister van Justitie: De ACTA vergt aandacht in EU-verband. De discussie over handhaving ophet gebied van intellectueel eigendomsrecht is nog niet afgesloten. Voor bepaalde onderdelen is Europese besluitvorming vereist. Ten aanzien van persoonsgegevens moet worden toegezien op een goede en gelijkwaardige rechtsbescherming in Europa en de Verenigde Staten, waarbij Europese burgers ook toegang moeten hebben tot de Amerikaanse rechter. De onderhandelingen hierover zijn voorzien voor 2009. De Kamer zal hiervan op de hoogte gehouden worden.
 
Lees hier meer.
 
Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 188. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 16, 17 en 18 juli 2008
 
"Een ander punt van aandacht in het externe beleid is de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (met name merk- en auteursrechten) door middel van de bestrijding van namaak en piraterij. Effectief optreden tegen dergelijke inbreuken op intellectuele eigendomsrechten is geboden, zowel in Nederland, in Europa, maar zeker ook mondiaal. Een internationale ontwikkeling als de onderhandelingen over een «Anti Counterfeit Trade Agreement» (ACTA), een internationaal Verdrag ter bestrijding van namaak, verdient daarom aanmoediging. Het is goed dat de EU hierbij betrokken is, waarbij EU-wetgeving op het gebied van handhaving (zoals de richtlijn civiele handhaving IE-rechten) model kan staan voor een internationale standaard. Nederland vindt het van belang dat er op EU-niveau meer aandacht is voor een meer coherente bestrijding van namaak en piraterij en ziet uit naar de door de Europese Commissie aangekondigde mededeling over dit onderwerp."
 
Lees hier meer.

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 189. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met haar reactie op het artikel 'Top bedisselt aanpak piraterij' in Automatiseringsgids 2008, 24
 
"De daadwerkelijke besprekingen over de inhoud van ACTA zijn pas onlangs gestart en er ligt thans dus nog geen kant-en-klare overeenkomst op tafel waaruit conclusies te trekken zijn over de positie van internet-service providers. Als eerste zijn de onderwerpen douanemaatregelen en civiele handhaving aan de orde. Met betrekking tot deze onderwerpen, die reeds onder de bevoegdheid van de Europese Commissie vallen, zal deze ook het woord voeren. De Raad van de Europese Unie heeft de Europese Commissie daartoe op 14 april jl. een mandaat verstrekt. Dit houdt onder andere in dat, voor wat betreft de onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende aangelegenheden, de Commissie de onderhandelingen zal voeren na overleg met de lidstaten (via het Comité van artikel 133 en andere relevante comités en Raadswerkgroepen). Voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals strafrechtelijke sancties en samenwerking tussen nationale handhavingsinstanties, neemt het voorzitterschap, namens de lidstaten, volwaardig deel aan de besprekingen. Het is thans nog niet bekend wanneer deze aangelegenheden aan de orde komen. Naar alle verwachting zal dit in september duidelijk worden. De Kamer zal zo spoedig mogelijk daarna nader over ACTA geïnformeerd worden."
 
Lees de gehele brief hier, artikel hier.

IEF 6556

Aanpak administratieve lasten

Kamerstuk 29515, nr. 260, 2e Kamer

Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Verslag van een algemeen overleg gehouden op 5 juni 2008 over o.a. de halfjaarlijkse voortgangsrapportage regeldruk bedrijven (29515, nr. 244).

“Vragen en opmerkingen uit de commissies: De vereenvoudiging van de facturering van de auteursrechten is een grote wens van Kamer en ondernemers. Is het juist dat er een patstelling is tussen de auteursrechtenorganisatie en VNO-NCW? De regeldruk moet niet alleen door het Rijk, maar ook door de lokale overheden worden aangepakt. De staatssecretaris van Economische Zaken: Het wetsvoorstel omtrent de auteursrechten zal binnenkort bij de Tweede Kamer voorliggen. Het uitgangspunt is één auteursrekening, minder lasten voor de betalers en een gelijke opbrengst voor de rechthebbenden. De bestaande vergunningen.” Lees hier verder.

IEF 6554

Industriebrief 2008

Kamerstukken II 2007/08,  29826, nr. 32 (Bijlage)

Industriebrief 2008 'Industrie, een wereld van oplossingen' (bijlage bij 29826, nr. 32)

Verbeteren intellectueel eigendom: Nederland zet zich sterk in voor een verdere harmonisatie van het Europese octrooibeleid, met name het tot stand brengen van een Europees geschilbeslechtingssysteem en het gemeenschapsoctrooi. In 2009 moet de toetreding van Nederland tot het Verdrag van Singapore wettelijk geregeld zijn, waarmee een belangrijke uitbreiding en vereenvoudiging van het merkenrecht wordt gerealiseerd. Lees hier verder.

IEF 6543

De raad voor Concurrentievermogen

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 186 en 187. Raad voor Concurrentievermogen; Verslag algemeen overleg op 28 mei 2008 (nr. 186) en Brief minister met verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 mei 2008 (nr. 187)

Uit het Algemeen Overleg:  Het Sloveense voorzitterschap heeft de octrooiwetgeving gekoppeld aan de Europese onderzoeksruimte omdat een goede octrooiwetgeving positieve consequenties heeft voor het gebruik van de Europese onderzoeksruimte. Het vertalingenregime vormt een bottleneck. Geprobeerd wordt via de machinevertalingen een oplossing te vinden, maar het vertrouwen in deze technologie moet nog groeien. Naast een beperkt talenregime, moeten ook de vertaalkosten worden beperkt, maar als twee octrooien botsen zullen partijen alsnog een vertaling moeten laten maken. Daarom ligt de nadruk op uiteindelijk één authentieke tekst. De eis voor een standaard correcte Nederlandse vertaling levert geen oplossing, zeker gelet op het aantal talen, het Nederlandse kleine taalgebied en de kosten. De financiering is eenmalig en communautair. Ook voor het mkb zullen de machinevertalingen kosteloos zijn.

Uit de Brief (gedachtewisseling over Europese octrooi strategie): Het Sloveense voorzitterschap gaf een presentatie over de voortgang van de onderhandelingen over één uniform stelsel van octrooibescherming (gemeenschapsoctrooi) en octrooirechtspraak (geschilbeslechting). Het voorzitterschap gaf aan dat voortgang is geboekt, maar dat het nog te vroeg is voor een uitgebreide discussie. Het voorzitterschap werkt aan een voorstel voor geschilbeslechting waarbij enerzijds de meeste principes van het European Patent Litigation Agreement (EPLA) worden overgenomen. EPLA is een model in wording dat geschilbeslechting beoogt met een aparte, gespecialiseerde hoog gekwalificeerde octrooirechter. Anderzijds houdt het voorzitterschap rekening met lidstaten die hechten aan nabijheid van rechtspraak door naast een centrale rechtsinstantie ook lokale rechtsinstanties te laten bestaan. In de discussie over het gemeenschapsoctrooi heeft het voorzitterschap het voorstel gedaan van machinevertalingen, waarbij met behulp van een computerprogramma automatisch kan worden vertaald in alle gemeenschapstalen. Het maken van humane vertalingen (niet per machine) kan dan worden beperkt tot die gevallen waarin een octrooi daadwerkelijk onderwerp van geschil is (minder dan 1% van alle verleende octrooien). Belangrijk is dat de machinevertaling slechts informatiedoeleinden dient, zodat geen discussie ontstaat over verschillende taalversies. De enige geldende (authentieke) tekst van een octrooi is de tekst in de taal waarin het is verleend.

Tijdens de gedachtewisseling spraken de meeste lidstaten, waaronder Nederland, steun uit voor de voortvarende en constructieve aanpak van het voorzitterschap. Alle lidstaten erkenden dat een doorbaak op het terrein van octrooibescherming en geschilbeslechting van groot belang is
voor de concurrentiepositie van het innovatieve bedrijfsleven in Europa. Uit de discussie bleek dat nog veel werk moet worden verricht, voordat de raad tot besluitvorming kan komen. Een aantal lidstaten gaf aan te hechten aan een octrooi in de eigen taal. Daarnaast hecht een aantal landen aan de nabijheid van de rechtspraak en het procederen in de eigen taal. Ook wezen er lidstaten op het belang van de rol van het Europese Hof van Justitie bij de geschilbeslechtingsregeling. Daarnaast benadrukte een aantal lidstaten, waaronder Nederland, dat de nieuwe geschilbeslechtingsregeling toegevoegde waarde moet hebben als het gaat om kwaliteit van de rechtspraak en rechtszekerheid. De lidstaten verschilden nog van mening of er een sterke koppeling moet worden gelegd tussen de dossiers gemeenschapsoctrooi en geschilbeslechting. Een aanzienlijk aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak de wens uit om tijdens het komende Frans voorzitterschap tot een oplossing te komen.

Nederland wees er in haar interventie tevens op dat bij de verdere onderhandelingen goed voor ogen moet worden gehouden dat het systeem in het leven wordt geroepen voor de gebruikers. Een uniform stelsel van octrooibescherming en -rechtspraak kan alleen op steun van gebruikers rekenen als het een verbetering inhoudt van de bestaande systemen in termen van transparantie, kostenefficiency en snelheid. Met de inwerkingtreding van het zogenaamde Londen vertalingenprotocol is vooruitgang geboekt met het terugdringen van vertaalkosten van verleende Europese octrooien. Het is nu zaak om ook voor de handhaving van octrooien op een zo kort mogelijke termijn een oplossing te vinden, zodat sprake is van een hoge gekwalificeerde en gespecialiseerde en uniforme octrooirechtspraak. De octrooirechtspraak is nu nog verspreid over vele instanties, is niet eenduidig en te duur. Nederland gaf aan het positief te vinden dat in het voorstel van het Sloveense voorzitterschap veel elementen uit EPLA zijn overgenomen en is bereid hier constructief over mee te praten. Nederland steunde voorts het voorstel van het voorzitterschap dat uitgaat van machinevertalingen en gaf aan sterk te hechten aan voortgang op beide dossiers.

Lees hier het verslag van het AO en hier de brief van de minister

IEF 6540

Development Agenda

Kamerstukken II 2007/08, 29234, nr. 61 (Bijlage). Voortgangsrapportage OS-beleidscoherentie 2008 (bijlage bij 29234, nr. 61)

Uit paragraaf 3.6 (Intellectueel eigendom en medicijnen):
Ontwikkelingslanden kampen met grote problemen op het terrein van volksgezondheid. Voor veel ziektes die vooral voorkomen in ontwik kelingslanden zijn geen medicijnen voorhanden of alleen tegen een (te) hoge prijs. Sinds het WTO-besluit uit 2003 kunnen landen gebruik maken van flexibiliteit onder de TRIPS-afspraken op het gebied van intellectueel eigendom. Deze flexibiliteit maakt het mogelijk voor arme ontwikkelingslanden om een dwanglicentie voor import uit een derde land af te geven om zo aan de benodigde medicijnen onder octrooi te komen. Tot nu toe wordt deze mogelijkheid nauwelijks door ontwikkelingslanden gebruikt. Te grote internationale politieke druk om er geen gebruik van te maken en te veel administratieve rompslomp lijken hier debet aan. Dit wil niet zeggen dat de regeling overbodig is geweest. Ontwikkelingslanden hebben met dit besluit (in 2005 omgezet in een amendement van het TRIPSverdrag) een belangrijk instrument in handen bij prijsonderhandelingen over medicijnen met farmaceutische bedrijven. Nederland blijft dit proces nauwgezet volgen mede vanwege activistischer beleid van enkele ontwikkelingslanden (o.a. Thailand en India) die binnen de grenzen van de flexibiliteit opereren.

De afgelopen jaren is de prioriteit binnen dit dossier verschoven naar de bredere discussie in de WHO werkgroep over gezondheidszorg, innovatie en intellectuele eigendomsrechten (het zogenaamde IGWG proces). Doel van deze werkgroep is om een strategie en werkplan te creëren om zowel ontwikkeling als beschikbaarheid van medicijnen voor armen te bevorderen. In juni 2007 heeft Nederland, samen met OESO/DAC, in Noordwijk een succesvolle High Level Meeting over “Policy coherence for availability of medicines for emerging and neglected infectious diseases” 16 georganiseerd. Dit heeft de Noordwijk Medicines Agenda opgeleverd. Inhoudelijke follow-up loopt vooral via de IGWG WHOwerkgroep. Daarnaast steunt Nederland het initiatief van de autoriteiten van Kameroen om een vervolgconferentie te organiseren voor Afrikaanse landen. Die conferentie zal moeten leiden tot een vraaggestuurde invulling van de Noordwijk Medicines Agenda. In nauwe samenwerking tussen betrokken ministeries (VWS, BZ en EZ) heeft Nederland een actieve bijdrage geleverd aan de EUstandpuntbepaling in IGWG II en zal die lijn voortzetten naar de vervolgbijeenkomst in 2008. Nederland opereert eensgezind in dit proces, maar merkt dat veel andere landen het moeilijk vinden om een consistent en ambitieus standpunt te formuleren door tegengestelde (handels) belangen. Om ook op de procesmatige kant van het proces invloed uit te oefenen worden allianties aangegaan met gelijkgezinde landen en is ondersteuning aangeboden aan het EU voorzitterschap. Tijdens de World Health Assembly van mei 2008 zijn de strategie en het werkplan goedgekeurd. Daarna zal Nederland actief toezien dat het werkplan geïmplementeerd gaat worden.

Naast de dwanglicenties voor medicijnen richt de discussie over intellectueel eigendom zich op het eigendomsrecht op plantenvariëteiten (art. 27 TRIPS). Dit speelt vooral in onderhandelingen over bilaterale handelsverdragen. De EU streeft daarbij in het algemeen naar een meer restrictieve bescherming binnen de ruimte die TRIPS laat. Daarbij gaat het vooral om de inperking van het recht van boeren om plantmateriaal uit eigen oogst te mogen hergebruiken of op kleine schaal te verkopen. Het is van belang daarbij het belang van kleine boeren in ontwikkelingslanden voldoende te laten meewegen.

Na enige jaren van uitgebreide debatten is WIPO als verantwoordelijke organisatie op dit terrein erin geslaagd een “Development Agenda” vast te stellen. Deze zal de basis moeten leveren voor een relevante bijdrage van WIPO aan het ontwikkelen en implementeren van systemen van intellectuele eigendomsbescherming die meer specifiek toegesneden zijn op de behoeften en mogelijkheden van ontwikkelingslanden. Zulke systemen zouden meer toegang tot kennis moeten verschaffen en een betere bescherming moeten bieden tegen onrechtmatige toeeigening van inheemse kennis.

Lees de gehele rapportage hier

IEF 6538

Jaarverslagen

Kamerstukken II 2007/08, 25434, nr. 41 Bijlage. Jaarverslag 2007 - Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (bijlage bij 25434, nr. 41)

"Voor Beeld en Geluid was 2007 het jaar waarin op alle fronten zichtbaar werd waar we sinds het ontstaan van het instituut in 1997 naar toe hebben gewerkt. Maar evenzeer als oogstjaar is het tiende bestaansjaar te typeren als het begin van een heel nieuwe fase. Een fase waarin de digitalisering van de archivering structureel zijn intrede heeft gedaan, een fase waarin we open zijn voor publiek en een fase waarin we te langen leste werk kunnen maken van het conserveren en digitaliseren van de kwetsbare av-collecties in het kader van Beelden voor de Toekomst. Dit alles maakte 2007 tot een buitengewoon enerverend jaar. Enerverend, maar ook zwaar. Met man en macht is gewerkt aan het inregelen van de publieksorganisatie, het beheersen van een digitaal archiveer- en uitleverproces en aan het uit de startblokken krijgen van een grootschalig programma als Beelden voor de Toekomst. Nieuwe uitdagingen, die geen tijd lieten om bij te komen van de race naar de opening, maar die met elan zijn opgepakt, zoals blijkt uit de resultaten die het afgelopen jaar zijn behaald en die we hieronder presenteren."

Lees het verslag hier

IEF 6536

Industriebrief 2008

Kamerstukken II 2007/08,  29826, nr. 32 (Bijlage). Industriebrief 2008 'Industrie, een wereld van oplossingen' (bijlage bij 29826, nr. 32)

Verbeteren intellectueel eigendom: Nederland zet zich sterk in voor een verdere harmonisatie van het Europese octrooibeleid, met name het tot stand brengen van een Europees geschilbeslechtingssysteem en het gemeenschapsoctrooi. In 2009 moet de toetreding van Nederland tot het Verdrag van Singapore wettelijk geregeld zijn, waarmee een belangrijke uitbreiding en vereenvoudiging van het merkenrecht wordt gerealiseerd.

Lees de brief hier