Octrooirecht  

IEF 342

Eindelijk grondwettelijke bescherming

Europese Grondwet, art. II-77:

1.  Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen, in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken. Niemand mag zijn eigendom worden ontnomen, behalve in het algemeen belang, in de gevallen en onder de voorwaarden waarin de wet voorziet en mits het verlies tijdig op billijke wijze wordt vergoed. Het gebruik van de goederen kan bij wet worden geregeld, voorzover het algemeen belang dit vereist.

2. Intellectuele eigendom is beschermd.

Toelichting: "De bescherming van intellectuele eigendom, één van de aspecten van het eigendomsrecht, wordt in lid 2 uitdrukkelijk vermeld wegens het toenemend belang ervan en het afgeleid Gemeenschapsrecht. De intellectuele eigendom omvat naast de literaire en de artistieke eigendom, onder meer het octrooi- en merkenrecht alsmede de naburige rechten. De in lid 1 opgenomen waarborgen zijn op passende wijze van toepassing op intellectuele eigendom". Lees Grondwet

IEF 338

De verliezer wint

Hoge Raad, vrijdag 13 mei 2005, nr. C03/308HR, Octrooizaak tussen goede bekenden Cordis en  Medinol. Cordis wordt niet ontvankelijk verklaard, omdat Medinol zich in deze al volledig heeft overgegeven.

3.3 Uit het voorgaande blijkt dat Medinol zich herhaaldelijk en weloverwogen op het standpunt heeft gesteld dat Cordis c.s. belang bij het voortzetten van het cassatieberoep missen. Tegen de achtergrond van hetgeen Cordis c.s. hebben gesteld omtrent het belang bij voortzetten van het geding in cassatie, welke stelling erop neerkomt dat zodanig belang eerst ontbreekt indien Medinol tevens afstand doet van alle pretense aanspraken op verbeurde dwangsommen wegens niet nakomen van het bij het bestreden arrest opgelegde verbod, kan aan deze verklaring redelijkerwijze geen andere betekenis toekomen dan dat Medinol jegens Cordis c.s. onvoorwaardelijk en onherroepelijk afstand heeft gedaan van alle rechten die zij meent nog te kunnen ontlenen aan de bestreden uitspraak.

3.4 Mede in aanmerking genomen de door Medinol gedane toezeggingen ten aanzien van de proceskosten, brengt het in 3.3 overwogene mee dat Cordis c.s. geen belang meer hebben bij hun cassatieberoep, zodat zij daarin niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Lees arrest.

IEF 332

Gimmick

'Iedereen kreeg een tas vol informatie en een leuke gimmick mee naar huis', meldt een onderschrift bij de fototreportage over het Octrooicongres van 23 maart. 'Ongeveer 250 genodigden uit de IE wereld waren hiervoor bijeengekomen. In een gevarieerd programma werd een nieuwe impuls gegeven aan innovatie in Nederland. Jan Douwe Kroeske (CV) was een perfecte gastheer voor de diverse sprekers.' Bekijk foto's en presentaties hier. Zie ook Hoofdstad van het recht.

IEF 315

Zo ja, deelt u de mening dat dit democratisch is?

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van Justitie en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over het Europees Octrooibureau. Arda Gerkens is ergens van geschrokken, zo te lezen, maar van wat? Waarschijnlijk van mededelingen van de anti-softwareoctrooilobby. "Deelt u de mening dat de Raad van beheer ook de mogelijkheid heeft iets aan de inventiviteit te doen en aldus een oplossing zou kunnen invoeren ten aanzien van het trivialiteitsprobleem? Zo neen, waarom niet?"  Lees alle vragen

IEF 300

Hoofdstad van het recht

Persbericht EPO: "The European Patent Office is an asset for the Dutch economy"
 
As the largest international organisation located in The Netherlands, the EPO is well integrated in the national and regional business life: "The European Patent Office's operations and investments at The Hague significantly contribute to the Dutch economy, especially the province of Zuid-Holland", EPO's new Vice President of Directorate General Operations Mr Hammer explained. "For every 266 Euros spent in Zuid-Holland, 1 comes from the EPO. (...) This is a thriving, multi-tasking and multi-faceted enterprise with a very demanding mission." "By granting patents the EPO brings legal certainty to the innovation process. In that respect, our work is very close to tasks performed by other institutions located in the 'capital of law'". De problemen met de Nederlandse bureaucratie zijn nog niet opgelost, maar daar wordt aan gewerkt, aldus mr. Hammer. Lees meer en nog meer.

IEF 297

Exclusieve bevoegdheid van de Haagse rechter in octrooigeschillen uitgebreid?

In een vonnis van 4 mei 2005 van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem is aan de orde of gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door het sturen van brieven aan (potentiële) afnemers van eiseres waarin zij waarschuwt voor octrooi-inbreuk. Eiseres is van mening dat de (potentiële) afnemers ten onrechte uit de brief zullen afleiden nemen dat eiseres inbreuk maakt op de octrooirechten van gedaagde en dat zij hierdoor schade leidt. Zij vordert daarom een verbod op het doen van dergelijke onrechtmatige mededelingen.

Op grond van artikel 80 van de Rijksoctrooiwet 1995 heeft de Haagse rechtbank exclusieve bevoegdheid in de in dat artikel opgesomde octrooirechtelijke geschillen. Daarbij gaat het onder meer om geschillen over de vaststelling van de geldigheid van octrooien en in geschillen over octrooi-inbreuk. Geschillen over de vraag of de handhaving van een octrooi rechtmatig is, vallen hier naar de letter van de wet niet onder. De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem is evenwel van oordeel dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat de Rechtbank Den Haag tóch exclusief bevoegd is, en verwijst de zaak naar de Voorzieningenrechter in Den Haag. lees het vonnis

IEF 287

Raben vs. De Staat

De Rechtbank Den Haag heeft op 27 april jl. vonnis gewezen in een enigszins opmerkelijke octrooizaak tussen Raben, doe zich liet vertegenwoordigen door mr R. Moszcwicz, tegen het BIE (nu: Octrooicentrum Nederland) en de Staat der Nederlanden in de hoedanigheid van de Ministers van Vreemdelingenzaken en Intergratie en van Buitenlandse zaken.  

Raben heeft, ondanks een herinnering van het EOB, verzuimd om de taksen voor een Europese octrooiaanvrage tijdig te voldoen, waarna het EOB de octrooiaanvrage formeel als ingetrokken heeft beschouwd per november 1995. Raben vordert dat de Staat cs wordt veroordeeld om aan Raben terzake van zijn uitvinding alsnog een Nederlands octrooi op basis van de ROW 1995 te doen verlenen en deze te doen inschrijven in het Nederlandse octrooiregister, terwijl hij voor de uitvinding nooit een Nederlands octrooi heeft aangevraagd.

Raben heeft, ondanks een herinnering van het EOB, verzuimd om de taksen voor een Europese octrooiaanvrage tijdig te voldoen, waarna het EOB de octrooiaanvrage formeel als ingetrokken heeft beschouwd per november 1995. Raben vordert dat de Staat cs wordt veroordeeld om aan Raben terzake van zijn uitvinding alsnog een Nederlands octrooi op basis van de ROW 1995 te doen verlenen en deze te doen inschrijven in het Nederlandse octrooiregister, terwijl hij voor de uitvinding nooit een Nederlands octrooi heeft aangevraagd.

Volgens Raben is de kern van de zaak dat het EOB bij de behandeling en intrekking van zijn Europese octrooiaanvrage fouten heeft gemaakt, die de Haagse rechtbank in deze procedure tegen de Staat en het BIE recht behoort te zetten, mede nu het EOB immuniteit ontbeert. Raben neemt daarbij onder meer de opmerkelijke stelling in dat het EOB zou handelen als "gevolmachtigde" van het BIE en/of de Staat.

De rechtank wijst de vorderingen van Raben af omdat "niet valt in te zien dat de Staat cs zou kunnen worden veroordeeld tot het "rechtzetten" van de beweerdelijk door een derde - het EOB - jegens Raben bij zijn Europese octrooiaanvrage gemaakte fouten."

De stellingen van Moszcowicz getuigen van creativiteit en fantasie. Helaas raakte de rechtbank halverwege de draad kwijt.

lees vonnis

IEF 280

Onderwateroctrooien

Artikel in de NYT over onderwateroctrooien: "Most people would like to see that a small inventor can succeed in this country," Mr. Stout said. "This is proof that it can happen." But others find the growth of patent holding companies troublesome rather than heartwarming. Critics of the patent system maintain that these companies - called "patent trolls" by their detractors - rely on excessively broad patents, particularly for software, that should never have been granted in the first place.

IEF 273

Ondertussen in Liechtenstein

Nog even een korte bespreking van het arrest van GvEA in de zaken C-207/03 en C-252/03, 21 april 2005, Novartis tegen UK Comptroller- General of Patents, Designs and Trademark / Min. EZ Frankrijk tegen Millenium Pharmaceuticals. Betreft prejudiciële vragen over de berekening van de duur van een aanvullend beschermingscertificaat.  Moet de datum van afgifte van een marktvergunning in Zwitserland, die automatisch in Liechtenstein (EER) wordt erkend, worden beschouwd als die van de eerste vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel in de EER? Ja, dat moet.

Verordening nr. 1768/92 strekt ertoe de lengte van de periode te compenseren die verloopt tussen de indiening van een aanvraag voor een octrooi op een geneesmiddel en de vergunning voor het in de handel brengen van dat geneesmiddel, door in bepaalde gevallen te voorzien in een aanvullende periode van octrooibescherming. De houder van zowel een octrooi als van een certificaat moet niet in aanmerking kunnen komen voor een uitsluitend recht van meer dan vijftien jaar in totaal vanaf de afgifte van de eerste VHB van het betrokken geneesmiddel in de EER. Wanneer zou zijn uitgesloten dat een door de Zwitserse autoriteiten verleende en automatisch door het Vorstendom Liechtenstein erkende VHB een eerste VHB in de zin van de verordening kan vormen, dan zou de duur van de aanvullende certificaten moeten worden berekend op grond van een later in de EER verleende VHB. Het tijdvak van vijftien jaar uitsluitend recht in de EER zou daarmee dreigen te worden overschreden. Lees arrest.

IEF 271

vormen van gebiedsbescherming

Hof Den Haag, 24 maart 2005, LJN: AT4660, 04/694 en 04/695. Hoger beroep. MDI tegen [VR]. Interessant vonnis over ingewikkelde materie: groepsvrijstellingen, octrooilicenties en IPR.

Betreft een schriftelijke overeenkomst gesloten, getiteld: “Agreement for License to use Patents, Trademarks, Tradename, Know-how and Proprietary Interests” Tussen partijen zijn geschillen gerezen, met name ten aanzien van de verplichtingen van VR tot betaling van royalties aan MDI. Deze geschillen zijn, op de voet van het arbitrage-beding, door MDI aanhangig gemaakt bij de American Arbitration Association. De arbitrage-procedure heeft geleid tot drie vonnissen. MDI verzoekt, op de voet van het Verdrag van New York van 1958 en de artikelen 1075 en 985 tot en met 991 Rv. erkenning en verlof tot tenuitvoerlegging van de drie hiervoor genoemde arbitrale vonnissen. Strijd met Europese wet- en regelgeving. Lees vonnis