Octrooirecht  

IEF 19293

Vernietiging conclusies octrooi wegens ontbreken inventiviteit

Rechtbank Den Haag 27 mei 2020, IEF 19293; ECLI:NL:RBDHA:2020:4632 (Sisvel tegen Oppo c.s. en Wiko c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-conclusies-octrooi-wegens-ontbreken-inventiviteit

Rechtbank Den Haag 27 mei 2020, IEF 19293, IT 3174; ECLI:NL:RBDHA:2020:4632 (Sisvel tegen Oppo c.s. en Wiko c.s.) Octrooirecht. Sisvel beheert wereldwijd geldende intellectuele eigendomsrechten op onder meer draadloze communicatie. Sisvel stelt dat Oppo c.s. en Wiko c.s. met verschillende typen mobiele telefoons (direct of indirect) inbreuk maken of dreigen te maken op de conclusies 4 en 8 van haar octrooi EP 536. Oppo c.s. en Wiko c.s. verweren zich door te stellen dat het octrooi van Sisvel nietig is, omdat niet aan de vereisten nieuwheid en inventiviteit wordt voldaan. De rechtbank gaat hierin mee. Conclusies 4 en 8 van het octrooi zijn niet inventief, omdat het inventiviteit ontbeert ten opzichte van Eriksson.

IEF 19281

Beoordelingsruimte voor het College ter beoordeling van geneesmiddelen

Rechtbank Amsterdam 14 mei 2020, IEF 19281; ECLI:NL:RBAMS:2020:2976 (Handelsvergunning melatonineproducten), https://ie-forum.nl/artikelen/beoordelingsruimte-voor-het-college-ter-beoordeling-van-geneesmiddelen-1

Rechtbank Amsterdam 14 mei 2020, IEF 19281, LS&R 1829; ECLI:NL:RBAMS:2020:2976 (Handelsvergunning melatonineproducten) Eiseres heeft op 28 augustus 2015 een handelsvergunning voor haar melatonineproducten aangevraagd bij verweerder, omdat de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) het standpunt heeft ingenomen dat melatonineproducten met een dosering van 0.3 mg of meer geneesmiddelen zijn en dat voor de verhandeling van deze producten een handelsvergunning noodzakelijk is. Het College ter beoordeling van geneesmiddelen (verweerder) heeft de aanvraag primair geweigerd, omdat na onderzoek niet is gebleken dat de melatonineproducten van eiseres de gestelde therapeutische werking bezitten. Hierbij is verweerder uitgegaan van de Guideline voor insomniapatiënten met een volledige DSM-diagose. Eiseres bestrijdt dat zij om een handelsvergunning heeft verzocht voor insomniapatiënten met een volledige DSM-diagose en stelt dat het weigeren van de aanvraag en het weigeren de aanvraag buiten het beoordelingskader van de Guideline te beoordelen, grote financiële gevolgen voor haar heeft. Verweerder blijft bij zijn standpunt dat het gehanteerde insomnia-kader moet worden toegepast. Er wordt overwogen dat verweerder bij de vervulling van zijn taak beschikt over beoordelingsruimte die ervoor zorgt dat verweerder ook in dit geval de Guideline als uitgangspunt van zijn beoordeling mocht nemen.

IEF 19277

Dubbel sluiten exclusieve licentieovereenkomst

Hof Den Haag 28 jan 2020, IEF 19277; ECLI:NL:GHDHA:2020:1005 (Silife tegen Roka), https://ie-forum.nl/artikelen/dubbel-sluiten-exclusieve-licentieovereenkomst

Hof Den Haag 28 januari 2020, IEF 19277, LS&R 1828; ECLI:NL:GHDHA:2020:1005 (Silife tegen Roka) Liquistone is rechthebbende van een octrooi van onder meer een octrooi dat de techniek voor het stabiliseren van siliciumzuur en de voortbrengselen van het stabiliseren van het siliciumzuur onder bescherming stelt. Liquistone en Silife Ltd. sloten op 29 mei 2010 een exclusieve licentieovereenkomst (Silife-licentieovereenkomst). Op 6 april 2013 sloten Liquistone en Roka een exclusieve licentieovereenkomst met betrekking tot hetzelfde octrooi (Roka-licentieovereenkomst). Het hof oordeelt dat de Silife-licentieovereenkomst niet rechtsgeldig ontbonden was.

IEF 19269

HvJ EU genuanceerd over gratis verstrekking medicijnmonsters aan apothekers

HvJ EU 11 jun 2020, IEF 19269; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-genuanceerd-over-gratis-verstrekking-medicijnmonsters-aan-apothekers

HvJ EU 11 juni 2020, IEF 19269, LS&R 1827, IEFbe 3084; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis) Het Europees Hof van Justitie beantwoordt in deze zaak prejudiciële vragen van het Bundesgerichthof over de uitleg van artikel 96 lid 1 en 2 van Richtlijn 2001/83/EG. De vraag wordt gesteld in het kader van een geding tussen Ratiopharm en Novartis, waarin Novartis verzoekt om Ratiopharm te verbieden gratis monsters van geneesmiddelen aan apothekers te verstrekken. Novartis produceert en verkoopt het geneesmiddel Voltaren Schmerzgel, dat de werkzame stof Diclofenac bevat. Ratiopharm brengt het geneesmiddel Diclo-ratiopharm-Schmerzgel in de handel, dat eveneens de stof Diclofenac bevat. Ratiopharm heeft “voor demonstratiedoeleinden” gratis verkoopverpakkingen met dat geneesmiddel verstrekt aan Duitse apotheken. Het Bundesgerichthof stelt het Hof van Justitie de vraag of artikel 96 lid 1 van de Richtlijn zo moet worden uitgelegd dat het, onder bepaalde voorwaarden, farmaceutische ondernemingen toestaat gratis monsters van geneesmiddelen ook aan apothekers te verstrekken. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Artikel 96 lid 1 van de Richtlijn moet zo worden uitgelegd, dat het de mogelijkheid van verstrekking van gratis monsters aan apothekers toestaat, mits dit geen geneesmiddelen zijn die zijn onderworpen aan een medisch recept. Dergelijke geneesmiddelen mogen namelijk niet worden gebruikt zonder medisch toezicht.

IEF 19245

Doorgeven van meldingen bij medicatiebewakingssyteem niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 2 jun 2020, IEF 19245; ECLI:NL:RBDHA:2020:4860 (Novartis tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/doorgeven-van-meldingen-bij-medicatiebewakingssyteem-niet-onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 2 juni 2020, IEF 19245,LS&R 1825; ECLI:NL:RBDHA:2020:4860 (Novartis tegen Teva) Kort geding. Verbodsvordering gebaseerd op het (faciliteren) van (in)directe octrooi inbreuk in Oostenrijk door de Nederlandse handelsvergunninghouder. De Nederlandse handelsvergunninghouder heeft hangende de kort geding-procedure de handelsvergunning overgedragen aan de Oostenrijkse farmaceutische vergunninghouder (Rathiopharm). Heeft overdracht van de handelsvergunningen plaatsgevonden en zo ja, is de overdracht nietig? Het toepasselijk recht is o.b.v. artikel 4 Rome I Oostenrijks recht.

IEF 19225

Online webinars modernisering Rijksoctrooiwet 1995

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland organiseert op 3 juni vier interactieve webinars over de modernisering van de Rijksoctrooiwet 1995, waarbij verschillende aspecten van de vernieuwing van de Rijksoctrooiwet worden besproken.

Meer weten?

IEF 19203

Nederlands deel van octrooien nietig vanwege toegevoegde materie

Rechtbank Den Haag 13 mei 2020, IEF 19203; ECLI:NL:RBDHA:2020:4264 (DTS tegen Samsung), https://ie-forum.nl/artikelen/nederlands-deel-van-octrooien-nietig-vanwege-toegevoegde-materie

Rechtbank Den Haag 13 mei 2020, IEF 19203; ECLI:NL:RBDHA:2020:4264 (DTS tegen Samsung) DTS legt zich – onder meer – toe op het technisch en commercieel exploiteren van de intellectuele eigendomsrechten die zij overgedragen heeft gekregen van Ward Participations bv. Samsung c.s. is actief op het gebied van computers, software, elektronische en telecommunicatieapparatuur. DTS is houdster van Europees octrooi EP 099 en EP 140. DTS stelt dat Samsung inbreuk maakt op EP 099 en EP 140 in Nederland en de overige gedesigneerde landen. Er wordt geoordeeld dat het Nederlandse deel van de octrooien nietig is vanwege de toegevoegde materie. Er is dus geen inbreuk gemaakt en daardoor hoeft Samsung geen producten van de Nederlandse markt te halen. De procedure wordt geschorst in afwachting van het oordeel over nietigheid van bevoegde rechters over de buitenlandse delen.

IEF 19178

HvJ EU geeft uitleg over 'van kracht zijnd basisoctrooi'

HvJ EU 30 apr 2020, IEF 19178; ECLI:EU:C:2020:327 (Royalty Pharma tegen DPMA), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-geeft-uitleg-over-van-kracht-zijnd-basisoctrooi

HvJ EU 30 april 2020, IEF 19178, LS&R 1815, IEFbe 3071; ECLI:EU:C:2020:327 (Royalty Pharma tegen DPMA) Royalty Pharma Collection Trust (hierna: Royalty Pharma) is houder van een aangevraagde Europees octrooi. Deutsches Patent- und Markenamt (hierna: DPMA) is het Duits octrooi- en merkenbureau. Royalty Pharma en DPMA hebben een geschil over de weigering van een aanvullend beschermingscertificaat voor sitagliptine, een stof die wordt gebruikt voor de behandeling van diabetes mellitus. De werkzame stof was als klasse stoffen in de vorm van een functionele formule in het basisoctrooi opgenomen. De verwijzende rechter, het Bundespatentgericht, stelde daarom de vraag of (1) een product slechts beschermd is door een van kracht zijnde basisoctrooi als deze onder de beschermingsomvang van de octrooiconclusies valt in de vorm van een specifiek aan de vakman geopenbaarde vorm ("embodiment") van de stof, of dat het (2) ook beschermd kan worden als de stof onder een in de octrooiconclusies beschermde functionele formule voor een klasse van stoffen valt, maar niet individueel geclaimd is in een van de conclusies; en (3) of een product wordt beschermd door een van kracht zijnde basisoctrooi als een stof onder de in een conclusie geclaimde functionele formule valt, maar deze stof later als een eigen inventieve ontwikkeling ("independent inventive step") is ontwikkeld.

Royalty Pharma verzoekt om heropening van de mondelinge behandeling en voert twee argumenten aan. Ten eerste heeft de A-G  het verkeerde octrooi genoemd in zijn conclusie en ten tweede zou hij zijn afgeweken van het Teva-arrest. Zie [IEF 18685]. Er wordt geoordeeld dat de te herstellen feitelijke onjuistheden niet van dien aard zijn dat zij een beslissende invloed hebben op de beslissing van het HvJ EU en daarom de heropening van de mondelinge fase van de procedure rechtvaardigen. Er wordt tevens opgemerkt dat Royalty Pharma wenst te reageren op de conclusie van de A-G, terwijl dat niet mogelijk is. Volgens het Hof is er voldoende voorgelicht om de vragen van de verwijzende rechter te beantwoorden en dat partijen hun standpunten over alle argumenten op basis waarvan de onderhavige zaak moet worden beslecht, voldoende hebben kunnen uitwisselen.

De prejudiciële vragen worden als volgt beantwoord:

IEF 19163

Octrooi op medisch hulpmiddel vernietigbaar bij gebrek aan inventiviteit

Rechtbank Den Haag 23 okt 2019, IEF 19163; ECLI:NL:RBDHA:2019:11142 (Biolitec tegen Tobrix), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-op-medisch-hulpmiddel-vernietigbaar-bij-gebrek-aan-inventiviteit

Rechtbank Den Haag 23 oktober 2019, IEF 19163, LS&R 1813; ECLI:NL:RBDHA:2019:11142 (Biolitec tegen Tobrix) Tussenvonnis. Biolitec legt zich toe op de ontwikkeling en productie van medische lasersystemen en optische vezels. Tobrix exploiteert een groothandel in medische instrumenten en laboratoriumbenodigdheden.Tobrix produceert en verhandelt – onder meer – twee soorten radiaal fibers (radiaal vezels), de TXMF600R en de TXMF400R. Biolitec is houdster van octrooi EP 2 620 119 B1 (EP 119), dat betrekking heeft op een ‘Endoluminal laser ablation device for treating veins’. Het octrooi van Biolitic is vernietigbaar bij gebrek aan inventiviteit. Biolitic mag nog reageren op het verweer tegen subsidiaire hulpverzoeken. Een provisioneel inbreukverbod is niet toewijsbaar want die hulpverzoeken slagen voorshands niet. Zie ook [LS&R 1810].

IEF 19145

Hoofdconclusie was niet inventief

Rechtbank Den Haag 15 apr 2020, IEF 19145; ECLI:NL:RBDHA:2020:3414 (Biolitec tegen Tobrix), https://ie-forum.nl/artikelen/hoofdconclusie-was-niet-inventief

Rechtbank Den Haag 15 april 2020, IEF 19145, LS&R 1810; ECLI:NL:RBDHA:2020:3414 (Biolitec tegen Tobrix) Inrichting voor laserbehandeling aderen. Biolititec benadrukt dat zij, anders dan de rechtbank in het tussenvonnis had overwogen, vasthoudt aan de geldigheid van de afhankelijke conclusies van EP 119 zoals verleend. Dat brengt de rechtbank bij de vraag of de afhankelijke conclusies van EP 119 inventief zijn. Daarnaast heeft Biolititec subsidiair nog gesteld dat de rechtbank, indien conclusie 1 volgens haar hulpverzoeken geen stand houdt en de afhankelijke conclusies van EP 119 waarop Tobrix inbreuk maakt ook niet inventief zijn, de geldigheid van de onderconclusies van de hulpverzoeken dient te beoordelen. De hoofdconclusie was niet inventief. De hulpverzoeken en afhankelijke conclusies waarop inbreuk zou zijn gemaakt, zijn ook niet inventief. De rechtbank zal de conclusies 1, 2, 3, 7, 12, 13, 14 en 15 in reconventie vernietigen omdat zij niet inventief zijn en de conclusies 4 tot en met 6 en 8 tot en met 11 in stand laten.