Hof bekrachtigt vonnis rechtbank: uitlatingen aan journalist in telefoongesprek niet onrechtmatig
Hof Den Haag 7 januari 2025, IEF 22681; ECLI:NL:GHDHA:2025:626 (Appellant en Corpocon tegen Geïntimeerde). Geïntimeerde is ledselschadeadvocaat en Appellant is een belangenbehartiger die onder meer benadeelden bijstaat bij de afwikkeling van (massa)schadeclaims. Appellant is enig aandeelhouder en bestuurder van Corpocon. Via Corpocon behartigt Appellant de belangen van een groep slachtoffers van het schietincident in winkelcentrum ‘De Ridderhof’ in Alphen aan den Rijn. Een journalist heeft een artikel in het AD geschreven waarin hij zich negatief uitlaat over Appellant en zijn werkwijze bij de belangenbehartiging van de slachtoffers van het schietincident. De Raad voor de Journalistiek oordeelde dat het AD en de journalist onzorgvuldig hebben gehandeld. Geïntimeerde was telefonisch benaderd door de journalist van het artikel met vragen over de rol van Appellant in de schadeafhandeling van het schietincident. Tijdens dit telefoongesprek heeft Geïntimeerde zich kritisch uitgelaten. Appellant meent dat Geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen, omdat hun eer en goede naam is geschaad door de uitlatingen. In de procedure voor de rechtbank vorderde Appellant dan ook een verklaring voor recht dat Geïntimeerde jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld door zijn uitlatingen in het artikel van het AD. De rechtbank heeft dit afgewezen en nu gaat Appellant in hoger beroep.