Exploitatieovereenkomst van een format voor een tv-programma niet vernietigd
Hof Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22407; ECLI:NL:GHAMS:2024:2077 (Appellant tegen geïntimeerden). Geïntimeerden zijn onderdeel van een werkmaatschappij die zich richt op de productie van televisieprogramma’s. Appellant heeft voor geïntimeerden gewerkt. Appellant heeft geïntimeerden benaderd met een zelfbedacht format voor een televisieprogramma, wat uiteindelijk 'Paleis voor een Prikkie' is gaan heten. Hierover hebben de partijen een exploitatieovereenkomst gesloten, waarbij ze de eigendomsrechten op het format gelijkelijk (50/50) hebben verdeeld. Het programma werd uitgezonden door SBS/Talpa. Appellant stelt dat zij bij het sluiten van de exploitatieovereenkomst een onjuiste voorstelling van zaken had. Zij was niet op de hoogte van de inhoud van de afspraken die geïntimeerden inmiddels met SBS/Talpa hadden gemaakt, waarbij de formatinkomsten volgens appellant grotendeels aan SBS/Talpa zijn toegekend. Appellant vordert daarom vernietiging of (subsidiair) ontbinding van de exploitatieovereenkomst, alsmede schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van appellant deels toegewezen en de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden. Appellant heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Zij vordert primair verklaringen voor recht dat geïntimeerden zonder toestemming het format van Paleis voor een Prikkie hebben geëxploiteerd of (exploitatie)rechten hebben verleend aan derden, en dat de exploitatieovereenkomst tot stand is gekomen door bedrog, dwaling of schending van het auteurscontractenrecht.