Octrooirecht  

IEF 18731

Jurisprudentielunch Octrooirecht

Blijf up to date en kom naar de jaarlijkse Jurisprudentielunch Octrooirecht van deLex, op woensdag 11 december. Met het volledige overzicht van relevante uitspraken, aangeboden door Bart van den Broek en Willem Hoyng.
Kijk hier voor meer informatie.

IEF 18831

Conclusie P-G centraal beperkt octrooi

Hoge Raad 18 okt 2019, IEF 18831; ECLI:NL:PHR:2019:1192 (High Point Sarl tegen KPN), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-p-g-centraal-beperkt-octrooi

Parket bij HR 18 oktober 2019; IEF 18831, IT 2949; ECLI:NL:PHR:2019:1192 (High Point Sarl tegen KPN) Deze zaak is een vervolg op het eerdere, tussentijdse, cassatieberoep tegen het tussenarrest van het gerechtshof Den Haag van 3 november 2015, waarin in het principale cassatieberoep – samengevat – de vraag diende te worden beantwoord of de uitoefening van het recht van de octrooihouder om op de voet van art. 138 lid 3 Europees Octrooiverdrag zijn octrooi te beperken door wijziging van de conclusies, in de weg staat aan toepassing door de rechter van de (nationale) twee-conclusieregel. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 15 september 2017 [IEF 17105] het principale beroep verworpen, evenals het incidentele cassatieberoep dat – in de kern – over afstand van recht handelde. Nu draait het om de gevolgen van het (inmiddels) door het Europees Octrooibureau (EOB) toegestane verzoek om de omvang van het octrooi te beperken als bedoeld in de art. 105a-c EOV. Consequentie van een dergelijke beslissing is dat de centrale beperking van het octrooi terugwerkende kracht heeft (art. 68 EOV).

IEF 18821

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Uitvinding ´team peeling processing system´ is niet nieuw

Rechtbank Den Haag 15 nov 2019, IEF 18821; ECLI:NL:RBDHA:2019:12109 (Tomra tegen Kiremko), https://ie-forum.nl/artikelen/uitvinding-team-peeling-processing-system-is-niet-nieuw

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 november 2019, IEF 18821; ECLI:NL:RBDHA:2019:12109 (Tomra tegen Kiremko) Kort geding.Tomra is een onderneming die sorteer-, schil- en verwerkingsmachines produceert. Zij is houdster van het octrooi voor een 'steam peeling processing system'. Kiremko is een fabrikant van machines voor de aardappelverwerkende industrie, waaronder de Strata Invicta. Volgens Tomra maakt Kiremko door de productie en distributie van de Strata Invicta inbreuk op het octrooi van Tomra. In de onderhavige zaak is echter geoordeeld dat de uitvinding van Tomra, waarop het octrooi berust, niet aan het nieuwheidscriterium voldoet. De maatstaf uit het exhibitivonnis was te streng, aangezien hier geen sprake was van een situatie waarin het kenmerk uitsluitend in een tekening is geopenbaard. Daarnaast zijn de conclusies waarop de vordering steunt, niet geldig. Tomra is daarmee in het ongelijk gesteld.

IEF 18810

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Aanvulling ex artikel 31/32 Rv afgewezen

Rechtbank Den Haag 6 nov 2019, IEF 18810; (Medical Workshop tegen Sharpsight), https://ie-forum.nl/artikelen/aanvulling-ex-artikel-31-32-rv-afgewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 6 november 2019, IEF 18810, LS&R 1754; (Medical Workshop tegen Sharpsight) Kort geding. Aanvullend vonnis. Medical Workshop is een totaalleverancier in oogheelkunde. De heer Gonçalves, bestuurder van Sharpsight, is oogarts en houder van een aantal octrooien waaronder het Europees octrooi EP 2 109 425 B1. Dit octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Eind 2009 hebben Medical Workshop en Sharpsight een licentieovereenkomst gesloten m.b.t. Invitria, een product voortgekomen uit het octrooi. Eerder werd geoordeeld [IEF 18761 en LS&R 1745] dat men kon verwachten dat de naam Invitria aan het product verbonden zou blijven. Dit leidt ertoe dat (Sharpsight via Gonçalves, omdat hij de octrooihouder is en hij na afloop van de Licentieovereenkomst als enige recht heeft het product te (doen) produceren en verhandelen, ook het recht heeft de naam Invitria voor het product te gebruiken. Volgens Medical Workshop dient het vonnis op twee punten te worden aangevuld ex artikel 31/32 Rv. Dit verzoek wordt afgewezen. Er is o.a. niet verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde. Ook bevat het vonnis geen fouten die hersteld moeten worden.

IEF 18800

Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland

Aanvullend beschermingscertificaat terecht geweigerd

Rechtbank Den Haag 30 okt 2019, IEF 18800; (Gilead Sciences tegen Octrooicentrum Nederland), https://ie-forum.nl/artikelen/aanvullend-beschermingscertificaat-terecht-geweigerd

Rechtbank Den Haag 30 oktober 2019, IEF 18800, LS&R 1750; (Gilead Sciences tegen Octrooicentrum Nederland) Gilead Sciences heeft een verzoek ingediend om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat ten aanzien van het HIV-geneesmiddel Truvuda, bestaande uit een combinatie van de werkzame antivirale stoffen tenofovir disoproxil en emtricitabine. Het Octrooicentrum Nederland heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing van de aanvraag berust op de grond dat niet is voldaan aan de voorwaarde dat het product (i.c. de combinatie van tenofovir disoproxil en emtricitabine) wordt beschermd door het bij de aanvraag aangewezen basisoctrooi. Nadat het Hof van Justitie van de EU een prejudiciële vraag had beantwoord [IEF 17872], is de rechter meegegaan met het oordeel van het Octrooicentrum Nederland. Het Octrooicentrum Nederland stelt dat weliswaar de stof tenofovir disoproxil wordt beschermd door het basisoctrooi, maar dat dit niet geldt voor de combinatie van deze stof met emtricitabine. Dit omdat de gemiddelde vakman dit niet uit het octrooi zou kunnen afleiden. Het in de conclusie genoemde element 'andere therapeutische bestanddelen' doet niet blijken dat daarmee de combinatie met emtricitabine is bedoeld, ook gezien emtricitabine in het octrooi niet is genoemd. Bijgevolg is het verzoek terecht afgewezen.

IEF 18796

Uitspraak ingezonden door Olaf van Haperen en Nadiya Disveld, Eversheds Sutherland.

Vorderingen staken eindvonnis afgewezen

Rechtbank Den Haag 11 okt 2019, IEF 18796; (VG Colours tegen HE Licenties en Hanson Uitgevers), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-staken-eindvonnis-afgewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 11 oktober 2019, IEF 18796; (VG Colours tegen HE Licenties en Hanson Uitgevers). HE Licenties is de exclusieve licentiehoudster voor de exploitatie van NL 904 voor een ‘substance introduction method for plant and plant obtained therewith’. Op 19 juni jl. is onder meer geoordeeld [IEF 18535] dat VG Colours inbreuk heeft gemaakt op het octrooi door Royal Blue Phalaenopsis te verhandelen en is VG Colours veroordeeld tot afdracht van winst behaald met de verhandeling. HE Licenties is de executie aangevangen en heeft derdenbeslagen laten leggen voor de betaling van de kostenveroordeling en voor de vordering tot vergoeding van de schade nader op te maken bij staat. Eveneens heeft HE Licenties bewijsbeslagen gelegd. In dit kort geding vordert VG Colours dat de voorzieningenrechter zal bevelen dat HE Licenties de verdere tenuitvoerlegging van het eindvonnis moet staken vanwege een onvolledige beoordeling van het geschil en misslagen van de rechtbank. Ook stelt zij dat op buitenproportionele wijze wordt geëxecuteerd en dat hierbij sprake zou zijn van onrechtmatig wapperen. De vorderingen van VG Colours worden afgewezen. Ook het wapperverbod wordt afgewezen.

IEF 18787

Wijziging Rijksoctrooiwet

De Eerste Kamer heeft gisteren, 29 oktober, de wijziging van de Rijksoctrooiwet in verband met het eengemaakt octrooigerecht en de Verordening eenheidsoctrooibescherming  aanvaard.
https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35187_overeenkomst_eengemaakt

De wetswijziging zal binnenkort in het Staatsblad worden gepubliceerd en op een later tijdstip, samen met de Verordening eenheidsoctrooibescherming en het Verdrag voor de oprichting van het Eengemaakt octrooigerecht, in werking treden. Het is op dit moment nog onduidelijk wanneer dat het geval zal zijn.

IEF 18761

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Afspraken uit licentieovereenkomst bepalen mede recht op naam 'Invitria'

Rechtbank Den Haag 16 okt 2019, IEF 18761; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight), https://ie-forum.nl/artikelen/afspraken-uit-licentieovereenkomst-bepalen-mede-recht-op-naam-invitria

Rechtbank Den Haag 16 oktober 2019, IEF 18761, LS&R 1745; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight) Medical Workshop is een totaalleverancier in oogheelkunde. De heer Gonçalves, bestuurder van Sharpsight, is oogarts en houder van een aantal octrooien waaronder het Europees octrooi EP 2 109 425 B1. Dit octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Eind 2009 hebben Medical Workshop en Sharpsight een licentieovereenkomst gesloten m.b.t. Invitria, een product voortgekomen uit het octrooi. Medical Workshop is houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA. In 2019 heeft Sharpsight het Uniewoordmerk INVITRIA gedeponeerd voor waren en diensten in klasse 10. Na publicatie door het EUIPO heeft Medical Workshop oppositie ingesteld tegen dit depot, waarop nog niet is beslist.
Medical Workshop wil dat Sharpsight ieder gebruik van het merk Invitria staakt en gestaakt houdt. Geoordeeld wordt dat Medical Workshop en Sharpsight redelijkerwijs konden verwachten dat de naam Invitria aan het product verbonden zou blijven. Dit leidt ertoe dat (Sharpsight via Gonçalves, omdat hij de octrooihouder is en hij na afloop van de Licentieovereenkomst als enige recht heeft het product te (doen) produceren en verhandelen, ook het recht heeft de naam Invitria voor het product te gebruiken.

IEF 18759

Artikel ingezonden door Bas Berghuis van Woortman en Raoul Soullié, Simmons & Simmons.

Artikel van Antwoord: Ferring vs. Fein deel II

Dit artikel is geschreven door B.J. Berghuis van Woortman en R.P. Soullié van Simmons & Simmons, de advocaten van onder meer Reprise en Fein.   

Menigeen zal verbaasd kennis hebben genomen van het artikel met de titel “Amerikaanse beslissing in geschil Ferring tegen Reprise, Serenity en Fein” dat op 8 oktober jl. op IE-Forum verscheen [IEF 18738]. Aanvankelijk vermeldde het bericht niet dat de inzenders Ferring vertegenwoordigen. Die omissie is inmiddels rechtgezet, maar de inhoudelijke verbazing blijft. Immers, enerzijds bevat het artikel inhoudelijk niets relevants voor de Nederlandse rechtspraktijk, en anderzijds heeft de publicatie betrekking op een geschil tussen partijen die ook zijn betrokken bij een Nederlandse procedure die zich thans in staat van wijzen bevindt. Daarmee lijken er ten minste twee goede redenen te bestaan voor IE-Forum om van de publicatie van het betreffende artikel af te zien. Het heeft er alle schijn van dat het belang van het artikel er met name in is gelegen dat het de advocaten van Ferring de mogelijkheid bood om de zaak na pleidooi nog eens onder de aandacht van de rechter te brengen, ofwel het bekende ‘napleiten’ (zie ook: https://www.baliebulletin.nl/tuchtrecht-8/).

IEF 18738

Artikel ingezonden door Tjibbe Douma, Dentons Boekel en Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek..

Amerikaanse beslissing in geschil Ferring tegen Reprise, Serenity en Fein

, IEF 18738; https://ie-forum.nl/artikelen/amerikaanse-beslissing-in-geschil-ferring-tegen-reprise-serenity-en-fein

Samenvatting en uitspraak zijn ingezonden door advocaten Tjibbe Douma en Gertjan Kuipers. Zij staan Ferring bij in een lopende procedure in Nederland.

Ferring aan de ene kant en Reprise, Serenity en Fein aan de andere kant zijn verwikkeld in een wereldwijd geschil ten aanzien van octrooirechten en octrooiaanvragen die zien op desmopressine. Fein werkte vroeger voor Ferring in de VS. In Nederland lopen verschillende procedures: een waar Ferring octrooirechten en octrooiaanvragen van Reprise op “low dose low plasma” desmopressine opeist [IEF 13792] en een waar Reprise c.s. octrooirechten van Ferring op een orodispergeerbare doseringsvorm van desmopressine (gedeeltelijk) opeist omdat deze zouden zien op “sublingual” [IEF 11445].

In een Amerikaanse procedure tussen Ferring tegen Reprise, Serenity en Fein heeft de rechter op 27 september jl. uitspraak gedaan. Anders dan in het Nederlandse systeem, worden in het Amerikaanse systeem standaard de betrokkenen gehoord. Ook in dit geval zijn de relevante getuigen uitgebreid ondervraagd door de partijen en de rechter en er is gekeken naar enig “corroborating evidence”. Het is op basis daarvan dat de Amerikaanse rechter vervolgens tot zijn oordeel is gekomen. Dit systeem was in dit geval in het bijzonder van belang nu het verhaal van Reprise, Serenity en Fein gestoeld was op eigen verklaringen over de gebeurtenissen in de zomer van 2001.