Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.048 artikelen gevonden
IEF 737

Goede raad

Vers op rechtspraak.nl: Raad van State, 3 augustus 2005, LJN: AU0416, 200408676/1. Beroep van SBS tegen boete wegens sluikreclame is gegrond.

Het CvdM heeft ten onrechte geconcludeerd dat SBS bewust reclame heeft gemaakt door het in beeld brengen van elektronische reclameborden van ABN AMRO, Radio 538, LAVOR en Ticket Box tijdens de live-uitzending van het Ajax 2001 Toernooi. Dat het reclamemateriaal voor het televisiekijkend publiek in beeld is gekomen betekent nog niet dat daarmee het Mediabesluit is overtreden.


"Op grond van de aanschouwing van de door het commissariaat samengestelde compilatie van beelden van de voetbalwedstrijden, en mede gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen omtrent de totstandkoming van de uitgezonden voetbalwedstrijden, is de Afdeling, anders dan het commissariaat en met de rechtbank, van oordeel dat het commissariaat niet aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in het besluit van 18 juni 2002 is gesteld, SBS tijdens de uitzendingen van de voetbalwedstrijden reclameboodschappen in beeld heeft gebracht en dit met opzet heeft gedaan, althans bewust geen enkele actie heeft ondernomen dit te voorkomen terwijl dat wel van SBS verwacht mocht worden.

Terecht heeft de rechtbank overwogen dat slechts als gevolg van het feit dat spelbeelden in beeld worden gebracht ook de in het stadion aanwezige reclame in beeld komt, en dat van opzet tot het maken van sluikreclame als bedoeld in de Richtlijn doordat reclame opzettelijk in beeld wordt gebracht, niet is gebleken. Anders dan het commissariaat aanvoert, bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank bij haar waardering van het beeldmateriaal is voorbijgegaan aan de motivering van het besluit van 18 juni 2002. Lees uitspraak.

IEF 736

Wie de schoen past

“Een proces om financiële genoegdoening gaat vele jaren duren. Daar heb ik geen zin in”, aldus de Nederlandse schoenontwerper Jan Jansen. “Een rectificatie is voldoende.” Jansen wil dat modehuis Armani bekendmaakt dat de schoenen in een advertentie van Armani van zijn hand zijn. De schoenen zouden een kopie zijn van een model van Jansen dat al 1994 is verschenen. Van een andere Italiaanse schoenenfabrikant vernam Jansen dat Armani zijn schoenen liet kopiëren en dat een styliste van het concern de schoenen had aangeschaft op het Amsterdamse Waterlooplein en opnieuw in productie had gebracht. De rechtszaak dient op 9 september in Amsterdam. (Bron: Het Parool 03-08-2005)

IEF 735

evenmin aan te merken

Rechtbank Haarlem, 26 juli 2005, LJN: AU0432, Awb 05-206. Eiser tegen St. De Thuiskopie. Gedaagde is geen bestuursorgaan. Goed dat dat nu eens zwart op wit staat.

Stichting De Thuiskopie is, nu zij een privaatrechtelijke rechtspersoon is en niet krachtens publiekrecht is ingesteld, niet aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, Awb. Naar het oordeel van de rechtbank is Stichting De Thuiskopie evenmin aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, Awb. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.

 

Van een bestuursorgaan in voornoemde zin is slechts sprake indien daaraan een of meer overheidstaken zijn opgedragen en de daarvoor benodigde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend. De rechtbank is van oordeel dat niet aan deze voorwaarden is voldaan. Alhoewel Stichting De Thuiskopie door de Minister is aangewezen om, namens rechthebbenden, auteursrechtelijke vergoedingen te innen dient dit op zichzelf niet te leiden tot de conclusie dat Stichting De Thuiskopie met openbaar gezag is bekleed. Van belang is of sprake is van uitoefening van een overheidstaak. De rechtbank is niet gebleken van een verplichte in de Auteurswet 1912 opgenomen taakstelling terzake van de inning van auteursrechten. Dat Stichting De Thuiskopie als enige gerechtigd is tot inning van de rechtsreeks uit de wet voortvloeiende thuiskopie-vergoedingen en onder overheidstoezicht staat, betekent niet dat zij is belast met een overheidstaak en daartoe over publiekrechtelijke bevoegdheden beschikt. Voorts blijkt uit de statuten dat Stichting De Thuiskopie vooral moet worden gezien als faciliterend en ondersteunend voor de rechthebbenden op auteursrechtelijke vergoedingen. Voor een dergelijke faciliterende functie is geen publiekrechtelijke grondslag te vinden. Zoals eveneens uit de statuten blijkt ontvangt Stichting De Thuiskopie evenmin financiële middelen van de overheid. De boete die Stichting De Thuiskopie oplegt in geval wordt nagelaten de verschuldigde auteursrechtelijke vergoedingen af te dragen, vindt zijn grondslag in een privaatrechtelijke onthoudingsverklaring en volgt niet uit een publiekrechtelijk voorschrift.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan de brief van 29 september 2004, noch de brief van 9 december 2004 van Stichting De Thuiskopie een besluit bevatten, dat is genomen door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 Awb, zodat daartegen, gelet op de artikelen 1:3, tweede lid, en 8:1, eerste lid, Awb, geen bezwaar of beroep openstaat. " Lees uitspraak.

IEF 734

Fluitketeltje

Planet bericht dat kunstenaar Rob Scholte van plagiaat wordt beschuldigd. Logo-ontwerper Ton Giesbergen stelt dat het schilderij Casa Rosa van Scholte een exacte reproductie is van zijn ontwerp 'Het Fluitketeltje'. Giesbergen ontwierp ‘Het Fluitketeltje’ in de jaren tachtig voor een overheidscampagne tegen te veel vocht in huis. Het schilderij van Scholte is uit 1997. Hier een afbeelding van Scholtes 'Fluitketel', maar of dat nu hetzelfde werk is als Casa Rosa?

Pas afgelopen zondag kwam Giesbergen achter het bestaan van Scholte’s kunstwerk. Zijn vrouw zag het toevallig op een website staan. Giesbergen vindt dit geen bijdrage aan de kunst: “Hij heeft over mijn rug geld verdiend, zonder me in te lichten.” Giesbergen zegt zich “misbruikt en bezoedeld” te voelen door het schilderij en overweegt nu juridische stappen tegen Scholte te nemen.

IEF 733

Ondertussen in Luxemburg

Meer reclamerecht en in aansluiting op eerdere berichten: DutchMedia bericht dat RTL 7 een Luxemburgse licentie heeft gekregen. Met de Luxemburgse licentie kan RTL 7, net als RTL 4 en RTL 5 zich onttrekken de Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van media en reclame. Door het ontbreken van feitelijk toezicht in Luxemburg zouden de op Nederland gerichte RTL-zenders zich bovendien nauwelijks iets hoeven aan te trekken van de (Luxemburgse) mediawetgeving.' Lees hier meer.

IEF 732

UIt eigen onderzoek

KPMG bericht dat uit eigen onderzoek is gebleken dat bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet weinig grip hebben op de royalty's die daarmee samenhangen en onvoldoende controleren of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen. Volgens het onderzoek zou slechts 40% van de ondernemingen jaarlijks controles uitvoeren op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Wel verwacht meer dan de helft van de bedrijven dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

Persbericht KPMG: Bedrijven hebben weinig grip op royalty's over online-content

2 augustus 2005

Bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet hebben weinig grip op de royalty's die daarmee samenhangen. Zij controleren onvoldoende of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen.


Niet meer dan 40% van de ondernemingen voert jaarlijks controles uit op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de wijze waarop bedrijven erin slagen de rechten van hun producten op het Internet te verzilveren. Meer dan de helft van de bedrijven verwacht dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

De bedrijven die op reguliere basis controles uitvoeren op de afdracht, stellen vast of ze krijgen waar ze contractueel recht op hebben. Volgens Bob Crouwel, partner bij KPMG Intellectual Property Services, is dit in het algemeen slechts een administratieve check. Crouwel: “De bedrijven controleren bijvoorbeeld of de percentages die in het contract worden genoemd correct worden toegepast. Slechts in een enkel geval vindt controle plaats bij de partner waarmee het contract is afgesloten. Vooral in de mediasector wordt het bewaken van royalty’s van groot belang, zeker gezien het feit dat de sector de komende jaren in toenemende mate overgaat op het in grote volumes verkopen van digitale informatie, waarbij betaling op basis van gebruik plaatsvindt, zoals muziek, ringtones en games. De volledigheid van de opbrengsten is voor deze ondernemingen van essentieel belang voor hun voortbestaan”.

De aandacht van de ondernemingen in deze sector ligt volgens Crouwel primair bij het ontwikkelen van de markt en het genereren van content en verschillende manieren om deze via portals aan de man te brengen. Crouwel: “Het op orde brengen van de administratieve systemen om de volledigheid van de opbrengsten te waarborgen, krijgt hierdoor relatief weinig aandacht. Aangezien het tot nu toe om relatief kleine bedragen gaat en de aanbieders vaak nieuw en klein zijn, is dit begrijpelijk. Het controleren van de contractspartijen wordt echter steeds meer gemeengoed. De controle op bestaande contractrelaties zal dan ook in een stroomversnelling komen”.

Gezien de verwachte groei van de internetinkomsten is het volgens Crouwel van groot belang dat de bedrijven niet alleen investeren in de relatie met hun licentienemers, maar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom ook op een duidelijke plek in de organisatie onderbrengen. Crouwel: “Bij veel bedrijven is deze functie niet belegd. Door helder te maken waar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom uit royalty’s ligt, is het ook voor iedereen in het bedrijf duidelijk wie de licentienemer moet aanspreken op het niet voldoen aan zijn verplichtingen”.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039 of bestel de (Engelstalige) white paper Revenue assurance for online digital content.

IEF 731

Taartengevecht

Strikt genomen waarschijnlijk geen IE-zaak, maar (en zeker in deze komkommertijd) reclamerechtelijk wellicht toch van enig belang: Adformatie bericht dat de KPN haar nieuwe klanten toch wel mag trakteren op een slagroomtaart. De Opta had dit eerder nog verboden omdat er spake zou zijn van een illegale kortingsactie (zie besluit hier), maar de Rechtbank Rotterdam zou de actie nu toch hebben toegestaan (wie het vonnis heeft mag het mailen). Eerder dit jaar werd de Amsterdamse kleermaker Oger op grond van de plaatselijke APV nog bijna verboden om champagne te serveren aan zijn klanten. Food-marketing is juridisch kennelijk een riskante aangelegenheid.

IEF 730

180+1 Vista's

Bij gebreke aan vers Nederlands IE-nieuws, een iets ouder bericht dat toch actueel is omdat de beta-versie van Windows Vista, de opvolger van Microsofts Windows XP vandaag op de markt komt.

Vista dus, en niet de werkititel Longhorn. O.a. PCWorld bericht dat de keuze voor de naam Vista waarschijnlijk juridische geschillen met andere Vista-merkhouders gaat opleveren. Alleen al in de VS zouden er al 180 merken Vista zijn gedeponeerd. Microsoft stelt dat zij ruimschoots onderzoek heeft verricht naar de beschikbaarheid van het merk, voordat zij het in meer dan 100 landen deponeerde. Zij meent daarnaast dat, gezien het feit dat alle andere Vista merkhouders kennelijk ook voor Microsofts merkdepot uitstekend naast elkaar konden bestaan, haar keuze voor Vista niet tot problemen zou moeten leiden. Wordt zonder twijfel vervolgd.

IEF 729

Kamervragen

Kamervragen met antwoord 2004-2005, nr. 2090, Tweede Kamer. Antwoord op de kamervragen omtrent het onderzoek van OSSOS naar de financiele aspecten van een migratie naar open source software waarnaar het Programma Open Standaarden en Open Source Software (zie hier) voor de overheid een onderzoek liet uitvoeren.

De eerste twee onderzoeken van resp. professor Strikwerda en Victor de Pous werden niet gepubliceerd door OSSOS, het derde onderzoek dat verricht werd door SEO wel. OSSOS achtte de eerste publicaties niet geschikt voor de doelgroep. Minister Pechtold is van mening dat 'het gaat om twee geheel verschillende, los van elkaar staande onderzoeken', en dat de onderzoeken van Strikwerda en De Pous niet beantwoordden aan de onderzoeksvraag. Beide schrijvers denken hier echter anders over, volgens Strikwerda en de Universiteit van Amsterdam is er samengewerkt en staan de onderzoeken niet los van elkaar, er zijn zelfs overeenkomsten in de tekst van beide onderzoeken.

Vragen van de leden Gerkens (SP) en Vendrik (GroenLinks) aan de ministers voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties envan Economische Zaken over het onderzoek OSOSS.(Ingezonden 7 juni 2005)

1 Wat is uw reactie op het bericht «Twijfel objectiviteit onderzoek OSOSS»?
2 Is het waar dat het deze week gepresenteerde rapport van OSOSS niet het eerste is? Zo ja, zijn de eerdere rapporten ooit gepresenteerd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waar kunnen deze rapporten opgevraagd en ingezien worden?
3 Is het waar dat professor Strikwerda van het Nolan Norton Institute is gevraagd bepaalde conclusies, zoals de oproep voor een Activity Based Costing waarbij kosten aan activiteiten worden toebedeeld af te zwakken?
2 Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat was het doel hiervan?
4 Is professor Strikwerda verzocht passages uit de tekst, waaronder het voorwoord, te schrappen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, met welk doel?
5 Met welk doel is het onderzoek verricht?
6 Is het waar dat de onderzoeken van de heren Strikwerda en De Pous niet geschikt waren voor de doelgroep? Zo neen, waarom niet?7 Kunt u uitleggen wanneer een onderzoek geschikt is voor een doelgroep? Welke criteria worden hierbij gehanteerd?
8 Deelt u de mening dat onderzoeken, ongeacht de uitkomsten, zoveel mogelijk openbaar moeten worden gemaakt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Pechtold (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Economische Zaken.(Ontvangen 11 juli 2005)

1, 2 en 5
Aan het Nolan Norton Institute (NNI) is gevraagd een analyse uit te voeren naar de kosten en baten van het breed toepassen van open standaarden en open source software bij de overheid. Een deel van dit onderzoek is opgedragen aan NNI-medewerker professor Strikwerda en een ander deel heeft NNI uitbesteed aan de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de universiteit van Amsterdam. Het rapport van SEO beantwoordde de voornoemde onderzoeksvraag en is als resultaat van het onderzoek gepubliceerd. Het concept rapport van professor Strikwerda sloot onvoldoende aan bij de onderzoeksvraag. Na goed overleg met het NNI is het onderzoek van professor Strikwerda beëindigd en niet gepubliceerd. De rapportage is niet geheim en als bijlage toegevoegd bij deze antwoorden.

3 en 4
Met NNI is herhaaldelijk besproken dat het concept-rapport van Strikwerda de onderzoeksvraag onvoldoende beantwoordde.

6 en 7
Het gaat hier om twee geheel verschillende, los van elkaar staande onderzoeken. De reden voor het niet publiceren van het rapport van professor Strikwerda is vermeld in het antwoord op vraag 1. Een onderzoek dient allereerst de onderzoeksvraag te beantwoorden. Rapporten worden in het algemeen breed beschikbaar gesteld. Specifieke doelgroepen zijn daarbij veelal niet aan de orde.

De in het artikel in «Webwereld» eveneens genoemde brochure van de heer De Pous was bedoeld als een praktische handleiding voor overheden ten aanzien van de juridische aspecten van open source software. Het uitbrengen van eendergelijke handleiding onder verantwoordelijkheid van de overheid bleek op korte termijn echter niet haalbaar. De brochure van de heer de Pous is op internet te vinden onder: https://www.automatiseringgids.nl/info/pdf/DEPOUS-ROSS.pdf.

8
Ja.

IEF 728

Uit de bladen

Na S1NGLE nu nog meer heibel over tijdschriften. Op 23 september a.s. zou het nieuwe tijdschrift voor managers, 'FastForward' moeten verschijnen, een initiatief van twee oud-medewerkers van Reed Business Information. VillaMedia bericht nu dat RBI bezwaren heeft tegen het blad. Volgens RBI zijn "de plannen voor het blad eigendom van RBI en de naam FastForward door RBI vastgelegd". Dat laatste is in ieder geval juist: RBI heeft de naam Fastforward op 9 juni jl. voor o.a. voor tijdschriften als merk geregistreerd (nr. 766855). Advocaten buigen zich momenteel over de zaak.