Gerecht EU 10 november 2021, IEF 20348 , IEFbe 3322 ; ECLI:EU:T:2021:782 (Eternit tegen EUIPO) Verzoekster, Eternit is houdster van het gemeenschapsmodel dat in 2014 bij EUIPO is aangevraagd en ingeschreven. In 2016 heeft interveniënte, Eternit Österreich GmbH een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model ingediend. Interveniënte voerde aan dat het litigieuze model niet nieuw was in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, dat het geen eigen karakter had in de zin van artikel 6 van deze verordening en dat de uiterlijke kenmerken ervan uitsluitend door de technische functie werden bepaald in de zin van artikel 8, lid 1, van deze verordening. De nietigheidsafdeling verklaarde het litigieuze model nietig omdat het geen eigen karakter heeft ten opzichte van een model dat in 2013 openbaar was gemaakt in een brochure. Verzoekster heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft het beroep verworpen op grond dat het litigieuze model geen eigen karakter had aangezien het voor de geïnformeerde gebruiker in het algemeen overeenstemde met het oudere model. Eternit verzoekt nu het Gerecht deze beslissing te vernietigen. Het beroep wordt verworpen omdat het litigieuze model bij de geïnformeerde gebruiker een déjà-vu-indruk ten opzichte van het oudere model wekt.