Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.780 artikelen gevonden
IEF 19961

Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.

HvJ EU verklaart Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk

HvJ EU 5 mei 2021, IEF 19961; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-verklaart-tinnus-enterprises-niet-ontvankelijk

HvJ EU  5 mei 2021, IEF 19961, IEFbe 3220; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International) Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk verklaard in haar appel tegen de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie van 18 november 2020 [IEF 19589], waarin werd geoordeeld dat zowel de Invalidity Division als de Boards of Appeal van het EUIPO terecht de ongeldigheid hebben uitgesproken van de modelregistratie van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Tinnus heeft naar het inzicht van het Hof onvoldoende aangetoond dat in de hogere voorziening een vraag aan de orde is die van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie.
Vastgesteld wordt dat Tinnus zelf heeft erkend dat de vier afzonderlijke elementen van de ballonvuller – die waren beoordeeld als volledig technisch bepaald - wel degelijk de kenmerken van het uiterlijk vormden. Een verder nieuwheidsonderzoek was dus niet nodig. Voor zover werd gesteld dat de criteria van het arrest van 8 maart 2018, DOCERAM [IEF 17542] onjuist zouden zijn toegepast, heeft Tinnus nagelaten aan te geven welke criteria volgens haar onjuist zijn toegepast. Bovendien is niet door Tinnus aangegeven of er überhaupt een vraagstuk speelt dat van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie. Het verzoek om verdere behandeling wordt daarom afgewezen.
 

IEF 19960

Lotte van Schuylenburch stapt over naar Boekx Advocaten

Per 1 mei heeft Lotte van Schuylenburch zich als advocaat aangesloten bij Boekx Advocaten. Lotte zal vooral de IE-praktijk van Boekx komen versterken. Daarnaast zal zij zich bezighouden met advisering over privacy en mediarecht.
Voordat Lotte bij Boekx in dienst trad was zij als advocaat verbonden aan de internationale kantoren DLA Piper en Simmons & Simmons. In die periode heeft Lotte ruime ervaring opgedaan met het adviseren en procederen in zaken over smaad en laster, merkinbreuken en privacybescherming.

IEF 19955

Vier vragen aan Polo van der Putt

In een serie interviews stellen we graag een aantal vrouwen en mannen achter de deLex-platforms aan jullie voor. Als eerste: Polo van der Putt. Partner bij Vondst en vanaf het eerste uur betrokken bij IT en Recht. Hoog tijd voor een paar vragen.

U bent in 1996 begonnen in de advocatuur. Was u toen al direct actief binnen de IT-sector of is deze interesse pas later tot uiting gekomen?

Ja, ik ben meteen binnen de IT-praktijk gaan werken, maar het had ook net zo goed iets anders kunnen zijn. Ik werd wel direct gegrepen en heb de IT-praktijk nooit meer verlaten. Het leuke vind ik nog steeds de opwinding bij trajecten dat het allemaal beter gaat worden (al mislukt er natuurlijk wel heel erg veel). Tijdens mijn studie had ik overigens al IT-vakken gevolgd. Het inleidende vak was in feite een cursus Word en Excel. Bij het verdiepingsvak hebben we geprogrammeerd in een hogere programmeertaal. Doel was om een programma te schrijven dat een rechtsvraag kon oplossen. Dat was leuk. De docent vertelde vol trots dat, met de nodige subsidie, door de universiteit software was ontwikkeld om wetten te toetsen. Belangrijkste wapenfeit was dat die software een fout in de Wegenverkeerswet had gevonden. Als je die letterlijk las, mochten trams op de stoep rijden. Een blunder van jewelste, aldus de docent. Dat ik ondanks dit succesverhaal toch nog open stond voor de IT-praktijk mag eigenlijk een wonder heten.

Wat is de meest spraakmakende zaak die u heeft meegemaakt?

IEF 19951

Uitspraak ingezonden door Ruud van der Velden, Hogan Lovells.

Te verschillende elektronische vergadersystemen is geen inbreuk op een octrooi

Rechtbank Den Haag 14 apr 2021, IEF 19951; ECLI:NL:RBDHA:2021:3857 (Barco tegen Kindermann), https://ie-forum.nl/artikelen/te-verschillende-elektronische-vergadersystemen-is-geen-inbreuk-op-een-octrooi

Rechtbank Den Haag 14 april 2021, IEF 19951; ECLI:NL:RBDHA:2021:3857 (Barco tegen Kindermann) Barco heeft in deze zaak betoogd dat Kindermann inbreuk maakt op een door Barco gehouden octrooi. De inhoud van dit octrooi betreft een elektronisch vergaderhulpmiddel. De rechtbank gaat mee in het argument van Kindermann, dat een enkel mechanische koppeling nog niet betekent dat er sprake is van een zogenaamd 'peripheral device', zoals bedoeld in het octrooi van Barco. De Touch Transmitter van Kindermann is niet technisch vergelijkbaar met het peripheral device van Barco en Kindermann heeft dus geen inbreuk gemaakt op het octrooi van Barco. 

IEF 19949

Inhoudsopgave Mediaforum 2021-2

Inhoudsopgave van de nieuwe editie Mediaforum 2-2021.

41 Opinie
Mag ik u wat vragen? * Thomas Bruning

42 Rechtspraktijk
De Digital Services Package als beoogd wereldwijd rolmodel (deel 1 – Digital Services Act) * Marjolein Geus en Feyo Sickinghe

IEF 19958

Prejudiciële vragen over het verlenen van een licentie en FRAND-voorwaarden

HvJ EU 23 mrt 2021, IEF 19958; (Nokia tegen Daimler), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-het-verlenen-van-een-licentie-en-frand-voorwaarden

Landgericht Düsseldorf 23 maart 2021, IEF 19958, IEFbe 3219; C-182/21 (Nokia tegen Daimler)  Daimler heeft zonder licentie telecommunicatietechnologie van Nokia gebruikt. Tegelijkertijd wil Nokia geen licentie tegen FRAND-voorwaarden verlenen aan de leveranciers van Daimler. Daimler is van mening dat er sprake is van misbruik van machtspositie aan de kant van Nokia. De Duitse rechter heeft in deze zaak een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de uitleg van het verbod van misbruik, het verlenen van licenties en de verhouding tot FRAND-voorwaarden.  

IEF 19957

VMC studiemiddag op 25 juni

Digital Services Act: wie bepaalt wat er online gezegd en verhandeld mag worden? VMC studiemiddag, 25 juni 2021, 15.00-17.00 uur.

In 2000 nam de Europese Unie de e-commerce richtlijn aan. Daarin staat onder welke voorwaarden internetaanbieders en aanbieders van hostingdiensten gevrijwaard van aansprakelijkheid zijn voor de informatie zij namens hun klanten doorgeven of hosten. Er zijn de afgelopen 20 jaar allerlei nieuwe platformdiensten ontstaan. Denk aan Bol.com, Amazon, Marktplaats, Werkspot, Uber en natuurlijk sociale media zoals Instagram, YouTube en TikTok.De opkomst van die platformen heeft allerlei mooie dingen gebracht, maar heeft ook geleid tot de verspreiding van illegale informatie en de handel in illegale producten en diensten. De afgelopen 10 jaar hebben we diverse initiatieven gezien om dat aan te pakken. Zo kent Nederland al meer dan 10 jaar een Notice-and-takedown gedragscode, zijn er in de nieuwe Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn regels gesteld voor het tegengaan van aanzetten tot haat, is de Auteursrechtrichtlijn in 2019 aangepast, en is er een verordening voor de bestrijding van terroristische propaganda op komst. De e-commerce richtlijn bleef echter de afgelopen 20 jaar ongewijzigd. Dat gaat veranderen.

IEF 19956

Onnodig delen van stukken leidt tot schending geheimhouding en auteursrechten

Hof Den Haag 6 apr 2021, IEF 19956; ECLI:NL:GHDHA:2021:566 (Appellant tegen DVR Warehousing), https://ie-forum.nl/artikelen/onnodig-delen-van-stukken-leidt-tot-schending-geheimhouding-en-auteursrechten

Hof Den Haag 6 april 2021, IEF 19956; ECLI:NL:GHDHA:2021:566 (Appellant tegen DVR) Appellant heeft een overeenkomst van opdracht met DVR voor het beschrijven van de bedrijfsprocedures van die laatste. Deze beschrijving is nodig voor het verkrijgen van een Authorised Economic Operator (AEO) certificaat. Appellant heeft hierbij een geheimhoudingsclausule en het behoud van zijn auteursrechten bedongen. DVR heeft vervolgens de door appellant opgestelde beschrijvingen doorgestuurd naar twee andere partijen. Het hof legt deze bepalingen uit de overeenkomst ruim uit en stelt dat het delen van de beschreven procedures niet noodzakelijk was voor het verkrijgen van een AEO certificaat. Appellant heeft zich terecht beroepen op deze bepalingen uit de overeenkomst van opdracht. 

IEF 19948

Inhoudsopgave Mediaforum 2021-1

Inhoudsopgave Mediaforum aflevering 1, 2021.

1 Opinie
Wie beslist of Trump weer online mag? * Anke Strijbos

2 Rechtspraktijk
De nasleep van Schrems II houdt niet over – De gevolgen van de uitspraak van het HvJ EU in Schrems II en de daaropvolgende (concept)aanbevelingen van de EDPD onder de loep genomen * Chloë Baartmans en Manuela Cox

8 Rechtspraktijk
Openbaarheid en auteursrecht anno 2021 * Paul Kreijger

IEF 19954

Uitspraak ingezonden door Rien Broekstra, Brinkhof

Centrale beperking octrooi heeft terugwerkende kracht

Rechtbank Den Haag 12 mei 2021, IEF 19954; ECLI:NL:RBDHA:2021:5044 (High Point tegen KPN), https://ie-forum.nl/artikelen/centrale-beperking-octrooi-heeft-terugwerkende-kracht

Rechtbank Den Haag 12 mei 2021, IEF 19954, IT 3521; ECLI:NL:RBDHA:2021:5044 (High Point tegen KPN) High Point vordert in deze zaak een schadevergoeding en een verklaring voor recht dat het UMTS-netwerk van KPN inbreuk maakt op het octrooi van High Point. KPN heeft daartegen aangevoerd, dat dit octrooi al was vernietigd en dat deze vernietiging terugwerkende kracht heeft. High Point heeft tussentijds het octrooi centraal beperkt, maar sinds de wijziging van het Octrooiverdrag is een centrale beperking ook van toepassing op lopende procedures, aldus de Hoge Raad in 2009. De rechtbank gaat uit van het beperkte octrooi en veroordeelt KPN in de kosten van dit incident. De zaak komt in augustus weer op de rol.