Schorsing van tenuitvoerlegging verstekvonnis
Vzr. Rechtbank Amsterdam 13 juli 2018, IEF 18843 (X tegen Y) Kort geding. X drijft een onderneming waarbij zij muziekvideo's vervaardigt en exploiteert. X heeft onder meer een muziekclip vervaardigd waarbij Z hoofdartiest was. De intro van de muziekclip is geschreven en gezongen door Y die aangesloten is bij Buma/Stemra. Tussen Y en X is een geschil ontstaan over de exploitatie vande muziekclip en de voorwaarden die Y stelde voor zijn toestemming tot exploitatie van het werk. Bij verstekvonnis van 25 april 2018 is X onder andere veroordeeld tot staking van exploitatie op straffe van een dwangsom. X verzet zich tegen het verstekvonnis. Het verweer van X in de verzetprocudure wordt niet kansloos geacht. Dat Y bij de exploitatie niet is genoemd als tekstschrijver en uitvoerder, is gesteld noch gebleken. Dat aan de tweede voorwaarde - het uitbrengen van een ander muziekwerk met Z - niet (tijdig) is, of niet zal worden voldaan, is ook nog maar de vraag. Y maakt misbruik van zijn bevoegdheid het verstekvonnis ten uitvoer te leggen. Die tenuitvoerlegging dient te worden gestaakt totdat in de verzetprocedure is beslist over de vermeende inbreuken op de rechten van Y.