Impressie tweede opleidingsdag Mr. S.K. Martens Academie
Wat leert het Cofemel-arrest? Waarom is de Artiestenverloning-toets onjuist? Hoe gaat de richtlijn oneerlijke handelspraktijken veranderen? Deelnemer Anne-Fleur Filemon en hoofddocent Vivien Rorsch over de tweede opleidingsdag van de Mr. S.K. Martens Academie op 21 november jl.
“Wie van jullie heeft wel eens te maken met modellenrecht?” Met die vraag trapt Jesse Hofhuis (Hofhuis Alkema Groen) af. Twijfelend steken twee deelnemers hun vingers in de lucht. “Als IE-jurist word je verondersteld kennis te hebben van het modellenrecht, maar in de praktijk heb je er zelden mee te maken.” In twee uur behandelt Jesse de voorschriften van het modeldepot, de beschermingsvoorwaarden: nieuwheid en eigen karakter, de beschermingsomvang en de beperkingen. Jesse laat zich kritisch uit over het Jägermeister-arrest. Op basis van een sterk staaltje doelredeneren oordeelt het hof dat artikel 36 1c Modellenverordening vereist dat de afbeelding waarvoor aanspraak op bescherming wordt gemaakt, duidelijk identificeerbaar moet zijn. EUIPO kan dus een model weigeren vanwege onbegrijpelijkheid, terwijl de afbeelding prima reproduceerbaar is.