Beroep op werkgeversauteursrecht faalt, gemaakt werk valt niet onder arbeidsovereenkomst vallende taken
Hof 's-Hertogenbosch 4 december 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer) Auteursrecht. Merkenrecht. Appellante ontwerpt en verkoopt kinderkleding. De arbeidsovereenkomsten van geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 bevatten een geheimhoudingsbeding en verbod op nevenwerkzaamheden, maar geen concurrentiebeding. Geïntimeerde 1 heeft haar overeenkomst opgezegd en de partner heeft het woord-/beeldmerk merk geregistreerd bij het BBIE. Geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 ontwerpen en verhandelen kinderkleding binnen vennootschap 4 onder het merk. Appellante stelt dat niet kan worden uitgesloten dat het logo van merk door geïntimeerde 1 is ontworpen tijdens haar dienstverband bij appellante, in welk geval het auteursrecht op dat logo aan appellante zou toebehoren. Art. 7 Aw heeft echter slechts betrekking op werken die zijn gemaakt overeenkomstig de taakomschrijving van de werknemer binnen het bedrijf van de werkgever. In dit geval is niet gebleken en niet aannemelijk dat het ontwerpen van het bedoelde logo, indien dat door geïntimeerden tijdens hun dienstverband zou zijn gebeurd, behoorde tot de onder hun arbeidsovereenkomst vallende taken. Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen.