Nederlands Octrooicongres 2023 - 13 juni 2023
Het UPC is 'live'. Hoe verlopen de eerste zaken, en hoe staan ondernemingen en legal counsels tegenover onder meer de opt-out? Het Nederlands Octrooicongres op dinsdag 13 juni is een goed moment om hier op te reflecteren, samen met rechters en partijen uit de industrie. Deelnemen? Er zijn nog enkele plekken voor lastminute aanmeldingen!
Conclusie A-G HvJ EU inzake platformaansprakelijkheid
Conclusie A-G HvJ EU 8 juni 2023, IEF 21470, ECLI:EU:C:2023:467 (Tiktok e.a. tegen Oostenrijk) In reactie op de invoering van de 'Digital Services Act' (hierna: DSA) hebben Tiktok Ireland, Meta Platforms Inc en Google enkele prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van Europa (hierna: het Hof) gesteld. In zijn bericht van 8 juni heeft A-G Szpunar zijn voorlopige oordeel over deze vragen duidelijk gemaakt. De DSA heeft tot doel om aansprakelijkheid voor platforms te regelen, vooral waar het gaat om illegale content die op deze platforms wordt geüpload en verspreid. Daar de DSA in februari 2024 in werking treedt, hebben de drie partijen de kans aangegrepen om te reageren op een 'puur declaratoire' uiting van de Oostenrijkse [informatietoezichthouder] dat hun nationale wetgeving van toepassing zal zijn op de platforms. Dat lijkt op het eerste gezicht logisch, maar in de DSA ligt een zogenaamd 'country of origin'-principe besloten, wat bepaalt dat een platform niet zomaar aan andere wetgeving dan het land van vestiging mag worden onderworpen.
Impliciete toestemming via Whatsapp
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 mei 2023, IEF 21469 ECLI:NL:RBZWB:2023:3187 (Impliciete Toestemming) De eiser in deze zaak stelt dat de gedaagde oneigenlijk aan het auteursrecht op een klapbord is gekomen, namelijk door het ontwerp als model te deponeren. In het BVIE staat namelijk dat de deponerende partij het auteursrecht automatisch verkrijgt. Eiser stelt in deze zaak dat gedaagde het model niet zomaar had mogen deponeren, terwijl gedaagde zich verweert met de stelling dat hij impliciet toestemming voor het depot heeft gekregen van eiser.
Gerecht EU: Batmanbeslissing voldoende gemotiveerd
Gerecht EU 7 juni 2023, IEF 21468, case T‑735/21, ECLI:EU:T:2023:304 (Aprile and Commerciale Italiana v EUIPO – DC Comics ) In 1998 heeft DC Comics het bekende Batman logo (een zwarte vleermuis in een zwartomlijnde ovaal met gele achtergrond) geregistreerd. Commerciale Italiana en haar enige aandeelhouder, de heer Aprile, heeft de EUIPO verzocht om dit merk te vernietigen omdat het inbreuk zou maken op zijn merk (een zwarte vleermuis in een zwartomlijnde ovaal met witte achtergrond), welke voornamelijk prijkte op carnavalkleding en -producten prijkte. Die vordering is afgewezen door het EUIPO, waarop Aprile naar het Gerecht is gegaan. DC Comics heeft zich in de zaak gevoegd.
Artikel ingezonden door: Prof. Mr. D. J. G. Visser, Visser Schaap & Kreijger en Prof. Dr. S. J. van Gompel
Editorial Van Gompel - Kunstmatige intelligentie: de opmars voorbij
Ten behoeve van het debat rond het gebruik van AI die auteursrechtelijk beschermde werken gebruiken in hun trainingsproces en de wenselijkheid heeft Prof. Dr. S. J. van Gompel een editorial geschreven waarin kort wordt ingegaan op de problematiek rondom AI en de beperkte beschermingsmogelijkheden die makers hebben tegen gebruik van hun werken in het trainingsprogramma van AI. Hoe kan een maker zijn auteursrecht beschermen tegen AI? Is het überhaupt wenselijk dat makers massaal de mogelijkheid krijgen om hun werken te beschermen, gezien de economische en maatschappelijke gevolgen die AI teweeg zou kunnen brengen als zij genoeg ruimte krijgt? Deze vragen worden kort aangestipt en nodigen uit tot discussie.
In het verlengde van dit thema organiseert de Vereniging voor Auteursrecht een bijeenkomst op 9 juni 2023, die in het teken van AI en auteursrecht staat.
Uitspraak ingezonden door: Gie van den Broek, LXA Attorneys
Instagram-account voor namaakparfums gestaakt
Rechtbank Den Haag 5 april 2023, IEF 21466; ECLI:NL:RBDHA:2023:5688 (Coty tegen gedaagde) De rechtbank heeft zich uitgesproken in een zaak omtrent de verkoop van namaakparfums. Coty Beauty (hierna: Coty) is een Duits en wereldwijd opererend bedrijf dat zich met name richt op de productie en verkoop van cosmetica en parfumproducten. Coty heeft van zowel parfummerken 'Hugo Boss' als 'Chloé' volmacht verkregen om hun Uniemerken met betrekking tot waren in klasse 3 (parfums, eau de toilette en eau de parfum) op eigen naam te handhaven. De gedaagde heeft een account aangemaakt op Instagram waar zij vanaf 2021 diverse namaakparfums aanbood en verkocht, onder meer parfums voorzien van de ingeroepen Uniemerken. Coty vordert onder andere dat de gedaagde met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de Uniemerken staakt en eist een schadevergoeding.
Werknemers schenden geen auteursrecht
Rechtbank Rotterdam 2 juni 2023, IEF 21465; ECLI:NL:RBROT:2023:4538 (Eisers tegen gedaagden) De rechter heeft uitspraak gedaan in een zaak omtrent een vermeende inbreuk op het auteursrecht van software. De gedaagden in deze zaak waren werknemers van de eisers. In het laatste deel van hun arbeidsovereenkomst werkten ze voor Vitatech B.V. (hierna: Vitatech). Vitatech heeft een computerprogramma ontwikkeld genaamd VitaConnect, waarmee de planning en het beheer van vastgoedonderhoud geautomatiseerd kunnen worden. Terwijl de gedaagden nog in dienst waren bij de eisers, hebben ze een eigen bedrijf opgericht en een eigen computerprogramma ontwikkeld. De eiser beschuldigt de gedaagden ervan dat ze gebruik hebben gemaakt van de bron- en doelcode van VitaConnect. Uiteindelijk loopt de beoogde samenwerking van de gedaagden op niets uit. De eiser beweert nu dat de gedaagden het bedrijfsdebiet van de eiser hebben misbruikt en uitgehold door hun handelswijze. Ten slotte stelt de eiser dat het ontwikkelen van het computerprogramma inbreuk maakt op het auteursrecht van de eiser.
Kabinet plaatst kanttekening bij voorstel verordening standaard essentiële octrooien
Op 27 april 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een verordening met betrekking tot standaard essentiële octrooien (SEPs). Het voorstel heeft tot doel de licentiepraktijk rond SEPs transparanter, voorspelbaarder en efficiënter te maken. Dit wordt gezien als een bijdrage aan het duurzame concurrentievermogen en de technologische soevereiniteit van de EU. In een recent gepubliceerd BNC-fiche geeft het kabinet haar eerste oordeel over het voorstel.
Vorderingen afgewezen conform eerder vonnis
Vrz. Rechtbank Den Haag 31 mei 2023, IEF 214462, LS&R 2186; ECLI:NL:RBDHA:2023:7789 (BSM tegen Teva c.s.) De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in een zaak omtrent een vermeende inbreuk op een octrooirecht. BMS, de eiser in deze zaak, maakt deel uit van een farmaceutisch concern dat zich richt op de ontwikkeling van geneesmiddelen. BMS brengt het geneesmiddel Eliquis® op de markt, met apixaban als werkzame stof. Apixaban helpt de vorming van bloedstolsels te voorkomen. BMS is houdster van het basisoctrooi voor dit middel, genaamd EP 415. De gedaagden in deze zaak, hierna aangeduid als Teva, brengen een generieke versie van Eliquis® op de markt. BMS vordert daarom een inbreukverbod jegens Teva.
'Eerlijk gebruik' drugsmerk 'Rush' niet aangetoond
Cancellation Division EUIPO 2 juni 2023, IEF 21461; CANCELLATION No C 55 440 (Funline International tegen MS Trade) De Cancellation Division van het EUIPO heeft uitspraak gedaan over het 'eerlijke gebruik' van een drugsmerk. Op 7 juli 2022 heeft Funline International een verzoek tot intrekking ingediend voor een beeldmerk dat geregistreerd is door MS Trade voor de verkoop van 'poppers', een populaire term voor een aantal vloeibare, vluchtige en kortwerkende drugs. Funline International beweert dat MS Trade het beeldmerk niet 'eerlijk heeft gebruikt' gedurende de vijf jaren na registratie. Als een Uniemerk binnen die periode niet wordt 'gebruikt' voor de waren waarvoor het is geregistreerd, kan het EUIPO op verzoek de registratie van dat merk intrekken. MS Trade heeft bewijs ingediend dat het beeldmerk 'Rush' wel degelijk is gebruikt voor de waren waarvoor het is geregistreerd, met name voor de verkoop van 'industriële chemicaliën'. Dit bewijs bestaat uit een website waarop de waren worden verkocht en enkele invoices van klanten die de 'Rush'-flesjes wilden kopen.