IEF 22173
1 augustus 2024
Uitspraak

Uitzending Noordkaap onrechtmatig

 
IEF 22170
1 augustus 2024
Uitspraak

WAMCA-procedure door Stichting Farma Ter Verantwoording

 
IEF 22169
31 juli 2024
Uitspraak

Vragen aan Grote Kamer EOB over interpretatie van artikel 69 EOV

 
IEF 19401

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Repliek Visser op reactie Pictoright

Op vrijdag 4 september 2020 reageerden Hanneke Holthuis en Vincent van den Eijnde [IEF 19400] op de oproep van, in hun woorden, ‘24 vooraanstaande auteursrechtgeleerden’, om gebruik in het online klaslokaal onder de vrijstelling van artikel 12 lid 5 Auteurswet te brengen [IEF 19392]. Deze reactie vraagt om een weerwoord, zowel inhoudelijk als vanwege het feit dat gesuggereerd wordt dat hoogleraren auteursrecht misbruik maken van hun gezag en dat de Corona-crisis er ten onrechte bijgehaald wordt.

Laat ik vooropstellen dat ik de reactie van Holthuis en Van den Eijnde begrijp. Zij zijn bestuurders van de collectieve incasso-organisatie van beeldmakers Pictoright die als enige taak heeft zoveel mogelijk geld binnen te brengen voor beeldmakers. Deze beeldmakers hebben het altijd moeilijk, zoals alle kunstenaars, en ongetwijfeld hebben zij het in tijden van corona ook moeilijk. Beeldmakers zijn vermoedelijk inderdaad de enige makers die in de toekomst mogelijk iets minder, of minder extra collectief geïncasseerde vergoeding zouden kunnen krijgen door de invoering van het aanbevolen amendement.

Dan de suggestie dat hoogleraren auteursrecht hier misbruik maken van hun gezag. De ondertekenaars zijn overigens niet allemaal hoogleraar en niet allemaal hoogleraar of universitair docent auteursrecht. Het zijn wel deels personen die deskundig zijn op het gebied van het auteursrecht en daarom weten dat momenteel een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ligt ter implementatie van een Europese richtlijn die onder andere tot doel heeft bepaalde uitzonderingen op het auteursrecht die betrekking hebben op onderwijs uit te breiden tot online situaties. In die richtlijn valt te lezen:

“Wat het toepassingsgebied van die uitzonderingen of beperkingen betreft, is het onduidelijk of zij ook gelden voor digitale vormen van gebruik. Bovendien is het onduidelijk of die uitzonderingen of beperkingen zouden gelden wanneer het onderwijs online en op afstand wordt gegeven. Voorts voorziet het bestaande rechtskader niet in een grensoverschrijdend effect. Deze situatie zou een belemmering kunnen vormen voor de ontwikkeling van digitaal ondersteund onderwijs en afstandsonderwijs. Derhalve is de invoering van een nieuwe verplichte uitzondering of beperking noodzakelijk om te zorgen voor volledige rechtszekerheid wanneer onderwijsinstellingen werken of andere materialen gebruiken in digitale onderwijsactiviteiten, ook online en over de grenzen heen”.

De ondertekenaars zijn echter vooral ook docenten die, evenals al hun collega’s, ten gevolge van corona vrijwel al hun onderwijs online moeten geven en daardoor geconfronteerd worden met een nieuwe situatie, omdat alleen het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken bij onderwijs op locatie door de wetgever is vrijgelaten. Dientengevolge kunnen zij online geen gebruik maken van deze werken en mogen zij ook geen plaatjes opnemen in hun PowerPoints die online worden getoond of achteraf beschikbaar worden gesteld aan studenten. Daar stellen Holthuis en Van den Eijnde ongetwijfeld tegenover dat dat niet de schuld van Pictoright is, maar de schuld van de universiteiten die de ‘billijke vergoeding’ niet willen betalen. Dat is vanuit hun perspectief een begrijpelijk standpunt.

Lees hier het gehele artikel.

IEF 19400

Artikel ingezonden door Hanneke Holthuis en Vincent van den Eijnde, Pictoright.

Pictoright: hoogleraren auteursrecht misbruiken hun titel

Deze week werden we verrast met een initiatief van 24 vooraanstaande auteursrechtgeleerden, die een amendement [IEF 19392] voorstellen op het wetsvoorstel ter implementatie van de DSM richtlijn.
Nu zou je denken dat als al deze knappe koppen zich over zo’n belangrijke zaak buigen,ze dan wel met een oplossing zullen komen voor een zeer prangende kwestie. Ze zouden bijvoorbeeld een goed uitgewerkt idee kunnen hebben over hoe om te gaan met artikel 17, de regeling die tot doel heeft dat platforms vergoedingen gaan betalen voor de werken die massaal worden geüpload en gedeeld. Of ze zouden voorstellen kunnen doen met betrekking tot artikel 12, de mogelijkheid die de richtlijn biedt voor uitgebreide licenties (Extended Collective Licensing). Er zijn nog talloze andere onderwerpen te bedenken: een oplossing voor de problematiek rondom audiovisuele makers. Al tijden is daar gedoe over. Of een onderkenning van het probleem van het gebruik van framed links naar afbeeldingen, waardoor fotografen en fotobureaus nu al tijden ontzettend veel inkomsten mislopen.

Helaas is de treurige conclusie dat deze hoogleraren met zijn allen niet veel verder zijn gekomen dan een beetje navelstaren: ze hebben met elkaar overlegd, met elkaar gemaild, hebben elkaar gebeld en elkaar misschien wel in zaaltjes ontmoet, uitsluitend om een eigen belang te behartigen: ze willen een wetswijziging zodat hun werkgevers minder hoeven te gaan betalen voor gebruik van werken ter toelichting bij het onderwijs.

Het voorstel is misleidend en in feite meer politiek dan wetenschappelijk gemotiveerd. De universiteiten wensen een lager bedrag te betalen voor het gebruik van werken ter toelichting bij het onderwijs. Dit gebruik is toegestaan, maar er dient aan de rechthebbenden een billijke vergoeding te worden betaald. Dit doen onderwijsinstellingen al jaren. De onderhandelingen met universiteiten gaan de afgelopen tijd echter moeizaam, omdat de universiteiten eenvoudigweg kosten willen terugbrengen en zich daardoor ongevraagd in vreemde bochten hebben gewrongen. Hierdoor hebben docenten nu het idee gekregen dat sommige vormen van gebruik niet zijn toegestaan. Een meer uitgebreid en genuanceerd beeld over de problemen rondom deze onderhandelingen is hier en hier te vinden.

IEF 19398

Vernietiging octrooi Richter wegens gebrek aan nieuwheid

Rechtbank Den Haag 29 jul 2020, IEF 19398; ECLI:NL:RBDHA:2020:7089 (Biogen c.s. tegen Richter), https://ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-octrooi-richter-wegens-gebrek-aan-nieuwheid

Rechtbank Den Haag 29 juli 2020, IEF 19398, LS&R 1854; ECLI:NL:RBDHA:2020:7089 (Biogen c.s. tegen Richter) Octrooirecht. Inbreuk. Nietigheid. Richter is houdster van EP 667 voor: ‘Pharmaceutical anti-TNF-alpha Antibody Formulation’. Biogen c.s. heeft later geneesmiddel Imraldi® op de Europese markt gebracht. Biogen c.s. vordert vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi, omdat het niet nieuw, dan wel niet inventief is ten opzichte van Manning, Bender en Humira, en het niet nawerkbaar is. Richter vordert om Biogen c.s. te verbieden inbreuk op haar octrooi te maken met de Imraldi-producten. De zaken worden samen behandeld. Conclusie 1 van EP 667 is ongeldig, wegens gebrek aan nieuwheid, ook in de voorgestelde gewijzigde vorm van de hulpverzoeken. De vordering tot vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi wordt toegewezen. In de inbreukzaak worden de vordering afgewezen, nu op een nietig octrooi geen inbreuk gemaakt kan worden.

IEF 19399

Uitspraak ingezonden door Jeroen Boelens, NautaDutilh.

Incidentele inzagevordering Biomet is 'hengeltochtje'

Rechtbank Rotterdam 2 sep 2020, IEF 19399; ((Heraeus tegen Biomet)), https://ie-forum.nl/artikelen/incidentele-inzagevordering-biomet-is-hengeltochtje

Rechtbank Rotterdam 2 september 2020, IEF 19399; LS&R 1855; C/10/581437 / HA ZA 19-817 (Heraeus tegen Biomet) Bedrijfsgeheimen. Vonnis in incident. Heraeus en Biomet c.s. houden zich bezig met de ontwikkeling en verkoop van botcement. Heraeus brengt het botcement onder de merknaam Palacos op de markt. Biomet c.s. hebben een botcement op de markt gebracht met eigenschappen die (nagenoeg) gelijk waren aan de eigenschappen van het Palacos botcement. Dit leidt tot een geschil over onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen. Biomet c.s. vorderen in incident Heraeus te veroordelen inzage in en afgifte van een zeer groot aantal bescheiden van diverse aard te verstrekken. Deze vordering is te beschouwen als een 'hengeltochtje', aangezien de gevorderde inzage geen betrekking heeft op ‘bepaalde’ bescheiden. Hierdoor hebben Biomet c.s. geen rechtmatig belang bij de gevorderde inzage. De incidentele vordering van Biomet c.s. wordt afgewezen.

IEF 19396

Sierlint geeft ander voorkomen aan sneaker

Rechtbank Den Haag 22 jul 2020, IEF 19396; ECLI:NL:RBDHA:2020:6867 (Puma SE tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/sierlint-geeft-ander-voorkomen-aan-sneaker

Rechtbank Den Haag 22 juli 2020, IEF 19396; ECLI:NL:RBDHA:2020:6867 (Puma tegen gedaagde) Feitelijke beoordeling inbreuk op gemeenschapsmodel of auteursrecht. Puma is één van de grotere sport- en lifestylemerken ter wereld. Gedaagde heeft een webshop voor mode-artikelen en accessoires. Daarop heeft zij schoenen onder de naam sneakers Abria aangeboden die zij op haar beurt had ingekocht bij een groothandel. De door gedaagde aangeboden sneaker maakt geen inbreuk op een op naam van Puma geregistreerd gemeenschapsmodel voor een schoenzool. Wat betreft de auteursrechtelijke bescherming van twee schoenen van Puma, gaat het om een combinatie van elementen die als zodanig bekend zijn in het vormgevingserfgoed. Als die combinatie auteursrechtelijke bescherming toekomt, is de beschermingsomvang beperkt en maakt de door gedaagde aangeboden sneaker een andere totaalindruk. Doorslaggevend is dat de sneakers Abria geen veters hebben die op een koord lijken, maar in plaats daarvan een opvallend anderhalve centimeter breed en glanzend sierlint. De vorderingen van Puma worden afgewezen.

IEF 19397

Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken.

Uitlatingen over downloaden uit illegale bron waren niet onrechtmatig

Hof Den Haag 11 aug 2020, IEF 19397; (Staat tegen SEKAM cs), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-over-downloaden-uit-illegale-bron-waren-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 11 augustus 2020, IEF 19397, IT 3230; C/09/528768/HA ZA 17-298 (Staat tegen SEKAM cs) Hoger beroep. SEKAM is een stichting die de belangen van film en televisieproducenten behartigt. De Nederlandse Staat stelde dat het is toegestaan om voor eigen gebruik, zonder toestemming van en betaling aan de rechthebbenden, een televisieserie of film te downloaden. De rechtbank oordeelde eerder dat de Staat aansprakelijk was voor geleden schade door uitlatingen van de staatssecretaris dat illegaal downloaden in Nederland was toegestaan. Dit vonnis [IEF 17942] wordt vernietigd en alle vorderingen van SEKAM c.s. worden afgewezen. De (achteraf gezien onjuiste) uitlatingen van de staatssecretaris over downloaden uit illegale bron waren niet onrechtmatig en evenmin was er causaal verband met eventuele schade.

IEF 19392

Artikel ingezonden door mr. dr. V.E. Breemen e.a.

‘Corona-amendement’ bij artikel 12 lid 5 Auteurswet – online classroom use

Inleiding en aanleiding
Sinds jaar en dag   is het toegestaan om in de klas en tijdens college teksten, afbeeldingen en films, te laten zien en muziek te laten horen, bijvoorbeeld in een PowerPoint, zonder dat daar toestemming van of betaling aan auteursrechthebbenden voor nodig is.  

Dat blijkt uit artikel 12 lid 5 van de Auteurswet:
“Onder een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar wordt niet begrepen die welke uitsluitend dient tot het onderwijs dat vanwege de overheid of vanwege een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt gegeven, voor zover de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling deel uitmaakt van het schoolwerkplan of leerplan voor zover van toepassing, of tot een wetenschappelijk doel”.

Deze vrijstelling geldt echter alleen voor gebruik in de klas. Zij geldt vermoedelijk niet voor onderwijs op afstand. En ook niet voor het opslaan en op een later moment terug kijken van lessen en colleges en de bijbehorende PowerPoints. Op dat gebruik is ten dele wel een andere beperking op het auteursrecht op van toepassing die is opgenomen in artikel 16 Auteurswet, maar die geldt alleen maar voor ‘gedeelten’ van werken en bovendien staat er de verplichting tegenover een ‘billijke vergoeding’ te betalen aan de rechthebbenden. Universiteiten hebben zich verbonden om het gebruik dat is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet drastisch te verminderen om de hiermee samenhangende kosten terug te brengen en voeren daar een actief ontmoedigingsbeleid bij.

Om deze reden wordt in toenemende mate docenten dringend geadviseerd om bijvoorbeeld geen afbeeldingen meer op te nemen in PowerPoints  en deze niet te tonen in het kader van afstandsonderwijs dat rechtstreeks wordt bekeken en wordt opgenomen om het op een later moment te bekijken.

In de huidige tijd waarin afstandsonderwijs steeds belangrijker, en momenteel zelfs onvermijdelijk is, is het bepaald onwenselijk dat docenten worden belemmerd in hun vrijheid om het kader van hun lessen en colleges afbeeldingen en films te tonen en muziek te laten horen waar dit nuttig is ter illustratie bij het onderwijs. Het tonen van afbeeldingen en bewegend beeld vormt een belangrijke ondersteuning van het onderwijs die zoveel mogelijk vrij moet worden gelaten, ook als dit online gebeurt.  

Er is daarom goede reden om de beperking van artikel 12 lid 5 Auteurswet uit te breiden tot afstandsonderwijs.

Lees hier het gehele artikel.

IEF 19395

Uitspraak ingezonden door Niels Mulder, DLA Piper

Converse mocht tóch beslag leggen op schoenenvoorraad Sporttrading

Hof 's-Hertogenbosch 1 sep 2020, IEF 19395; ECLI:NL:GHSHE:2020:2699 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s), https://ie-forum.nl/artikelen/converse-mocht-t-ch-beslag-leggen-op-schoenenvoorraad-sporttrading

Hof ‘s Hertogenbosch 1 september 2020, IEF 19395; ECLI:NL:GHSHE:2020:2699 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s.) Zie eerder [IEF 13012], [IEF 17820]. Merkenrecht. Uitputting. In 2009 liet Converse c.s. beslag leggen op de voorraad van Converse-schoenen van Sporttrading c.s. De schoenen zouden illegaal worden verhandeld in Nederland. In eerste aanleg zijn de vorderingen tegen de curator van Sporttrading c.s. afgewezen, omdat de bewijslast ten aanzien van het uitputtingsverweer werd omgedraaid en Converse c.s. niet slaagde in het bewijs. Sporttrading, Sport Concept en Brandustry hebben gehandeld in Converse-schoenen en daarmee inbreuk gemaakt op het merkrenrecht van Converse. De bewijslast met betrekking tot de vermeende uitputting rust op grond van het Van Doren/Lifestyle-arrest op de curator.

IEF 19394

Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs, Inteo.

Vordering onontvankelijk bij gebrek aan merkinschrijving

Belgische gerechten 26 aug 2020, IEF 19394; (Laboratoire de la Mer en Omega Pharma tegen Febelco en Axone Pharma), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-onontvankelijk-bij-gebrek-aan-merkinschrijving

Ondernemingsrechtbank Gent 26 augustus 2020, IEF 19394, IEFbe 3115; A/20/00069 (Laboratoire de la Mer en Omega Pharma tegen Febelco en Axone Pharma) Laboratoire de la Mer en Omega Pharma zijn fabrikant resp. verdeler van neussprays op basis van zeewater ‘Physiomer’. Zij vorderen dat het Febelco en Axone Pharma wordt verboden om een verpakking te gebruiken, omdat deze verwarring zou wekken met de verpakking van Physiomer: Ceres Pharma is de leverancier van Febelco en Axone Pharma. Zij komt vrijwillig tussen in de procedure en vordert de onontvankelijkheid van de vordering op basis van artikel 2.19 BVIE. Volgens die bepaling kan niemand in rechte bescherming vorderen voor een teken dat voor merkinschrijving in aanmerking komt, tenzij hij of zij beschikt over een geregistreerd merk. Ceres Pharma deponeert de opmaak van de verpakking als experiment.
De rechtbank wijst de vorderingen af. De voorzitter stelt vast dat het depot van Ceres op absolute gronden wordt aanvaard en dat het alle kenmerken die eisers claimen omvat. Dat artikel 2.19 BVIE strijdig zou zijn met het Unieverdrag van Parijs, aanvaardt de rechtbank niet. Het gaat om een verdoken merkinbreukvordering die onontvankelijk is.

IEF 19393

Bourdrez, Brouwer en Van Werven starten boetiekkantoor Walden Grene

Walden Grene is een boetiekkantoor gericht op intellectueel eigendom, kunst en media, opgericht door drie IE-specialisten met in totaal 50 jaar ervaring: Aernoud Bourdrez, Berber Brouwer en Benjamin van Werven.

Naast de traditionele IE-rechten, zoals auteurs-, merken- en modellenrecht, richt Aernoud zich in het bijzonder op de kunstwereld, Berber op productvormgeving, privacy en digitale technologie en Benjamin op media en entertainment. Met Aernoud Bourdrez heeft Walden Grene bovendien een professioneel onderhandelaar in huis, die ook trainingen geeft op dit gebied. Zijn expertise op dit terrein is een belangrijke toegevoegde waarde voor het kantoor.