Het is de regering!
Kamerstukken II, 31200 VIII, nr. 135. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 ; Verslag van een wetgevingsoverleg over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2008, onderdeel Cultuur (31200-VIII).
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat door het gebruik van losse opslagmedia op mp3-spelers en harddiskrecorders veel kunstenaars de vergoeding aan de rechthebbenden niet terugzien; verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Halsema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 120 (31200-VIII). Ik betwijfel of deze motie hier thuishoort, en niet bij EZ. De heer Van der Ham (D66): Het is de regering! Ik heb nog een vraag aan de minister gesteld waarop hij schriftelijk zou terugkomen. Dan weet ik niet precies of de motie nog nodig is. Ik ga haar wel indienen.
Eerst even voor jezelf lezen
1- GvEA, 16 januari 2008, 16 January 2008, zaak T-112/06, Inter-Ikea Systems BV, established in Delft (Netherlands), represented by J. Gulliksson and J. Olsson, lawyers tegen OHIM
Merkenrecht, nietigheidsprocedure. Woord/beeldmerk IKEA tegen word/beeldmerk ‘idea’. “84 Second, while there is settled case-law that the greater the distinctiveness of the earlier mark, the greater the likelihood of confusion (Case T-85/02 Díaz v OHIM – GranjasCastelló(CASTILLO) [2003] ECR II-4835, paragraph 44; see also, by analogy, SABEL, paragraph 25 above, paragraph 24), it must be made clear that a likelihood of confusion presupposes that the marks in question are identical or similar. Thus, although for the purposes of assessing whether there is sufficient similarity between the signs or between the goods and services to give rise to a likelihood of confusion, account must be taken of the fact that a mark is well known or has a reputation, that fact has no bearing on the assessment of the likelihood of confusion where the marks at issue are globally different (see, to that effect, HUBERT, paragraph 48 above, paragraph 65; see also, to that effect and by analogy, Canon, paragraph 23 above, paragraph 19).”
Lees het arrest hier.
2- Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 januari 2008, HA ZA 07-81, Carbonell tegen Van Veldhuizen B.V.
Merken-/handelsnaamrecht. "4.15. Conclusie van het voorgaande is dat de vorderingen eveneens kunnen worden toegewezen, voor zover deze erop zien Van Veldhuisen c.s. te bevelen het gebruik te staken en gestaakt te houden van handelsnamen welke bestaan uit de afkorting AMC, dan wel de afkorting AMC bevatten (waaronder tevens de genoemde domeinnamen zijn te verstaan), alsmede het gebruik te staken en gestaakt te houden van het dienstmerk AMC, dan wel te verbieden enige naam waarvan de afkorting AMC deel uitmaakt te gaan voeren."
Lees het vonnis hier.
3- Vzr. Rechtbank Arnhem, 15 januari 2008, LJN: BC1837, The Pipes And Drums Of The Royal British Legion, Netherlands.
Embleemrecht. "4.3. Het verweer van [gedaagde] dat het uniform en de drum weliswaar door
The Pipes and Drums in bruikleen zijn gegeven maar dat die eigendom zijn van RBL en/of RBL Amsterdam omdat die spullen zijn aangekocht met gelden die verkregen zijn door gebruik te maken van de naam en het merk van RBL slaagt niet. Het valt niet in te zien hoe RBL en/of RBL Amsterdam op grond van het handelsnaam- en merkrecht de eigendom kan verwerven van zaken waarop haar naam, merktekens en embleem staat."
Lees het vonnis hier.
4- Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 januari 2008, HA ZA 07-1473, Aloys Wobben tegen Vestas Wind Systems A/S c.s.
Octrooirecht. “ 4.14. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat alle conclusies van EP 564 en EP 691 tenminste gedeeltelijk niet nieuw zijn of niet worden gedekt door de oorspronkelijke aanvrage en in zoverre vernietigbaar zijn. Wobben heeft niet gesteld dat de octrooien in gewijzigde vorm in stand gelaten kunnen worden bij vernietiging op deze gronden. Voor zover hij dat wel heeft bedoeld te stellen, had het op zijn weg gelegen een voorstel voor gewijzigde conclusies te formuleren. Dat heeft Wobben echter nagelaten, ook nadat Vestas hem daar onder meer bij pleidooi uitdrukkelijk op had gewezen. Wobben heeft zelfs in het geheel niet gereageerd op het expliciete verzoek van Vestas aan de rechtbank om, in verband met de afwezigheid van voorstellen voor alternatieve conclusies, de octrooien volledig te vernietigen. Gelet hierop zal de rechtbank, overeenkomstig dat verzoek handelen en de octrooien volledig vernietigen.” (Proceskosten € 175.000,00).
Lees het vonnis hier.
5- Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 januari 2008, HA ZA 07-1794, Stichting De Thuiskopie tegen Gedaagde.
Auteursrecht. “4.3. Anders dan gedaagde heeft betoogd, toont de door hem overgelegde factuur niet aan dat de thuiskopievergoeding door Le Group, althans door de fabrikant of importeur, is betaald. De op de factuur afzonderlijk in rekening gebrachte “ copyright heffing ” suggereert enkel dat dit het geval. Dat acht de rechtbank onvoldoende (…).”
Lees het vonnis hier.
6- Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, AWB 06/6520 OCT95, inzake het geding tussenAHP Manufacturing B.V., en het Het Bureau voor de Industriële Eigendom, tevens handelende onder de naam Octrooicentrum Nederland.
Octrooirecht. “1.6. Na afloop van de zitting is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat aanleiding bestaat het onderzoek te heropenen teneinde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitievan de Europese Gemeenschappen te Luxemburg.” (zie ook IEF 5346)
Lees het vonnis hier.
7- Vzr. Rechtbank Arnhem, 10 januari 2008, KG ZA 07-798, D-Sign Denemarkn B.V. tegen StiosSV B.V.
Auteursrecht. “1.1. verbiedt StudioSV om, na betekening van dit vonnis, op de wijze zoals zij op haar website (in elk geval) van 26 november 2007 tot en met 14 december 2007 heeft gedaan, in het bijzonder door onder de kop ‘De originele -sinds 1976- Trollbeads’ en het tussenkopje ‘Trollbeads is unique jewellery’ de geschiedenis van het merk Trollbeads weer te geven met informatie over en foto’s van de ontwerpers van de Trollbeads (onder vermelding van de tekst ‘Meet the Trollbeads designers, click here’), of anderszins in Nederland bij het publiek de indruk te wekken dat zij behoort tot het distributienet van D-sign Denemarken c.s. althans dat zij een bijzondere commerciële band heeft met D-sign Denemarken c.s.”
Lees het vonnis hier.
8- Rechtbank Maastricht, 7 januari 2008, KG ZA 07-471, Autorent Europa Service Francise B.V. tegen Autorent 4 You c.s.( met dank aan Meta Kuyvenhoven, Versteeg Wigman Sprey).
Handelsnaamrecht. "3.5.3 Gelet op hiervoor in rechtsoverweging 3.5 genoemde grote overeenkomst/geringe afwijking tassen de handelsnamen/tekens Autorent en Autorent4You en het opereren van beide ondernemingen binnen dezelfde markt en binnen dezelfde sectoren en in dezelfde plaats is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat sprake is van verwarring- danwel associatiegevaar bij tenminste een deel van het relevante publiek van partijen, in die zin dat dit publiek zal aannemen dat de diensten dezelfde herkomst hebben (directe verwarring), dan wel dat tussen de ondernemingen van partijen enig verband aanwezig is (indirecte verwarring)."
Lees het vonnis hier.
9- (Ex Parte) beschikking van de voorzieningenrechter Rechtbank ’S-Gravenhage, 9 januari 2008, KG 08/0022, Safretti B.V. tegen Van der Meulen en Wolters.
“Beveelt Van der Meulen en Wolters, ieder afzonderlijk, onmiddellijk na betekening van deze beschikking ieder verkopen, aanbieden (waaronder begrepen via Internet), distribueren, exporteren of anderszins naar de lidstaten van de Europese Gemeenschap (doen) vervoeren, importeren, marketen, of anderszins in het verkeer brengen van op Gemeenschapsmodel nummer 000646385-0001 inbreukmakende sfeerhaarden, te staken en gestaakt te houden.”
Lees de beschikking hier.
Architectencontracten
Kamerstukken II, 30501, nr. 27. Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet); Verslag algemeen overleg over onder meer het aanbestedingsbeleid in relatie tot het mkb.
"...In architectencontracten is opgenomen dat betrokkenen in verband met auteursrechten automatisch in aanmerking komen voor opdrachten voor eventuele verbouwingen. Is dit niet in strijd met de aanbestedingsregels? Wat is de verhouding tussen aanbestedingsregels en auteursrechten?"
Antwoord van minister Van der Hoeven: "...Het auteursrecht blijft berusten bij de architecten. Dat neemt niet weg dat bij een verbouwing de keuze van de architect aanbesteed kan worden. De minister is bereid, te bezien of de standaardcontracten van de Bond van Nederlandse Architecten geen ongewenste clausules bevatten."
Lees het kamerstuk hier.
Het is de regering!
Kamerstukken II, 31200 VIII, nr. 135. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 ; Verslag van een wetgevingsoverleg over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2008, onderdeel Cultuur (31200-VIII)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door het gebruik van losse opslagmedia op mp3-spelers en harddiskrecorders veel kunstenaars de vergoeding aan de rechthebbenden niet terugzien;
verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Halsema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 120 (31200-VIII).
Ik betwijfel of deze motie hier thuishoort, en niet bij EZ.
De heer Van der Ham (D66):
Het is de regering!
Ik heb nog een vraag aan de minister gesteld waarop hij schriftelijk zou terugkomen. Dan weet ik niet precies of de motie nog nodig is. Ik ga haar wel indienen.
Lees het kamerstuk hier
Verlopen jurisprudentie
Vzr. Rechtbank Groningen, 21 december 2007, KG ZA 07-365, Runner Hardloopcentrum Groningen B.V. tegen Dijk.
Wel gemeld, nog niet samengevat. Handelsnaamrecht. Jurisprudentie uit 1993 is niet meer relevant: ‘run’ en ‘runner’ zijn algemeen bekende en algemeen gebruikelijke termen geworden. Matiging proceskosten
Runnerhardloopcentrum (sinds 1985) uit Groningen verzet zich tegen het gebruik van de namen Runner, Runnersworld en of Hardloopcentrum in de regio Groningen. Dijk opereert sinds september 2007 onder de naam Runnersworld als franchisenemer van Runnersworld, welke naam sinds 1987 wordt gevoerd.
In een vergelijkbaar geschil (voormalig eigenaar van eiser vs andere franchisenemer) heeft de Rb. Leeuwarden in 1993 een ander verboden de namen Runner, Runnersworld en of Hardloopcentrum te voeren. Het Hof Leeuwarden heeft dit vonnis bekrachtigd.
Volgens de voorzieningenrechter is de conclusie in 2007 echter anders. “De voorzieningenrechter overweegt dat de kenmerkende of centrale woorden 'Run' en 'Runner' inmiddels, door zowel de toename van de (populariteit van de) hardloopsport als door de internationalisering van die sport, algemeen bekende en algemeen gebruikelijke termen zijn geworden. Daarbij geldt dat het gebruik van Engelse termen in het Nederlandse taalgebruik is toegenomen.” (4.5)
Aangezien de handelsnaam een zwak onderscheidend vermogen heeft en Runnerhardloop centrum Groningen en Runnersworld voldoende verschillen, ondanks dezelfde markt en regio, wordt het Dijk niet verboden de handelsnaam Runnersworld te voeren.
De proceskosten voor deze handelszaak worden gematigd tot € 5.000. De gevorderde € 11.805,89 acht de rechter buitenproportioneel, gelet op de aard en het belang van de zaak en de omvang van de processtukken.
Lees het vonnis hier.
Gevlochten artikelen
Rechtbank Utrecht, 21 december 2007, KG ZA 07-1091, Riviera Maison tegen Hoogendam International V.O.F. c.s. (met dank aan Milica Antic, De Vos & Partners).
Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort vonnis over bijna identieke rieten producten, voorshandse onduidelijkheid over maker werk en ontwerper ongeregistreerd gemeenschapsmodel. Oorspronkelijkheid, eigen karakter en onderscheidend vermogen worden (in korte formulering) niet aangenomen. Inkopen is geen ontlenen.
Riviera Maison (RM) brengt al enige tijd een aantal rieten manden en gevlochten rieten artikelen op de markt en maakt i.c. bezwaar tegen de verhandeling van een tiental rieten producten door gedaagde. Partijen betrekken de producten van verschillende ondernemingen uit Indonesië.
Met betrekking tot het auteursrecht stelt de voorzieningenrechter dat het voorshands onduidelijk is wie als maker van de producten moet worden aangemerkt en “bovendien is geen van de producten die inzet vormen van het onderhavige geding zodanig oorspronkelijk van karakter dat deze als werk in de zin van de Auteurswet kan worden aangemerkt.” Ook modelrechtelijk (ongeregistreerd Gemeenschapsmodel) staat onvoldoende vast wie ontwerper moet worden aangemerkt en “ten slotte missen de producten in kwestie een eigen karakter”.
Ook een beroep op slaafse nabootsing wordt verworpen. “Hoogendam c.s. hebben hun producten immers niet ontleend aan de producten van Riviera Maison. Hoogendam c.s. hebben deze producten slechts ingekocht bij Uman. Bovendien moeten de producten in kwestie een aanmerkelijk onderscheidend vermogen hebben vooraleer er sprake kan zijn van slaafse nabootsing. Dit onderscheidend vermogen wordt evenmin aanwezig geacht.”
De vorderingen worden afgewezen en RM wordt veroordeeld in de volledige proceskosten (€ 1067,00).
Lees het vonnis hier. Afbeelding links RM, rechts Hoogendam.
Eerst even voor jezelf lezen
HvJ EG, 6 januari 2008, conclusie A-G Dámaso Ruiz-Jarabo Colomer in zaak C-102/07, Adidas AG en Adidas Benelux BV tegen Marca Mode CV, C&A Nederland, H&M Hennes & Mauritz Netherlands BV en Vendex KBB Nederland BV.
Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciële beslissing. De A-G concludeert:
“85. Gelet op het voorgaande, geef ik het Hof in overweging om de vragen van de Hoge Raad te beantwoorden als volgt:
„Bij de bepaling van de beschermingsomvang van een merk dat wordt gevormd door een aanduiding die beantwoordt aan de omschrijving in artikel 3, lid 1, sub c, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, maar door het gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen en is ingeschreven, moet rekening worden gehouden met het algemene belang, dat de beschikbaarheid van bepaalde tekens niet ongerechtvaardigd wordt beperkt voor de andere marktdeelnemers die soortgelijke waren of diensten aanbieden.
Wanneer ditzelfde teken daarentegen geen intrinsiek onderscheidend vermogen bezit, maar later onderscheidend vermogen heeft verkregen als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, kunnen de rechten van de merkhouder niet aan de vrijhoudingsbehoefte worden getoetst.”
Lees de conclusie hier.
Heden verzamelen
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 december 2007, KG ZA 07-1420. R.J. Burgzorg tegen Stichting Heden Den Haag
Stukgelopen samenwerking. Geen auteursrecht op trainingsprogramma.
Wel gemeld, nog niet samengevat. Burgzorg heeft onder de naam 'My First Art Collection' een trainingsprogramma opgesteld. Het concept van dit programma en het projectplan is in 2006 gedeponeerd bij een notaris. Partijen hebben een overeenkomst gesloten voor de organisatie van een verkorte versie van het programma onder de naam 'Heden verzamelen'. Over de uitvoering van het programma en de betalingen door Heden Den Haag is tussen partijen een geschil ontstaan. Heden Den Haag heeft bekend gemaakt in 2008 het programma 'Heden verzamelen' te herhalen.
Burgzorg meent dat Heden Den Haag inbreuk dreigt te maken op zijn auteursrecht op het programma. Heden Den Haag betwist dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. De rechtbank: "Vooralsnog is niet aannemelijk geworden dat het traininsprogramma aan deze maatstaf voldoet. Burgzorg heeft over de inhoud van het programma weinig meer toegelicht dan dat het programma zich richt op hoog opgeleiden met een 'dubbel cultureel profiel' en dat het programma zich kenmerkt door bezoeken aan kunstenaars, musea, veilinghuizen en dergelijke. Dit is voorshands onvoldoende om aanspraak te kunnen maken op auteursrechtelijke bescherming van het programma. De vorderingen zijn op deze grondslag niet toewijsbaar." Burgzorg wordt veroordeeld in de proceskosten.
Lees het vonnis hier.
Een adres voor autobanden
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, KG ZA 07-1393, Abol B.V. tegen Postelmans Beheer B.V. en De Bandengids B.V.
Wel gemeld, nog niet samengevat. Handelsnaamrecht. 'De' voegt weinig toe. Het gebruik van de domeinnaam debandenwinkel.nl voor het omleiden (‘rerouten’) van bezoekers naar het internetadres bandengids.nl, waarvan de daaraan gekoppelde website wordt geëxploiteerd onder de handelsnaam De Bandengids, wordt aangemerkt als het voeren van de handelsnaam ‘debandenwinkel.nl’.
Eiseres Abol verkoopt autobanden via haar website bandenwinkel.nl en heeft op 15 mei 2007 de handelsnamen ‘bandenwinkel.nl’ en ‘debandenwinkel.nl’ in het handelsregister laten inschrijven. Gedaagde Postelmans handelt eveneens in autobanden, echter onder de naam De Bandengids en exploiteert de domeinnaam bandengids.nl. Postelmans c.s. beschikken sinds 10 juli 2007 over de domeinnaam debandenwinkel.nl, welke domeinnaam bezoekers omleidt naar de website van De Bandengids (bandengids.nl). Abol verzet zich tegen dit gebruik van de domeinnaam en eist onder meer de overdracht van de domeinnaam debandenwinkel.nl.
De voorzieningenrechter overweegt: “4.3 Postelmans en De Bandengids hebben op 10 juli 2007 de domeinnaam ‘debandenwinkel.nl’ ingeschreven. Zij zijn deze vervolgens gaan gebruiken als handelsnaam van de door De Bandengids gevoerde onderneming doordat zij de domeinnaam ‘debandenwinkel.nl’ hebben gererouted naar hun online bandenverkoop. Voorshands is dit als het voeren van de handelsnaam ‘debandenwinkel.nl’ aan te merken.”
“4.4. Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat Abol enerzijds en De Bandengids anderzijds een internet-winkel voor banden zijn gaan voeren waarvoor zij als handelsnaam ‘bandenwinkel.nl’, respectievelijk ‘debandenwinkel.nl’ gebruiken. Het verschil in deze handelsnamen is zo gering dat gevaar voor verwarring te duchten is. Het publiek zal immers niet verwachten dat ‘bandenwinkel.nl’ naar een andere onderneming verwijst dan ‘debandenwinkel.nl’. Nu het gebruik door De Bandengids van ‘debandenwinkel.nl’ van latere datum is dan het gebruik van ‘bandenwinkel.nl’ door Abol dient het gebruik door De Bandengids van de jongere, verwarringwekkende, handelsnaam te worden gestaakt.”
De voorzieningrechter wijst onder meer de overdracht van de domeinnaam toe en veroordeelt gedaagde in de volledige kosten van het geding.
Lees het vonnis hier.
Een illegaal muzieksysteem
Vzr. Rechtbank Arnhem, 21 december 2007, zaaknummer / rolnummer: 163185 / KG ZA 07-734, Vereniging Buma, Stichting Stemra en NVPI tegen [café-eigenaar]
Buma-zaak, auteursrecht. Gedaagde handelt onrechtmatig door gebruik te maken van een illegaal muzieksysteem, terwijl hij wist van het illegale karakter van het systeem. Gedaagde pleegt voorts auteursrechtinbreuk door zonder de vereiste toestemming van Buma muziekwerken uit het Buma repertoire ten gehore te brengen. Gedaagde krijgt (28 AW) keuze om computer af te staan of te wissen.
Buma en Stemra oefenen ten behoeve van de auteursrechthebbenden met betrekking tot vrijwel het gehele beschermde wereldmuziekrepertoire het openbaarmakings- en verveelvoudigingsrecht in Nederland uit. De NVPI stelt zich kort gezegd ten doel de gemeenschappelijke belangen van de Nederlandse producenten, importeurs en exploitanten van beeld- en geluidsdragers te behartigen en te beschermen.
[Café-eigenaar] drijft een horecagelegenheid. Hij had een licentieovereenkomst gesloten met Buma op grond waarvan het hem was toegestaan achtergrondmuziek in zijn café ten gehore te brengen. Echter, het door [café-eigenaar] gebruikte muzieksysteem was afkomstig van een partij die zonder toestemming muziekwerken het Stemra en NVPI repertoire in dat systeem heeft vastgelegd.
[café-eigenaar] is meerdere malen op het illegale karakter van het door [café-eigenaar] gebruikte geluidsysteem gewezen, maar heeft niet voldaan aan de sommaties van Buma/Stemra. Daarop heeft Buma/Stemra de licentieovereenkomst met [café-eigenaar] ontbonden en een kort geding geëntameerd.
De Voorzieningenrechter stelt vast dat het door [café-eigenaar] gebruikte muzieksysteem illegaal is nu de leverancier van het systeem voor het vastleggen van de muziekwerken geen toestemming heeft verkregen. [café-eigenaar] handelt naar voorlopig oordeel onrechtmatig jegens Buma c.s. door onder de gegeven omstandigheden gebruik te maken van het illegale muzieksysteem. [café-eigenaar] is immers meerdere malen op het illegale karakter van het muzieksysteem gewezen en heeft desondanks het gebruik niet gestaakt.
Voorts bestaat er thans geen licentieovereenkomst meer tussen Buma/Stemra en [café-eigenaar]. De Voorzieningenrechter acht de ontbinding door Buma/Stemra voorshands rechtsgeldig. Derhalve pleegt [café-eigenaar] ook auteursrechtinbreuk door ook na ontbinding van de licentieovereenkomst – en dus zonder de vereiste toestemming van Buma – muziekwerken uit het Buma repertoire ten gehore te brengen.
De voorzieningenrechter verbeidt [café-eigenaar] zonder toestemming muziekwerken ten gehore te brengen en veroordeelt [café-eigenaar] “(…) alle zich onder hem bevindende illegale muzieksystemen en andere geluidsdragers afkomstig van Keizer, Grievink of een direct of indirect aan hem gelieerde onderneming, waarop muziekwerken zijn vastgelegd zonder dat daarvoor voorafgaande toestemming van of vanwege Stemra en de leden van de NVPI die het aangaat is verkregen, binnen tien dagen na het verzoek daartoe van Stemra ten kantore van Stemra aan haar in eigendom af te staan, dan wel, ter keuze van [café-eigenaar], de op zulke muzieksystemen en andere geluidsdragers vastgelegde muziekwerken ten overstaan van een door Stemra aan te wijzen medewerker ten kantore van Stemra te wissen.” (r.o. 5.4)
[café-eigenaar] wordt eveneens veroordeeld in de volledige proceskosten van EUR 3657,12.
Lees het vonnis hier.