IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22690
12 mei 2025
Artikel

IE Zomerforum. AI, Auteursrecht & Stijlnabootsing. De voorbereiding

 
IEF 22688
9 mei 2025
Artikel

Fieldfisher Amsterdam breidt uit met Jos Klaus als partner

 
IEF 1340

Kamerstukken

1- Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten); Nota n.a.v. het verslag.

"De leden van de VVD-fractie vroegen in hoeverre de voorgestelde rechtsbescherming van een octrooihouder bij inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten verschilt van soortgelijke rechtsbescherming in de verschillende bij het Europees Octrooi Verdrag (EOV) aangesloten landen die niet lid zijn van de Europese Unie. [...] Het TRIPSAgreement bij het WTO-Verdrag, omvat mede een algemeen hoofdstuk gewijd aan de rechtsbescherming van de intellectuele eigendom. Alle WTO-landen (meer dan 130) kennen dus een vergelijkbaar niveau van bescherming van de intellectuele eigendom. [...] Blijft over Monaco. Dit land is noch WTO-, noch EVA-lid. Bij navraag is komen vast te staan dat Monaco niet van plan is de EG-richtlijn op enigerlei wijze te implementeren en volstaat dus alleen met nationale wetgeving. Uit het voorgaande trek ik dan ook de conclusie dat de rechtsbescherming van een octrooihouder bij inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten in een EU-land vrijwel gelijk is aan de rechtsbescherming in de verschillende alleen bij het EOV aangesloten landen." Lees kamerstuk hier.

2- Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten); Nota van wijziging.

"...dat artikel 9, eerste lid, onder a, van de richtlijn niet zo gelezen mag worden dat het een optionele bepaling zouzijn. Bij het desbetreffende nader rapport is deze lezing van de Raad gevolgd. Die lezing heeft ook gevolgen voor het voorliggende wetsvoorstel. Deze nota strekt ertoe artikel 9, eerste lid, onder a, van de richtlijn alsnog te implementeren, zie het voorgestelde nieuwe tiende lid van artikel 70. Daarnaast bleek dat abusievelijk twee volzinnen niet in het zesde lid van artikel 70 waren opgenomen. Deze omissie wordt thans rechtgezet." Lees Kamerstuk hier.

IEF 1339

TV zonder grenzen

De Europese Commissie komt haar belofte na om voor het eind van dit jaar een voorstel in te dienen om de EU-richtlijn "Televisie zonder grenzen" uit 1989 te actualiseren. Zie eerder bericht IEForum. Vandaag heeft de Commissie het voorstel ingediend. Het voorstel beoogt onder meer de voorschriften voor reclame op televisie flexibeler te maken. Zo kunnen zenders volgens het voorstel in de toekomst zelf bepalen hoe zij een programma wensen te onderbreken voor de reclame. Wel blijft de regel dat maximaal 12 minuten per uur voor reclame mag worden gebruikt. Volgens het persbericht steunt de nieuwe richtlijn eveneens nieuwe vormen van reclame, zoals split-screen, virtuele reclame en interactieve reclame. Ook regelt de nieuwe richtlijn dat de consument bij aanvang van een programma moet worden geinformeerd over productplaatsing. Lees persberichten hier en hier, voorstel richtlijn hier.

IEF 1338

Wel onrechtmatig, geen

Rechtbank 's-Hertogenbosch 13 december 2005, Versatel / Zeus Telecom (Met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird)

Beide partijen brengen een product onder de naam ISDN30 op de markt. Sinds 31 oktober 2005 heeft Zeus op haar website een link geplaatst onder de titel "Versatel, een eerlijk vergelijk?", met de inleidende mededeling "Van diverse Versatel klanten kregen we informatie over ISDN30 verbindingen, niet alles is zoals het lijkt", met een verwijzing naar een tekst waarin onder meer staat dat Versatel niet alleen gebruik maakt van glasvezelverbindingen (zoals Zeus wel doet), maar ook van (minder geavanceerde DSL) koperverbindingen.
Versatel acht deze uitlatingen onwaar en onjuist en daarmee misleidend in de zin van artikel 6:194a BW.

"Gelet op het bepaalde in artikel 6:195 BW ligt het op de weg van Zeus om de juistheid van haar beweringen aannemelijk te maken. Zij heeft daartoe een drietal verklaringen (prod. 1) overgelegd van - naar eigen zeggen - onafhankelijke en goed bekend staande deskundigen. In hun rapporten laten deze deskundigen zich slechts in algemene zin uit over de (kwaliteits)verschillen tussen een DSL-verbinding en een glasvezelverbinding als gebruikt voor een ISDN(30) product. [...] Dat klanten het beweerdelijke kwaliteitsverschil in het gebruik zouden merken, zoals Zeus stelt, is evenmin aannemelijk geworden. Zeus stelde desgevraagd ter zitting dat zij door "een klant" van Versatel is benaderd die zich misleid voelde door de aanschaf van ISDN30 op basis van DSL bij Versatel, maar zij heeft geen enkele onderbouwing van die stelling kunnen geven, omdat, zo stelt Zeus, de klant niet bereid was daaromtrent een verklaring af te leggen."

"Slotsom is dan ook dat Zeus gelet op het vorenstaande de juistheid van de op haar website gedane beweringen over Versatel en haar ISDN30 via DSL niet aannemelijk heeft gemaakt, zodat deze als misleidend dienen te worden aangemerkt. Daaruit volgt dat voorshands voldoende aannemelijk is dat de vergelijkende reclame op de website van Zeus niet aan alle in het tweede lid van artikel 6:194a BW genoemde voorwaarden voldoet en derhalve jegens Versatel onrechtmatig is. De vorderingen zullen derhalve worden toegewezen [...]. De door Versatel gevorderde "oprechte excuses" en verwijzing naar de website van Versatel [...] zullen worden afgewezen, nu voor toewijzing daarvan onvoldoende grond bestaat. De tekst is inmiddels van de website verwijderd.
Lees hier het vonnis.

IEF 1337

European Unfair Competition Law

Vanochtend promoveerde Rogier W. de Vrey (hopelijk kijkt hij inmiddels wat vrolijker) aan de Universiteit van Utrecht.  Zijn lezenswaardige proefschrift 'Towards a European Unfair Competition Law, A Clash Between Legal Families" werpt een blik op het reeds bestaande acquis communautaire op het gebied van de ongeoorloofde mededinging. De Vrey beperkt het ongeoorloofde mededingingsrecht tot de onderdelen die nog niet geheel zijn geharmoniseerd, te weten, misleidende reclame, het afbreken van een concurrent, de slaafse nabootsing, prestatiebescherming en de bescherming van bedrijfsgeheimen. Hij onderzoekt alleereerst hoe in drie verschillende rechtstfamilies (Romaans, Germaans en Common Law) het ongeoorloofde mededingsrecht wordt vormgegegeven. Vervolgens onderzoekt hij wat de oorzaak zou kunnen zijn van het moeizame Europese harmoniseringsproces op het gebied van de ongeoorloofde mededinging. Lees hier meer.

 

IEF 1336

toekomst sui generis

Voldoet het sui generis Databankenrecht aan de verwachting? Heeft deze sui generis bescherming geleid tot een toename en groei van de databanken industrie zoals de richtlijn 96/9/EG voor ogen stond? De Europese Commissie heeft een evelautierapport gepubliceerd waaruit blijkt dat de online uitgevers erg content zijn met de bescherming van databanken, maar dat het economische belang ervan nog niet is bewezen. De Europese Commissie vindt nader onderzoek naar het nut van "sui generis" bescherming nodig. Lees het persbericht hier en het evaluatie rapport hier.

IEF 1335

Vooraankondiging

Hoewel het er even op leek dat een uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Scientology - Spaink van de baan was, ziet het ernaar uit dat de Hoge Raad aanstaande vrijdag uitspraak zal doen in de reeds 10 jaar lange rechtszaak (eerder bericht hier)

IEF 1333

Voor boven de bank

Het zou in geen enkele huiskamer of (IE-)kantoor misstaan: onder het motto ‘Hang je favoriete merk boven de bank’ heeft De Kunstfabriek een aantal mooie schilderijen geproduceerd. Ook je saaie kantoor opleuken? Kijk hier en kies je favoriete merk.
IEF 1332

Neelie tegen octrooi-hinderlaag

Nu.nl bericht dat Neelie Kroes druk heeft uitgeoefend om het gevaar van een 'octrooi-hinderlaag' te voorkomen. Degene die nu oorlogstaferelen voor zich ziet waarbij met zware octrooischriften wordt gesmeten zit er niet helemaal naast. Nu.nl: "een octrooi-hinderlaag ontstaat als bedrijven verzwijgen dat ze octrooi hebben op een vinding die door een overkoepelende instantie tot standaard wordt uitgeroepen". De Europese Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) heeft nu bedrijven van wie een vinding, die beschermd wordt door een octrooi, tot standaard dreigt te worden verheven, verplicht om hun octrooi van tevoren bekend te maken. Dit om onaangename verrassingen achteraf te voorkomen.

Zie het hele bericht hier.

IEF 1331

Cristal clear

Gerecht van Eerste Aanleg 8 december 2005, zaak T-29/04, CRISTAL - CRISTAL CASTELLBLANCH

Het door Castellblanch aangevraagde beeldmerk CRISTAL CASTELLBLANCH voor wijnen en mousserende wijn stemt we overeen met het oudere woordmerk CRISTAL van Champagne Louis Roederer ter aanduiding van champagnewijn. De oppositieafdeling heeft eerder de oppositie toegewezen. De kamer van beroep heeft het beroep verwordpen. Zij was van oordeel dat het oudere merk normaal en daadwerkelijk was gebruikt, en zij heeft geconcludeerd dat de betrokken waren soortgelijk zijn en de conflicterende tekens overeenstemmen, waardoor bij het Franse publiek verwarring kan ontstaan, associatiegevaar daaronder begrepen.

Het Gerecht kijkt ter beoordeling van het verwarringsgevaar eerst naar de soortgelijkheid van de waren en stelt vast dat de betrokken waren dezelfde, of minstens zeer soortgelijk zijn. Vervolgens komt het Gerecht toe aan de vergelijking van de tekens. Ondanks het feit dat het woord 'Castellblanch' in vette letters en groter dan het woord 'Cristal' is geschreven en het aangevraagde teken een beeld bevat, wordt, gelet op de centrale plaats van het woord 'Cristal' en het feit dat het oudere merk volledig in het aangevraagde merk voorkomt, een zekere visuele overeenstemming aangenomen. Ook stemmen de merken fonetisch overeen. De toevoeging 'Castellblanch' doet hieraan niet af, aangezien 'Cristal' het dominerende bestanddeel is. Tot slot zijn de tekens ook begripsmatig overeenstemmend, namelijk een verwijzing naar het idee van helderheid en zuiverheid.

Tot slot de beoordeling van het verwarringsgevaar. "[...] het woord "cristal" beschrijft geenszins de betrokken waren, doch kan als suggestief worden beschouwd. Derhalve dient te worden aangenomen dat het merk CRISTAL een gemiddeld onderscheidend vermogen heeft, en geen zwak onderscheidend vermogen, zoals verzoekster stelt. [...]
Met betrekking tot verzoeksters argument dat er andere merken bestaan die het woord „cristal” bevatten en zijn ingeschreven voor de waren van klasse 33 – hetgeen volgens haar het bewijs levert van het zwakke onderscheidend vermogen van het oudere merk en van de vreedzame coëxistentie van de betroken merken –, volstaat de vaststelling dat niet is aangetoond dat deze merken werkzaam zijn of worden gebruikt voor de in geding zijnde waren, en in het bijzonder voor mousserende wijn.

Weliswaar kan niet volledig worden uitgesloten dat in bepaalde gevallen de coëxistentie van oudere merken op de markt het door de instanties van het BHIM vastgestelde gevaar voor verwarring van twee conflicterende merken vermindert, maar hiermee kan slechts rekening worden gehouden indien de aanvrager van het gemeenschapsmerk ten minste in de loop van de procedure voor het BHIM betreffende de relatieve weigeringsgronden, genoegzaam heeft aangetoond dat deze coëxistentie erop berust dat bij het relevante publiek geen sprake is van gevaar voor verwarring van de oudere merken waarop de aanvrager zich beroept, met het oudere merk van interveniënte waarop de oppositie is gebaseerd, en onder het voorbehoud dat de betrokken oudere merken en de conflicterende merken identiek zijn."
Het beroep wordt in zijn geheel verworpen.
Lees hier het arrest.

IEF 1330

Nota 30 222

Volgens C.E.G van Gennip, de Staatssecretaris van EZ, is de rechtsbescherming van een octrooihouder bij inbreuk op intellectuele eigendomsrechten in een EU-land vrijwel gelijk aan de rechtbescherming in de verschillende alleen bij het EOV aangesloten landen. Hij komt tot deze conclusie naar aanleiding van de vraag die leden van de VVD-fractie hadden gesteld in het kader van de wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele eigendomsrechten (2004/48/EG). Lees het kamerstuk 30 222, nr. 7 hier.