IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22690
12 mei 2025
Artikel

IE Zomerforum. AI, Auteursrecht & Stijlnabootsing. De voorbereiding

 
IEF 22688
9 mei 2025
Artikel

Fieldfisher Amsterdam breidt uit met Jos Klaus als partner

 
IEF 1329

Geen onzekerheid

Rechtbank Utrecht 30 november 2005, LJN: AU7468, Eiser - Ventoux Advocaten. Dick van Engelen ruilt het papier in voor de rechtzaak en stelt daar nogmaals de vraag: Zijn merkrechten registergoederen en zijn ze overdraagbaar? 
 
Eiser Van Engelen is advocaat en oefent tezamen met twee andere advocaten via de vennootschap Ventoux Advocaten (gedaagde) de advocatenpraktijk uit. Eiser, rechthebbende op beide merken, en Ventoux zijn overeengekomen dat eerstgenoemde de merken over zal dragen aan de vennootschap. Eiser stelt dat de rechten op de Ventoux-merken geen registergoederen zijn en bij onderhandse akte kunnen worden overgedragen. Ventoux Advocaten stelt dat de rechten mogelijk registergoederen zijn en bij notariële akte dienen te worden overgedragen. Bovendien twisten eiser en Ventoux over de vraag of de Gemeenschapsmerkenverordening gekwalificeerd kan worden als een wet in de zin van art. 3:83 BW (van belang voor de al dan niet overdraagbaarheid van de rechten). 
 
Eiser vordert de verklaring voor recht dat de rechten op het Ventoux Benelux-merk en het Ventoux-Gemeenschapsmerk géén registergoederen in de zin van artikel 3:10 BW zijn en rechtsgeldig zullen zijn overgedragen na levering bij onderhandseakte en rechtsgeldig aan derden kunnen worden tegengeworpen na inschrijving van het depot van een uittreksel van die akte in het Benelux Merkenregister. Tevens vordert eiser de verklaring voor recht dat de rechten op het Ventoux-Gemeenschapsmerk rechtsgeldig kunnen worden overgedragen, aangezien die rechten overdraagbaar zijn in de zin van artikel 3:83 BW.

"De rechtbank is van oordeel dat partijen rechtens onvoldoende belang hebben bij hun vorderingen. [...] Volgens partijen staat enkel ter discussie op welke wijze deze overdracht dient te geschieden. Blijkens de wederzijdse stellingen bestaat deze discussie kennelijk omdat volgens partijen in de juridische literatuur onzekerheid bestaat over deze kwestie. De rechtbank overweegt echter dat de van toepassing zijnde regelgeving duidelijk is over de wijze van overdracht van rechten als de onderhavige. Ingevolge de BMW is immers een schriftelijk stuk vereist -een onderhandse akte volstaat derhalve- en kan het recht voorts voorwerp zijn van een licentie. Ingevolge de verordening dient de overdracht van een gemeenschapsmerk eveneens schriftelijk te geschieden en kan ook dit merk voorwerp zijn van een licentie. Het door partijen gestelde belang bij de gevorderde verklaringen voor recht met betrekking tot de wijze van overdracht ontbreekt derhalve naar het oordeel van de rechtbank. De omstandigheid dat in de literatuur onzekerheid bestaat vormt naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende belang nu in de wetgeving en de jurisprudentie geen onzekerheid bestaat. De rechtbank leidt bovendien uit de stellingen van partijen, alsmede uit de door [eiser] overgelegde stukken af dat de door partijen bedoelde onzekerheid in de literatuur -overigens aangezwengeld door [eiser] zelf- niet zozeer bestaat ten aanzien van de wijze van overdracht, maar ten aanzien van de vraag of het recht een registergoed is in de zin van artikel 3:10 BW en of de verordening een wet is in de zin van artikel 3:83 derde lid BW. Het antwoord op deze vraag is met het vorenoverwogene weliswaar niet gegeven, doch door partijen is niet voldoende gesteld welk concreet belang zij hebben bij hun vorderingen voor zover deze laatstgenoemde kwesties betreffen. Blijkens de stellingen van partijen wensen zij immers in verband met de tussen hen gesloten overeenkomst zekerheid over de wijze waarop de rechten dienen te worden overgedragen.

[...] De rechtbank overweegt voorts dat, voor zover bij beide partijen kennelijk vrees bestaat dat een onderhandse akte, ondanks de bestaande regelgeving en jurisprudentie, niet het door hen beoogde gevolg zal hebben, het partijen vrij staat om een notariële akte te doen opmaken dan wel op andere wijze afspraken te maken.
[...] Concluderend leidt de rechtbank uit de wederzijdse stellingen en de overgelegde stukken af dat beide partijen antwoord wensen te verkrijgen op een vraag die enkel in de juridische literatuur speelt. Zij is van oordeel dat deze wens een juridische beoordeling van de onderhavige rechtsvorderingen niet rechtvaardigt. De rechtbank zal daarom zowel de vordering in conventie als de vordering in voorwaardelijke reconventie afwijzen. Lees hier het vonnis.

IEF 1328

OSOSS

IEF 1327

Eerst even voor jezelf lezen

Arrest GvEA, 8 december 2005, zaak T-29/04, Castellblanch SA tegen OHIM. "Aanvraag gemeenschapsmerk voor beeldmerk dat het woordelement CRISTAL CASTELLBLANCH bevat , oppositie ouder nationaal woordmerk CRISTAL, normaal gebruik ouder merk, verwarringsgevaar". Lees arrest hier.

IEF 1326

2 op de 3

Altijd leuk, statistieken van het OHIM. Nu het Europese Merkenbureau 10 jaren bestaat hebben de statistici uit Alicante weer wat interessante cijfers op tafel getoverd. Het blijkt dat precies 62,83% van alle Gemeenschapsmerkaanvragen resulteert uiteindelijk in een registratie, dus (bijna) 2 op de 3. Een derde van de aanvragen valt ten prooi aan opposities, nietigheidsacties en rechtszaken. Eind oktober 2005 staan er 458.122 aanvragen tegenover 288.022 geregistreerde merken. Lees nog meer statistieken hier.

IEF 1325

Vrijdagmiddagberichten

1- “Dear Mr. ====:

We are counsel for Hasbro, Inc. (.Hasbro.), the owner of the copyrights and trademarks for the famous RISK game. We write concerning the online Risk. game (the "Game.") that you have made available for use in conjunction with Google maps at your website . . . Your Game appears to copy elements of Hasbro's RISK game and rules as well as its trademark.” Lees meer hier.

2- The annual meeting of the International Protection of Trademark 2005, part of the China Trademark Festival, will open on Friday at Shenzhen Kylin Villa with the participation of famous Chinese and international enterprises, concerned personnel in trademark circle from Asia and the major countries in the world. Officials from the World Intellectual property Organization and EU Trademark office will also have a presence to discuss key issues on the development of trademark." Lees meer hier.

3- De Miljonair Fair is weer van start gegaan, zodat de rijken der Nederlanden en alle wannabees zich kunnen vergapen aan het ‘onbereikbare’. Echter, op de beurs dreigt een ‘merkenverloedering’ toe te slaan. Een toenemend aantal merken presenteert zich op de Miljonair Fair, waarbij het niet alleen meer de exclusieve merken zijn zich tentoonstellen. Naast merken als Aston Martin en Breitling kom je nu ook merken als Phonehouse en Samsung tegen. Lees meer hier.

4- Nog meer statistieken! Meer dan 8 procent van alle internetdomeinnamen zijn geregistreerd met verkeerde of niet complete informatie. Dat blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse regering naar de invloed van valse websites. Uit het onderzoek van de Amerikaanse General Accountability Office (GAO) blijkt dat 2,31 miljoen domeinnamen, of 5,14 procent van alle domeinnamen, zijn geregistreerd met “bedoelde en duidelijk valse informatie”. Bij meer dan 1,6 miljoen domeinregistraties, of 3,6 procent, wordt niet alle informatie, maar die wel verplicht is, ingevuld. Lees meer hier.

IEF 1324

Octrooi en dienstbetrekking

Interview met promovendus mr.ir. Arie Rijlaarsdam, die 20 december 2005 zijn proefschrift 'Octrooi en dienstbetrekking; Een voorstel tot verbetering van de positie van de werknemer-uitvinder' zal verdedigen aan de TU Delft.

"Maar als de politiek zegt: wij vinden een toename in octrooien waardevol voor een innovatieve economie, dan is het raar dat de werknemer-uitvinder er in de wet zo bekaaid van afkomt. In Duitsland en Zweden is die compensatie wel goed geregeld, en het aantal octrooien per miljoen inwoners ligt daar veel hoger dan hier. In Frankrijk en Groot-Brittanië stelt de compensatie helemaal niks voor, en daar ligt het aantal octrooien nog lager dan in Nederland. Duitsland levert nu 40 procent van alle octrooien in de Europese Unie. Dat is belangrijk, want Duitsland produceert en exporteert veel hightech producten. Duitsland moet concurreren op kwaliteit: de loonkosten zijn er relatief hoog. Dat geldt ook voor Nederland. Het gaat om een economisch belang."

Lees hier het interview en hier de inhoudsopgave en het voorwoord van het proefschrift.

IEF 1323

[oud-voetballer] is een bekende oud-voetballer

Rechtbank Amsterdam 8 december 2005, LJN: AU7678, Eiseres - TTG

Privé plaatste op de voorpagina een foto van eiseres (cryptisch omschreven als 'de weduwe van de in 2004 overleden [zanger en entertainer A.H.]) met daarnaast de tekst: "Exclusief [oud-voetballer]: '[eiseres] kostte mij m'n huwelijk". Bij het artikel in het blad is tevens een foto geplaatst van [eiseres] met haar twee kinderen. In het artikel - een interview met [oud-voetballer] -  is onder meer geschreven: “Al lange tijd gaat het gerucht dat [oud-voetballer] een relatie heeft met [eiseres].(...) De verhalen over een verhouding bleven aanhouden en jullie huwelijk werd er niet beter op. Jullie gaan nu scheiden? [oud-voetballer]: ‘Dat klopt. Dat we niet meer bij elkaar zijn, komt ook zeker door de geruchten. Maar er was meer aan de hand, laten we daar duidelijk over zijn. Het [eiseres]-verhaal is de druppel geweest. (...) Stel dat ik wel wat met [eiseres] heb en het komt uit, dan mag je me aan de schandpaal nagelen. Er is gewoon niets. Nu niet en in het verleden niet. (...)”.

In de Telegraaf van 21 november 2005 is een advertentie van Privé afgedrukt, waarin de voorpagina van het blad is afgebeeld. Deze is tevens op de internetsite van Privé geplaatst. Na een afwijzende reactie op de sommatiebrief van de raadsman van [eiseres]  vordert deze nu een rectificatie alsmede een aankondiging op de voorpagina. [Eisers] stelt dat de inhoud van de twee aankondigingen en de kop onjuist is en niet wordt gerechtvaardigd door het betreffende interview. TTG was zich bovendien zeer bewust van de onjuistheid van deze geruchten.

De rechtbank maakt de welbekende afweging: "De tekst ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ is dan ook in strijd met de waarheid en misleidend. Aan TTG kan weliswaar worden toegegeven dat van koppen en aankondigingen op de voorpagina van entertainmentbladen minder nuancering verwacht hoeft te worden dan van artikelen zelf, maar dit betekent niet dat een dergelijke kop of aankondiging volstrekte onwaarheden mag bevatten. Het verweer van TTG dat de litigieuze tekst een citaat betreft van [oud-voetballer], dat zij ten behoeve van de beschikbare ruimte heeft moeten inkorten, gaat niet op. Het citaat zelf is immers niet terug te vinden in het artikel en de inhoud van het citaat komt evenmin in de buurt van de inhoud van het artikel. Het citaat is op een zodanige wijze op de voorpagina afgedrukt en nogmaals op pagina 2 en bij het artikel zelf dat de lezer wel de indruk moet krijgen dat [eiseres] door het aangaan van een relatie met [oud-voetballer] zijn huwelijk heeft verwoest. Het citaat is derhalve verzonnen en daarmee misleidend. [...] De publicatie van de aankondiging op de voorpagina, op pagina 2 en van de kop bij het artikel is dan ook onrechtmatig jegens [eiseres] en rechtvaardigt een rectificatie, als na te melden."
Aldus zal in het eerstvolgende nummer van Privé geschieden. Bovendien wordt een bedrag van € 2500 als voorschot op vergoeding van de schade wordt toegewezen. Lees het vonnis hier.

IEF 1322

too easy to be legal?

Het Oostenrijkse pearWorks is met onmiddelijke ingang gestopt met het leveren van het gratis softwareprogramma pearLyrics. Met het programma, dat werkte als een webbrowser, kon online gezocht worden naar songteksten, welke vervolgens konden worden doorgegeven aan de gebruiker. pearWorks stop met het leveren van het programma na een 'cease and desist-letter' van platenmaatschappij Warner/Chappel Music. Warner/Chappel Music acht het leveren van songteksten via de software schending van het auteursrecht. De maker van de software licht een en ander op zijn website toe:

"I am not sure if they actually checked pearLyrics for what it does, or if they just thought, hey, let's try and just send a cease and desist letter, after all, this is just a little freeware developer and he won't risk standing up against us anyway. If they did realize that pearLyrics is just a highly specialized webbrowser, then, well, then it is indeed a black day for the freedom of Internet and the users choice of tools to use. Well, maybe they don't like caching, but then again, any webbrowser and even all the search engines use caching techniques, so where is the point? Could it be that those companies are too powerful for them to sue? And more importantly, what's next? Forbidding text editors because one might type copyrighted song lyrics? Or is it just that pearLyrics makes it too easy to find song lyrics?"
Lees hier en hier meer.

IEF 1321

Convergentie

Proefschrift Alexander Tsoutsanis, 'Het merkdepot te kwader trouw'

"Wanneer merkdeposanten wel en niet te kwader trouw zijn, was vroeger onduidelijk en dat is het eigenlijk vandaag nog steeds. Een direct antwoord daarop laat zich niet vinden in de Merkenrichtlijn en Gemeenschapsmerkenverordening, en ik ook (nog) niet door het Hof van Justitie van de EG gegeven. Als gevolg daarvan bestaan er in de rechtspraak van de lidstaten grote verschillen in de beoordeling wanneer een merkdepot wel of niet te kwader trouw is; [...] Het is ongelukkig dat één rechtsbegrip uit één en dezelfde richtlijn in het verenigd Europa zo verschillend wordt uitgelegd, juist ook omdat de Merkenrichtlijn een harmonisatierichtlijn is, die nationale uitlegverschillen in lidstaten beoogt te verkleinen. Met zoveel divergentie is convergentie geboden, en in ieder geval een uitdaging. Dit boek probeert daarom een aanzet tot convergentie te geven, en beoogt een sluitend antwoord te formuleren op de vraag wanneer een merkdepot volgens Europees merkenrecht te kwader trouw geoordeeld zou moeten worden."

Lees de inhoudsopgave, inleiding en samenvatting van het proefschrift hier.

IEF 1320

Roche, Primus en de spin in het web

Conclusie van Advocaat-Generaal Philippe Léger van 8 december 2005, Zaak C-539/03 Roche - Primus

Kan de houder van een Europees octrooi krachtens artikel 6, punt 1, van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, tegen meerdere vennootschappen die in verschillende verdragsluitende staten zijn gevestigd en tot eenzelfde concern behoren, een rechtsvordering wegens octrooi-inbreuk indienen bij één gerecht, te weten het gerecht in het rechtsgebied waarvan een van deze vennootschappen is gevestigd?

Gelet op het voorgaande geef ik het Hof in overweging, de prejudiciële vragen van de Hoge Raad als volgt te beantwoorden:

„Artikel 6, punt 1, van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, [...] moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is in het kader van een geschil ter zake van inbreuk op een Europees octrooi waarbij meerdere, in verschillende verdragsluitende staten gevestigde vennootschappen zijn gedagvaard voor feiten die zij zouden hebben begaan op het grondgebied van elk van deze staten, zelfs niet wanneer deze vennootschappen tot eenzelfde concern behoren en op gelijke of soortgelijke wijze hebben gehandeld overeenkomstig een gemeenschappelijk beleidsplan dat is uitgegaan van één van hen.”

Lees hier de hele conclusie.