IEF 22982
9 oktober 2025
Uitspraak

Uitlating van een advocatenkantoor heeft meer impact dan een willekeurige derde

 
IEF 22983
9 oktober 2025
Uitspraak

Gerecht EU: geen verwarringsgevaar tussen ETI PUF en ‘Poof!…and done’

 
IEF 22980
9 oktober 2025
Uitspraak

LEGO tegen Boon Beton tussenkomst FraVin en Thijssen-Den Brok afgewezen

 
IEF 22982

Uitlating van een advocatenkantoor heeft meer impact dan een willekeurige derde

Rechtbank Midden-Nederland 9 sep 2025, IEF 22982; ECLI:NL:RBMNE:2025:4887 ([eiseres] B.V. tegen [gedaagde] B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlating-van-een-advocatenkantoor-heeft-meer-impact-dan-een-willekeurige-derde

Rb. Midden-Nederland 9 september 2025, IEF 22982; ECLI:NL:RBMNE:2025:4887 ([eiseres] B.V. tegen [gedaagde] B.V.). [eiseres] is een leverancier van printer-, kopieer- en scanapparatuur en heeft een aantal overeenkomsten met het advocatenkantoor [gedaagde] gesloten. [gedaagde] is ontevreden over de dienstverlening van [eiseres]. Scans telden ook mee voor "tellertikken", hierdoor kreeg het kantoor een grote naheffing. [D] heeft daarover een recensie op internet geplaatst. Daarnaast is mr. [A] in een internetreportage van het consumentenprogramma Radar verschenen waarin zij haar ontevredenheid over [eiseres] heeft uitgesproken. [eiseres] vordert dat [gedaagde] de recensie op internet verwijdert en een spreekverbod opgelegd krijgt. De eer en goede naam van [eiseres] zou zijn aangetast. Verder is de recensie niet gebaseerd op feiten volgens [eiseres]. Bij de beantwoording van de vraag of een uitlating onrechtmatig is, moeten de wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Aan de ene kant het belang van [eiseres] om niet door publicaties te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Aan de andere kant het belang van [gedaagde] dat zich kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over haar ervaringen met [eiseres]. Ook als die ervaringen negatief zijn.  

IEF 22983

Gerecht EU: geen verwarringsgevaar tussen ETI PUF en ‘Poof!…and done’

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 okt 2025, IEF 22983; ECLI:EU:T:2025:924 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO en Dr. Oetker RO SRL), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-geen-verwarringsgevaar-tussen-eti-puf-en-poof-and-done

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22983; IEFbe 4004; ECLI:EU:T:2025:924 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO en Dr. Oetker RO SRL). Het Gerecht bevestigt de beslissing van de Eerste Kamer van Beroep van het EUIPO en verwerpt het beroep van Eti Gıda tegen het EU-beeldmerk “Poof!…and done” van Dr. Oetker RO. Uitgangspunt is het algemene EU-publiek (incl. Roemenië) met gemiddelde aandacht en, uit proceseconomie, identieke waren/diensten (klasse 30: bak-/zoetwaren; klasse 35: retail/marketing daarvoor). In de tekenvergelijking kent het Gerecht doorslaggevend gewicht toe aan het visuele aspect (supermarktaankoop). De tekens vertonen slechts lage visuele overeenstemming: de woorddelen “puf” (ETI-merken) en “poof” (bestreden merk) delen slechts p en f, verschillen in lengte, lettervolgorde en opmaak (kleuren, lettertype, uitroepteken), en gaan vergezeld van afwijkende beeldelementen (o.a. bruin rechthoekig label met lachend gebak bij ETI versus blauw “splash” met sterren bij Oetker) en secundaire woorden (ETI resp. “…and done”). Conceptueel is de overeenstemming laag, omdat “puf/poof” in het Engels/Roemeens vooral alluderen op een luchtige/fluffy textuur en dus zwak onderscheidend zijn voor bakwaren. Fonetisch bestaat overeenkomst (van laag tot hoog afhankelijk van taal en uitspraak van “oo” als /u/), maar die compenseert de visuele verschillen niet. De oudere ETI PUF-merken hebben normale (niet verhoogde) onderscheidingskracht. Gevolg: geen verwarringsgevaar in de zin van art. 8(1)(b) jo. art. 60(1)(a) UMVo.

IEF 22980

LEGO tegen Boon Beton tussenkomst FraVin en Thijssen-Den Brok afgewezen

Rechtbanken 1 okt 2025, IEF 22980; ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 (Lego tegen Boon Beton en FraVin/Thijssen-Den Brok), https://ie-forum.nl/artikelen/lego-tegen-boon-beton-tussenkomst-fravin-en-thijssen-den-brok-afgewezen

Rb. Den Haag 1 oktober 2025, IEF 22980; ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 (Lego tegen Boon Beton en FraVin/Thijssen-Den Brok). De Rechtbank Den Haag wijst het incident tot tussenkomst van FraVin International B.V. en Thijssen-Den Brok B.V. af in de merkenzaak van LEGO Holding A/S tegen Boon Beton B.V. De hoofdzaak gaat over vermeende inbreuk op de bekende LEGO-woordmerken doordat Boon Beton op haar website termen als “legoblokken van beton” en “Lego” gebruikt voor stapelbare betonblokken; LEGO vordert onder meer een verbod, opgave en schadevergoeding, terwijl Boon Beton in reconventie verklaringen voor recht vraagt (o.a. beschrijvend gebruik ex art. 2.23 lid 1 sub b BVIE en, subsidiair, dat de LEGO-merken geen bescherming genieten voor klasse 19). De rechtbank acht zich bevoegd voor zowel het Uniemerk (EU-wijd) als de Benelux-registratie. FraVin en Thijssen-Den Brok, die eerder door LEGO zijn gesommeerd en verwijzingen naar LEGO van hun sites hebben verwijderd, willen in de hoofdzaak tussenkomen om zelf vorderingen in te stellen.

IEF 22978

Uitnodiging tweede Distinguished IViR Lecture: Prof. Peggy Valcke over de rol van advocaten in het informatierecht

Uitnodiging tweede Distinguished IViR Lecture: Prof. Peggy Valcke over de rol van advocaten in het informatierecht

Met veel genoegen kondigt het IViR de tweede Distinguished IViR Lecture aan die professor Peggy Valcke (KU Leuven) zal geven op vrijdag 24 oktober in het Westindisch Huis (Herenmarkt 99) in Amsterdam. Professor Valcke zal spreken over "The Unbearable Lightness of Being… an Information Lawyer". Met deze Distinguished Lecture continueert het IViR de serie van tweejaarlijkse Information Law Lectures. Peggy Valcke wordt met deze Lecture ook de tweede Distinguished IViR Fellow! Deelname is gratis; na afloop is er uiteraard een borrel. De Lecture biedt dus een mooie gelegenheid om bij te praten met de spreker en vakgenoten.

Voor meer informatie en inschrijving kunt u terecht op: https://www.ivir.nl/nl/agenda/distinguished_ivir_lecture_valcke/.

IEF 22977

Uitspraak ingezonden door Arnout Groen en Julie Visser, AC&R.

AG HvJ EU: offline streamingkopieën zijn mededeling aan het publiek

HvJ EU 2 okt 2025, IEF 22977; ECLI:EU:C:2025:749 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding, Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland BV, Dell BV, Stichting Overlegorgaan Blanco Informatiedragers), https://ie-forum.nl/artikelen/ag-hvj-eu-offline-streamingkopieen-zijn-mededeling-aan-het-publiek

Conclusie AG HvJ EU 2 oktober 2025, IEF 22977; IEFbe 4001; ECLI:EU:C:2025:749 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding, Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland BV, Dell BV, Stichting Overlegorgaan Blanco Informatiedragers). De Hoge Raad legt in C-496/24 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding & Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland, Dell en SOBI) drie vragen voor over de thuiskopie-uitzondering bij betaalde streamingdiensten. Het gaat om “offline streaming copies”: een abonnee kiest in de app werken die de aanbieder, onder DRM/technische voorzieningen, versleuteld opslaat op het apparaat; de gebruiker kan ze alleen binnen de app afspelen, niet vrij kopiëren of overzetten, en de aanbieder kan ze wissen. De vragen: (1) valt dit onder art. 5(2)(b) Richtlijn 2001/29 (privékopie) met inachtneming van de driestappentoets van art. 5(5)? (2) verzetten de doelstellingen van de richtlijn (hoog beschermingsniveau, evenwicht, techniekneutraliteit) zich tegen uitsluiting van zulke kopieën van de nationale thuiskopie-heffing? (3) maakt de vergoedingswijze (per download of per play) nog uit? Feitenkader en nationaal recht: in NL wordt de thuiskopieheffing door Stichting de Thuiskopie geïnd op dragers/apparaten, met tarieven vastgesteld door SONT; voor 2018-2020 rekent SONT ook betaalde streamingdiensten mee.

IEF 22976

Gerecht bevestigt opening nietigheidsprocedure Cripps Pink en Cripps Red

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22976; ECLI:EU:T:2025:895 (WAAA tegen CPVO en Teak Enterprises Pty Ltd), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-opening-nietigheidsprocedure-cripps-pink-en-cripps-red

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22976; IEFbe 4000; ECLI:EU:T:2025:895 (WAAA tegen CPVO en Teak Enterprises Pty Ltd). Het Gerecht verwerpt het beroep van Western Australian Agriculture Authority (WAAA) tegen de beslissing van de Raad van Beroep van het CPVO van 12 januari 2024 om nietigheidsprocedures te openen voor de communautaire kwekersrechten op de appelrassen Cripps Pink (Pink Lady) en Cripps Red (Sundowner). De procedurele context: WAAA vroeg vernietiging van die beslissing; opmerkelijk is dat het CPVO in rechte de stellingen van WAAA steunde, terwijl Teak Enterprises als interveniënt verdedigde dat de beslissing van de Raad moest blijven staan. Het Gerecht bevestigt de twee-fasen-toets van art. 53a Verordening 874/2009: in fase 1 is alleen de vraag of de door de nietigheidsaanvrager overgelegde gegevens “serious doubts” over de geldigheid wekken; pas in fase 2 volgt het volledige, contradictoire onderzoek. Binnen die beperkte toets mocht de Raad concluderen dat vier nieuwe stukken-Exhibit 3 (rapport Special Rural Research Fund, 17-2-1988), Exhibit 15 (statutory declaration Allan Price, 2017), Exhibit 17 (statutory declaration John Cripps, 2018) en Exhibit 19 (statutory declaration teler Francis Atherton, 2018), op zichzelf voldoende ernstige twijfel vestigen over nieuwheid (art. 10(1) Verordening 2100/94) vóór de novelty bar date 29-8-1989. Dat eerdere Pink Lady-arrest uit 2019 (T-112/18) niet tot nietigheid leidde, blokkeert een nieuwe aanvraag niet: het gaat om een andere aanvrager, andere bewijsstukken (met name leveringen in 1987-1989 zonder restricties) en dus om een nieuwe feitelijke basis; art. 53a fungeert als filter tegen lichtvaardige herhalingen.

IEF 22981

EU-Gerecht: ‘teamplay’ deels nietig wegens verwarringsgevaar met ‘TEAMPLAY’

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 okt 2025, IEF 22981; ECLI:EU:T:2025:932 (Siemens Healthineers AG tegen EUIPO en Sunware s. r. o.), https://ie-forum.nl/artikelen/eu-gerecht-teamplay-deels-nietig-wegens-verwarringsgevaar-met-teamplay

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22981; IEFbe 4003; ECLI:EU:T:2025:932 (Siemens Healthineers AG tegen EUIPO en Sunware s. r. o.). Het Gerecht bevestigt grotendeels de beslissing van de Vijfde Kamer van Beroep van het EUIPO dat het EU-woordmerk teamplay (Siemens Healthineers) gedeeltelijk ongeldig is wegens verwarringsgevaar met het oudere Tsjechische woordmerk TEAMPLAY (Sunware) voor klassen 9 en 42. Procedureel verwerpt het Gerecht de klachten van Siemens: het recht om te worden gehoord is gerespecteerd (art. 94(1) Verordening 2017/1001) en het EUIPO hoeft in nietigheidszaken niet buiten de door partijen aangevoerde gronden en argumenten te treden (art. 95(1)). Inhoudelijk accepteert het Gerecht dat Sunware echt gebruik aantoont (art. 15(1) en 57(5) Verordening 207/2009) in Tsjechië en in de relevante periode 17-07-2015 t/m 16-07-2020, en wel voor twee zelfstandige subcategorieën: (i) “information system software” (klasse 9) en (ii) “information system software as a service” (klasse 42). De overgelegde facturen, een softwarelicentieovereenkomst en (implementatie)prijsaanbiedingen uit net vóór, tijdens en net na de relevante periode, gericht aan Tsjechische afnemers en met expliciete verwijzingen naar “TEAMPLAY” (o.a. “information system Teamplay”, “Teamplay – system core”, “annual licence fee”), zijn in hun totaliteit voldoende; een afzonderlijke omzetverklaring is niet vereist. Het Gerecht verwerpt tevens het betoog dat “information system software” geen valide subcategorie zou zijn: doel en gebruik (beheer, verwerking en optimalisatie van informatie binnen organisaties) onderscheiden deze software afdoende van andere toepassingen.

IEF 22975

Save the Date ALAI International Congress 2026 – The Hague, Netherlands

Copyright has long promoted cultural expression by protecting creators while safeguarding freedom of expression. In today’s world, algorithms and platforms increasingly control how cultural works are created, shared, and seen. How do we keep space for free expression while ensuring creators’ economic and moral rights are respected.

Join us in The Hague from June 17 to 19, 2026, for the ALAI International Congress, a unique global gathering of copyright experts, scholars, practitioners, judges, and policymakers. Your presence and contribution are key to make this an inspiring, memorable event.

Established in 1878 by Victor Hugo, ALAI (Association Littéraire et Artistique Internationale) has a rich history of leading the global conversation on authors’ rights and copyright law. We invite you to be part of this tradition.

The Dutch Copyright Society Vereniging voor Auteursrecht is proud to host this critical edition.

The programme is currently in development, venues are being confirmed, and hotel accommodation tips will follow soon.

Mark your calendar – we look forward to welcoming you.

Kind regards,

ALAI International Congress 2026 Team
www.alai2026.nl
Host: Dutch Copyright Society (Vereniging voor Auteursrecht)

IEF 22958

Geen verwarringsgevaar of reputatieschade: Gerecht EU wijst oppositie Tamasu Butterfly af

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22958; ECLI:EU:T:2025:892 (Tamasu Butterfly Europa GmbH tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-of-reputatieschade-gerecht-eu-wijst-oppositie-tamasu-butterfly-af

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22958; IEFbe 3995, ECLI:EU:T:2025:892 (Tamasu Butterfly Europa GmbH tegen EUIPO). Tamasu Butterfly Europa GmbH, een Duitse onderneming actief in onder meer sportartikelen en -kleding, stelt beroep in bij het Gerecht tegen een beslissing van de Kamer van Beroep. Aanleiding is de internationale inschrijving van het woordmerk BTFY door het Britse bedrijf Domu Brands Ltd, waarbij bescherming in de Europese Unie is gevraagd. Tamasu verzet zich tegen deze inschrijving op basis van haar oudere rechten, waaronder het Uniewoordmerk Butterfly, alsook handelsnamen zoals Butterfly en BTY die in Duitsland zouden worden gebruikt. Het EUIPO heeft de oppositie afgewezen, omdat het de tekens onvoldoende gelijkend acht en ook geen sprake ziet van reputatieschade of verwarringsgevaar. De Kamer bevestigt deze beslissing, waarna Tamasu zich tot het Gerecht wendt. Tamasu voert drie middelen aan.Ten eerste zou het EUIPO artikel 8, lid 1, onder b, van de Uniemerkenverordening hebben geschonden door te concluderen dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen Butterfly en BTFY. Het Gerecht bevestigt dit oordeel en stelt vast dat de tekens visueel, fonetisch en conceptueel duidelijk van elkaar verschillen. Zo is Butterfly een betekenisvol Engels woord, terwijl BTFY geen duidelijke betekenis heeft en onvoldoende is aangetoond dat het publiek dit als afkorting van Butterfly zou herkennen. Daarmee kan verwarringsgevaar worden uitgesloten. 

IEF 22973

Kweekmateriaal in labs valt onder koop

Rechtbank Den Haag 30 jul 2025, IEF 22973; ECLI:NL:RBDHA:2025:13183 (FlorXL tegen HPP c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/kweekmateriaal-in-labs-valt-onder-koop

Rb. Den Haag 30 juli 2025, IEF 22973; ECLI:NL:RBDHA:2025:13183 (FlorXL tegen HPP c.s.). FlorXL verkoopt aan HPP c.s. het Agapanthus-plantmateriaal inclusief kwekersrechten voor € 47.500. In de (aangepaste) overeenkomst staat dat ook “het eventuele materiaal dat zich in de diverse laboratoria bevindt” wordt overgedragen; bij overdracht van de kwekersrechten wordt HPP daarvan eigenaar en verantwoordelijk. Later blijken bij twee laboratoria reeds opgekweekte plantjes te staan; op verzoek van HPP worden die vernietigd. De laboratoria factureren in totaal € 64.300 (excl. btw) voor opkweek en ruimen. FlorXL betaalt en vordert dit bedrag op HPP c.s. De rechtbank past Haviltex toe maar hecht doorslaggevende betekenis aan de tekst: alle plantmateriaal, óók bij de laboratoria, is onderdeel van de koop; eigendom en verantwoordelijkheid gaan over op HPP. HPP voert aan dat zij ervan uitging dat in de labs slechts beperkte moederstock stond en beroept zich op non-conformiteit; de rechtbank honoreert dit beroep omdat FlorXL door haar mededelingen de indruk wekt dat nog niets was opgekweekt. Toch blijft HPP in beginsel betalingsplichtig voor de labkosten, nu het eigendom overgaat en de overeenkomst dat zo regelt.