IEF 22221
4 september 2024
Artikel

Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations

 
IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 1308

Geen equivalent

Gerechtshof 's-Gravenhage 22 september 2005, Delaval tegen Lely Enterprises. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat er geen sprake is van inbreuk.

In het geding staat de vraag centraal of het Europees octrooi 0.535.754 ("An implement for milking animals and a method of after-treating the teats of a milked animal") van Lely wegens gebrek aan nieuwheid, althans aan inventiviteit, dient te worden vernietigd en zo ja, of er inbreuk wordt gemaakt op het octrooi van Delaval. Het hof concludeert ten aanzien van de eerste vraag "dat een deskundige, die kennis neemt van de door Delaval geciteerde geschriften, daarin geen aanwijzingen zal vinden om de inrichting volgens de stand van de techniek (D5) zodanig te wijzigen, dat een inrichting resulteert die overeenkomt met de inrichting volgens het octrooi van Lely. Anders gezegd: het hof acht de materie van conclusie 1 in zoverre inventief. Dit geldt eveneens voor de materie van de (onafhankelijke) werkwijzeconclusie 11." De grieven met betrekking tot de niet-inventiviteit falen derhalve.

Ten aanzien van de grieven gericht tegen het oordeel van de rechtbank, dat het VMS-systeem van Delaval inbreuk maakt op het octrooi van Lely oordeelt het hof:
"Van letterlijke (directe) inbreuk op conclusie 1 van het octrooi is naar het oordeel van het hof bij het VMS-systeem mitsdien geen sprake. Evenmin kan gesteld worden dat bij het VMS-systeem hetzelfde resultaat, dat door het octrooi wordt beoogd, op in wezen dezelfde wijze wordt bewerkstelligd. [...] Het VMS-systeem is, doordat het niet voorziet in de hiervoor genoemde aspecten b.2 en b.3 (die de inrichting volgens D5 wel heeft) al bij voorbaat minder compact dan de D5-inrichting. Het VMS-systeem kan reeds daarom ook niet een equivalent van de inrichting volgens het octrooi worden genoemd." De grieven slagen aldus en het vonnis wordt vernietigd. Lees het arrest hier.

IEF 1307

Nieuw Rechts/ Schlijper

Hof 's-Gravenhage 27 oktober 2005, IEF 1307; ECLI:NL:GHSGR:2005:1109 (Nieuwrechts tegen Thomas Schlijper (schadebegroting na auteursrechtinbreuk))

Nieuw Rechts is (middels een tussenarrest) veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Schlijper wegens het zonder toestemming op een website plaatsen van drie foto's waarvan fotograaf Schlijper auteursrechthebbende is. Dit arrest gaat over de wijze waarop de schade als gevolg van deze auteursrechtinbreuk begroot moet worden.

Het Hof:
"Nu Schlijper geen winstafdracht, maar schadevergoeding heeft gevorderd, zal worden nagegaan of de schade kan worden begroot, hetgeen dient te geschieden op de wijze die het meest met de aard van de schade in overeenstemming is. Bij inbreuk op auteursrecht is in beginsel plaats voor vergoeding van gederfde winst, wegens gemist debiet, wegens prijsbederf en gemiste parallelafzet, voor vergoeding van waardevermindering van het auteursrecht en immateriële schade.

Nu Schlijper weliswaar [de relevante schadeposten] stelt (...) maar niet aannemelijk heeft gemaakt welke bedragen hij ter zake van deze schadeposten heeft geleden en hij volstaat met een (abstracte) berekening (...) kan de schade niet worden begroot en zal deze worden geschat". Het Hof komt uit op een bedrag van 2.000 EURO als een redelijke schadevergoeding voor het auteursrechtinbreuk.

Lees het arrest hier

IEF 1306

Het heffingendebat en de meningen

De reacties op het vorige week gevoerde debat over de "mp3 heffing":

Stichting de Thuiskopie geeft aan dat de minister zich niet heeft uitgesproken tegen een heffing en dat hij heeft verklaard niet te zullen ingrijpen zo lang er geen besluit is genomen door de SONT. Naarmate er alternatieven beschikbaar komen, zou de thuiskopie heffing geleidelijk kunnen worden afgebouwd.
Martijn van Dam is het niet geheel met Stichting de Thuiskopie eens, hij is van oordeel dat het niet ingrijpen door de Minister zoplang er geen besluit is genomen moet worden opgevat als een voornemen om wel in te grijpen indieneen dergelijk besluit genomen wordt.
ICT Office is "voorzichig optimistisch". De organisatie vindt het jammer dat de mogelijkheid tot invoering van de heffing nog steeds bestaat en bepleit een model gebaseerd op digital rights management.
De Consumentenbond is positief gestemd nu er vooralsnog geen nieuwe heffingen komen. De consumentenbond acht de tijd rijp voor een discussie over het principe (en de hoogte) van het heffingsysteem.
Het merendeel van de kamerleden is tegen het invoeren van nieuwe heffingen. (webwereld)

Meer leesvoer over de thuiskopie heffing van de hand van Joost Steins Bisschop is te vinden op netkwesties.

IEF 1305

Hoe vindingrijk bent u?

Vacature Rechtbank 's-Gravenhage: "Bescherming intellectuele eigendom: hoe vindingrijk bent u als rechter? De rechtbank heeft in deze specialistische groep vacatures voor vice-presidenten of rechters die tevens IE-specialist zijn of dat willen worden, dan wel juristen met meer dan zes jaar juridische ervaring die gespecialiseerd IE-rechter willen worden." Wie durft te reageren op een ongeautoriseerde verveelvoudiging van de advertentie uit de NRC van afgelopen zaterdag klikke hier.

IEF 1304

Afschaffen

Afschaffing SIDN-domeinarbritrage bepleit. Disputen over het eigendom van Nederlandse internetdomeinen worden vaker beslecht bij de rechter dan via de arbitragecommissie van de SIDN. Juristen bepleitten de afschaffing van de SIDN-arbitrage lees hier meer

IEF 1302

Over steenwol en bevochtigingsmiddel (2)

Gerechtshof 's-Gravenhage 27 oktober 2005, Rockwool - Saint Gobain.

Rockwool komt in hoger beroep tegen het door de rechtbank te 's-Gravenhage gewezen vonnis van 27 juni 1986 (zie eerder hier). In het geding heeft Isover gevorderd het Nederlands octrooi 165.798 van Rockwool nietig te verklaren. Het betreft een octrooiaanvrage uit 25 november 1970, die is geëxpireerd op 24 november 1990. Het octrooi betreft een werkwijze voor het maken van een poreus product  van minerale wol [...], gebruikt in de tuinbouw (als kweekmedium). De incidentele grief I strekt ten betoge dat de rechtbank het octrooi met terugwerkende kracht nietig had behoren te verklaren wegens gebrek aan inventiviteit. "Naar het oordeel van het hof ziet Rockwool eraan voorbij dat de conclusies van het octrooi (slechts) zijn gericht op een werkwijze en dat het er dus om gaat of deze werkwijze op zichzelf beschouwd nieuw en inventief is gezien de 'stand der techniek', dat wil zeggen 'al hetgeen voor 25 november 1969 (de prioriteitsdatum, red.) door een beschrijving of op enige andere wijze openbaar toegankelijk is geworden'. Daarbij is niet van belang of de toepassing als kweekmedium van de rechtstreeks met de onderhavige werkwijze verkregen bevochtigbare minerale wol, "iets bijzonders" zou inhouden; zelfs is daarbij niet van belang of deze toepassing nieuw en inventief zou zijn."

Isover heeft als bezwarend voor de nieuwheid en/of de inventiviteit naar voren gebracht een op 14 april 1964 gepubliceerd Zweeds octrooischrift, dat door de Octrooiraad niet in aanmerking is genomen bij de verlening van het onderhavige octrooi. Het hof acht dit octooi echter niet nieuwheidsschadelijk. Daarentegen mist het octrooi wel inventiviteit: "Naar het oordeel van het hof is het voor de gemiddelde vakman bekend om in de te verstuiven oplossing (emulsie of dispersie) van het bindmiddel andere stoffen op te nemen teneinde aan de minerale vezels van het eindproduct specifieke, gewenste eigenschappen te geven en om aldus al deze stoffen in een enkele vloeistof te verstuiven [...]. Op grond hiervan ligt het voor de gemiddelde vakman zonder meer voor de hand om het bevochtigingsmiddel in de oplossing van het bindmiddel op te nemen, waardoor het apart verstuiven van het bevochtigingsmiddel niet nodig is."

"Op grond van het voorgaande dient het Nederlandse octrooi 156.798 nietig te worden verklaard en slaagt de incidentele grief I [...]. Nu in de parallelle inbreukzaak (met rolnummer 85/019) de inbreukvorderingen van Rockwool door het hof bij zijn afgewezen, heeft Isover geen belang meer bij de door haar gevorderde 'verklaring voor recht dat geen rechten kunnen worden ontleend ter zake van onder de beschermingsomvang van dat octrooi vallende producten voor zover die afkomstig zijn uit een andere lidstaat van de Europese Unie' en behoeft niet meer te worden ingegaan op de vraag tot welk tijdstip de nietigverklaring van het onderhavige octrooi teruggaat."

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en vernietigt tevens het Nederlandse octrooi 156.798 (een kennelijke verschrijving? Het gaat in het onderhavige arrest om NL165.798). Bovendien lijkt de beslissing niet een vernietiging te zijn, maar een verklaring voor recht. Lees hier het arrest.

IEF 1301

Vrijdagmiddagberichten

1- Beroemdheden in het nieuws vanwege (vermeend) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten: Tennister (en: Tennisster) Maria Sharapova pakt DVD aan (zie hier) en Jessica Simpson vangt $15.000.000,- voor het gebruik van haar naam, maar er ontstaat ruzie over royalties (zie hier).

2- Strange copyright claims. “The Associated Press's claim at the bottom of this article on eWeek that: "This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed." This material may not be published? What? Hello, it's just been published. That's why you wrote it. Waste of time for AP to write articles that no one is allowed to read.” Lees meer hier.

IEF 10471

Krafft/Vitakraft

HvJ EG 1 december 2005, zaak C-512/04 P (Vitakraft tegen OHIM/Krafft; inzake: Krafft/Vitakraft) - dossier

(verwarring)

Hogere voorziening. Het Spaanse Krafft stelde op basis van haar Spaanse woordbeeldmerken met het woord ‘Krafft’ oppositie in tegen de inschrijving van het woordmerk ‘Vitakraft’.

Volgens het Gerecht van Eerste aanleg is er sprake van verwarringsgevaar, onder andere omdat het bestanddeel ‘Kraft’ voor het Spaanstalige publiek het meest onderscheidende bestanddeel is, aangezien dit geen betekenis heeft in het Spaans. Dit is een feitelijk beoordeling waar het HvJ EG zich niet over uitspreekt.

In zaak C-512/04 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie, ingesteld op 14 december 2004, Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG, gevestigd te Bremen (Duitsland) (advocaat: U. Sander), andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigde: G. Schneider), Krafft SA, gevestigd te Andoain (Spanje) (advocaat: P. Koch Moreno), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Schiemann, kamerpresident, M. Ilešič (rapporteur) en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 1 december 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1. De hogere voorziening wordt afgewezen.

2. Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG wordt verwezen in de kosten, met inbegrip van de kosten die in het kader van het procesincident zijn opgekomen.

IEF 1300

Uitzonderlijk omvangrijk

Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005,Heineken/Interbrew en Philips. Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: De rechtbank gaat uitgebreid in op de beoordeling van de geschiktheid van de zaak voor kort geding: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Allereerst betreft het de omvang van de in kort geding aan de orde gestelde materie, te weten 5 ingeroepen Nederlandse registratieoctrooien, die elk op hun beurt ook uitzonderlijk omvangrijk zijn. Daarnaast zijn de zaken aanzienlijk feitelijk gecompliceerd. Voorts is in de twee zaken met name zijdens Heineken een in omvang buitensporig pakket producties ingebracht. Daarbij hebben de zittingen in beide zaken gezamenlijk bijna 12 uur geduurd. Bovendien zijn zowel de dagvaardingen als de pleitnota's buitengewoon omvangrijk. Ook zijn er zijdens Philips en Interbrew in de onderhavige kort gedingen 21 nieuwe, beweerdelijk nietigheidsschadelijke octrooischriften ingebracht, die niet eerder door de Europese examiners zijn getoetst of in de inbreukrapportages van de octrooigemachtigde van Heineken zijn besproken. Bovendien moet, aldus de rechtbank, bedacht worden dat Heineken op een naar zich laat aanzien rijkelijk laat moment met de onderhavige procedures is gekomen. Ook wordt meegewogen dat de inmiddels door Heineken aanhangig gemaakte bodemprocedure niet een procedure volgens het versneld regime in octrooizaken is, wat overigens een bewuste keuze is geweest. "De zaken zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ingewikkeld en te omvangrijk (gemaakt) voor kort geding, zodat het daarop gerichte formele verweer zijdens Philips en Interbrew behoort te worden gehonoreerd."

"Nu zij echter, zo stellen zij [Philips en Interbrew], toch gedwongen zijn geweest om de zaak inhoudelijk voor te bereiden [...] hebben zij in beide zaken uitdrukkelijk aangegeven dat het zeer op prijs zou worden gesteld, indien de voorzieningenrechter desalniettemin (ten overvloede) een inhoudelijk oordeel zou willen geven." De rechtbank oordeelt op een bijna verontschuldigende manier: "Het is van tweeën één: De zaken zijn geschikt of ongeschikt voor een voorlopige beoordeling in kort geding, en beetje geschikt bestaat in wezen niet. Bedoeld verzoek zou dan ook moeten worden genegeerd - hoe onbevredigend dat op zichzelf ook moge zijn; het kort geding kent nu eenmaal zijn beperkingen, een verantwoorde integrale beoordeling is op de aangegeven gronden in kort geding niet mogelijk. Daartoe moet de bodemprocedure worden afgewacht. Onbevredigend is ook, dat zij dezerzijds gaarne toegegeven, dat uit de aard van dergelijke kort gedingen pas ná de pleidooien kan worden beoordeeld, of alsdan een zodanige toelichting voorligt, dat het vereiste inzicht is verworven om tot een verantwoorde voorlopige beslissing te komen. Dat is juist het geval in mega-zaken, bij grote hoeveelheden stukken en meervoudige eis- en grondslagwijzigingen. Ook dat is evenwel nu eenmaal het gevolg van ons kort gedingstelsel."

"De voorzieningenrechter realiseert zich echter dat zowel partijen als de markt er bij gebaat zijn - althans gedeeltelijk en waar wel mogelijk - ook een inhoudelijk voorlopig oordeel te vernemen. Voor zover dat wel verantwoord wordt geacht en met de grootst mogelijke nadruk uitdrukkelijk ten overvloede, zal daartoe, mede gelet op de door partijen aangegeven grote commerciële belangen die in het spel zijn, bij wijze van uitzondering worden overgegaan."

De slotsom van de rechtbank leidt tot het afwijzen van alle inbreukeisen met nevenvorderingen van Heineken. De reconventionele eis in de zaak met rolnr. KG 05-1211 wordt toegewezen. Aldus wordt Heineken verboden te kennen te geven dat de PerfectDraft valt onder de beschermingsomvang de Nederlandse registratieoctrooien van Heineken. Tevens mag Heineken niet meer te kennen geven dat Philips bij de ontwikkeling van de PerfectDraft geheimhoudingsafspraken met Heineken heeft geschonden. Lees hier het vonnis.

IEF 1299

Eerst even voor jezelf lezen

Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Persbericht Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005: Kort geding vonnissen Heineken tegen Philips en Interbrew, vonnissen KG 05-1210 en KG 05-1211 Heineken/Philips en Interbrew. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft bij vervroeging uitspraak gedaan en bij vonnissen van 1 december 2005 in beide zaken alle octrooi-inbreuk vorderingen van Heineken geweigerd. Lees persbericht en vonnis hier.