IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 22222
4 september 2024
Artikel

Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act

 
IEF 22221
4 september 2024
Artikel

Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations

 
IEF 772

Vrijdagmiddagberichten

1- Fifteen Trends Taking Shape In Logo Design. The following is a synopsis of the brave experimentation and exploration that is going on now. Some trends will emerge strongly while others will submerge and not be seen again. As part of the historical record, though, each is significant. Lees hier meer.

2-WIPO’s own Copyright Comic. This very accessible medium is used  to explain the basic elements of copyright and related rights and how they help encourage creativity. Origineel + Parodie

IEF 771

scharnierbaar bevestigd

Rechtbank 's-Gravenhage, 12 augustus 2005, Laryngeal Mask Company (LMC) - Tyco. Dit kort-geding heeft betrekking op een octrooi voor een luchtweginrichting met laryngaal masker, voor het vergemakkelijken van de ventilatie van de longen van een patiënt. LMC vordert een verbod op inbreuk van het octrooi, niet alleen in Nederland maar ook in de overige gedesigneerde landen.

Kern van het geschil betreft de uitleg van de conclusie door de gemiddelde vakman, meer in het bijzonder het extra staafje in het Laryngaal Masker (LMA) van LMC. Bekend in de stand van de techniek waren LMA's waarbij één of twee staafjes blokkering van de luchttoevoeropening voor de epiglottis (het strottenhoofd) werd voorkomen. Ter voorkoming van het in de weg zitten van het strottenhoofd bij het invoeren van instrumentatie dient het extra staafje dat scharnierbaar is bevestigd.

De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het betoog van Tyco dat het staafje in Tyco's "Laryngoseal" niet  fungeert als een hefboom om het strottenhoofd van de opening weg te tillen noch dat het scharnierend is bevestigd aan het masker en komt tot de slotsom dat de gevorderde inbreuk kan worden toegewezen.

"Tyco heeft verder geen specifiek verweer gevoerd tegen toewijsbaarheid van het verbod voor de overige gedesigneerde landen, anders dan door te stellen dat “rechters in die landen niet overtuigd zijn van de juistheid van de Haagse leer”. Dit moge zo zijn (op welke Haagse leer precies wordt gedoeld is overigens niet duidelijk), doch bij gebreke aan nadere stellingen dat en waarom naar het toepasselijke buitenlandse recht bovenstaand oordeel anders zou moeten luiden, kan op die grond geen afwijzing volgen. Lees vonnis

IEF 770

Surrogaatmerk

Bestaat het begrip surrogaatmerk al? Geenstijl.nl bericht het volgende: "Zoals bekend is Lonsedale gestopt. Toch zitten niet alle Lonsedalertjes bij de pakken neer. Een van de slimmeren uit de orde der blanke uitkeringstrekkers heeft iets nieuws bedacht: het briljante Onsdeel! Nu kan je altijd Lonsedale dragen, zonder dat het Lonsdale is." Lees hier meer.

IEF 768

Orde in patentjungle

Een groep van twintig bedrijven heeft het RFID Consortium opgericht, zo meldt de Automatisering Gids. Het consortium maakt zich zorgen over het grote aantal octrooien en octrooihouders op het gebied van radio frequency identification (RFID).

Dit komt onder meer doordat sommige onderdelen achter de technologieën van RFID al jarenlang bestaan. Ter voorkoming van onduidelijkheden en om het proces van de opkomst van RFID te begeleiden, is het consortium opgericht. Het consortium wil een "intellectual property (IP) licensing group" (oftewel: patent-pool) oprichten en daarmee een efficiënt octrooibeheersysteem ontwikkelen en de octrooien eenvoudiger toegankelijk maken voor fabrikanten en gebruikers van RFID.

IEF 767

Zeldzame en onbekende IE-rechten (2)

Nog even een aanvulling op het gelijknamige artikel van vanochtend: Spoor, Verkade & Visser gaan veel dieper in op het groot-en kleinrecht dan gesuggereerd. Snel lezen en weinig zin om grote stukken tekst over te typen wreekt zich natuurlijk onmiddellijk, dat blijkt maar weer. 

Spoor, Verkade & Visser (koop dat boek!) p. 469: "Art. 30a spreekt over het bemiddelen inzake 'muziekauteursrecht', en geeft een lange omschrijving van hetgeen onder deze term verstaan wordt. In essentie komt het hierop neer, dat ieder in het openbaar ten gehore brengen van muziek, al dan niet voorzien van tekst, eronder valt, met één uitzondering: de uitvoering van muziekdramatische werken e.d. die gepaard gaat met een opvoering daarvan. Men duidt het auteursrecht met betrekking tot dit soort gecombineerde op- en uitvoeringen wel aan als grootrecht, zulks in tegenstelling tot het door Buma beheerde kleinrecht.

Deze uitzondering is vermoedelijk een afspiegeling van een in andere landen historisch gegroeide praktijk, waarbij Buma's zusterorganisaties aldaar zich niet bezig hielden met opvoeringen van opera's, musicals, balletten, etc., omdat die van oudsher tot het werkterrein van aparte organisaties (bijv. in Frankrijk) of muziekuitgevers (o.a. in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) behoorden. Economisch gezien speelt het kleinrecht ongetwijfeld een veel grotere rol dan het grootrecht. Het kleinrecht omvat ieder in het openbaar ten gehore brengen, uitzenden of toegankelijk maken (zie par. 4.28-4.39) van muziek, zoals: iedere zaaluitvoering, ook de zgn. concertuitvoering van een opera (dus muziek zonder toneel); radio- en tv-uitzending van muziek (voor wat de tv betreft weer met uitzondering van opvoeringen); muziek in openbare gelegenheden, ongeacht de bron (live, radio, cd's, bandopnamen, jukeboxen); achtergrondmuziek in het openbaar, beschikbaarstelling via internet (met uitzondering van audiovisuele opvoeringen) enz. Steeds gaat het primair om de muziek, met of zonder woorden. Buma behartigt dus ook de belangen van tekstdichters, maar slechts ten aanzien van de uitvoering van hun tekst met muziek. De voordracht van een tekst, ook al is die geschreven als songtekst, valt buiten het exclusief aan Buma voorbehouden terrein.

Vgl. twee zaken waarin de onderscheiding grootrecht/kleinrecht ter discussie stond: Pres. Rb. 's-Gravenhage 18 november 1998, IER 1999, nr 12, p. 81 m.nt. FWG  (Musicalfragmenten) en Vzr. Rb. Arnhem 18 december 2002, LJN AF3265 (Littlestar/Wigt, Mamma Mia musical)."

IEF 766

Procesrecht Panic

Gerechtshof Leeuwarden, 10 augustus 2005, LJN: AU0793. Strijd om het auteursrecht op het spel Pinguin Panic.

Centrale vraag is wie nu eigenlijk eerste auteursrechthebbende is op het spel Pinguin Panic. Eerder verdedigden Ravensburger en Seven Towns echter eerst dat laatstgenoemde maker van het spel was en later dat een werknemer eerste auteursrechthebbende was en het auteursrecht zou hebben overgedragen aan Seven Towns. Nu stellen Ravensburg en Seven Towns dat hun werknemer in zijn hoedanigheid als werknemer het spel heeft ontworpen en dat Seven Towns, als werkgever, als maker van het spel dient te worden aangemerkt.

Mede omdat de laatste wijziging van de grondslag van de vordering een geheel nieuw onderzoek zou vergen (nu zeker niet vaststaat dat de werknemer - naar Engels recht - kan worden beschouwd als 'employee' van Seven Towns), is er sprake van een dusdanig substantiële koerswijziging dat het hof de laatste wijziging in strijd acht met de procesorde en deze buiten beschouwing laat (art. 130 Rv, lid 1 in fine).

Op grond hiervan concludeert het hof dat niet is komen vast te staan dat Seven Towns het auteursrecht heeft verkregen op Pinguin Panic. Ook kan het hof niet vaststellen dat de werknemer een licentie heeft verleend aan Seven Towns. De vorderingen worden dan ook afgewezen. Lees arrest.

IEF 765

Suggestie van Herkomst

Rechtbank Utrecht, 11 augustus 2005, KG 197012, UWV tegen Stichting Ikwilwerken. Zaak over een zogenaamde klaag- of protestsite.

Geen verrassende uitkomst. In tegenstelling tot wat gedaagde stelt is eiser UWV wel een onderneming in de zin van de BMW: naast haar publiekrechtelijke taak neemt ze immers ook op commerciële wijze deel aan het economisch verkeer met het oogmerk om materieel voordeel te behalen. Met betrekking tot de domeinnaam uwvwijzer van gedaagde kan UWV zich dan ook terecht beroepen op de bescherming van haar merkrechten en wel op basis van artikel 13A 1 onder b BMW. De domeinnaam uwvwijzer.nl suggereert immers dat de betreffende website afkomstig is van het UWV. De domeinnamen uwvwijzerverboden.nl en commentaaropuwv.nl acht de rechtbank niet in strijd met de merkrechten van het UWV.

Omdat de gedaagde bestuurder van zowel de gedaagde vennootschap als de gedaagde stichting 'feitelijk verantwoordelijk is voor de registratie en de exploitatie van de website en dat hij het, in die hoedanigheid, in zijn macht heeft gehad om het verbod op merkinbreuk ook ten behoeve van de stichting en de vennootschap na te komen', is het verbod toewijsbaar jegens alle gedaagden. Lees vonnis

IEF 764

UWV weer een stap wijzer

Het ANP bericht dat de voorzieningenrechter in Utrecht de Stichting Ikwilwerken heeft verboden de domeinnaam uwvwijzer.nl te gebruiken. Via haar website voert de stichting actie tegen het UWV, het instituut dat onder meer de WW en de WAO uitvoert. Het gebruik van de naam zou verwarrend zijn. De domeinnamen uwvverboden.nl en commentaaropuwv.nl mag de Stichting van de rechter gewoon blijven gebruiken. Lees hier iets meer.

IEF 763

Zeldzame & Onbekende IE-rechten

Geheel conform het onderwerp zijn berichten met dit onderwerp vrij schaars. Lang geleden is het Recht Tot Inkeer al eens aan de orde geweest, nu aandacht voor het in de recente Mamma Mia-zaak (er blijken trouwens meer soortgelijke uitspraken tegen dezelfde gedaagde te zijn) al even aangestipte Grootrecht en Kleinrecht. 

In de vakliteratuur wordt er vrijwel geen aandacht aan besteed. Alleen de 'Spoor/Verkade/Visser' maakt er zijdelings melding van, o.a: "Zo wordt ten aanzien van het uitvoeringsrecht met betrekking tot dramatisch-muzikale werken weer nader onderscheiden tussen zgn. 'grootrecht' (uitvoering met gelijktijdige opvoering) en 'kleinrecht' (uitvoering zonder gelijktijdige opvoering), terwijl bij dit laatste weer onderscheiden kan worden tussen primaire openbaarmaking door radiozenders en secundaire openbaarmaking via de kabel, of door middels van radio-ontvangers in niet-besloten kring."

Google levert ook weinig op. Alleen de website van Muziekuitgeverij Donemus geeft een definitie: "Als een muziekwerk niet concertante wordt uitgevoerd, maar samen met dans, toneel of wat voor andere theatervorm dan ook, dan is er sprake van grootrecht. Dat houdt in dat niet BUMA de auteursrechten int, maar de uitgever."

"De rechter in Mamma Mia zegt er tenslotte het volgende over: "Indien een oorspronkelijk kleinrecht muziekwerk is opgenomen in een muziekdramatisch werk, in die zin dat het een integrerend onderdeel van dit muziekdramatische werk is gaan uitmaken, valt het – voor zover het ten gehore wordt gebracht in het kader van de vertoning van dit muziekdramatische werk – onder het grootrecht waarop de uitzondering van artikel 30a lid 3 Auteursrwet betrekking heeft.

De muziek vormt een integrerend onderdeel van dit muziekdramatische werk indien de plaats en de muziek niet willekeurig is en mede wordt bepaald door de dramatische handeling. Dat de Nederlandse praktijk er van uit ging dat de oorspronkelijke aard van een bepaald werk bepalend was voor de vraag of een werk groot recht kon worden, zoals het rapport van de Studiecommissie grootrecht – kleinrecht stelt, doet hieraan niet af. In het Rapport staat dat men in Nederland alleen stond in die opvatting alsmede dat het in het geval van muziekdramatische werken exploitatie door de auteursrechthebbenden zelf de voorkeur verdient boven exploitatie door belangenorganisaties als de Buma. Bovendien staat noch de tekst, noch de parlementaire geschiedenis van artikel 30a AW in de weg aan de conclusie dat kleinrecht grootrecht kan worden."

IEF 762

Bacardi's Bat Bekend?

TNS-NIPO heeft vandaag onder haar respondenten een onderzoek verspreid waarin vragen worden gesteld over de bekendheid van de merken MAD BAT en BACARDI. Zo wordt onder andere een blikje van MAD BAT energydrink getoond, waarop de respondent de vraag krijgt met welk merk hij de verpakking van deze frisdrank associeert.

Komt de (impliciete) vraag naar het associatiegevaar, inhoudende gevaar voor verwarring tussen beide (fris-)drank merken bekend voor? Waarschijnlijk door dit eerdere bericht over het door Mad Bat gewonnen proces tegen Bacardi. De rechter oordeelde daarin onder meer dat de afbeelding van Bacardi's vleermuis, zonder de toevoeging 'Bacardi' geen bekendheid genoot.