IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 22222
4 september 2024
Artikel

Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act

 
IEF 740

gewoonweg te veel

In aansluiting op eerdere berichten, meldt het ANP vandaag dat de regionale Rotterdamse tv-zender RNN7 vrijdag in kort geding bij de rechtbank in Amsterdam eist dat RTL Nederland de naam RTL7 niet mag gaan gebruiken voor de zender Yorin. S. Steusel van RNN7 liet dat donderdag weten. ,,De naam lijkt gewoonweg te veel op RNN7 en dat kan onze landelijke plannen in de weg staan'', aldus hoofd televisiezaken S. Steusel.

IEF 739

Ik heb nog zo gezegd…

Ook al komt de zomer nog niet echt op gang, het bommetje-springen is ‘hot’. Nederland krijgt zelfs een nationaal team dat in september ons land moet gaan vertegenwoordigen op het eerste WK Bommetje in het Duitse Heilbronn. Stichting Zwembad Noord in Stadskanaal is bezig met de oprichting van een Nederlandse equipe. Ook Sportfondsen Nederland wil een Nederlands team samenstellen voor het WK, maar de Duitse organisator weigert de deelname van de ploeg.

Sportfondsen Nederland en Stichting Zwembad Noord zijn al enige tijd verwikkeld in een juridische strijd om de sport. In 2004 probeerde Sportfondsen Nederland haar rivaal te verbieden een NK Bommetje te organiseren. Zij dacht dit te kunnen op basis van het beeldmerk 'NK Bommetje' (nr. 725190) dat zij als merk had laten registreren. De rechter besloot wijselijk dat Stadskanaal wel degelijk een eigen Nederlands Kampioenschap mocht houden. Als de Nederlandse ploeg niet de eerste plek verovert rest er nog één chantagemiddel voor Sportfondsen Nederland: een juridische actie op basis van hun merkregistratie WK Bommetje, nr. 725191. (Bron: RTL)

IEF 738

Ondertussen in Gramsbergen

De Stentor, editie Vechtdal,  bericht dat de gemeente Hardenberg een overwinning behaald heeft in de juridische strijd met de Stichting Beeldrecht om het 'beeldrecht van het beeld Pieterpad'. Een zaak over hoofdvoorstellingen, collages en afmetingen, mogelijk van groot belang voor bijvoorbeeld ansichtkaartenmakers.

"De gemeente had na de herindeling op 1 januari 2001 in het kader van de nieuwe huisstijl een collage gemaakt voor de gemeentelijke publicaties in huis-aan-huis blad De Toren en de gemeentelijke website. De collage bestond uit afbeeldingen van karakteristieke plaatsen in de drie voormalige gemeenten Avereest, Gramsbergen en Hardenberg. Voor Gramsbergen was de keuze gevallen op het beeld van de Piterpadlopers met de nederlandse hervormde kerk op de achtergrond."

Volgens het bericht eiste de maakster van de beeldengroep twee jaar later 25 euro voor ieder jaar dat de gemeente haar beeld gebruikte.  Een koopje, zou je denken, maar niet voor Hardenberg, die de afbeelding verwijderde uit de collage. In mei 2003 kwam vervolgens  Beeldrecht met een, iets hogere, claim van 16.779 euro en vervolgens in juni 2004 met een claim van 26.185,60 euro.

De rechtbank Zwolle (vonnis nog niet gezien, wie het heeft mag het mailen) oordeelde echter dat "op basis van een artikel uit de Auteurswet geen sprake is van inbreuk op het auteursrecht omdat de afbeelding niet de hoofdvoorstelling vormt en door de grootte duidelijk verschil toont met het oorspronkelijk werk." Lees artikel hier.

IEF 737

Goede raad

Vers op rechtspraak.nl: Raad van State, 3 augustus 2005, LJN: AU0416, 200408676/1. Beroep van SBS tegen boete wegens sluikreclame is gegrond.

Het CvdM heeft ten onrechte geconcludeerd dat SBS bewust reclame heeft gemaakt door het in beeld brengen van elektronische reclameborden van ABN AMRO, Radio 538, LAVOR en Ticket Box tijdens de live-uitzending van het Ajax 2001 Toernooi. Dat het reclamemateriaal voor het televisiekijkend publiek in beeld is gekomen betekent nog niet dat daarmee het Mediabesluit is overtreden.


"Op grond van de aanschouwing van de door het commissariaat samengestelde compilatie van beelden van de voetbalwedstrijden, en mede gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen omtrent de totstandkoming van de uitgezonden voetbalwedstrijden, is de Afdeling, anders dan het commissariaat en met de rechtbank, van oordeel dat het commissariaat niet aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in het besluit van 18 juni 2002 is gesteld, SBS tijdens de uitzendingen van de voetbalwedstrijden reclameboodschappen in beeld heeft gebracht en dit met opzet heeft gedaan, althans bewust geen enkele actie heeft ondernomen dit te voorkomen terwijl dat wel van SBS verwacht mocht worden.

Terecht heeft de rechtbank overwogen dat slechts als gevolg van het feit dat spelbeelden in beeld worden gebracht ook de in het stadion aanwezige reclame in beeld komt, en dat van opzet tot het maken van sluikreclame als bedoeld in de Richtlijn doordat reclame opzettelijk in beeld wordt gebracht, niet is gebleken. Anders dan het commissariaat aanvoert, bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank bij haar waardering van het beeldmateriaal is voorbijgegaan aan de motivering van het besluit van 18 juni 2002. Lees uitspraak.

IEF 736

Wie de schoen past

“Een proces om financiële genoegdoening gaat vele jaren duren. Daar heb ik geen zin in”, aldus de Nederlandse schoenontwerper Jan Jansen. “Een rectificatie is voldoende.” Jansen wil dat modehuis Armani bekendmaakt dat de schoenen in een advertentie van Armani van zijn hand zijn. De schoenen zouden een kopie zijn van een model van Jansen dat al 1994 is verschenen. Van een andere Italiaanse schoenenfabrikant vernam Jansen dat Armani zijn schoenen liet kopiëren en dat een styliste van het concern de schoenen had aangeschaft op het Amsterdamse Waterlooplein en opnieuw in productie had gebracht. De rechtszaak dient op 9 september in Amsterdam. (Bron: Het Parool 03-08-2005)

IEF 735

evenmin aan te merken

Rechtbank Haarlem, 26 juli 2005, LJN: AU0432, Awb 05-206. Eiser tegen St. De Thuiskopie. Gedaagde is geen bestuursorgaan. Goed dat dat nu eens zwart op wit staat.

Stichting De Thuiskopie is, nu zij een privaatrechtelijke rechtspersoon is en niet krachtens publiekrecht is ingesteld, niet aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, Awb. Naar het oordeel van de rechtbank is Stichting De Thuiskopie evenmin aan te merken als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, Awb. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.

 

Van een bestuursorgaan in voornoemde zin is slechts sprake indien daaraan een of meer overheidstaken zijn opgedragen en de daarvoor benodigde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend. De rechtbank is van oordeel dat niet aan deze voorwaarden is voldaan. Alhoewel Stichting De Thuiskopie door de Minister is aangewezen om, namens rechthebbenden, auteursrechtelijke vergoedingen te innen dient dit op zichzelf niet te leiden tot de conclusie dat Stichting De Thuiskopie met openbaar gezag is bekleed. Van belang is of sprake is van uitoefening van een overheidstaak. De rechtbank is niet gebleken van een verplichte in de Auteurswet 1912 opgenomen taakstelling terzake van de inning van auteursrechten. Dat Stichting De Thuiskopie als enige gerechtigd is tot inning van de rechtsreeks uit de wet voortvloeiende thuiskopie-vergoedingen en onder overheidstoezicht staat, betekent niet dat zij is belast met een overheidstaak en daartoe over publiekrechtelijke bevoegdheden beschikt. Voorts blijkt uit de statuten dat Stichting De Thuiskopie vooral moet worden gezien als faciliterend en ondersteunend voor de rechthebbenden op auteursrechtelijke vergoedingen. Voor een dergelijke faciliterende functie is geen publiekrechtelijke grondslag te vinden. Zoals eveneens uit de statuten blijkt ontvangt Stichting De Thuiskopie evenmin financiële middelen van de overheid. De boete die Stichting De Thuiskopie oplegt in geval wordt nagelaten de verschuldigde auteursrechtelijke vergoedingen af te dragen, vindt zijn grondslag in een privaatrechtelijke onthoudingsverklaring en volgt niet uit een publiekrechtelijk voorschrift.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan de brief van 29 september 2004, noch de brief van 9 december 2004 van Stichting De Thuiskopie een besluit bevatten, dat is genomen door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 Awb, zodat daartegen, gelet op de artikelen 1:3, tweede lid, en 8:1, eerste lid, Awb, geen bezwaar of beroep openstaat. " Lees uitspraak.

IEF 734

Fluitketeltje

Planet bericht dat kunstenaar Rob Scholte van plagiaat wordt beschuldigd. Logo-ontwerper Ton Giesbergen stelt dat het schilderij Casa Rosa van Scholte een exacte reproductie is van zijn ontwerp 'Het Fluitketeltje'. Giesbergen ontwierp ‘Het Fluitketeltje’ in de jaren tachtig voor een overheidscampagne tegen te veel vocht in huis. Het schilderij van Scholte is uit 1997. Hier een afbeelding van Scholtes 'Fluitketel', maar of dat nu hetzelfde werk is als Casa Rosa?

Pas afgelopen zondag kwam Giesbergen achter het bestaan van Scholte’s kunstwerk. Zijn vrouw zag het toevallig op een website staan. Giesbergen vindt dit geen bijdrage aan de kunst: “Hij heeft over mijn rug geld verdiend, zonder me in te lichten.” Giesbergen zegt zich “misbruikt en bezoedeld” te voelen door het schilderij en overweegt nu juridische stappen tegen Scholte te nemen.

IEF 733

Ondertussen in Luxemburg

Meer reclamerecht en in aansluiting op eerdere berichten: DutchMedia bericht dat RTL 7 een Luxemburgse licentie heeft gekregen. Met de Luxemburgse licentie kan RTL 7, net als RTL 4 en RTL 5 zich onttrekken de Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van media en reclame. Door het ontbreken van feitelijk toezicht in Luxemburg zouden de op Nederland gerichte RTL-zenders zich bovendien nauwelijks iets hoeven aan te trekken van de (Luxemburgse) mediawetgeving.' Lees hier meer.

IEF 732

UIt eigen onderzoek

KPMG bericht dat uit eigen onderzoek is gebleken dat bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet weinig grip hebben op de royalty's die daarmee samenhangen en onvoldoende controleren of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen. Volgens het onderzoek zou slechts 40% van de ondernemingen jaarlijks controles uitvoeren op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Wel verwacht meer dan de helft van de bedrijven dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

Persbericht KPMG: Bedrijven hebben weinig grip op royalty's over online-content

2 augustus 2005

Bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet hebben weinig grip op de royalty's die daarmee samenhangen. Zij controleren onvoldoende of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen.


Niet meer dan 40% van de ondernemingen voert jaarlijks controles uit op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de wijze waarop bedrijven erin slagen de rechten van hun producten op het Internet te verzilveren. Meer dan de helft van de bedrijven verwacht dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

De bedrijven die op reguliere basis controles uitvoeren op de afdracht, stellen vast of ze krijgen waar ze contractueel recht op hebben. Volgens Bob Crouwel, partner bij KPMG Intellectual Property Services, is dit in het algemeen slechts een administratieve check. Crouwel: “De bedrijven controleren bijvoorbeeld of de percentages die in het contract worden genoemd correct worden toegepast. Slechts in een enkel geval vindt controle plaats bij de partner waarmee het contract is afgesloten. Vooral in de mediasector wordt het bewaken van royalty’s van groot belang, zeker gezien het feit dat de sector de komende jaren in toenemende mate overgaat op het in grote volumes verkopen van digitale informatie, waarbij betaling op basis van gebruik plaatsvindt, zoals muziek, ringtones en games. De volledigheid van de opbrengsten is voor deze ondernemingen van essentieel belang voor hun voortbestaan”.

De aandacht van de ondernemingen in deze sector ligt volgens Crouwel primair bij het ontwikkelen van de markt en het genereren van content en verschillende manieren om deze via portals aan de man te brengen. Crouwel: “Het op orde brengen van de administratieve systemen om de volledigheid van de opbrengsten te waarborgen, krijgt hierdoor relatief weinig aandacht. Aangezien het tot nu toe om relatief kleine bedragen gaat en de aanbieders vaak nieuw en klein zijn, is dit begrijpelijk. Het controleren van de contractspartijen wordt echter steeds meer gemeengoed. De controle op bestaande contractrelaties zal dan ook in een stroomversnelling komen”.

Gezien de verwachte groei van de internetinkomsten is het volgens Crouwel van groot belang dat de bedrijven niet alleen investeren in de relatie met hun licentienemers, maar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom ook op een duidelijke plek in de organisatie onderbrengen. Crouwel: “Bij veel bedrijven is deze functie niet belegd. Door helder te maken waar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom uit royalty’s ligt, is het ook voor iedereen in het bedrijf duidelijk wie de licentienemer moet aanspreken op het niet voldoen aan zijn verplichtingen”.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039 of bestel de (Engelstalige) white paper Revenue assurance for online digital content.

IEF 731

Taartengevecht

Strikt genomen waarschijnlijk geen IE-zaak, maar (en zeker in deze komkommertijd) reclamerechtelijk wellicht toch van enig belang: Adformatie bericht dat de KPN haar nieuwe klanten toch wel mag trakteren op een slagroomtaart. De Opta had dit eerder nog verboden omdat er spake zou zijn van een illegale kortingsactie (zie besluit hier), maar de Rechtbank Rotterdam zou de actie nu toch hebben toegestaan (wie het vonnis heeft mag het mailen). Eerder dit jaar werd de Amsterdamse kleermaker Oger op grond van de plaatselijke APV nog bijna verboden om champagne te serveren aan zijn klanten. Food-marketing is juridisch kennelijk een riskante aangelegenheid.