IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 15821

Auteursrechtdebat: The Pirate Bay rechtspraak: long and winding road to nowhere?

Tijdschrift voor Internetrecht 2015/5-6, p. 182-189. Op maandag 30 november 2009 verzorgde Douwe Groenevelt, indertijd advocaat in de voorloper van de huidige BREIN/Ziggo-zaak,2 een lunchlezing op de Vrije Universiteit voor het vak Actualiteiten Internetrecht. Meer nog dan het bevel te stoppen met het bemiddelen tussen up- en downloaders, dat toen nog op het bordje van de beheerders van The Pirate Bay lag, was vooral de wijze waarop de beheerders gedagvaard waren interessant. De overtuiging dat de auteursrechtschendingen die The Pirate Bay faciliteerde juridische bestreden kon en diende te worden, werd versterkt door een Zweedse veroordeling tot gevangenisstraffen eerder dat jaar, op 17 april 2009, van de beheerders van The Pirate Bay: Fredrik Neij, Gottfrid Svartholm, Peter Sunde en Carl Lundström.3 In afwachting van het hoger beroep in deze strafzaak waren de beheerders mogelijk ondergedoken, in ieder geval hadden de advocaten van BREIN moeite de dagvaarding op de gebruikelijke wijze te betekenen dan wel anderszins kenbaar te maken aan de Zweedse gedaagden. Ze besloten sociale media in te zetten. Er werden berichten op Twitter geplaatst gericht aan accounts gelieerd aan The Pirate Bay, en de dagvaarding werd achtergelaten op de Pirate Bay Facebook-pagina. Nadat de advocaten van BREIN dat laatste gedaan hadden, volgde binnen enkele minuten een ‘ontvriending’ door de mensen achter The Pirate Bay maar niet zeker was of dit ook de gedaagden zelf betrof. Je zou hieruit kunnen afleiden dat ook de gedaagden inmiddels op de hoogte waren van de rechtszaak, in ieder geval vond de rechter een mededeling over het tegenovergestelde ongeloofwaardig. Op de vraag van een interviewer antwoordde een van de in het kort geding gedaagden met: ‘Having a court case in Amsterdam on July 21 does not ring a bell.’4

 

IEF 15820

Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs, Altius.

Filou is geen kopie van het Duvel imago of look-and-feel

Belgische gerechten 17 mrt 2016, IEF 15820; (Duvel moortgat tegen Brouwerij van Honsebrouck), https://ie-forum.nl/artikelen/filou-is-geen-kopie-van-het-duvel-imago-of-look-and-feel

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 17 maart 2016, IEF 15820; IEFbe 1748 (Duvel moortgat tegen Brouwerij van Honsebrouck)
Duvel is een Belgisch blond speciaalbier van hoge gisting, dat hergist op de fles. BVH brengt speciaalbieren op de markt, waaronder - op vraag van Aldi - 'Filou'-bier die tot dezelfde biercategorie behoort. Duvel grondt haar eis op oneerlijke handelspraktijk expliciet op de kleur en vorm van de (banale) Steinie-flesjes. Behoudens de witte achtergrond zijn de kroonkurken evenmin overeenstemmend. De achterzijde van het etiket is voldoende op zichzelf staand. Met de voorzijde, aldus eiser, wordt het imago en de 'look-and-feel' gekopieerd. De naam 'Filou' is naast Duvel, niet de enige duivelse biernaam: Satan, Judas, Lucifer, Deugniet, Duivels Bier; de verwijzing naar de duivel is eerder banaal op het vlak van de speciaalbieren. Alle kenmerken komen ook terug bij andere speciaalbieren en er is dus geen sprake van uitbuiting van het imago of de look-and-feel. De consument van speciaalbieren is een oplettende consument die wel degelijk verschillen zal vaststellen, de naam van het bier primeert. De stakingsrechter verwijst naar een eerdere speciaalbierenzaak waar [Vz. Kh. Brussel 7 januari 2009, A/08/05765 en in hoger beroep - Hof van Beroep te Brussel 12 januari 2010 (Anheuser-Bush Inbev tegen Palm)] geen verwarring of aanhaking werd vastgesteld.

IEF 15819

Bijdrage ingezonden door Ruben Tavernier, Arnold & Siedsma.

Software & IP: Technisch effect voorwaarde voor octrooi

Volgens de wet kunnen octrooien aangevraagd worden op uitvindingen op elk domein van de techniek. Uit die bepaling wordt afgeleid dat octrooien enkel op "iets technisch" kunnen worden verkregen. Software heeft echter niet altijd betrekking op "iets technisch". Natuurlijk zorgt elk stukje software ervoor, wanneer het wordt uitgevoerd op een computer of smartphone, dat elektrische spanningen en stromen ontstaan en variëren in dat apparaat. Er gebeurt dus "iets technisch". Dat is echter een routine-effect bij élk stukje software. Daarom is in de rechtspraak bepaald dat er ook nog sprake moet zijn van een "bijkomend technisch effect". Maar wat houdt een "bijkomend technisch effect" in?

IEF 15818

BMM Student Award 2016 voor scriptie Mike Landerbarthold over minimalistisch ontwerp

De jury van de BMM Student Award bestaat uit de redactie van het BMM Bulletin. De auteur van de winnende scriptie ontvangt een bedrag van EUR 1000. De inzendingen zijn beoordeeld op de volgende criteria: 

-          Heeft de scriptie een heldere analyse/ structuur
-          Wordt tot juridische vragen aangezet
-          Wordt de eigen mening weergegeven
-          Is de scriptie goed geschreven

De jury heeft de scripties met belangstelling gelezen. Uit de vijf inzendingen is op basis van deze criteria een shortlist van twee kanshebbende scripties gemaakt, te weten: van Janneke de Grood en van Mike Landerbarthold.

IEF 15817

Johan Cruijff artikel 14 Aw - update

In verband met het grote aantal positieve reacties op het idee om een nieuw Johan Cruijff artikel 14 aan de Auteurswet toe te voegen hierbij een update en een verzoek om mee te denken over de juiste formulering van de bepaling.

Terecht is opgemerkt dat het natuurlijk niet de bedoeling is dat het creëren van een specifiek vergoedingsrecht voor de Johan Cruijff Foundation afbreuk doet aan de rechten van de familie Cruijff of de Foundation om in voorkomende gevallen een hen toekomend verbodsrecht, op basis van het reguliere portretrecht of op basis van het merkenrecht, als zodanig uit te oefenen. Niet ieder commercieel gebruik behoeft te worden toegestaan. Dit is ook een belangrijk punt van kritiek op het bekende arrest van de Hoge Raad in de zaak Cruijff/Tirion.

Lezers van IE-Forum en andere geïnteresseerden wordt dan ook gevraagd mee te denken over de juiste formulering van een nieuw Johan Cruijff artikel 14 in de Auteurswet. Input blijft dus welkom.

IEF 15816

Publieke consultatie over de rol van uitgevers in de auteursrecht-waarde-keten en over de panorama-exceptie

Consultatie tussen 23 maart en 15 juni 2016 | The Commission is launching a public consultation on the role of publishers in the copyright value chain and on the 'panorama exception'. It will serve to gather views in particular on the impact that granting an EU neighbouring right to publishers could have on the publishing sector, on citizens and creative industries and as to whether the need (or not) for intervention is different in the press as compared to other publishing sectors. The consultation will also serve to collect input for the Commission's analysis of the current legislative framework of the 'panorama exception'.

 

IEF 15815

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, LMO advocaten.

Soccer Commerce bezit auteursrecht op foto's sportjacks

Kantonrechter 21 mrt 2016, IEF 15815; (Soccer Commerce tegen Van den Berg en BeneVia), https://ie-forum.nl/artikelen/soccer-commerce-bezit-auteursrecht-op-foto-s-sportjacks

Ktr. Rechtbank Amsterdam 21 maart 2016, IEF 15815 (Soccer Commerce tegen Van den Berg en BeneVia)
Auteursrecht. Partijen zijn verdeeld over de vraag of Soccer Commerce auteursrecht bezit op de drie foto’s van sportjacks van het merk Adidas die op de website van Soccer Commerce zijn afgebeeld en of Footballshop met de op de website www.footballschop.nl gepubliceerd foto’s van sportjacks van Adidas inbreuk op die rechten heeft gemaakt. De kantonrechter oordeelt dat de foto’s als werk in de zin van de Auteurswet kunnen worden aangemerkt en dat Footballshop door het plaatsen van de foto’s op de website inbreuk maakt op het auteursrecht van Soccer Commerce. 

IEF 15814

Bijdrage ingezonden door Dirk Johan Gerard Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Johan Cruijff

De betekenis van Johan Cruijff voor Nederland is gigantisch. Hij is de bekendste Nederlander. Uiteraard dient de naam van de Amsterdam Arena snel te worden veranderd in Johan Cruijff Arena. Ook Cruijff’s betekenis voor het Nederlandse portretrecht is groot. Door hem is het recht op een redelijke vergoeding voor commercieel gebruik deels in de plaats gekomen voor een vage verbodsmogelijkheid. [HR 14 juni 2013, IEF 12766; ECLI:NL:HR:2013:CA2788, (Cruijff/Tirion)].

Het is passend om Cruijff te eren en zijn werk blijvend te steunen door een aanpassing van de Auteurswet, vergelijkbaar met artikel 301 van de Engelse Copyright, Designs and Patents Act 1988. Dat artikel luidt als volgt, 301 Provisions for the benefit of the Hospital for Sick Children:

“The provisions of Schedule 6 have effect for conferring on trustees for the benefit of the Hospital for Sick Children, Great Ormond Street, London, a right to a royalty in respect of the public performance, commercial publication of the play “Peter Pan” by Sir James Matthew Barrie, or of any adaptation of that work, notwithstanding that copyright in the work expired on 31st December 1987”.

Het voorstel is om een wetsartikel in de Auteurswet op te nemen dat als volgt luidt:

IEF 15813

Bijdrage ingezonden door Dirk Johan Gerard Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Zo. Nog maar eens een annotatie

Noot bij Vzr. Rechtbank Den Haag 17 maart 2016, IEF 15803; ECLI:NL:RBDHA:2016:2825 (Pmp furnishing tegen Easysofa). Nu over stoelen. Met twee knopen. Kan weer kort. Stoel is banaal. Kijk naar vormgevingserfgoed. Knopen maken dat niet anders. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: “What is worth copying is prima facie worth protecting”. (Petersen J. in University of London Press Limited v University Tutorial Press Ltd (1916) 2 Ch. 601).

Sven, kom d’r maar in. (Sinds wanneer kunnen twee knopen niet auteursrechtelijk beschermd zijn!?).
Fijne paasdagen!
Dirk Johan Gerard Visser

IEF 15812

Houvast Makelaars maakt inbreuk op merkenrecht ERA na beëindiging franchise-overeenkomst

Rechtbank Gelderland 9 mrt 2016, IEF 15812; ECLI:NL:RBGEL:2016:1691 (ERA Nederland en ERA Franchise tegen Houvast Makelaars), https://ie-forum.nl/artikelen/houvast-makelaars-maakt-inbreuk-op-merkenrecht-era-na-be-indiging-franchise-overeenkomst

Rechtbank Gelderland 9 maart 2016, IEF 15812; ECLI:NL:RBGEL:2016:1691 (ERA Nederland en ERA Franchise tegen Houvast Makelaars)
Handelsnaamrecht. Merkenrecht. ERA Nederland maakt deel uit van een internationaal samenwerkingsverband van kwaliteitsmakelaars, waarin de zogenaamde ERA formule op basis van franchise in verschillende landen wordt geëxploiteerd. ERA Franchise is de merkhouder van de merken die tot die intellectuele eigendomsrechten behoren. ERA c.s. vorderen Houvast Makelaars te veroordelen per direct ieder gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van ERA c.s. te staken en gestaakt te houden. De vorderingen gebaseerd op het handelsnaamrecht worden afgewezen, omdat onvoldoende vaststaat dat Houvast Makelaars na 1 januari 2014 in haar handelsnaam de naam ERA is blijven voeren. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat Houvast Makelaars tot en met oktober 2014 onrechtmatig gebruik is blijven maken van de ERA merken bij haar makelaarsactiviteiten, hetgeen merkinbreuk ex artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE oplevert.