IEF 22291
14 oktober 2024
Uitspraak

Puma en Calvin Klein tegen sokken en boxershorts die inbreuk maken op hun merkenrecht

 
IEF 22294
14 oktober 2024
Uitspraak

Uitzending niet onrechtmatig omdat het berust op feiten

 
IEF 22293
14 oktober 2024
Uitspraak

Uiting van Kingspan en uitingen van Rockwool over de (on)brandbaarheid van isolatiemateriaal door het Hof aangemerkt als ongeoorloofde vergelijkende reclame

 
IEF 3700

Bos boos

O.a het Brabants Dagblad bericht dat vice-premier Wouter Bos boos is op het weekblad Weekend dat afgelopen week zonder medeweten fot’s  van de PvdA-leider met een van zijn kinderen publiceerde.

“Volgens een woordvoerster van Financien besluit Bos, die sterk hecht aan de privacy van zijn familie, vandaag of hij naar de rechter zal stappen om te pogen dergelijke publicaties op straffe van een boete in het vervolg te verbieden. ,,We overleggen nog met onze juristen, maar gezien soortgelijke rechtszaken maken wij een kans,'' aldus de woordvoerster. (…) De Leidse hoogleraar Dirk Visser, gespecialiseerd in portretrecht, zegt dat nu niet meteen de wet moet worden aangepast, maar dat de media zelf de afweging moeten maken tussen enerzijds vrijheid van informatie en anderzijds privacy. ,,Je kunt niet elk incident in een wet vastleggen.'' Volgens hem is het algemeen belang in dit geval echter ver te zoeken en maakt Bos een kans bij de rechter.”

Lees hier meer.

IEF 3699

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Arnhem, 20 maart 2007, rolnummer 2006/964. UPC Nederland tegen Koninklijke KPN. (met dank aan Richard van Schaik, DLA Piper)

Over het gebruik van de slogan 'Geen KPN meer nodig' ( en varianten daarop).
Het hof bekracht het vonnis van de Rechtbank Arnhem..

Lees het arrest hier.

- GvEA, 22 maart 2007, zaak T-215/03, SIGLA tegen OHIM - Elleni Holding (VIPS)

Oppositieprocedure. Aanvraag van gemeenschapswoordmerk VIPS, ouder nationaal woordmerk VIPS. Lijdelijkheidsbeginsel. Rechten van de verdediging.

Lees het arrest hier.

- GvEA, 22 maart 2007, zaak T-322/05, Brinkmann tegen OHIM - Terra Networks (Terranus). (Geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag van gemeenschapswoordmerk ‘Terranus‘, ouder nationaal beeld ‘terra‘.

Lees het arrest hier.

- GvEA, 22 maart 2007, zaak T-364/05, Saint-Gobain Pam / OHMI - Propamsa (PAM PLUVIAL).(Alleen beschikbaar in het Frans)

Oppositieprocedure. Aanvraag van gemeenschapswoordmerk PAM PLUVIAL, ouder nationaal beeld PAM.

Lees het arrest hier.

IEF 3698

Zonder stemming

Handelingen nr. 46, pag. 2737-2737, 2e Kamer. Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht (30868)

“Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht (30868). Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.”

Lees de handelingen hier.

IEF 3697

De auteursrechten op muziek

Kamervragen, vraagnr. 2060709910, 2e Kamer. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de auteursrechten op muziek.

O.a: “Wat is uw mening over het bericht dat de Europese organisaties voor auteursrechten op muziek de Europese Commissie hebben aangeboden om de huidige territoriale beperkingen op te heffen?”

Lees alle vragen hier.

IEF 3696

Auteursrechttribunaal

Kamerstuk 30800 XIII, nr. 44, 2e Kamer. Brief van de minister van Justitie betreft reactie op de motie Aptroot met betrekking tot collectieve beheersorganisaties Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2007

Op 24 oktober 2006 heeft de Tweede Kamer een motie met betrekking tot collectieve beheersorganisaties aangenomen, waarin de regering wordt verzocht voor 1 maart 2007 met voorstellen te komen waarmee transparantie en goed beheer worden afgedwongen en in toereikend toezicht is voorzien. Hiermee bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, dat het kabinet op drie wijzen uitvoering aan de motie zal geven. 

1. Verbreding en aanscherping van het toezicht op collectieve beheersorganisaties
Inmiddels is een concept-wetsvoorstel ter consultatie aan een twintigtal organisaties voorgelegd, waarmee het huidige toezicht op de kwaliteit van collectieve beheersorganisaties zowel wordt versterkt als verbreed

2. Mededingingstoezicht. Volgens de NMa is daarom een meer specifieke vorm van toezicht op de tarieven van collectieve beheersorganisaties wenselijk, bijvoorbeeld door goedkeuring vooraf door een toezichthouder of via geschillenbeslechting of eventueel op nog een ander wijze.

3. Auteursrechttribunaal. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie wordt daarom door prof. mr. D.J.G. Visser (Universiteit Leiden) in samenwerking met prof. mr. P.B. Hugenholtz (Universiteit van Amsterdam) onderzoek verricht naar de juridische mogelijkheden, de praktische haalbaarheid en de maatschappelijke wenselijkheid van een soort auteursrechttribunaal in Nederland.

Lees de gehele brief hier.

IEF 3695

Europa

Nu.nl bericht dat “het downloaden van auteursrechtelijk materiaal blijft toegestaan in de Europese Unie. VVD-Europarlementariër Toine Manders diende in december een voorstel in om consumenten die inbreuk maken op iemand auteursrecht te vervolgen voor heling, maar dat plan heeft het bij een stemming dinsdag niet gehaald.”

Lees hier meer.

Tweakers bericht aansluitend: "Hulp bij inbreuk intellectueel eigendom is misdrijf. Een juridisch comité van het Europese Parlement heeft zijn steun uitgesproken voor een verzwaring van wetgeving op het gebied van intellectueel eigendom. Het gevolg kan zijn dat 'doorvoerders' zoals isp's verantwoordelijk worden voor het gedrag van gebruikers."

Lees hier meer.

IEF 3693

A few words (3)

mccr.bmpCharlie McCreevy, European Commissioner for Internal Market and Services, speaks to the European Parliament JURI Committee, 20 maart 2007:

"Does Europe have the best patent system in the world? I doubt it. The single market for patents is far from complete. Fragmentation has serious consequences for the competitiveness of Europe in relation to the challenges of the US, Japan and emerging economic powers such as China and India.

And there is more: a fragmented litigation system leads to a lack of certainty for users of the patent system. For one and the same invention, the tribunals of several Member States might come to different conclusions.

And yet, our patent policy has been held back by protracted debate and argument. We have failed to deliver the results that Europe's innovators and inventors need. They are left out in the cold. This cannot go on. We can not sustain such a competitive disadvantage.

We have to show that Europe is prepared to respond to the challenge of globalisation. If we want to be at the forefront of innovation, a sound patent strategy is indispensable. Concrete progress is needed.

This requires creativity. And it requires compromise. We need a realistic approach that takes the best elements from the different proposals that have been made. Without readiness of all parties to really try and resolve this issue in the interest of our companies and inventors, we simply will not make progress.

With my services, we have prepared a Patent Strategy that addresses the open issues on both to the Community Patent and the creation of a European patent Litigation System. It also sets out "flanking measures", such as support for SMEs, technology transfer, and enforcement issues including alternative dispute resolution, patent litigation insurance, and international aspects of enforcement. This is currently being discussed in the Commission.

But let us be clear about one thing: No progress will be made without a constructive attitude by all players. Agreement is not a foregone conclusion.  Yet patent policy alone cannot be enough.

Lees de volledige speech EU Commissaris Charlie McCreevy hier. Eerder bericht zie: IEF 2969 (24 november 2006).

IEF 3692

A few words (3)

Charlie McCreevy, European Commissioner for Internal Market and Services, speaks to the European Parliament JURI Committee: (20 maart 2007)

"Does Europe have the best patent system in the world? I doubt it. The single market for patents is far from complete. Fragmentation has serious consequences for the competitiveness of Europe in relation to the challenges of the US, Japan and emerging economic powers such as China and India.

And there is more: a fragmented litigation system leads to a lack of certainty for users of the patent system. For one and the same invention, the tribunals of several Member States might come to different conclusions.

And yet, our patent policy has been held back by protracted debate and argument. We have failed to deliver the results that Europe's innovators and inventors need. They are left out in the cold. This cannot go on. We can not sustain such a competitive disadvantage.

We have to show that Europe is prepared to respond to the challenge of globalisation. If we want to be at the forefront of innovation, a sound patent strategy is indispensable. Concrete progress is needed.

This requires creativity. And it requires compromise. We need a realistic approach that takes the best elements from the different proposals that have been made. Without readiness of all parties to really try and resolve this issue in the interest of our companies and inventors, we simply will not make progress.

With my services, we have prepared a Patent Strategy that addresses the open issues on both to the Community Patent and the creation of a European patent Litigation System. It also sets out "flanking measures", such as support for SMEs, technology transfer, and enforcement issues including alternative dispute resolution, patent litigation insurance, and international aspects of enforcement. This is currently being discussed in the Commission.

But let us be clear about one thing: No progress will be made without a constructive attitude by all players. Agreement is not a foregone conclusion.  Yet patent policy alone cannot be enough.

Lees de volledige speech EU Commissaris Charlie McCreevy hier en eerder bericht  IEF 2969

 

 

 

IEF 3691

Online Merkenregister BBIE (2)

mrg.gifEind januari bleek dat het online merkenregister op de website van het BBIE toch niet alle gedeponeerde en geregistreerde merken bevat die geldig zijn in de Benelux (zie: IEF 3378 (31 jan 2007)). Sindsdien heeft het BBIE hard gewerkt aan een oplossing en bericht nu dat het probleem naar verwachting eind volgende week geheel tot het verleden behoort. Waakzaamheid blijft nog even geboden:   

“Zoals bekend zijn de gegevens in het BBIE online merkenregister afkomstig uit drie bronnen. De Benelux merken komen uit de Benelux database, de CTM's uit die van het OHIM en de internationale merken uit die van WIPO. De zoekfunctionaliteit van het BBIE online merkenregister kijkt in zoekbestanden die door het BBIE worden bijgehouden. Deze zoekbestanden worden vanuit deze drie bronnen gevoed en dagelijks gedurende de nacht bijgewerkt.

Voor de Benelux merken geldt dat deze als geheel in deze bestanden worden opgenomen. Van CTM’s en internationale merken worden slechts de minimale gegevens opgenomen: Merk, nummer, classificatie producten. Wordt er vervolgens nadere informatie opgevraagd dan wordt de gebruiker doorgelinkt naar de websites van OHIM respectievelijk OMPI voor de volledige gegevens.

In de loop van 2006 is de werkwijze voor internationale merken veranderd. WIPO schafte de Romarin (de internationale database op CD-rom) af. Deze werd door het BBIE gebruikt om de in de eigen database opgenomen minimale gegevens te controleren en waar nodig te corrigeren. Door deze afschaffing verdween het in de procedure noodzakelijk controlemechanisme voor het goed functioneren van een deel van het online register.

Het BBIE is daarop begonnen met het implementeren van een nieuwe procedure. Deze is nog niet volledig getest en verloopt nog niet automatisch. Naar aanleiding van de geconstateerde onvolkomenheden is de testserver inmiddels in productie geplaatst en worden de nieuwe gegevens met enige regelmaat handmatig opgehaald. Het BBIE werkt ondertussen door aan een definitieve oplossing voor een zekere en automatische verwerking van de benodigde gegevens. De oplossing die nu wordt gebruikt voldoet voor het moment echter.

Daarnaast is er geconstateerd dat een deel van de internationale aanvragen en CTM's geheel niet in het online register werd opgenomen.

Dit is een voortvloeisel uit een bestaand mechanisme. Internationale aanvragen gebaseerd op een Benelux aanvraag hebben in de Benelux geen geldigheid; het merk is immers in de Benelux al geldig, de basisregistratie zorgt hiervoor. Internationale aanvragen gebaseerd op een Beneluxaanvraag worden opgenomen in de Benelux database, maar worden niet zichtbaar gemaakt in het online register.

Met het toetreden van de EU tot het Protocol van Madrid is er in deze situatie echter verandering gekomen. Internationale aanvragen waarbij de Gemeenschap wordt aangeduid hebben immers wel geldigheid in de Benelux, ook al zijn ze op een Beneluxer gebaseerd. Deze merken worden thans ook opgenomen in het online register.

In de komende weken zal er, in samenwerking met het WIPO, een laatste inhaalslag worden gemaakt om het online register bij te werken. Er kan dan ook weer op worden vertrouwd dat het online onderzoek alle merken bevat die geldigheid hebben op het grondgebied van de Benelux. Voor zover nu kan worden nagegaan is op dit moment al het grootste deel van de gesignaleerde onvolkomenheden opgelost en naar verwachting behoort het probleem eind volgende week geheel tot het verleden.”

BBIE

IEF 3690

Elke aanwijzing ontbreekt

stent2.gif

Gerechtshof ’s-Gravenhage 15 maart 2007, Cordis Europa N.V. tegen Schneider (Europe) GmbH, rolnr. 05/867 (met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek).

 

Hoger beroep van het vonnis van de Rechtbank Den Haag d.d 8 juni 2005 inzake de geldigheid van, en de inbreuk door Cordis op, het zgn. “Kastenhofer”-octrooi van Schneider. Dit octrooi heeft betrekking op een bepaald type “interventional catheter”. In het vonnis van 8 juni 2005 is Cordis veroordeeld tot een inbreukverbod.

Het hof bepaalt eerst de beschermingsomvang van het octrooi, aangezien de uitleg van enkele begrippen in de octrooiconclusies, in het bijzonder “a polyamide” en “a  polyethylene”, voor zowel de geldigheid als de inbreuk van belang is. Omdat in het octrooi “elke aanwijzing ontbreekt dat deze begrippen in de context van het octrooi een bepaalde betekenis hebben”, gaat het hof ervan uit dat de Schneider de gebruikelijke betekenis op het oog heeft gehad, zoals die in handboeken op het onderhavige vakgebied is te vinden.

Ten aanzien van de nawerkbaarheid heeft Cordis naar voren gebracht dat aanvullende maatregelen nodig zijn om een “in de praktijk bruikbare hechting tussen de PE-binnen- en PA-buitenlaag van de binnenbuis” van de katheter te verkrijgen. Derhalve zou het octrooi niet nawerkbaar zijn. Het hof gaat hier niet in mee, omdat het hierbij volgens het hof gaat om technieken die op zichzelf voor hechting van, van elkaar verschillende materialen reeds lang bekend zijn.

Het meest interessante uit de niet altijd even goed te volgen redenering van het hof ter zake van de inventiviteit is, dat het “op basis van de materiaaleigenschappen in de binnenbuis van een catheter van het “over-the-wire” type” toepassen van “a polyethylene” als materiaal voor de binnenlaag en “a polyamide” als materiaal voor de buitenlaag” weliswaar vanzelfsprekend was in het licht van de stand van de techniek (en dus niet inventief), maar dat de verdienste van Kastenhofer/Schneider is geweest om een in de vakwereld heersend vooroordeel te overwinnen door “een katheter voorzien van een tweelagige binnenbuis, welke zodanig is vervaardigd, bij voorkeur door coëxtrusie”, dat de uit “een polyamide” bestaande buitenlaag en de uit “een polyethyleen” bestaande binnenlaag aan elkaar zijn gehecht (…) door fysische en mechanische bindingen.” Dit is volgens het hof de essentie van de geoctrooieerde uitvinding en hetgeen Schneider aan de stand van de techniek heeft toegevoegd.

Omdat hiermee de grieven van Cordis ten aanzien van de (on)geldigheid zijn verworpen, komt het hof toe aan de inbreukvraag. Er is geen sprake van letterlijke inbreuk omdat, bij de door Cordis op de markt gebrachte katheters, het voor de binnenlaag van de binnenbuis gebruikte materiaal niet valt onder het gebruikelijke begrip van “a polyethylene”. In de katheters van Cordis is, door deze andere materiaalkeuze van de binnenlaag, sprake van een oplossing die niet ondergeschikt, maar nevengeschikt is aan de oplossing volgens het “Kastenhofer”-octrooi.  Derhalve is volgens het hof evenmin sprake van equivalente inbreuk, zowel onder de “function/way/result”-test als onder de “insubstantial differences”-test.

Het vonnis in eerste aanleg wordt vernietigd. Schneider had het vonnis in eerste aanleg al betekend en wordt nu veroordeeld de als gevolg van de tenuitvoerlegging van het vonnis geleden schade te vergoeden.

Lees het arrest hier. Lees het vonnis van de rechtbank hier. Uitstapje naar Assen: IEF 1084 (13 oktober 2005)