IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18929

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

Gebruik stemgeluid in theatershow is rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 jan 2020, IEF 18929; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-stemgeluid-in-theatershow-is-rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 januari 2020, IE 18929, IT 2997; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest) Verweerder heeft in zijn theater-show een fragment van Opsporing Verzocht laten zien waarin de stem van eiseres te horen was. Eiseres stelt dat verweerder haar portretrecht heeft geschonden, onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van haar persoonsgegevens en haar persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM heeft geschonden. Het portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon, zodanig dat de geportretteerde kan worden herkend. De stem valt hier niet onder, waardoor het beroep op het portretrecht in de zin van artikel 21 Auteurswet niet slaagt. De stem is wel te kwalificeren als biometrisch persoonsgegeven en is in dit geval ook te herleiden naar de identiteit van eiseres. De huidige verwerking van dit biometrisch persoonsgegeven valt echter onder de vrijheid van de artistieke uitdrukkingsvorm. Hierdoor kan eiseres geen beroep doen op het vergeetrecht in de zin van artikel 17 Algemene verordening gegevensbescherming. Ten slotte slaagt het beroep op een schending van haar persoonlijke levenssfeer ook niet, omdat dit niet opweegt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 EVRM. Bepalend hiervoor was het feit dat eiseres geen bezwaar had gehad als er een andere stem werd gebruikt bij dezelfde beelden, terwijl eiseres dan nog steeds wordt geconfronteerd met de herinneringen van de overval.

IEF 18928

Betaalde samenwerking vlogger en Hoeksche Hoeve resulteert wél in reclame-uiting

RCC 20 dec 2019, IEF 18928; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve), https://ie-forum.nl/artikelen/betaalde-samenwerking-vlogger-en-hoeksche-hoeve-resulteert-w-l-in-reclame-uiting

Reclame Code Commissie 20 december 2019, IE 18928, IT 2996; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve) Vlogger en Hoeksche Hoeve worden aangeklaagd omdat zij volgens aanklager in een vlog reclame maken voor het merk Boerderijchips, zonder te vermelden dat er sprake is van een betaalde samenwerking. Hoeksche Hoeve verweert zich met de stelling dat de vlog een informatief karakter heeft. Dit treft echter geen doel, omdat voor de vraag of er sprake is van reclame niet relevant is of er continu of alleen op bepaalde momenten in de vlog reclame in de zin van artikel 1 Nederlandse Reclame Code wordt gemaakt. De vlog is meer dan alleen informatief, omdat het Boerderijchips-logo meerdere malen duidelijk zichtbaar is. Daarnaast volgt uit de overeenkomst tussen vlogger en Hoeksche Hoeve dat vlogger een bepaald geldbedrag zou ontvangen voor de gemaakte reclame. Dit toont aan dat er sprake is van een Relevante Relatie in de zin van artikel 3 Reclame Code Social Media (RSM) tussen vlogger en Hoeksche Hoeve. Deze relatie moet volgens datzelfde artikel worden genoemd in de vlog of in de beschrijving ervan. Tot slot heeft Hoeksche Hoeve zich niet gehouden aan de zorgplicht beschreven in artikel 6 RSM. Dat Hoeksche Hoeve naar eigen zeggen geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de inhoud van de vlog doet hier niet aan af.

IEF 18927

Artikel ingezonden door Alexander Tsoutsanis, DLA Piper.

Alexander Tsoutsanis: desire 20.20 – van minder naar meer evenwicht in octrooidebat

1. Onlangs verscheen een reactie van mijn hand [IEF 18805] op het in BIE verschenen commentaar van Kleemans en Drok op een vonnis van de rechtbank Den Haag tussen Eli Lilly en Fresenius Kabi (ECLI:NL:RBDHA:2019:6107) [IEF 18534]. Kleemans c.s. [IEF 18824] en Hoyng [IEF 18547] hebben daar onlangs op gereageerd.

2. De zaak gaat over een geschil tussen twee farmaceuten, waarbij de vraag is of een generiek geneesmiddel tegen kanker inbreuk maakt op een octrooi. Meer specifiek gaat het om de vraag of de beschermingsomvang van het octrooi, mede gelet op de uitvindingsgedachte, verder strekt dan de bewoordingen van de octrooiconclusies, gelezen in het licht van de beschrijving, die
uitsluitend op één specifieke toedieningsvorm zien.

3. Al sinds de jaren ’70 is krachtens het Protocol bij de bepaling van beschermingsomvang een ‘redelijk’ evenwicht het  uitgangspunt, waarbij het ‘midden’ wordt gehouden tussen een billijke bescherming van de octrooiaanvrager en een redelijke mate van rechtszekerheid voor derden.

Lees hier het gehele artikel van Alexander Tsoutsanis.

IEF 18926

Artikel ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.

Wim Maas: reactie op AD-artikel 'Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan'

, IEF 18926; https://ie-forum.nl/artikelen/wim-maas-reactie-op-ad-artikel-studenten-tu-e-moeten-rechten-van-uitvinding-afstaan

De artikelen Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan en TU/e wil uitvindingen claimen, gepubliceerd in het Algemeen Dagblad resp. het Eindhovens Dagblad vragen om een reactie. De teneur van zowel deze bijdragen als van het tv-programma 'NOS op 3' geeft blijk van een miskenning van de publieke taken van een universiteit. Ook de (in de artikelen aangehaalde) masterscriptie van Frank Rutgers getuigt van een beperkte kijk op wat de taak van een universiteit is.

Laten we in de eerste plaats vaststellen dat universiteiten grotendeels worden gefinancierd met ons belastinggeld (de  Rijksbijdrage). Het collegegeld dat de studenten moeten betalen is – zeker vergeleken met het publieke geld dat jaarlijks naar universiteiten gaat – maar een beperkte bron van inkomsten. Kortom, wij betalen met zijn allen voor wetenschappelijk onderwijs. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat goed wetenschappelijk onderwijs voor onze maatschappij van groot belang is, en dat we daar dus graag voor zouden moeten willen betalen via de belastingen. Het maakt echter wel extra duidelijk dat de universiteit publieke taken heeft.

Lees hier het gehele artikel van Wim Maas.

IEF 18924

Uitspraak ingezonden door Suzanne Hiemstra en Laura van Gijn, De Roos Advocaten.

SIR FRANKLIN maakt inbreuk op Beneluxmerk FRANKLIN

Rechtbank Den Haag 7 jan 2019, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group), https://ie-forum.nl/artikelen/sir-franklin-maakt-inbreuk-op-beneluxmerk-franklin

Vrz. Rechtbank Den Haag 7 januari 2020, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group) Café Franklin is een café-restaurant in Den Haag en is tevens houdster van het Beneluxwoordmerk “FRANKLIN”. The Franklin Group, een andere onderneming, exploiteert een hotel, brasserie en cocktailbar in Middelburg. Dit hotel werd in eerste instantie op de markt gezet als “FRANKLIN”. Cafe Franklin heeft The Franklin Group gesommeerd het gebruik van dit teken te staken. Het gehanteerde teken werd daarop gewijzigd in “SIR FRANKLIN” en gedeponeerd. Café Franklin vordert dat iedere inbreuk op haar merkenrecht wordt gestaakt. Van een merkinbreuk is sprake als een teken zodanig overeenstemt met het merk dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende diensten verwarring kan ontstaan. The Franklin Group voert onder andere aan dat er geen sprake is van gelijke of overeenstemmende diensten. Dit verweer wordt verworpen. Beide ondernemingen bieden dezelfde diensten aan, ook al verschillen zij enigszins in beleving en prijs. Verder wordt betoogd dat wanneer het teken wordt voorafgegaan door bijvoorbeeld ‘Brasserie’ en ‘Cocktailbar’ er geen sprake meer is van merkinbreuk. Echter dit zijn beschrijvende elementen en FRANKLIN blijft het dominante onderscheidende element in de combinatie. Bij het horecapubliek bestaat wel degelijk een verwarringsgevaar. Er wordt een inbreukverbod toegewezen. 

IEF 18925

Airbnb is een informatiedienst en geen vastgoedbedrijf

HvJ EU 19 dec 2019, IEF 18925; ECLI:EU:C:2019:1112 (AHTOP tegen Airbnb), https://ie-forum.nl/artikelen/airbnb-is-een-informatiedienst-en-geen-vastgoedbedrijf

HvJ EU 19 december 2019, IEF 18925, IT 2993, IEFbe 3017; ECLI:EU:C:2019:1112 (AHTOP tegen Airbnb) De Franse vereniging voor accommodatie en toerisme klaagt Airbnb aan wegens het verrichten van vastgoedactiviteiten zonder beroepskaart die volgens de wet-Hoguet verplicht is. Airbnb ontkent dat zij activiteiten van een vastgoedmakelaar uitoefent. Bovendien stelt zij dat de wet-Hoguet onverenigbaar is met de richtlijn 2000/31, de wet zou niet van toepassing zijn op de onderhavige zaak. Het Hof van Justitie gaat mee met de standpunten van Airbnb en stelt dat Airbnb hoofdzakelijk een tool is om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Er wordt vastgesteld dat Airbnb de prijzen van de aangeboden accommodaties niet bepaalt, en evenmin een selectie maakt van verhuurders of accommodaties die worden aangeboden op haar website. Airbnb moet daarom worden gekwalificeerd als “dienst van de informatiemaatschappij” in de zin van richtlijn 2000/31. Verder wordt gesteld dat de wet-Hoguet niet van toepassing is op de zaak, omdat de Frankrijk heeft verzuimd kennis te geven van de betreffende wet aan Airbnb Ireland, waardoor er niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3, lid 4 van richtlijn 2000/31.

IEF 18923

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, Nederlandse Publieke Omroep (NPO), op persoonlijke titel geschreven.

Alfredo dos Santos Gil: commentaar bij Warner Music en Sony Music Entertainment tegen TuneIn

Opmerkingen door Alfredo dos Santos Gil bij de uitspraak van de High Court of Justice, Business and Property Courts of England and Wales (Warner Music en Sony Music Entertainment/TuneIn), 1 november 2019, [2019] EWHC 2923 (Ch)

Afgelopen najaar is een opzienbarende uitspraak gewezen over de auteursrechtelijke aansprakelijkheid van een zogenoemde aggregator van online (lineaire) radiokanalen, TuneIn. De platenmaatschappijen Warner en Sony Music traden in het Verenigd Koninkrijk (hierna: “VK”)  op tegen TuneIn vanwege het gebruik van hun muziekopnamen in diverse online radiokanalen van wereldwijde komaf. De kanalen waren via de website en app van de dienst TuneIn online vindbaar en via links afspeelbaar, onder andere in het VK. In de gratis versie van TuneIn worden advertenties toegevoegd en daarnaast wordt tegen betaling een advertentievrij premium-abonnement aangeboden met extra opneemfunctionaliteiten. De uitspraak biedt fascinerende redeneringen, die ik zal langsgaan. Daarnaast leent hij zich voor nadere beschouwingen over de mogelijke gevolgen voor vergelijkbare online platforms.

Lees hier het gehele artikel.

IEF 18922

Wiko maakt inbreuk op octrooi EP 525

Hof Den Haag 24 dec 2019, IEF 18922; ECLI:NL:GHDHA:2019:3537 (Philips tegen Wiko), https://ie-forum.nl/artikelen/wiko-maakt-inbreuk-op-octrooi-ep-525

Hof Den Haag 24 december 2019, IEF 18922; IT 2991; ECLI:NL:GHDHA:2019:3537 (Philips tegen Wiko) Philips is houdster van het Europese octrooi 1440525 (hierna: EP 525), getiteld “Radio Communication System”. Bij de rechtbank vorderde Philips op basis van EP 525 een verbod jegens Wiko om inbreuk te maken en schadevergoeding, stellende dat EP 525 is geïncorporeerd in het HSDPA-protocol van de UMTS standaard zoals gepubliceerd en dat Wiko in onder meer Nederland mobiele telefoons, smartphones en laptops verhandelt waarin de HSDPA functionaliteit wordt toegepast. Wiko weet onvoldoende aannemelijk te maken dat er sprake is van een gebrek geldigheid van het octrooi. Tevens hebben zij inbreuk gemaakt op de octrooirechten van Philips. Het bestreden vonnis wordt vernietigd.

4.126 Gelet op het voorgaande kan Wiko’s op US 174 gebaseerde niet-nieuwheidsaanval op EP 525 niet slagen. Gebrek aan inventiviteit uitgaande van deze publicatie is door Wiko niet aangevoerd.

4.143 Voor zover de aanvallen van Wiko op de geldigheid van EP 525 tevens zijn gericht op andere conclusies van het octrooi dan conclusies 10, 11 en 14, moeten die op dezelfde gronden worden verworpen. De slotsom van al het voorgaande is dat de conclusies van EP 525 naar het oordeel van het hof geldig zijn te achten. In zoverre slagen de grieven van Philips tegen het andersluidende oordeel van de rechtbank. Het vonnis waarvan beroep zal daarom worden vernietigd.

4.158 De slotsom is dat Wiko inbreuk maakt op in elk geval conclusies 10, 11 en 14. Bij die stand van zaken is er geen belang bij beoordeling van de door Philips gestelde indirecte inbreuk op andere conclusies van het octrooi.

IEF 18921

Uitspraak ingezonden door Wim Maas, David Mulder, Margot van Gerwen en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Inventiviteit octrooi EP 659 ontbreekt (Philips tegen Asus)

Hof Den Haag 24 dec 2019, IEF 18921; ECLI:NL:GHDHA:2019:3427 (Philips tegen Asus), https://ie-forum.nl/artikelen/inventiviteit-octrooi-ep-659-ontbreekt-philips-tegen-asus

Hof Den Haag 24 december 2019, IEF 18921, IT 2990; ECLI:NL:GHDHA:2019:3427 (Philips tegen Asus) Octrooirecht. Philips is houdster van Europees octrooi EP 659 dat, net als EP511 en EP525 (waarop het Hof inbreuk door Asus heeft aangenomen), deel uitmaakt van de UMTS-octrooiportfolio van Philips. Bij de rechtbank vorderde Philips (ook) op basis van EP659 een verbod jegens Asus om inbreuk te maken en schadevergoeding, stellende dat EP 659 is geïncorporeerd in het HSDPA-protocol van de UMTS standaard zoals gepubliceerd en dat Asus in onder meer Nederland mobiele telefoons, smartphones en laptops verhandelt waarin de HSDPA functionaliteit wordt toegepast. De rechtbank overwoog dat een aantal conclusies van EP659 niet nieuw en inventief waren. In hoger beroep vordert Philips vernietiging van het vonnis van de rechtbank voor zover de conclusies van EP 659 volgens Hulpverzoek II niet geldig zijn geacht en voor zover de hierop gebaseerde inbreukvorderingen zijn afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Onder verwijzing naar het arrest m.b.t. EP511 (IEF 18444), verwerpt het Hof de door Asus ingestelde reconventionele (FRAND) vordering, alsmede het incidentele appel met betrekking tot art. 843a Rv. 

IEF 18920

Betrokkenheid illegale streamingsdiensten onvoldoende weerlegd

Rechtbank Gelderland 29 okt 2019, IEF 18920; ECLI:NL:RBGEL:2019:6195 (Brein tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/betrokkenheid-illegale-streamingsdiensten-onvoldoende-weerlegd

Rechtbank Gelderland 29 oktober 2019, IEF 18920, IT 2989; ECLI:NL:RBGEL:2019:6195 (Brein tegen X) Verweerder drijft een webhosting eenmanszaak onder de namen Atomworld Hosting en Macho’s. Via websites van Hiptv worden “IPTV pakketten”(Internet Protocol Television) aangeboden en verkocht. Stichting Brein, Talpa TV, RTL Nederland en Fox Networks Group Netherlands menen dat er sprake is van inbraak op auteursrechten. Eisers hebben geen toestemming gegeven voor het aanbieden van deze diensten en ook geen vergoeding ontvangen. Vast komt te staan dat er een organisatie is die middels verschillende ‘Hiptv’ domeinnamen IPTV pakketten heeft aangeboden en verkocht. Daarbij staat ook vast dat verweerder ten behoeve van deze organisatie domeinnamen, technische ondersteuning en betalingsdiensten heeft gefaciliceerd. Bewezen wordt geacht dat verweerder persoonlijk betrokken is geweest bij het aanbieden van IPTV pakketten, nu de standpunten van Brein enkel worden betwist, maar deze betwisting niet (voldoende) wordt gemotiveerd door verweerder. Verweerder wordt in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat hij (mede)verantwoordelijk is voor het aanbieden en verkopen van IPTV pakketten.