IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18765

Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.

Angad-Gaur: 'De waarde van auteursrecht'

Toespraak door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers, tijdens de bijeenkomst 'De waarde van Auteursrecht' op 10 oktober jl.
"Geen week lijkt voorbij te gaan zonder dat wij direct of indirect over het auteursrecht horen,  op 10 oktober jl. Een fotografenstaking, een geruchtmakende plagiaatzaak, afkoop van rechten door De Persgroep, vertalers die de noodklok luiden, de inkomenspositie van kunstenaars, door zowel de SER als de Raad voor Cultuur op de agenda geplaatst; de Arbeidsmarktagenda Cultuur. Maar ook het debat over ‘artikel 13’ (inmiddels artikel 17) in de nieuwe Europese Auteursrechtrichtlijn, discussies over handhaving en Stichting BREIN, de stijgende omzet van platenmaatschappijen uit streamingdiensten – en de achterblijvende inkomsten van artiesten. Het auteursrecht lijkt aanweziger en dichterbij dan ooit. Maar toch – in al zijn details en nuances – vaak onbekend, bij zowel beleidsmakers als consumenten, gebruikers en veel makers zelf.

IEF 18764

Ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.

Leidt openbaarmaking van MIDI-files via een website tot inbreuk auteursrecht?

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 apr 2019, IEF 18764; (Buma/Stemra tegen Younique), https://ie-forum.nl/artikelen/leidt-openbaarmaking-van-midi-files-via-een-website-tot-inbreuk-auteursrecht

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 april 2019, IEF 18764, IT 2909; (Buma/Stemra tegen Younique) Tussenvonnis. Buma/Stemra exploiteert en handhaaft auteursrechten met betrekking tot muziekwerken op basis van overeenkomsten van overdracht met componisten, schrijvers en uitgevers en wederkerigheidsovereenkomsten met zusterorganisaties in het buitenland. Buma exploiteert en handhaaft daarbij de openbaarmakingsrechten, Stemra de verveelvoudigingsrechten. Buma/Stemra verleent licenties aan online aanbieders van downloadbare muziekbestanden. Younique produceert met name MIDI-files, vaak gebruikt voor live optredens van muzikanten, van bekend repertoire. Een MIDI (Musical Instrument Digital Interface) file is een digitaal muziekwerk dat tot stand komt doordat een door Younique ingehuurde muzikant verschillende instrumentenpartijen inspeelt. Hierbij wordt het geluid digitaal verwerkt en opgeslagen als MIDI-bestand. Daarnaast produceert Younique ook MP3-bestanden die gebruikt worden om muziekwerken aan te bieden. Buma/Stemra vordert staking van iedere openbaarmaking of verveelvoudiging in Nederland van een door Buma/Stemra vertegenwoordigd muziekwerk of een gedeelte daarvan zonder dat daarvoor auteursrechtelijke toestemming is verkregen, voornamelijk als het gaat om exploitatie van de website van Younique. De Geschillencommissie auteursrechten wordt om uitleg verzocht teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen over hoe in deze zaak moet worden beslist. De zaak is na dit tussenvonnis geschikt.

IEF 18763

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis, Tjeerd Overdijk en Berber van der Wansem, Vondst Advocaten.

Indruk dat ondernemingen gelieerd zijn vormt inbreuk handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 okt 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening), https://ie-forum.nl/artikelen/indruk-dat-ondernemingen-gelieerd-zijn-vormt-inbreuk-handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 oktober 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening) Nicomax en Nico-Fastening zijn allebei opgericht door dezelfde persoon en zijn dragers van zijn voornaam. Nicomax is gericht op de distributie van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw. Nicomax was sinds haar oprichting agent van o.m. Max Europe en distributeur van diens producten van het merk MAX. Ook Nico-Fastening is distributeur en producent van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw, en is sinds september 2019 tevens distributeur binnen de Benelux van de Max-producten. Volgens Nicomax maakt Nico-Fastening inbreuk op het handelsnaamrecht en het domeinnamenrecht van Nicomax. In het onderhavige geval is wel degelijk inbreuk gemaakt op het handelsnaamrecht en domeinnamenrecht van Nicomax, aangezien het relevante publiek niet kan weten dat beide ondernemingen niet aan elkaar gelieerd zijn.

IEF 18762

Artikel ingezonden door Bas Pinckaers, secretaris Nederlandse Groep van AIPPI.

AIPPI World Congress London 2019

Van 15 t/m 18 september 2019 vond het AIPPI World Congress plaats in Londen in het Queen Elizabeth II Centre. Een prachtige locatie, tegenover de Westminster Abbey en vlak bij het Palace of Westminster en Middlesex Guildhall, waar op dat moment  het UK Supreme Court de zaak over de rechtmatigheid van de verdaging van het parlement behandelde.

Ongeveer 50 leden van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE), de Nederlandse groep van AIPPI, hebben dit congres bezocht, waarvan tien leden zich onder leiding van voorzitter Gwen ten Berge hebben ingezet dat bijgaande resoluties zijn aangenomen:

- Resolution of Standing Committee on Client Attorney Privilege
- Plausibility (Study Question)
- Copyright in artificially generated works (Study Question)
- IP damages for acts other than sales (Study Question)
- Consumer Survey Evidence (Study Question)

De teksten van de laatste vier resoluties zijn tot stand gekomen op basis van de rapporten en commentaren die onder meer door de VIE en andere nationale groepen zijn opgesteld en op basis van de discussies die in Londen hebben plaatsgevonden.

Het volgende AIPPI World Congress zal plaatsvinden in Hanzhou, China van 11 t/m 14 oktober 2020. Daar zullen delegaties van alle nationale groepen discussiëren over vier nieuwe vragen met de bedoeling resoluties aan te nemen. De nieuwe vragen betreffen de volgende onderwerpen:

- Inventorship of inventions made using artificial intelligence
- Descriptiveness as a defence in trademark proceedings
- IP rights in data
- Standing to litigate and effect on remedies

Zodra de nieuwe Study Questions en working guidelines definitief zijn vastgesteld, kunnen leden van de VIE zich bij het secretariaat aanmelden voor deelname aan een werkgroep voor de betreffende vragen.

IEF 18761

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Afspraken uit licentieovereenkomst bepalen mede recht op naam 'Invitria'

Rechtbank Den Haag 16 okt 2019, IEF 18761; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight), https://ie-forum.nl/artikelen/afspraken-uit-licentieovereenkomst-bepalen-mede-recht-op-naam-invitria

Rechtbank Den Haag 16 oktober 2019, IEF 18761, LS&R 1745; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight) Medical Workshop is een totaalleverancier in oogheelkunde. De heer Gonçalves, bestuurder van Sharpsight, is oogarts en houder van een aantal octrooien waaronder het Europees octrooi EP 2 109 425 B1. Dit octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Eind 2009 hebben Medical Workshop en Sharpsight een licentieovereenkomst gesloten m.b.t. Invitria, een product voortgekomen uit het octrooi. Medical Workshop is houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA. In 2019 heeft Sharpsight het Uniewoordmerk INVITRIA gedeponeerd voor waren en diensten in klasse 10. Na publicatie door het EUIPO heeft Medical Workshop oppositie ingesteld tegen dit depot, waarop nog niet is beslist.
Medical Workshop wil dat Sharpsight ieder gebruik van het merk Invitria staakt en gestaakt houdt. Geoordeeld wordt dat Medical Workshop en Sharpsight redelijkerwijs konden verwachten dat de naam Invitria aan het product verbonden zou blijven. Dit leidt ertoe dat (Sharpsight via Gonçalves, omdat hij de octrooihouder is en hij na afloop van de Licentieovereenkomst als enige recht heeft het product te (doen) produceren en verhandelen, ook het recht heeft de naam Invitria voor het product te gebruiken.

IEF 18760

Uitspraak ingezonden door Cathy Brocklebank en Sanne Kleerebezem, Okkerse & Schop.

Inbreuk op handelsnaam en merkrecht duurzame energie

Rechtbank Midden-Nederland 20 sep 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-en-merkrecht-duurzame-energie

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 20 september 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE) Eiser SGZE is beheerder van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor zonnepanelen. SGZE gebruikt de domeinnaam www.sgze.nl. Verweerder SGDE houdt zich bezig met het beheer van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor duurzame energie en is merkhouder van het Benelux-woordmerk SGDE voor de klassen 35, 36 en 45. Door de visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken, de omstandigheid dat de diensten soortgelijk zijn en SGZE en SGDE zich beiden (ook) richten op de gemiddelde consument is verwarringsgevaar aannemelijk. Onder andere wordt opgemerkt dat SGDE niet bij toeval in zijn algemeenheid dicht tegen SGZE lijkt aan te schuren. De volgorde en tekstgebruik van de algemene voorwaarden van SGDE is opvallend gelijk aan dat van SGZE. Verweerder SGDE wordt veroordeeld iedere inbreuk op het merkenrecht en de handelsnaam 'SGZE' van SGZE te staken en gestaakt te houden, waaronder het gebruik van het teken 'SGDE'.

IEF 18748

Nationaal Mediarechtcongres op 14 november

De snelle opkomst van nieuwe mediaplatforms is onmiskenbaar. In hoeverre is de (Europese) wetgeving hier op toegerust? Hoe verhouden nieuwe ontwikkelingen zich tot de traditionele omroepen, en welke verdienmodellen liggen hier eigenlijk aan ten grondslag? Tijdens het Nationaal Mediarechtcongres op 14 november aanstaande geeft Ennèl van Eeden (PWC) een inkijkje in de achterliggende businessmodellen en schetst Remy Chavannes (Brinkhof) de juridische kaders om daarna de paneldiscussie te leiden, met o.a. Marijn Poeschmann (Youtube), Janneke Slöetjes (Netflix) en Frank Volmer (STER) en .

Ook op het programma: een volledig overzicht van actuele pers- en mediarechtspraak, actualiteiten commerciële mediaregulering en actualiteiten publieke mediaregulering. Sprekers zijn o.a. Jens van den Brink (partner bij Kennedy Van der Laan en hoofd van het mediateam), Arjo Kramer (Talpa) en Madeleine de Cock Buning (UU).

Inschrijven is nog mogelijk! Klik hier voor aanmelden en het volledige programma.

IEF 18757

Handhaving geschillen auteursrecht en contractuele aansprakelijkheid is aan nationale wetgever

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18757; (IT Development tegen Free Mobile), https://ie-forum.nl/artikelen/handhaving-geschillen-auteursrecht-en-contractuele-aansprakelijkheid-is-aan-nationale-wetgever

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18757, IT 2905, IEFbe 2968;C‑666/18 (IT Development tegen Free Mobile) Free Mobile is aanbieder van mobiele telefonie en licentiehouder van het computerprogramma “ClickOnSite“. Het auteursrecht van “ClickOnSite“ berust bij de vennootschap IT Development. De licentiehouder heeft zonder toestemming van de auteursrechthebbende wijzigingen in het computerprogramma aangebracht. De houder van het auteursrecht op dat computerprogramma heeft de licentiehouder vervolgens gedagvaard. De vordering in eerste aanleg was gebaseerd op de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en werd afgewezen. De Franse  appelrechter twijfelt of de gedraging van geïntimeerde een inbreuk op het op het programma rustende auteursrecht vormt ofwel een tekortkoming in de nakoming vormt. Naar Frans recht kan een vordering uit onrechtmatige daad slechts worden ingesteld indien tussen partijen geen contractsverhouding bestaat.

IEF 18759

Artikel ingezonden door Bas Berghuis van Woortman en Raoul Soullié, Simmons & Simmons.

Artikel van Antwoord: Ferring vs. Fein deel II

Dit artikel is geschreven door B.J. Berghuis van Woortman en R.P. Soullié van Simmons & Simmons, de advocaten van onder meer Reprise en Fein.   

Menigeen zal verbaasd kennis hebben genomen van het artikel met de titel “Amerikaanse beslissing in geschil Ferring tegen Reprise, Serenity en Fein” dat op 8 oktober jl. op IE-Forum verscheen [IEF 18738]. Aanvankelijk vermeldde het bericht niet dat de inzenders Ferring vertegenwoordigen. Die omissie is inmiddels rechtgezet, maar de inhoudelijke verbazing blijft. Immers, enerzijds bevat het artikel inhoudelijk niets relevants voor de Nederlandse rechtspraktijk, en anderzijds heeft de publicatie betrekking op een geschil tussen partijen die ook zijn betrokken bij een Nederlandse procedure die zich thans in staat van wijzen bevindt. Daarmee lijken er ten minste twee goede redenen te bestaan voor IE-Forum om van de publicatie van het betreffende artikel af te zien. Het heeft er alle schijn van dat het belang van het artikel er met name in is gelegen dat het de advocaten van Ferring de mogelijkheid bood om de zaak na pleidooi nog eens onder de aandacht van de rechter te brengen, ofwel het bekende ‘napleiten’ (zie ook: https://www.baliebulletin.nl/tuchtrecht-8/).

IEF 18756

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Klos cs. Advocaten.

Bescherming van reputatie onderneming leidt niet tot beperking vrijheid van meningsuiting

11 okt 2019, IEF 18756; (V tegen Noordkaap), https://ie-forum.nl/artikelen/bescherming-van-reputatie-onderneming-leidt-niet-tot-beperking-vrijheid-van-meningsuiting

Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2019, IEF 18756, IT 2903; (V tegen Noordkaap) V exploiteert samen met haar echtgenoot een uitvaartonderneming in Voorburg. Noordkamp heeft onderzoek naar de bedrijfsvoering van de uitvaartonderneming verricht en, na confrontatie van V met de onderzoeksresultaten, een uitzending vervaardigd voor het programma Undercover in Nederland. De opnames zijn gemaakt door Noordkaap en Spijker waarmee V gedurende enige tijd heeft samengewerkt. V vordert onder andere een verbod op uitzending door Noordkaap, althans de uitzending aan te doen passen aan door haar gestelde eisen. Kan dit verbod worden toegewezen, gezien het preventieve censuur verboden in artikel 7 van de Grondwet? Een dergelijk verbod worden gegeven, mits (i) de publicatie tot onherstelbare schade zou leiden, (ii) de publicatie achteraf onrechtmatig zou worden geacht en (iii) de gevolgen achteraf niet kunnen worden hersteld door middel van een op dat moment uitgesproken veroordeling tot rectificatie of vergoeding van schade. Daarnaast moet een afweging worden gemaakt tussen de belangen van Noordkaap in het verband met de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en de belangen van V die worden beschermd door artikel 8 EVRM. In het onderhavige geval wegen de belangen bij openbaarmaking zwaarder dan het bedrijfsbelang van V.  Het gaat om de bescherming van de reputatie van V. De voorgenomen uitzending is niet onrechtmatig en er is geen grond voor inperking van de uitingsvrijheid van Noordkaap. Het reputatieverlies is te wijten aan het eigen handelen van de echtgenoot van V en niet aan de publicatie door Noordkaap.