IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18484

Uitspraak ingezonden door Anthony Van der Planken en Thierry van Innis, Van Innis & Delarue

EUIPO wijst vordering nietigverklaring rode zool af

EUIPO - OHIM 22 mei 2019, IEF 18484; (Van Haren tegen Louboutin), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-wijst-vordering-nietigverklaring-rode-zool-af

EUIPO 22 mei 2019, IEF 18484, IEFbe 2888; (Van Haren tegen Louboutin) In navolging van de rechtbank Den Haag [IEF 18217] heeft het EUIPO de door Van Haren ingestelde vordering tot nietigverklaring van het Uniemerk voor de rode zool afgewezen. Het EUIPO oordeelt dat:
(i)  de nieuwe nietigheidsgrond bepaald in artikel 7(1)(e)(iii) van de Uniemerkenverordening niet van toepassing is op merken gedeponeerd vóór de inwerkingtreding van deze nieuwe nietigheidsgrond;
(ii) de rode zool hoe dan ook niet onder deze nieuwe nietigheidsgrond valt, nu de rode zool geen wezenlijke waarde aan de waar geeft.
Zie ook: IEF 17759; IEF 17487; IEF 17209; IEF 16890; IEF 15786; IEF 15746; IEF 14828; IEF 13716; IEF 12902 en IEF 12573.

IEF 18483

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS c.s.

Vragen in interview Linda niet misleidend of suggestief

Rechtbank Midden-Nederland 22 mei 2019, IEF 18483; ECLI:NL:RBMNE:2019:2286 (Linda), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-in-interview-linda-niet-misleidend-of-suggestief

Rechtbank Midden-Nederland 22 mei 2019, IEF 18483; ECLI:NL:RBMNE:2019:2286 (X tegen Mood for Magazines) Eiser heeft in 2011 een televisieprogramma gewonnen en geniet sindsdien landelijke bekendheid. Hij heeft met A een relatie gehad. In 2018 is hij in hoger beroep veroordeeld voor onder meer mishandeling van A. Gedaagde Mood For Magazines is uitgeefster van het magazine Linda. In Linda mei 2019 is een interview gepubliceerd met A over haar relatie met eiser. De publicatie van dit interview is niet onrechtmatig. Vorderingen tot rectificatie en betaling van schadevergoeding worden afgewezen. Er is voldoende duidelijk gemaakt dat de publicatie geen verslag is in het kader van onderzoeksjournalistiek. Het verhaal van A is opgetekend in de vorm van een interview. Er wordt visueel duidelijk onderscheid gemaakt tussen de vraag en het antwoord. De vragen zijn niet leidend of suggestief van aard.

IEF 18482

Toestemming tot portretteren is niet gelijk aan toestemming tot publiceren

Rechtbank Noord-Holland 22 mei 2019, IEF 18482; ECLI:NL:RBNHO:2019:4245 (X tegen Logistics), https://ie-forum.nl/artikelen/toestemming-tot-portretteren-is-niet-gelijk-aan-toestemming-tot-publiceren

Rechtbank Noord-Holland 22 mei 2019, IEF 18482; ECLI:NL:RBNHO:2019:4245 (X tegen Logistics) Inbreuk op portretrecht. Gebruik portret voor reclame/commerciële doeleinden. Logistics behoort tot de PostNL-Groep en houdt zich onder de naam Extra@Home bezig met goederenvervoer. Eiser is een oud-werknemer van het inmiddels failliete Parcelplus, dat sinds 2014 in opdracht van Logistics vervoerswerkzaamheden verrichtte. Sinds 2013 worden portetten van hem gebruikt op de internetsite, vervoersmiddelen, posters en in een reclamespot van PostNL. Toestemming tot het portretteren kan niet gelijk worden gesteld met toestemming tot publiceren. Dat eiser zich op een bepaalde manier heeft laten portretteren, betekent dan ook niet dat hij daarmee toestemming heeft gegeven voor het (onbeperkte) gebruik van zijn portret. Logistics heeft inbreuk gemaakt op het portretrecht van eiser en daarmee onrechtmatig jegens hem gehandeld. Logistics is aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade.

IEF 18481

'Attendatieplicht' en in quarantaine houden domeinnaam, kwalificeert als bedrog

Rechtbank Noord-Nederland 21 mei 2019, IEF 18481; ECLI:NL:RBNNE:2019:2236 (Trademark tegen Orakel), https://ie-forum.nl/artikelen/attendatieplicht-en-in-quarantaine-houden-domeinnaam-kwalificeert-als-bedrog

Rechtbank Noord-Nederland 21 mei 2019, IEF 18481; IT 2781; ECLI:NL:RBNNE:2019:2236 (Trademark tegen Orakel) Domeinnaamrecht. Trademark voert een onderneming die zich richt op het registreren van domeinnamen. Zij heeft de bij deze zaak betrokken bedrijven en personen, Orakel c.s, benaderd, die voor hun bedrijf een website gebruiken met (veelal) de extensie .nl. Trademark heeft door het opzettelijk doen van onjuiste mededelingen deze bedrijven en personen bewogen om een overeenkomst met Trademark te sluiten voor de registratie van de naam van hun website, maar dan met de extensie .com of .eu. Trademark maakte kenbaar dat er een aanvraag van een derde voor een domeinnaam was ontvangen en dat zij vanuit genoemde hoedanigheid een ‘attendatieplicht’ heeft ten opzichte van domeinnaamhouders op het moment dat er een aanvraag voor de registratie van een identieke domeinnaam met een andere extensie wordt ingediend. Orakel c.s. moesten binnen 24 uur voor de nieuwe domeinnaam kiezen, anders zou deze worden vrijgegeven aan de aanvrager. Er is sprake van bedrog. De betreffende bedrijven en personen hebben de overeenkomst met Trademark terecht vernietigd.

IEF 18480

Diner-lezing door Nederlandse groep van Union-ip op vrijdag 21 juni

Op vrijdag 21 juni organiseert de Nederlandse groep van Union-ip de diner-lezing 'The Beauty & the Beast'. Een voordracht over functionaliteit; het snijvlak tussen design en techniek. Met als gastsprekers:
- Martin Senftleben, professor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en advocaat bij Bird & Bird
- Walter Hart, Associate Partner, Nederlands & Europees Octrooigemachtigde bij EP&C

IEF 18479

Uitlatingen in media over St Jansdal Ziekenhuis niet onrechtmatig

Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, IEF 18479; ECLI:NL:RBGEL:2019:2226 (X tegen St Jansdal), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-in-media-over-st-jansdal-ziekenhuis-niet-onrechtmatig

Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, IEF 18479, LS&R 1709; ECLI:NL:RBGEL:2019:2226 (X tegen St Jansdal) Eiseres exploiteert drie klinieken die zich bezig houden met het verlenen van behandelingen op het gebied van plastische chirurgie. Voor haar behandelingen maakte ze onder meer gebruik van ruimte van MC IJsselmeerziekenhuizen. Na het faillissement van MC IJsselmeerziekenhuizen zijn alle activa en de bedrijfsvoering van MC IJsselmeerziekenhuizen aan St Jansdal overgedragen. Eiseres vordert dat St Jansdal stopt met het benaderen van haar patiënten om de overstap naar St Jansdal te maken. Daarnaast wilde zij een rectificatie op de website van gedaagde. Gedaagde op haar beurt eiste een rectificatie door eiseres, die onrechtmatige uitlatingen in de media zou hebben gedaan. Alle vorderingen worden afgewezen. De uitlatingen van eiseres in de media waren niet onrechtmatig. Het is juist dat zij een procedure is begonnen waarin zij de afgifte van patiëntendossiers vordert alsmede het staken van benaderen van patiënten door St Jansdal.

IEF 18478

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.

Heineken hoeft aanduiding Tequila niet van Desperados producten te verwijderen

Rechtbank Amsterdam 15 mei 2019, IEF 18478; ECLI:NL:RBAMS:2019:3564 (CRT tegen Heineken), https://ie-forum.nl/artikelen/heineken-hoeft-aanduiding-tequila-niet-van-desperados-producten-te-verwijderen

Rechtbank Amsterdam  15 mei 2019, IEF 18478, RB 3316; ECLI:NL:RBAMS:2019:3564 (CRT tegen Heineken) Tequila is een drank, die wordt gedestilleerd uit het sap van de blauwe ‘Tequilana Weber’- agaveplant en geproduceerd in bepaalde Mexicaanse staten. Tequila is in 1978 ingevolge het Verdrag van Lissabon (waarvan Mexico lid is) geregistreerd bij de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) als geografische aanduiding. Eiser CRT is onder de Mexicaanse Federal Law on Metrology and Standardization de bevoegde instantie die toeziet op de naleving van de op Tequila van toepassing zijnde regels. Heineken brengt o.a. bier op de markt met de naam Desperados. CRT stelt onder meer dat de Desperadosproducten niet voldoen aan de Mexicaanse regelgeving, terwijl dit op grond van de EU-MX-overeenkomst wel vereist is voor alle producten waarin Tequila zit. Daarnaast is sprake van misleidende reclame en oneerlijke handelspraktijken. De vorderingen worden afgewezen. Ondanks het prominente gebruik van het woord ‘Tequila’ op de voorzijde van de verpakking en in reclame-uitingen, moet het de redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument duidelijk zijn dat Tequila in Desperados fungeert als smaakmaker en dat het percentage Tequila in het bier relatief gering is.

IEF 18476

Conclusie AG: klachten octrooi met ondergrens voor boor in staalplaat ongegrond

Hoge Raad 19 apr 2019, IEF 18476; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-klachten-octrooi-met-ondergrens-voor-boor-in-staalplaat-ongegrond

Conclusie AG HR 19 april 2019, IEF 18476, IEFbe 2886; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France) Octrooirecht. Deze octrooizaak gaat over de beschermingsomvang van EP 0 971 044 B1 (hierna: EP 044 of het octrooi), waarvan ArcelorMittal houdster is, voor een bepaald soort staalplaat met hoge treksterkte, zie ook [IEF 16130]. Het octrooi vermeldt in de conclusies als ondergrens voor het element boor in de staalsamenstelling >0,0005 gewichtsprocenten (hierna: wt%). Tata Steel zoekt in deze zaak zekerheid alvorens de markt te betreden voor staal met een bepaald gewichtspercentage boor (clearing the way in jargon) en vordert daartoe brede verklaringen voor recht, onder meer inhoudend dat met staalplaten met minder dan 0,00045 wt% boor die verder wel aan de kenmerken van de conclusies van EP 044 beantwoorden, niet onder de beschermingsomvang van EP 044 wordt gekomen.  AG acht alle klachten van Tata Steel - juiste maatstaf voor de beschermingsomvang is miskend, uitvindingsgedachte is niet als gezichtspunt maar als uitgangspunt gehanteerd en weginterpreteren van het conclusiekenmerk van de boor-ondergrens - ongegrond.

IEF 18475

Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Niet alle tarievenlijsten van De Persgroep ingebracht

Rechtbank Amsterdam 17 mei 2019, IEF 18475; ECLI:NL:RBAMS:2019:3566 (Journaliste tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-alle-tarievenlijsten-van-de-persgroep-ingebracht

Rechtbank Amsterdam 17 mei 2019, IEF 18475; ECLI:NL:RBAMS:2019:3566 (Journaliste tegen De Persgroep) en ECLI:NL:RBAMS:2019:3565 (Journalist tegen De Persgroep) Tussenvonnis. Eiseres is freelance journaliste. De Persgroep is uitgever, onder meer van regionale kranten als de Twentsche Courant Tubantia. Eiseres kreeg betaald volgens het basistarief voor regionale bijdragen, per woord € 0,13. Of dit billijk is, moet bekeken worden aan de hand van alle omstandigheden van het geval, zoals aard en omvang van de overgedragen exploitatiebevoegdheid, marktverhoudingen (de onderhandelingspositie van de maker) en exploitatierisico’s. Voorts is van belang wat in de branche gebruikelijk is. Niet alle relevante gegevens zijn in het geding gebracht, waaronder meerdere tarievenlijsten. Partijen moeten dat alsnog doen.

IEF 18474

Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger

Tarievenlijsten van Persgroep nodig voor beoordeling of vergoeding foto billijk is

Rechtbank Amsterdam 17 mei 2019, IEF 18474; ECLI:NL:RBAMS:2019:3565 (Fotograaf tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/tarievenlijsten-van-persgroep-nodig-voor-beoordeling-of-vergoeding-foto-billijk-is

Rechtbank Amsterdam 17 mei 2019, IEF 18474; ECLI:NL:RBAMS:2019:3565 (Fotograaf tegen De Persgroep) Tussenvonnis. Eiser is fotograaf. De Persgroep is uitgever, onder meer van regionale kranten als het Brabants Dagblad. Eiser leverde bij De Persgroep foto’s aan. Vergoeding was het basistarief van De Persgroep voor regionale bijdragen, € 42,00 per foto. Eiser acht een vergoeding op basis van € 150,00 per foto billijk. Of een met een freelance journalist overeengekomen vergoeding billijk is moet beantwoord worden aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan de aard en omvang van de overgedragen exploitatiebevoegdheid, de marktverhoudingen (de onderhandelingspositie van de maker) en de exploitatierisico’s. Voorts is van belang wat in de branche gebruikelijk is. Niet alle relevante gegevens zijn in het geding gebracht, zoals beschikbare tarievenlijsten en bijbehorende toelichting. Partijen moeten dat alsnog doen.