Fruytier, Fruytier & Rutgers
In het van www.nu.nl overgenomen bericht over de bloemenzaak tussen de Blokker en de Hema (bericht hier) staat abusievelijk vermeld dat mr. Jos Fruytier namens Blokker heeft opgetreden. Namens Blokker traden op mr. Marcel Fruytier en mr. Vincent Rutgers.
Meer rechten (2)
Boekblad komt met een aanvulling op de zaak Postma (eerder bericht hier). Een samenvatting in citaten: "De rechter baseerde zich voor zijn uitspraak op de verstoorde verhoudingen tussen uitgever en auteur, die al vanaf oktober 2004 bezig is om bij Aspekt weg te komen.
Perry Pierik van Aspekt stelde zich op het standpunt dat uitgeefovereenkomsten juist bedoeld zijn om de verhoudingen te regelen als beide partijen niet meer redelijk met elkaar kunnen overleggen. Volgens mr. Germ Kemper, raadsman van Postma, heeft die houding iets weg van 'moderne slavernij'.
Pierik vergelijkt de zaak met het Bosman-arrest (zie artikelsuggestie eerder bericht - IEF), dat voetballers in staat stelt om na afloop van hun contract zonder vergoeding van club te wisselen. 'Als een verstoorde verhouding genoeg is om de deur uit te kunnen wandelen, vraag ik mij af wat de waarde van zo'n contract nog is.'
Aspekt mag de huidige voorraad van Postma's boeken nog tot 31 december van dit jaar verkopen. Daarna staat op elke overtreding een dwangsom van 1000 euro per boek. De rechten van haar boeken zijn per direct teruggegeven aan de auteur. Het is volgens Kemper slechts één keer eerder voorgekomen dat een auteur zijn backlist meekreeg na een rechtszaak.”
Lees hier meer (alleen abonnees Boekblad)
Uiteindelijk onvoldoende
Rechtbank 's-Hertogenbosch, 4 juli 2006, LJN AY4587. European Communications Consultancy Team B.V. tegen Codec Telecom B.V.
Uiteindelijk onvoldoende bewijs om onrechtmatige concurrentie door ex-werknemers voorshands aannemelijk te achten.
Het subsidiaire verweer slaagt voorzover het betrekking heeft op de grondslagen die bestaan uit de aanname van enig IE-recht op de producten. Dat een zodanig recht, waaronder met name ook het auteursrecht, aan de zijde van ECCT bestaat enerzijds en dat de door Codec cs verhandelde producten anderzijds daarop een inbreuk maken anderzijds, is onvoldoende toegelicht om in dit kort geding voor aannemelijk te kunnen houden.
Lees het vonnis hier.
Inwerking (2)
Reminder Octrooicentrum (eerder bericht hier): "Per 1 augustus 2006 vervalt de plicht tot een gewaarmerkte vertaling in het Nederlands van een Europees octrooi door een octrooigemachtigde.
Deze verplichting hield in dat in het Nederlands gestelde vertalingen van door het Europees Octrooibureau (in Engels, Frans of Duits) verleende octrooien, gewaarmerkt dienden te worden door een octrooigemachtigde.
Lee het persbericht hier.
Onder cliënten
Onder de titel 'Gouden Wipgids' bericht de Quote van augustus over een nieuwe online databank van clubs en escortagencies. De databankfirma opereert onder de naam Goldmansex. "Zullen ze bij Goldman Sachs niet blij mee zijn." "Ze hebben een briefje gestuurd met de claim dat ik inbreuk maak op hun merknaam, maar je maakt mij niet wijs dat er onder cliënten van de bank verwarring zal ontstaan. De enige overeenkomst is onze doelgroep: zakenmannen."
Op Sprout.nl: "Kersverse starter Paul A.M. Veen is verstrikt in een juridisch gevecht met Goldman Sachs. De zakenbank heeft Veen gesommeerd om diens bedrijfsnaam Goldmansex te laten vallen. Veen weigert (...) Binnenkort dient er bij ICANN de zaak Goldman Sachs vs. Goldmansex.(...) Veen is niet bij de uitspraak aanwezig. "Mijn advocaat gaat een bezwaarschrift indienen. Ik denk niet dat ze een zaak hebben. Naar mijn mening is er geen verwarring mogelijk over de twee namen. Bovendien is Goldmansex wettelijk geregistreerd en zit ik in een heel andere branche dan Goldman Sachs. Maar we zien wel wat er gebeurt."
Lees hier meer.
Meer rechten
NRC Handelsblad bericht dat de rechtbank Utrecht donderdag heeft bepaald (wie het vonnis heeft, mag het mailen) dat Uitgeverij Aspekt de huidige voorraad van drie titels van schrijfster Annemarie Postma vanaf 1 januari 2007 niet meer mag verkopen. Postma had het kort geding aangespannen omdat de schrijfster wilde overstappen naar een nieuwe uitgeverij en Aspekt niet wilde instemmen met een met een eenzijdige opzegging. “Volgens de raadsman van Annemarie Postma geeft het vonnis auteurs meer rechten.”
Artikelsuggestie: “Het voetbaltransfersysteem in de uitgeverij, naar een werkbare oplossing voor arbeidsconflicten tussen uitgevers en auteurs."
Is het motief al bekend?
Laatste rechtbankverslag voor het weekend: O.a. nu.nl bericht vrij uitgebreid over de zaak Hema-Blokker. “Hema kan wel beweren dat zijn mokken, borden en kussenslopen met bloemmotieven origineel zijn, maar al sinds de flower power-periode in de jaren '60 zijn bloemetjes mateloos populair. Hema heeft dan ook niet het alleenrecht op artikelen met fleurig bloemontwerp. Dat betoogde de advocaat van de winkelketen Blokker, Jos Fruytier, vrijdag in de rechtbank in Amsterdam.
(…) Maar volgens Hema gaat het niet om de trend. "Dat is alleen een richting. Het gaat om de concrete invulling", betoogde advocaat Wolter Wefers Bettink. (…) De rechter doet 10 augustus uitspraak.
Vrijdagmiddagberichten
- List of generic and genericized trademarks, From Wikipedia, the free encyclopedia
Lees hier meer.
- Monochrom's attempt to evaluate the actual power of brands by making Austrian people draw a total of twelve logos (nine international, three typically European) from memory, 25 people per brand. Salut, share of mind!
Lees hier meer (klik op de logo's)
- Google Video actually includes a couple of seminars on patents, patent law and inventor resources. A terrific example is Patent Attorney Katherine White’s video seminar outlining the process by which a patent application should be reviewed.
Lees hier meer
- De Zweedse zakenrechtbank straft Metro vanwege de verkoop van de gehele vóórpagina als advertentie. De advertentie bood het beeld van een ramp en dat leek volgens de rechtbank te veel op echte verslaggeving. Daarmee zaaide Metro verwarring.
Lees hier meer
- You can't cut the sex and violence. A Colorado judge rightly rules that companies can't sell or rent sanitized versions of movies. 16 leading directors joined the major studios and the Directors Guild of America in suing a group of companies that dared to edit profanity, sex and violence out of movies without permission.
Lees hier meer
- Een Zweeds bedrijfje biedt een verzekering aan voor de financiële gevolgen van het schenden van auteursrechten op het internet. Voor vijftien euro per jaar betaalt het alle boetes die een rechtbank aan een cliënt oplegt voor het illegaal delen of downloaden van muziek en films via internet.
Lees hier meer
Een gangbare achternaam
Rechtbank Amsterdam, 20 juli 2006, KG 06-984 SR. Hugo Boss Trade Management Gmbh & Co. Kg tegen Bombarie Import, M.A. Bos, & A.E. Bos-Lammers.
In augustus 2005 heeft gedaagde Bos bij het Benelux Merkenbureau het woordmerk “bos” gedeponeerd. Dit merk heeft hij onder druk van Hugo Boss ingetrokken. In november 2005 heeft hij het woordmerk MARK BOS geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau voor waren en diensten in klasse 14. Het woordmerk is op 6 april 2006 ingeschreven en de inschrijving is op diezelfde dag gepubliceerd. Bombarie biedt via haar website onder meer trouwringen aan.
Hugo Boss heeft Bos gesommeerd om uiterlijk op 10 mei 2006 te bevestigen dat hij het gebruik van de afzonderlijke aanduiding BOS zal staken en gestaakt te houden. Op de website van Bos zou op prominente wijze gebruik worden gemaakt van de aanduiding BOS. Bombarie heeft niet aan de sommatie voldaan.
Met betrekking tot de gestelde inbreuk op het beeldmerk van Hugo Boss wordt als volgt overwogen. (…) De twee tekens hebben overeenkomsten: in beide figureert het woord BOSS dan wel BOS sterk dominerend terwijl bij beide woorden andere woorden met kleine letters ernaast of eronder staan. Auditief komen de dominerende elementen overeen. Visueel zijn er evenwel grote verschillen.
Indien het logo van Bombarie even groot wordt afgebeeld als dat van Hugo Boss is het woord MARK, anders dan Hugo Boss heeft gesteld, goed te zien. In dat geval vallen ook de twee ringen die de drie letters verbinden, hetgeen een onderscheidend element van het logo vormt, goed op. Ook springt direct in het oog dat onder het woord BOSS twee woorden staan – HUGO en BOSS – die over de volle breedte van het beeldmerk staan en goed leesbaar zijn, terwijl onder BOS slechts één woord staat – TROUWRINGEN – dat min of meer gecentreerd onder de O van het woord BOS staat.
Zelfs indien het logo van Bombarie klein staat afgebeeld, is duidelijk te zien dat er links naast het word BOS nog iets staat, ook al is niet steeds te zien wát er precies staat. In het beeldmerk van Hugo Boss is direct te zien dat er naast de B van BOSS niets staat. Nu het gaat om de inbreuk van een logo op een beeldmerk, zijn de visuele aspecten doorslaggevend. De visuele verschillen zijn zo groot dat niet gezegd kan worden dat er tussen het logo van Bombarie en het beeldmerk van Hugo Boss een zodanige overeenstemming is dat bij een gemiddelde consument, indien deze het logo van Bombarie onder ogen krijgt, verwarring kan ontstaan over de vraag of sprake is van een product van Hugo Boss of van Bombarie.
Voor wat betreft de gestelde inbreuk door het logo van Bombarie op de woordmerken van Hugo Boss geldt dat een logo in de eerste plaats visueel wordt waargenomen, terwijl een woordmerk met name auditief wordt geregistreerd.
Het dominerende element in het logo van Bombarie is het woord BOS. Nu het woordmerk HUGO BOSS bestaat uit twee nevengeschikte woorden waarvan het ene Hugo is, en dit woord in het logo van Bombarie niet voorkomt, kan niet gezegd worden dat sprake is van inbreuk op het woordmerk HUGO BOSS.
Het woordmerk BOSS bestaat uit één woord en dit woord komt auditief overeen met het dominerende woord in het logo van Bombarie. Hoewel bij een kleine afbeelding van dit logo niet duidelijk te zien is wat er links naast de B staat en mogelijk ook niet wat er onder het woord BOS staat, en de trouwringen tussen de letters kunnen wegvallen tegen een gekleurde achtergrond, is steeds te zien dat er in het logo meer staat dan alleen het woord BOS. Hierdoor is er geen volledige overeenstemming tussen het logo en het woordmerk. Daarbij komt dat aangenomen mag worden dat de gemiddelde consument die het woordmerk BOSS kent, weet dat dit - anders dan het woord BOS - met twee s’en wordt geschreven. De conclusie is dat het gebruik door Bombarie van het logo als weergegeven onder 1.d geen verwarringsgevaar oplevert voor de woordmerken van Hugo Boss. Het beroep op artikel 13A lid 1 onder b BMW faalt dan ook.
Hugo Boss heeft zich ook beroepen op de bescherming van artikel 13A lid 1 sub c BMW. Artikel 13A lid 1 sub c BMW heeft ook betrekking op waren die wel soortgelijk zijn, zoals in het onderhavige geval. Aan de orde is in de eerste plaats de vraag of het logo van Bombarie zodanig overeenstemt met de woordmerken en het beeldmerk van Hugo Boss dat het betrokken publiek een verband daartussen legt, ook al verwart het ze niet.
Het dominerende element in het logo van Bombarie, het woord BOS, stemt auditief overeen met het woord BOSS, het dominerende element in de merken van Hugo Boss. Zoals reeds overwogen, is dit woord in het logo van Bombarie anders vormgegeven dan het woord BOSS in het beeldmerk van Hugo Boss. Met name door het lettertype creëert dit een geheel andere uitstraling en is er onder meer daardoor geen gevaar voor verwarring. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter maakt dit verschil evenwel ook dat het betrokken publiek bij het zien van het logo van Bombarie niet direct een verband zal leggen met de merken van Hugo Boss, zodat er geen gevaar is voor associatie.
Daarbij komt dat Bos in Nederland een gangbare achternaam is. Het woord Bos kan hier verwijzen naar vele andere mensen of bedrijven die ook Bos heten, zodat het niet direct uitsluitend in verband zal worden gebracht met een merk van Hugo Boss.
De conclusie is dat er geen sprake is van inbreuk op de merkenrechten van Hugo Boss zodat de vorderingen zullen worden afgewezen, met verwijzing van Hugo Boss in de kosten van dit geding aan de zijde van Bombarie.
Lees het vonnis hier.
Reputatie wuppies gered
Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 21 juli 2006, LJN: AY4788. Interall B.V. tegen Johan Vlemmix.
Wuppie-zaak. Liedje is geen geen persiflage of parodie maar merkinbreuk. Eerdere berichten hier.
Naar het oordeel van de rechter wordt er door het gebruik van het woord Wuppie in het liedje inderdaad afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk Wuppie. Voor dat oordeel volgt de rechter niet de stelling van Interall dat gedaagde associaties oproept met carnavaleske gebruiken of alcoholmisbruik.
Dat in de tekst van het oorspronkelijke liedje dat waarschijnlijk anders was (het zien van de beestjes was daar kennelijk het gevolg van de spirituele werking van hetgeen gedronken was), legt daarbij geen gewicht in de schaal; dat gedaagde allemaal Wuppies ziet is niet het gevolg van het gebruik van sterke drank, maar van het bestaan van de landelijke rage (waarbij mensen, blijkens een persbericht, kennelijk zover gaan dat zij grote exemplaren van de bewuste poppetjes op het dashboard van hun auto zetten en daarmee de verkeersveiligheid in gevaar brengen).
Hoewel de rage daar wel aanleiding toe zou kunnen geven, bevat het liedje kennelijk toch geen persiflage of parodie daarop; het liedje en de videoclip sluiten grotendeels aan bij de sfeer van het poppetje van Interall. Dit past ook naadloos bij de uitlatingen van gedaagde; "iedereen houdt van de Wuppie en het is juist een heel leuk product en daarbij wil ik aansluiten. Ik wil de mensen vrolijk maken".
Naar het oordeel van de rechter schuilt juist daarin het risico voor aantasting van het merk. Voor het publiek zal niet gauw duidelijk zijn dat de presentatie van gedaagde geheel en al los staat van het op de markt brengen van het product van Interall; de sfeer van het liedje en de videoclip sluiten zo nauw aan bij de identiteit van het merk Wuppie en het daarmee op de markt gebracht poppetje, dat bij het publiek de indruk gewekt kan worden dat de herkomst van het poppetje en het liedje dezelfde is. Aldus zal de identiteit van het merk door de presentatie van [gedaagde] worden beïnvloed, althans is de dreiging van dat gevaar uitermate reëel. Dat zou weer betekenen dat Interall min of meer de controle over de identiteit van het merk verliest, terwijl zij als merkrechthouder bij uitsluiting van ieder ander gerechtigd is die identiteit te bepalen. Aangenomen moet worden dat genoemd artikel 13 a lid 1 onder d BMW (ook) die bescherming aan de merkrechthouder beoogt te bieden.
Lees het vonnis hier.