Trematerreur & domeinkruimeldieven
Planet.nl bericht over het Domain Defense Program van Microsoft, een juridisch offensief dat het softwarebedrijf is gestart tegen onder meer domeinnaamkapers. Volgens Microsoft is er sprake van een explosief groeiend aantal van dergelijke 'domeinkruimeldieven'
In een persbericht vol gespierde taal klaagt Microsoft vier met naam en toenaam genoemde uitbuiters aan wegens "ongeoorloofd profiteren van domeinen die Microsofts merknamen schenden.". Rod Rasmussen, bevelhebber in de strijd tegen het webgespuis, weet hoe serieus het is: "Dagelijks worden er tenminste tweeduizend domeinen geregistreerd die inbreuk maken op het merkenrecht van Microsoft. En dat is een conservatieve schatting."
- Lees hier meer over merknaamgijzelaars, tikfoutprofiteurs, trematerreur en andere mooie scrabble-woorden, persbericht hier.
- Als tegenwicht hier een artikel uit het FD van Christiaan Alberdink Thijm met een pleidooi voor de vrije handel van generieke .eu-domeinnamen, en
- hier een reactie in het FD van Menno Weij op het stuk van CAT.
Brein vs. UPC Nederland B.V. II: Service providers obliged to provide information
District Court of Amsterdam, Interlocutory Proceedings of 24 August 2006, in the case numbered 345291 / KG 06-1112 AB of (the foundation) Stichting Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland (BREIN) versus UPC Nederland B.V.
Copyright. A service provider may be obliged to provide the information sought to rights holders (or their representatives). For this purpose, the Court must first of all be satisfied that there have been (unlawful) infringement activities by the subscribers concerned and, secondly, that it is beyond reasonable doubt that those whose identifying information is made available are also actually those who have been guilty of the relevant activities. In such a case, it may be that the privacy interests of those concerned in retaining the secrecy of their information must yield to the interests of the rights holders in countering the illegal activities. Those criteria are applicable in this case.
Read the entire judgment here (translation provided by Stichting BREIN).
IEFenglish
Brein vs. UPC Nederland: ISP may be obliged to provide information to rights holders
District Court Amsterdam, 24 August 2006, Judgment in the interlocutory proceedings, in the case between Stichting Brein and UPC Nederland B.V.
"Contrary to the allegation by UPC, BREIN has an adequate - urgent - interest in the relief sought, namely its interest in bringing alleged infringement activities to an end as quickly as possible. It cannot be required to wait for the results of a proceeding on the merits that has been raised in the meantime."
"A service provider may, in certain circumstances, be obliged to provide rights holders (or their representatives) with the information asked for. For this, the Court must first of all be satisfied that there have been (unlawful) infringement activities by the subscribers concerned and, secondly, that it is beyond reasonable doubt that those whose identifying information is made available are also actually those who have been guilty of the relevant activities. In such a case, it may be that the privacy interests of those concerned in retaining the secrecy of their information must yield to the interests of the rights holders in countering the unlawful activities."
Read the entire judgment here (judgment made available by Bas Vissers, Stichting Brein).
IEFenglish
Post van Shield Mark
VPRO's 3voor12 bericht dat Moergestel TV is gesommeerd door MTV Networks wegens het gebruik van de afkorting MTV voor haar TV zender en het gebruik van het Moergestel TV logo op haar website. Moergestel TV heeft voldaan aan alle eisen en heet nu EMTEVE. Op 3voor12 is het commentaar van EMTEVE medewerker Van Brunschot te lezen: "We kregen een heel pakket opgestuurd van Shield Mark, een internationaal merkenrechtbureau. We dachten eerst: hoe komen ze erbij, maar ja... Ze dreigden met 5000 euro per overtreding. Ons budget is 10.000 euro, dus we voldeden maar aan het verzoek."
Lees hier meer.
In alle opzichten volwassen
Persbericht Ministerie van VWS: “De Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) moet beroepsbeoefenaren die de reclameregels overtreden, strenger aanpakken.
Dit schrijft minister Hoogervorst in een reactie op de tussentijdse evaluatie van de CGR, die hij vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. De evaluatie is gedaan door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Ook constateert de minister dat ‘er nog geen sprake is van een in alle opzichten volwassen toezicht door zelfregulering’. Toch wil hij de werkwijze van de CGR nog niet aanscherpen. Eerst wacht hij de evaluatie af van het handhavingsbeleid, die in 2007 plaatsvindt.
Ondertussen blijft de IGZ toezien op de naleving van de reclameregels in het veld. Zo werkt de IGZ momenteel aan een onderzoek naar de invloed van de farmaceutische industrie op de totstandkoming van behandelrichtlijnen. Dit gebeurt naar aanleiding van berichten in de internationale pers dat het voorschrijfgedrag van artsen wordt beïnvloed door de industrie.”
Lees hier meer.
Met fosforlaag en kartelrand
Diverse media berichten dat “TPG Post de Duitse versie van de Rembrandtpostzegel niet had mogen afdrukken in een speciaal verzamelboekje.
Volgens een Duitse woordvoerder was de zegel niet geautoriseerd en dus een illegale kopie. "Ons ministerie van Financiën heeft deze zegel nooit goedgekeurd." "TPG spreekt van miscommunicatie. "Wij dachten dat we toestemming hadden een kopie van de zegel uit te geven, compleet met fosforlaag en kartelrand, maar het ging om toestemming voor het opnemen van de afbeelding." Het boekje is inmiddels uit de handel genomen.
Kani: Kan Kane?
Nu.nl meldt dat het Ad bericht dat: “kledingbedrijf Karl Kani het bedrijf achter de Haagse rockband Kane voor de rechter daagt. Het Amerikaanse kledingconcern vindt dat de naam van de kledinglijn van de Haagse rockers teveel lijkt op het kledingmerk Karl Kani. ‘We hebben zowel kleding onder de naam Karl Kani als onder Kani. En Kani scheelt maar één letter van Kane.’ Het merk Karl Kani wordt voornamelijk gedragen door hiphoppers.”
Lees hier meer.
Scheepsrecht
Vermoeden van piraterij, vaststelling van formaliteiten.
De douane heeft begin vanaf mei 2005 op grond van de de piraterijverordening diverse containers met jassen, broeken, schoenen, tassen, frontjes en lampjes voor mobiele telefoons etc. aangehouden, die door gedaagde China Shipping zijn vervoerd. Bij monde van SNB-react vorderen de eisers dat de goederen in de containers worden afgegeven ter vernietiging.
China Shipping vordert in voorwaardelijke reconventie dat de demurrage-kosten (ex art. 11 jo. Art 6 Vo.) en salaris procureur worden voldaan, omdat de containers onevenredig lang hebben stilgestaan
Adidas International B.V. wordt niet ontvankelijk verklaard, omdat zij geen houder is van de merken waarop zij zich beroept. Ten aanzien van diverse goederen voert China het verweer dat deze niet onder de beschermingsomvang van de Vo. vallen. De Voorzieningenrechter honoreert dit verweer omdat ‘uit de overgelegde producties niet althans niet duidelijk blijkt dat bedoelde merken zijn ingeschreven voor jassen, onderbroeken respectievelijk lampjes voor mobiele telefoons waarop in casu het litigieuze merk is aangebracht.’
China voert vervolgens aan dat art. 11 Vo. niet van toepassing is, omdat het geen direct effect heeft. Dit verweer slaagt niet, omdat de Nederlandse wet procedures tot vernietiging kent.
“Maar omdat in ieder geval niet (geheel) aan de vereisten gesteld in art. 11 Vo. is voldaan” wijst de Voorzieningenrechter de vordering van overige eisers vervolgens toch ook af. Niet is namelijk gebleken dat SNB-React namens de merkhouders binnen 10 werkdagen de douaneautoriteiten er schriftelijk van in kennis heeft gesteld dat de aan de procedure onderworpen goederen inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht in de zin van art. 2 lid 1 Vo.
Ook vindt de Voorzieningenrechter dat eisers inzichtelijk hadden moeten maken wat de specifieke omschrijving is van de namaakgoederen, omdat er ook goederen in de containers zitten die geen namaak (zouden) betreffen.
Ten overvloede merkt de rechter nog op het nog maar de vraag is of de demurrage-kosten zouden zijn toegewezen. Hoewel de voorzieningrechter opmerkt dat het voor de hand ligt dat China zich hiervoor naar haar opdrachtgevers zou moeten wenden en dat de verordening niet zonder meer ruimte biedt aan de vervoerder om dergelijke kosten te vorderen, leent het onderwerp leent zich naar zijn oordeel meer voor een bodemprocedure.
Lees het vonnis hier.
Tweede leven
Nu de digitale wereld Second Life steeds populairder wordt, beginnen ontwikkelaars zich zorgen te maken over de handhaving van hun auteurs- en merkrechten in de virtuele wereld. Inmiddels zijn er al 553.721 deelnemers aan Second Life en het aantal groeit dagelijks. Ook steeds meer bedrijven raken geinteresseerd.
Adidas en Toyota hebben bijvoorbeeld vestigingen hebben geopend in het spel. Adidas gaat virtuele prototypes van schoenen ontwikkelen die beoordeeld kunnen worden door de bewoners van Second Life. Niet geheel onbelangrijk is het feit dat het virtuele geld (Linden dollars) op handelssites kan worden omgezet in echt geld.
Website Second Life hier. Meer over Massive Multiplayer Online Role Playing Games hier.
Lees hier het rapport van de NvvIR over de Juridische aspecten van Massive Multiplayer Online Role Playing Games.
Schoenen van eigen ontwerp
Gerechtshof Amsterdam, 17 augustus 2006, 456/05. Makro c.s. tegen Diesel S.P.A. (Met dank aan Bastiaan van Ramshorst, Klos Morel Vos & Schaap).
Hoger beroep in parallelimportzaak. Twist over de interpretatie van het Davidoff criterium. Het Hof stelt dat door Diesel i.c. geen toestemming is verleend en wijst alle grieven van Makro af.
Makro voert aan dat de Davidoff jurisprudentie niet van toepassing in een geval als dit, waar goederen binnen de EER op de markt zijn gebracht. Davidoff zou alleen van toepassing zijn wanneer de inbreukmakende goederen aanvankelijk buiten de EER op de markt zijn gebracht en vervolgens in een van de lidstaten van de EER zijn geïmporteerd. Het Hof oordeelt echter dat noch uit de tekst van de richtlijn, noch uit de rechtspraak van het HvJ kan worden opgemaakt dat een dergelijk onderscheid moet worden gemaakt. Toestemming is dus wel een vereiste.
Makro voert ook aan dat uit het arrest in deze zaak van het Spaanse Hof te Valencia volgt dat wel voldaan is aan het Davidoff criterium. Het Hof oordeelt dat uit de Spaanse zaak eerder volgt dat het Spaanse Hof de voorgelegde zaak aan de hand van het Spaanse recht heeft beoordeeld.
Er bestaat volgens het hof ook geen aanleiding om aan te nemen dat het Spaanse arrest de rechtsverhouding tussen Diesel en Makro c.s. bindend vaststelt. Het beroep van Makro op artt. 33 , 6 lid 1 en 28 lid 3 EEX leidt er niet toe dat het Hof zich in het onderhavige geval zou moeten onthouden van een materiele beoordeling van het geschil.
Aan de hand van een overeenkomst tussen een Spaanse distributeur van Diesel en een Spaanse vennootschap oordeelt het hof vervolgens dat Diesel geen toestemming heeft verleend om Diesel schoenen binnen de EER in het verkeer te brengen. De overeenkomst biedt slechts de mogelijkheid om, via de distributeur, aan Diesel toestemming te vragen voor het nemen van verkennende steekproeven met schoeisel van eigen ontwerp dat is voorzien van ‘HET MERK’, en geeft geen algemeen recht tot het op de markt brengen van schoeisel met het merk Diesel.
Het Hof stelt dat door Diesel i.c. geen toestemming is verleend.