Handelsnaam wijkt slechts in geringe mate af van Stichting Kanker.nl
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 20 juli 2021, IEF 20114; ECLI:NL:RBOBR:2021:3957 (Stichting Kanker.nl tegen Stichtingkanker) Stichting Kanker.nl beheert en ontwikkelt de website kanker.nl. Op deze website is onder andere medische informatie te vinden. Het later opgerichte Stichtingkanker heeft in 2020 de domeinnaam stichtingkanker.nl geregistreerd en maakt zich volgens haar statuten onder andere hard voor een meer integrale aanpak van de ziekte kanker. Volgens Stichting Kanker.nl maakt Stichtingkanker inbreuk op haar handelsnaam. Doordat StichtingKanker zich aan het publiek presenteert onder handelsnamen en een domeinnaam die vrijwel identiek zijn aan de handelsnaam en domeinnaam van Stichting Kanker.NL, creëert StichtingKanker gevaar voor verwarring bij het publiek tussen beide organisaties en suggereert zij een band tussen beiden, die er in werkelijkheid niet is, aldus eiser. De voorzieningenrechter is het hiermee eens, mede vanwege het feit dat het verwarringsgevaar zich ook daadwerkelijk heeft voorgedaan. Stichtingkanker dient zich te onthouden van het gebruik van de handelsnaam en de domeinnaam.
Uitspraak ingezonden door Sabin Tigu en Yvonne Hamerling, Ploum
Gerecht EU: Nomad is een geldig merk
Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20115, IEFbe 3257; ECLI:EU:T:2021:397 (MCM tegen The Nomad Company) Nomad is een Nederlands outdoor merk en merkhouder van onder andere het woordmerk NOMAD, ingeschreven voor onder andere rugtassen, slaapzaken, kleding en schoenen. MCM is een Zwitsers bedrijf dat ook kleding, schoenen en tassen verkoopt. In 2017 is MCM op grond van vermeende beschrijvendheid en vermeend gebrek aan onderscheidend vermogen bij het EUIPO tevergeefs een nietigheidsactie tegen het merk NOMAD gestart. Het door MCM ingestelde beroep bij het EUIPO is eveneens volledig afgewezen. Het Gerecht bevestigt dat het merk NOMAD, dat volgens het woordenboek zoveel betekent als “een lid van een volk dat van de ene naar de andere plaats reist en geen vaste woonplaats heeft”, niet beschrijvend is voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. MCM bracht naar voren dat bepaalde nomadische stammen tassen verkopen, maar het Gerecht oordeelt dat het relevante publiek echter geen link zal leggen tussen NOMAD en tassen. MCM wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure.
Geen overeenstemmende totaalindruk scheerapparaten
Hof Den Haag 6 april 2021, IEF 20113; ECLI:NL:GHDHA:2021:1371 (Philips tegen Lidl) Philips is houdster van de Philips-merken waaronder de Philips Shavers worden verkocht. Lidl heeft in 2016 een scheerapparaat op de markt gebracht onder de naam Silvercrest. Philips is van mening dat met dit scheerapparaat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrechten. Het hof gaat allereerst na of de ST3D zich in voldoende mate onderscheidt van eerdere apparaten van Philips en komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. De ST3D lijkt volgens het hof te veel op de Arcitec om als zelfstandig ontwerp aangemerkt te kunnen worden. Ook oordeelt het hof dat Lidl met haar scheerapparaat geen inbreuk maakt op de auteursrechten van Philips, omdat beide apparaten geen overeenstemmende totaalindruk wekken. Philips wordt in het ongelijk gesteld.
Beslag op zonnepanelen
Vzr. Rechtbank Rotterdam 9 juli 2021, IEF 20112; ECLI:NL:RBROT:2021:6825 (Bedrijf A tegen bedrijf B) Kort geding. Bedrijf A is onderdeel van een concern dat zich onder meer toelegt op de productie en verkoop van zonnepanelen. Bedrijf B houdt in een aantal landen octrooi op een techniek die wordt gebruikt bij de vervaardiging van zonnepanelen en maakt onderdeel uit van een concern dat zich onder meer toelegt op de productie en verkoop van zonnepanelen. Bij beschikking van 1 juni 2021 is aan bedrijf B verlof verleend tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag en conservatoir beslag tot afgifte, ten laste van bedrijf A. De vordering tot opheffing van het conservatoir bewijsbeslag wordt door de voorzieningenrechter afgewezen. De vordering tot opheffing van het conservatoir afgiftebeslag wordt deels toegewezen.
Titellijst is geen databank
Hof Den Haag 4 mei 2021, IEF 20111, IT 3603; ECLI:NL:GHDHA:2021:1370 (Appellanten tegen Provincie Zuid-Holland) Een van de appellanten heeft een model voor de verspreiding van huis-aan-huiskranten ontwikkeld in het kader van de informatievoorziening door overheden. Hiertoe hebben appellanten verschillende lijsten van uitgevers opgesteld. Door het gebruik van deze lijsten door de provincie maakt de provincie inbreuk op het databankenrecht van appellanten, zo stellen zij. Het hof oordeelt dat niet duidelijk is welke gegevensverzameling door appellanten wordt aangemerkt als databank. Verder kan een titellijst volgens het hof niet kwalificeren als een databank. Appellanten worden daarom in het ongelijk gesteld.
Koffiecup valt niet onder beschermingsomvang octrooi
Rechtbank Den Haag 21 juli 2021, IEF 20110; ECLI:NL:RBDHA:2021:7587 (Douwe Egberts tegen Belmoca) Douwe Egberts is houder van een octrooi van koffiecapsules en bijbehorende drankmachine. Belmoca is producent van koffiecapsules. Douwe Egberts is van mening dat Belmoca met het produceren van deze capsules inbreuk maakt op haar octrooi. De rechtbank gaat in deze zaak na of een gemiddelde vakman kan nagaan of er door het handelen van Belmoca inbreuk wordt gemaakt op het octrooi van Douwe Egberts. Ze oordeelt op basis van verschillende simulaties en voorbeelden dat de technische werking van de machine van Belmoca en de bijbehorende capsules niet voldoende overeenkomt met die van Douwe Egberts. Hierbij is onder andere van belang de aanwezigheid van een axiale ruimte en de manier waarop de capsulewand en -houder binnen de machine gevestigd zijn.
Geen afspraken over gebruik handelsnaam na overname
Vzr. Rechtbank Den Haag 20 juli 2021, IEF 20105; ECLI:NL:RBDHA:2021:7619 (Promise tegen Promise 1) Kort geding. Eiser en gedaagde hebben op dit moment allebei een kapperszaak in het centrum van Leiden waarvoor zij nagenoeg dezelfde naam gebruiken. Eiser voert de naam Promise en gedaagde voert de naam Promise 1. Voor de overname van de zaak van gedaagde door eiser werd de handelsnaam Promise al gevoerd en was de kapperszaak onderdeel van een vof met twaalf vestigingen. Beide partijen willen dat de ander de handelsnaam aanpast. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde moet stoppen met het voeren van haar huidige handelsnaam. Hierbij is onder andere van belang dat gedaagde geen houder is van van het vof-merk en dat niet is gebleken dat partijen hebben afgesproken dat eiser een andere handelsnaam zou gaan voeren.
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Marissa Brinks, Bingh.
Minimale overeenstemming leidt niet tot verwarringsgevaar
Rechtbank Den Haag 14 juli 2021, IEF 20109; ECLI:NL:RBDHA:2021:7652 (Stratco en Pegasus tegen Sweet Now en HSWT) Stratco is enig aandeelhouder van de Hyet Holding. Hyet Holding is exclusief houder van het niet overdraagbare woordmerk HYET. HSWT heeft voorafgaand aan de afgebroken onderhandelingen met Stratco het woordmerk HYET gebruikt. Stratco is van mening dat HSWT hiermee inbreuk heeft gemaakt op het HYET-merk. Daarnaast stelt Stratco dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen het gebruik van HYET en HSWT. De rechtbank is het hier niet mee eens en stelt dat de rechtsbetrekking tussen beide gedurende de onderhandeling beheerst werd door de redelijkheid en billijkheid. Hierbij had Stratco een redelijke termijn aan HSWT moeten gunnen om het gebruik van het merk te staken. Het woordmerk was namelijk inmiddels al geïntegreerd binnen HSWT. Wat betreft het verwarringsgevaar oordeelt de rechtbank dat er slechts een minimale overeenstemming tussen beide merken bestaat en dat dit geen verwarringsgevaar oplevert.
Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Lucas de Groot, Taylor Wessing.
Dr. Martens schoen heeft geen eigen gezicht op de markt
Hof Den Haag 20 juli 2021, IEF 20108; ECLI:NL:GHDHA:2021:1369 (Airwair tegen Van Haren) Airwair brengt al lange tijd Dr. Martens schoenen op de markt en is van mening dat Van Haren met een vergelijkbare schoen inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Airwair baseert zich hierbij op slaafse nabootsing. Ze stelt dat haar Dr. Martens schoen een eigen gezicht in de markt heeft, onder andere vanwege het onderscheidende karakter van de honingkleurige zool en het gele stiksel. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van slaafse nabootsing. Volgens het hof is dit uit het door Airwair overlegde marktonderzoek onvoldoende gebleken. De soort schoen wordt volgens het hof al enkele decennia door verschillende partijen op de markt gebracht en daarnaast is het marktonderzoek gebaseerd op suggestieve, niet-objectieve vragen.
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh.
Nader bewijs voor gemeenschappelijk auteursrecht nodig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 20 juli 2021, IEF 20106; ECLI:NL:RBAMS:2021:3773 (Search tegen BPD en Stijlgroep) Kort geding. Gemeenschappelijk auteursrecht in de zin van art. 26 Aw. Search Architecten en haar directeur zeggen (mede-)auteursrechthebbende te zijn op het ontwerp van het woongebied Vlietvoorde waarvan de Gemeente de bouwrechten heeft verstrekt aan projectontwikkelaar BPD (gedaagde). Intervenient aan de kant van de gedaagde projectontwikkelaar is Stijlgroep, een stedenbouwkundig- en landschapsarchitect, die stelt dat zij het Masterplan Vlietvoorde heeft ontwikkeld en dat zij uit dien hoofde over de daarop rustende auteursrechten beschikt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de elementen die volgens eiseressen haar creatieve invulling van het ontwerpplan behelzen, reeds bestonden in het eerste ontwerp van Stijlgroep. Hoewel Search mogelijk invulling heeft gegeven aan het definitieve ontwerp, is in dit kort geding niet voldoende gebleken van feiten die de conclusie kunnen rechtvaardigen dat (de invulling van) die elementen hebben geleid tot een gemeenschappelijk werk en dat beoordeling daarvan alleen kan geschieden in een bodemzaak, waar ruimte is voor nadere bewijslevering.