‘Champagne’ mag gebruikt worden als kleuraanduiding voor kleding, ondanks beschermde oorsprongsbenaming
Rb. Den Haag 9 september 2024, IEF 22231; ECLI:NL:RBDHA:2024:14332 (CIVC tegen Ferminadaza). Het Comité interprofessionnel du vin de champagne (hierna: CIVC) is een bij Franse wet opgerichte instantie die de taak heeft om misbruik van de aanduiding ‘Champagne’ tegen te gaan. Champagne is een door de Europese Commissie beschermde regio in Noordoost-Frankrijk voor de productie van Champagne. Alleen de in die regio geproduceerde wijnen mogen onder deze naam worden aangeduid. Bovendien moet de productie voldoen aan het productdossier dat bij de oorsprongsbenaming staat geregistreerd. Ferminadaza is een dochteronderneming van de Amerikaanse rechtspersoon Cult Gaia LLC. Zij importeert en verhandelt kledingstukken, waaronder jurken, van Cult Gaia in de Europese Unie. Op 30 mei 2024 informeerde de Nederlandse douane het CIVC dat zij een zending jurken van Cult Gaia naar Ferminadaza had tegengehouden, omdat verschillende stickers op de verpakkingen en aan de labels van de jurken het woord Champagne vermeldden (als kleuraanduiding). Nadat Ferminadaza had voorgesteld het woord op zowel de verpakkingen als de labels te laten verwijderen, heeft CIVC de jurken vrijgegeven. Ferminadaza heeft zich echter niet bereid getoond om toe te zeggen dat zij vergelijkbaar gebruik van het woord in de toekomst zal nalaten. CIVC vordert daarom in kort geding dat Ferminadaza wordt veroordeeld om zich te onthouden van ieder toekomstig gebruik van het woord onder straffe van een dwangsom.
Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg
High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.
Octrooizaak LinXis wordt doorverwezen naar rechtbank Den Haag
Rb. Amsterdam 19 augustus 2024 IEF 22229, LS&R 2256; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde). LinXis is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van middelen voor de behandeling van levensbedreigende ziekten. Voor haar werkzaamheden heeft LinXis drie managementovereenkomsten gesloten met de vennootschap van gedaagde. LinXis heeft deze overeenkomsten later met onmiddellijke ingang opgezegd. Gedaagde stelt dat hij desondanks (mede-)uitvinder is en aanspraak maakt op een aantal producten/technologieën ten behoeve waarvan LinXis octrooiaanvragen heeft ingediend. LinXis is het daar niet mee eens. Zij verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat gedaagde geen uitvinder is van de producten in kwestie, nu hij daaraan geen uitvindersbijdrage zou hebben geleverd. Mocht dat toch wel het geval zijn, dan zou gedaagde al zijn rechten aan LinXis hebben overgedragen. Daarnaast vordert LinXis een verklaring voor recht dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen en dat gedaagde onrechtmatig jegens LinXis heeft gehandeld. Gedaagde verzoekt om afwijzing van de vorderingen van LinXis. Volgens hem heeft hij een voor de uitvindersvraag relevante bijdrage geleverd aan de materie van de octrooien, wat hem mede-uitvinder zou maken. Verder betwist gedaagde dat hij schuldig zou zijn aan wanprestatie. Bovendien vordert gedaagde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van LinXis kennis te nemen en dat zij de zaak integraal doorverwijst naar de rechtbank Den Haag. Het betreft namelijk een octrooikwestie, waarover de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd is (zie art. 80 lid 1 sub b ROW). LinXis is het hier voor een gedeelte van de vorderingen mee eens. De rechter oordeelt dat de gehele zaak zal worden doorverwezen naar de rechtbank Den Haag, aangezien de vorderingen aan elkaar verknocht zijn. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
Jong IE-borrel: donderdag 19 september @cafebinnenbuiten
Ha mede jong IE’er,
Het is inmiddels al weer enige tijd geleden dat wij met elkaar hebben geborreld op het terras van Café Wildschut. Wij vinden dat het daarom weer hoog tijd is voor een nieuwe Jong IE-borrel! Zet donderdag 19 september alvast groot in de agenda, want wij nodigen jullie uit om dan met ons te komen proosten op de Jong IE-septemberborrel.
Wie? Alle zich jong voelende IE’ers
Wat? Een borrel, zónder juridische opschepperij cq. fijnslijperij
Waar? Café Binnen Buiten, Ruysdaelkade 115, 1072 AN Amsterdam
Wanneer? Donderdag 19 september 2024, vanaf 18:00 uur
Zoals gebruikelijk vragen we jullie voor de borrel een Tikkie van 25 euro te betalen. Bram zal jullie daarom bij aanvang met zijn telefoon opwachten. Vooraf aanmelden is niet nodig, maar mag natuurlijk wel (via rm@hoogenhaak.nl).
Ondertussen is er ook weer een nieuwe lading advocaat-stagiairs gestart, dus stuur dit bericht vooral door aan al jouw jonge kantoorgenoten. Mochten zij deze berichten ook zelf in hun inbox willen ontvangen, kunnen ze een mail met hun gegevens sturen naar Rôna Montijn (rm@hoogenhaak.nl).
Wij hebben er in ieder geval al veel zin in. Tot de 19e!
Yiyi Song, Bram Bogaerts, Nathalie Rodriguez en Luna Snellenberg
Proceskosten ex 1019h Rv
Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 22228; ECLI:NL:RBZWB:2024:6187 (Eiseres tegen gedaagde). Zowel eiseres als gedaagde drijven een onderneming op het gebied van vastgoed waarbij ze zich presenteren als huurder, makelaar en beheerder in een. Dit doen ze beiden op hun eigen website. Op de website van gedaagde zijn teksten, headlines, quotes en een deel van de layout van de website van eiseres gekopieerd, waarbij de naam van eiseres in de tekst is blijven staan. Toen gedaagde dit hoorde van eiseres heeft hij meteen contact opgenomen met zijn webbouwer, om de webpagina te laten aanpassen. In deze zaak staan de kosten centraal. Bij e-mails van begin december heeft eiseres verzocht om een schriftelijke onthoudingsverklaring en betaling van € 750. Maar in e-mails van eind december vraagt eiseres om een schadevergoeding van € 313,54 en om € 2.500 aan advocaatkosten. Gedaagde betaalt alleen de €313,54 aan schadevergoeding.
Uitspraak ingezonden door Allard Ringnalda & Sven Klos, Klos cs.
A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht
Conclusie A-G HvJ EU 5 september 2024, IEF 22225; IEFbe 3778; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). Vitra Collections AG, een Zwitsers bedrijf dat designmeubelen produceert, claimt auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood" (DSW), een stoel ontworpen door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een stoel op de markt onder de naam "Paris", waarvan Vitra stelt dat deze inbreuk maakt op hun auteursrechten. De rechtbank in Den Haag oordeelde aanvankelijk dat er geen inbreuk was [zie IEF 17352], maar het gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis en oordeelde dat Kwantum wel inbreuk maakte op de auteursrechten van Vitra [zie IEF 19323]. Kwantum stelde in hoger beroep dat de reciprociteitsclausule van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie verkeerd was toegepast door het gerechtshof Den Haag. Vitra stelde daarentegen dat deze clausule helemaal niet van toepassing is. De Hoge Raad der Nederlanden legde prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de EU over de toepasselijkheid van Unierecht en de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie [zie IEF 20984].
KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.
Rb. Den Haag 4 september 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.). FZI B.V. en KPS B.V. waren beide betrokken bij het online vakmedium Klantcontact.nl. In 2019 nam KPS de exploitatie over via een overnameovereenkomst. Na verloop van tijd introduceerde KPS het medium onder een nieuwe naam, Ziptone. Eind 2022 werd de domeinnaam klantcontact.nl terug overgedragen aan FZI. Dit leidde tot een geschil over het gebruik van de naam en intellectuele eigendomsrechten rondom het vakmedium. FZI vorderde onder meer een verklaring voor recht dat KPS inbreuk maakt op haar handelsnaam-, merk- en auteursrechten en eiste het staken van het gebruik van de termen 'Klantcontact' en 'Klantcontact.nl'. Daarnaast werd vergoeding van schade en doorhaling van KPS' Beneluxmerkregistraties geëist.
Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht
Hof Den Haag 3 september 2024, IEF 22223; ECLI:NL:GHDHA:2024:1530 (Verzoeker tegen H30). H30 is een stichting voor christelijk peuterwerk, kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs. Op Paarse Vrijdag, een jaarlijkse actiedag waarop leerlingen solidariteit met LHBTQIA+-ers kunnen tonen, heeft een docent-assistent op een middelbare school mondeling en fysiek duidelijk gemaakt dat de activiteiten van deze dag en homoseksualiteit niet te verenigen zijn met zijn geloof. Hierbij verwees hij naar Bijbelteksten en maakte hij een spuugbeweging naar de regenboogvlag. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen de docent-assistent en de school ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding.
In dit hoger beroep verzoekt de docent-assistent (hierna: verzoeker) deze beschikking te vernietigen en H30 te veroordelen tot onder andere herstel van de arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt dat de uitingen van verzoeker vallen onder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst zoals beschermd door het EVRM. In dit geval is de sanctie van ontslag, die een inmenging vormt van de door verzoeker met een beroep op artikel 9 en 10 EVRM ingeroepen verdragsrechten, gerechtvaardigd. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter.
Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act
Per 1 augustus 2024 is de AI Act in werking getreden. De AI Act is een belangrijke stap van de Europese Commissie om een geharmoniseerd regelgevend kader te creëren voor kunstmatige intelligentie (AI) binnen de Europese Unie. De AI Act heeft als doel de interne markt beter te laten functioneren door een uniform wettelijk kader vast te stellen voor de ontwikkeling, het op de markt brengen, het in gebruik nemen en het gebruik van AI-systemen binnen de Europese Unie.
Wilt u meer weten over de AI Act, zoals de achtergrond, het toepassingsbereik en de kernprincipes én bent u ook benieuwd naar de invloed van de AI (Act) op IE-rechten? Op onze databank IE-C staat een uitgebreid inleidend commentaar op de AI Act. Het commentaar leest u hier.
Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations
In de recente zaak AGA Rangemaster v UK Innovations ([2024] EWHC 1727 (IPEC)) heeft de UK Intellectual Property Enterprise Court een belangrijke uitspraak gedaan die zowel merkenrecht als auteursrecht betreft. De zaak richtte zich op de verkoop van gereviseerde AGA-fornuizen door UK Innovations, waarbij AGA stelde dat hun handelsmerken waren geschonden en auteursrecht was geschonden door het gebruik van een ontwerptekening voor een bedieningspaneel. Hoewel de rechter instemde met de inbreuk op de handelsmerken, werd de auteursrechtelijke claim verworpen op grond van een wettelijke uitzondering.