Uitspraak ingezonden door Vincent Wellens, NautaDutilh.
Geen merkinbreuk Skylink op EU-merken SKY
Tribunal d'Arrondissement de Luxembourg 5 juli 2019, IEF 18776, IEFbe 3028 2019TALCH02/01112 (Skylink tegen SKY) In deze zaak moest de Luxemburgse arrondissementsrechter zich uitspreken over het gebruik van „skylink“ door M7 (de groep die ook in Nederland Canaal Digitaal commercialiseert) in Tsjechië en Slowakije voor televisiedistributie per satelliet. British Sky Broadcasting, nu kortweg SKY, heeft een zaak aangespannen voor de Luxemburgse rechter (M7 heeft haar zetel in Luxemburg) om dit gebruik te doen stoppen en beroept zich hiervoor op haar „SKY“ merken. Deze vordering wordt afgewezen omdat SKY een merkinbreuk in Tsjechië en Slowakije, waar SKY niet actief is, niet aannemelijk maakt.
Uitlatingen in brief over school zijn onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 20 december 2019, IEF 18975; ECLI:NL:RBMNE:2019:6201 (School tegen ouder) Eiser is een vrije school voor basisonderwijs, gedaagde is vader van drie kinderen, zijn jongste twee kinderen zitten op de school. Gedaagde heeft een brief gestuurd aan verschillende instanties, waarin hij zijn zorgen uit over de cultuur op de school. In geschil is of de uitlatingen van de ouder over de school in de brieven die hij naar verschillende instanties heeft gestuurd rechtmatig zijn. Er wordt geoordeeld dat het goed voorstelbaar is dat de ouder uit oprechte bezorgdheid voor zijn kinderen handelt, maar dat hij de grenzen van wat rechtmatig is voorbij gaat. Het staat de ouder vrij twijfels te hebben bij de resultaten van een onderzoek naar de gang van zaken op de school, maar hij moet zich onthouden van het uiten van zeer ernstige en ongegronde beschuldigingen. Mede gelet op de ruime kring van instanties naar wie de brief is gestuurd wordt geoordeeld dat de uitlatingen van de ouder onrechtmatig zijn.
Publicatie rapport Jehovah's gemeente is rechtmatig
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 23 januari 2020, IEF 18974; ECLI:NL:RBMNE:2020:227 (Jehovah’s gemeente tegen Universiteit) In geschil is of de publicaties van het onderzoeksrapport van de Universiteit Utrecht in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) over de Jehovah’s gemeente onrechtmatig is of niet. In het rapport wordt verslag gedaan van onderzoek naar de manier waarop binnen de geloofsgemeenschap met meldingen van seksueel misbruik wordt omgegaan. Volgens de Jehova’s Getuigen is het rapport wetenschappelijk en feitelijk onjuist en lasterlijk. Hier wordt niet in mee gegaan. Juridisch gezien ligt de drempel voor een publicatieverbod hoog. Het belang dat met het rapport gediend wordt, weegt zwaarder dan de bezwaren van de Jehovah’s Getuigen, ook omdat die bezwaren voor een belangrijk deel onjuist zijn. Er wordt geoordeeld dat, na afweging van alle in de uitspraak genoemde feiten en omstandigheden, onvoldoende is komen vast te staan dat de Universiteit c.s. door publicatie van het rapport jegens de Jehovah’s gemeente c.s. onrechtmatig handelt. De eis van de Jehovah’s gemeente c.s. is daarom afgewezen.
Perspublicaties over huurders deels onrechtmatig
Rechtbank Noord-Nederland 15 januari 2020, IEF 18973, IT 3024; ECLI:NL:RBNNE:2020:247 (Eisers tegen NDC Mediagroep) In deze zaak is in geschil of de betreffende perspublicaties onrechtmatig zijn en of rectificatie nodig is. Het wordt onrechtmatig geacht dat gedaagden in de publicatie op de website Sikkom.nl over de parkeerplekken stellen dat huurder regelmatig intimiderende en chanterende mailtjes krijgt en eiser 2 diezelfde huurder meermalen mailt dat hij van de huurder af wil omdat de andere bewoners van het pand klaar zijn met zijn gedrag. Hetzelfde geldt ten aanzien van de publicatie op de Facebookpagina van Sikkom over de parkeerplekken. Voor het overige acht de rechtbank geen (onderdelen) van de in deze zaak behandelde publicaties onrechtmatig.
HR: klachten leiden niet tot vernietiging wodka-arrest
HR 24 januari 2020, IEF 18972; ECLI:NL:HR:2020:112 (Spirits tegen FKP) Cassatie. Vervolg op [IEF 13355]. Geschil tussen Russische staatsonderneming en private partij over wie rechthebbende is op Benelux-merken voor wodka. De klachten over het arrest van het hof zijn beoordeeld. Deze klachten kunnen niet leiden tot vernietiging van het arrest, zie ook de conclusie van de A-G [IEF 18727]. Spirits wordt zowel in het principale als in het incidentele beroep in het ongelijk gesteld. De zaak wordt afgedaan door de veroordeling in de proceskosten in de bestreden uitspraak te vernietigen en een bedrag toe te wijzen, het dubbele van het standaardtarief voor complexe zaken, € 80.000,--.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Baker McKenzie.
Oppositie tegen inschrijving depot Castart ongegrond
Benelux Gerechtshof 23 januari 2020, IEF 18971, IEFbe 3026; C 2019/3 (Les Castarts tegen GDS) GDS stelde oppositie in tegen de inschrijving van woord/beeldmerk Castart. Zij voerde aan dat het teken overeenstemt met haar oudere merk KARSTADT en betrekking heeft op waren en diensten die identiek of soortgelijk zijn aan de waren en diensten waarvoor haar oudere merk is ingeschreven en dat daardoor bij het publiek gevaar voor verwaring bestaat (artikel 2.3, sub b, BVIE). Het Bureau wees de oppositie (nr. 2013822) toe en besliste dat het Benelux depot met nummer 1362238 niet werd ingeschreven. Deze oppositie is ten onrechte toegewezen. Les Castart is nu het gelijk gesteld. De algemene indruk die het teken en het (oudere) merk bij de gemiddelde consument achterlaten, is ondanks de beperkte overeenkomsten te verschillend. Er is geen sprake van verwarringsgevaar.
Zaans Medisch Centrum moet persbericht rectificeren
Vrz. Rechtbank Noord-Holland 21 januari 2020, IEF 18969; LS&R 1776; ECLI:NL:RBNHO:2020:367 (ZMC tegen eiser) In september 2019 heeft het Zaans Medisch Centrum (ZMC) een persbericht geplaatst omtrent maatregelen tegen NDM-bacteriën in het ziekenhuis. Dit bericht was gebaseerd op een advies van een door het ziekenhuis ingesteld team van experts. De leverancier van het afvalverwerkingssysteem was het er op diverse punten inhoudelijk niet mee eens. Zij stelden dat het persbericht onterecht schade brengt aan hun reputatie en haar producten. Geoordeeld wordt dat het ziekenhuis onterecht de rol van het rioolstelsel in de problematiek niet benoemd. Ten aanzien van de mededelingen in het bericht omtrent het gebruik van gerecycled water en het gebruik van vermalers wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van onrechtmatige uitlatingen. ZMC wordt veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie.
Website taxibedrijf schendt auteursrechten op foto
Rechtbank Rotterdam 10 januari 2020, IEF 18968; ECLI:NL:RBROT:2020:123 (ANP tegen X) ANP werkt samen met het Belgische Permission Machine. Zij zijn gespecialiseerd in het opsporen van misbruik van auteursrechtelijk beschermde foto’s. Gedaagde exploiteert een taxibedrijf. In 2017 hebben zij het beheer van hun website uitbesteed aan een design en hostingbedrijf. Op de website werd een foto van ANP en zonder naamsvermelding getoond. Hier hadden zij geen toestemming voor gekregen van ANP. Per e-mail informeert Permission Machine meermaals dat er sprake is van een inbreuk en dat er deze inbreuk te herstellen is door alsnog een licentie af te nemen. Gedaagde gaat niet op dit aanbod in. Gedaagde stelt dat niet van meet af aan duidelijk was dat Permission Machine gerechtvaardigd was om namens ANP te handelen en dat de kwestie daarom onnodig lang heeft gespeeld. Geoordeeld wordt dat dit verweer geen stand houdt. Voorafgaand aan de zitting was de situatie wel al reeds duidelijk, maar dit heeft niet tot betaling geleid. Ook het feit dat de bouw van de website was uitbesteed doet niet af aan de verantwoordelijkheid van gedaagde. Er is sprake van een onrechtmatige openbaarmaking van een auteursrechtelijk beschermd werk.
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Leeway.
Verkoop losse onderdelen kunstwerk door galerie onrechtmatig
Hof 's-Hertogenbosch 7 januari 2020, IEF 18967; ECLI:NL:GHSHE:2020:5 (Kunstenares tegen Priveekollektie) Appellante is kunstenares. Een van haar werken is de ‘Light Blub Chandelier’, bestaande uit lichtgevende geblazen hangende blubs en een armatuur. De Chandelier wordt op basis van een agentuurovereenkomst eind 2018 door galerie Priveekollektie tentoongesteld op een internationale designbeurs. Er ontstaat ruzie en de Chandelier wordt teruggestuurd. Later blijkt dat een aantal blubs ontbreekt. Deze blubs zijn zonder overleg verkocht als een kleinere Chandelier. Priveekollektie betoogt dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake is van schending van de persoonlijkheidsrechten van de kunstenares, maar maakt daarbij geen onderscheid tussen sub c (wijziging werk) en d (aantasting) van art. 25 lid 1 Aw. De losse onderdelen zouden eenvoudig na te bestellen zijn en tevens zou er geen auteursrecht rusten op de Chandelier. Er wordt geoordeeld dat zonder nadrukkelijke toestemming Priveekollektie geen kleinere Chandelier had mogen maken. Dat zij dit wel hebben gedaan maakt inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van de kunstenares in de zin van art. 25 lid 1 sub c. Daarbij wordt ook opgemerkt dat, anders dan Priveekollektie betoogd, er wel degelijk auteursrechten rusten op het kunstwerk, overeenkomstig artikel 10 Aw. De originele (minimale) verkoopprijs van 125.000 dollar in overweging nemende, wordt er een totale schadevergoeding van 5000 euro toegewezen voor de 5 ontbrekende blubsper. Het eerdere vonnis wordt op enkele punten vernietigd en op andere punten bekrachtigd.
Verbod verdere verkoop plasmasnijders
Vzr. Rechtbank Den Haag 13 december 2019, IEF 18966; ECLI:NL:RBDHA:2019:13837 (Hypertherm tegen EU Trade Fair) Hypertherm heeft EU Trade Fair gedagvaard in kort geding om met onmiddellijke ingang het aanbieden en/of verhandelen van plasmasnijders met het Uniemerkteken POWERMAX en POWERMAXCOMBO te staken. Gedaagde is niet verschenen op de in de dagvaarding genoemde datum, zodat tegen gedaagde verstek wordt verleend. Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en de vorderingen worden grotendeels toegewezen. EU Trade Fair zal onder meer het aanbieden van de machines moeten staken, bepaalde informatie aan Hypertherm verstrekken en haar klanten een rectificatie sturen met het verzoek de machines te retourneren.