IEF 22380
18 november 2024
Uitspraak

Athom NL tegen inbreukmakende producten beschikbaar op AliExpress

 
IEF 22379
18 november 2024
Uitspraak

Bundesgerichtshof: afbeeldingen gemaakt met drones vallen niet onder Panoramafreiheit

 
IEF 22376
18 november 2024
Uitspraak

Grote maten van overeenstemming merken Chocosaurus en Dinosaurus

 
IEF 16284

Conclusie ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh.

Conclusie tot verwerping cassatie-beroep L'ARGENTINA over verband merk met de plaatsnaam

Hoge Raad 9 sep 2016, IEF 16284; (Foralways tegen Quilate), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-tot-verwerping-cassatie-beroep-l-argentina-over-verband-merk-met-de-plaatsnaam

Conclusie AG HR 9 september 2016, IEF 16284 (Foralways tegen Quilate) Merkenrecht. Geografische aanduiding. Deze zaak [IEF 14480, IEF 10884] gaat over beschrijvende geografische aanduidingen die geen merk kunnen zijn, omdat dergelijke plaatsnamen niet gemonopoliseerd moeten kunnen worden, maar voor gebruik door iederen moeten worden vrijgehouden. Volgens Foralways moet er een verband bestaan tussen intrinsieke kenmerken van de categorie waren of diensten en de plaatsnaam. De AG meent dat er voor wat betreft de te hanteren toets in Chiemsee sprake is van een 'acte éclairé'. De AG concludeert tot verwerping.

IEF 16281

Vragen aan HvJ EU over autovelgen die als vervangingsonderdelen ter reparatie dienen

HvJ EU 2 jun 2016, IEF 16281; (Acacia tegen Porsche), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-autovelgen-die-als-vervangingsonderdelen-ter-reparatie-dienen

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 2 juni 2016; IEF 16281; IEFbe 1941; C-435/16 (Acacia tegen Porsche) Verzoeksters (d’Amato is bestuurder van Acacia) vervaardigen velgen voor personenauto’s, waaronder imitaties van ingeschreven gemeenschapsmodellen van verweerster Porsche. Op de velgen staan de kenmerken van verzoekster. Zij biedt de velgen in DUI aan via haar website waarbij zij erop wijst dat het om vervangende wielen gaat die volledig compatibel zijn met de aangegeven voertuigen en uitsluitend bestemd om ze te repareren en weer hun oorspronkelijke uiterlijke kenmerken te geven. Verweerster stelt inbreuk op haar gemeenschapsmodellen. Verzoeksters zijn in eerste instantie veroordeeld maar gaan in beroep, dat eveneens wordt verworpen. De zaak ligt nu voor in Revision bij de verwijzende rechter. Verzoeksters volharden in hun stelling dat het om vervangingsonderdelen gaat die dienen ter reparatie van beschadigde voertuigen en daarom krachtens artikel 110 van Vo. 6/2002 niet vielen onder de bescherming van de litigieuze modellen. Zie ook de andere twee recente Acacia-zaken C-397/16 [IEF 16224] en –zijdelings- C-433/16 BMW [IEF 16280]

IEF 16280

Vraag aan HvJ EU: Is opwerpen van onbevoegdheidsexceptie van aangezochte nationale rechter, maar ondergeschikt aan andere prejudiciële procedure-excepties, aanvaarding rechtsmacht?

HvJ EU 5 apr 2016, IEF 16280; (BMW tegen Acacia), https://ie-forum.nl/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-is-opwerpen-van-onbevoegdheidsexceptie-van-aangezochte-nationale-rechter-maar-onder

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 5 april 2016, IEF 16280; IEFbe 1940; C-433/16 (BMW tegen Acacia) Procesrecht. Rechtsmacht. Acacia heeft verzoekster gedagvaard (Rb Napels) ter verkrijging van een uitspraak tot vaststelling van niet-inbreuk op gemeenschapsmodellen van allooivelgen voor autobanden, in eigendom of onder octrooi van verzoekster. Zij vordert dat vragen aan het HvJEU worden gesteld voor wat betreft de bevoegdheid van de ITA rechter. Verzoekster heeft (onder meer) de onbevoegdheid van de ITA rechter als exceptie opgeworpen, zich baserend op zowel Vo. 44/2001 als Vo. 6/2002, die beide de DUI rechtbanken als bevoegd aanwijzen. Voor wat betreft het verwijt van misbruik van machtspositie stelt zij dat ‘de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ niet dezelfde is en niet dezelfde kan zijn als die waar de uiteindelijke economische schade aan het vermogen van de beweerde schadelijder zich heeft voorgedaan, aangezien aldus het forum van artikel 5, lid 3, van de Vo. Brussel I zou samenvallen met het forum actoris, hetgeen in strijd is met het algemeen criterium van de woonplaats van verweerder. Zij wijst op het feit dat verweerster geen enkele vordering tot schadevergoeding tegen haar heeft ingediend zodat de plaats van de schade zich niet in ITA kan bevinden. Zie ook de andere twee recente Acacia-zaken C-397/16 [IEF 16224] en –zijdelings- C-435/16 [IEF 16281].

(1) Kan volgens artikel 24 van verordening nr. 44/2001 het vooraf opwerpen van de exceptie van onbevoegdheid van de aangezochte nationale rechter, maar ondergeschikt aan andere prejudiciële procedure-excepties, voordat wordt ingegaan op de grond van de zaak, worden uitgelegd als een aanvaarding van de rechtsbevoegdheid?

IEF 16279

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven. I-ee..

Plaatsing van een scan uit vakblad is inbreuk op foto Hoekersingelbrug

Kantonrechter 21 jun 2016, IEF 16279; (Dijkstra tegen FDN Engineering), https://ie-forum.nl/artikelen/plaatsing-van-een-scan-uit-vakblad-is-inbreuk-op-foto-hoekersingelbrug

Ktr. Rechtbank Amsterdam 21 juni 2016, IEF 16279 (Dijkstra tegen FDN Engineering) Dijkstra is auteursrechthebbende op de foto Hoekersingelbrug, een voetgangersbrug in Rotterdam die door FDN is ontworpen. Nadat er contact is geweest tussen partijen, maar op niets uitmondde. De foto (niet hier afgebeeld) gebruikt in het blad Cobouw; ingescand en op de site van FDN geplaatst. Voor de omvang van de schade is niet uitgangspunt hoeveel Dijkstra heeft ontvangen voor plaatsing in Cobouw, maar het nadeel dat hij heeft geleden. FDN heeft bewust naar mogelijkheden geïnformeerd en desondanks toch nagelaten toestemming te verkrijgen. De gederfde licentie-inkomsten ad €270, verhoogd met inbreuk op exclusieve recht en dat eiser zelf de inbreuk heeft moeten constateren en handhaven, komt de vordering van €540 redelijk voor.

IEF 16278

Gülen-school niet belasterend in whatsappgroep, feto- of terroristenschool wél

Rechtbank Noord-Holland 19 sep 2016, IEF 16278; ECLI:NL:RBNHO:2016:7720 (Gülen-school), https://ie-forum.nl/artikelen/g-len-school-niet-belasterend-in-whatsappgroep-feto-of-terroristenschool-w-l

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 19 september 2016, IEF 16278; ECLI:NL:RBNHO:2016:7720 (Gülen-school) Mediarecht. Onrechtmatige uitlatingen. Middels social media en het oprichten van een whatsappgroep hebben ouders zich onrechtmatig uitgelaten over de school als een als een terroristische organisatie gelieerd aan Fetullah Gülen. Aanduiding Feto-school of terroristenschool onrechtmatig, overige voorzieningen geweigerd. Opheffing van de gehele whatsappgroep is te ingrijpend dan wel niet kunnen bijdragen aan beoogde doel van bevorderen rust op school. De voorzieningenrechter verbiedt gedaagden om de school aan te duiden als “fetoschool” of “terroristenschool” of daarvan afgeleide aanduidingen. Rectificatie in de Telegraaf staat niet in verhouding omdat het om uitlatingen binnen de relatieve beslotenheid van een WhatsApp-groep ging.

IEF 16277

Bijdrage ingezonden door Derya Ögretici, student Rijksuniversiteit Groningen.

Is per URL benaderbare informatie medegedeeld aan het publiek?

De zaak tussen Sanoma e.a. en GS Media heeft een juridisch én technisch perspectief. In dit artikel worden enkele technische punten aangekaart die van belang zijn om de juridische effecten van het arrest te kunnen beoordelen. Uit de conclusie van de AG en het arrest (zie hieronder de relevante passages) kan worden afgeleid dat de door GS Media geplaatste hyperlink bepaalde codes/verwijzingen moet hebben bevat die direct toegang gaven tot de digitaal afgeschermde werken. Hieromtrent bestaan nog enkele vragen:

  1. Welke verwijzingen/codes (naar soort onderscheiden) bevatte de URL?
  2. Welke hoeveelheid bezoekers had de URL alvorens naar de URL werd gelinkt?
  3. Was de URL wél vindbaar via URL-zoekprogramma’s, niet zijnde reguliere zoekmachines?
IEF 16276

Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken.

Hof bekrachtigt verjaring schadevergoeding voor jarenlang niet mogen publiceren programmagegevens

Hof Den Haag 27 sep 2016, IEF 16276; ECLI:NL:GHDHA:2016:3334 (TMG tegen De Staat), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-verjaring-schadevergoeding-voor-jarenlang-niet-mogen-publiceren-programmagegevens

Hof Den Haag 27 september 2016, IEF 16276; ECLI:NL:GHDHA:2016:3334 (TMG tegen De Staat) Programmagegevens. Implementatie Databankenrichtlijn. Uit de woorden 'alle andere geschriften' uit artikel 10 lid 1 aanhef sub 1 is de onpersoonlijke geschriftenbescherming afgeleid. De Mediawet was een omkering bewijslast voor de ontlening van programmagegevens opgenomen. TMG krijgt geen schadevergoeding van de Staat voor het jarenlang niet mogen publiceren van programmagegevens in haar krant. Volgens de rechtbank heeft TMG te lang gewacht met de rechtszaak om deze schadevergoeding af te kunnen dwingen. Dit vonnis wordt bekrachtigd [IEF 15010]. De verjaring begint te lopen in de periode 1998-2000 en was eind 2005 voltooid. Beroep van de Staat op verjaring niet naar is niet onaanvaardbaar of in strijd met het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel.

IEF 16275

Gerecht EU: Klankteken dat lijkt op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 sep 2016, IEF 16275; ECLI:EU:T:2016:468 (Globo beltoon), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-klankteken-dat-lijkt-op-een-belsignaal-kan-geen-identificatiefunctie-vervullen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16275; IEFbe 1939; ECLI:EU:T:2016:468; T-408/15 (Globo tegen EUIPO) Aanvraag voor klankmerk. Absolute weigeringsgrond: geen onderscheidend vermogen. Motiveringsplicht. Klanken kunnen een merk vormen, op voorwaarde dat zij bovendien vatbaar zijn voor grafische voorstelling. De banaliteit van het teken voor waren en diensten die al dan niet kunnen worden geassocieerd met beltonen van telefoons of geluidssignalen van wekkers en het feit dat het gebruik van een klankmerk voor stille waren moeilijk voorstelbaar is.

Een klankteken dat buitengewoon eenvoudig is en zich beperkt tot louter de herhaling van twee identieke noten, op zich geen boodschap kan doorgeven die de consumenten zich kunnen herinneren, zodat deze het niet zullen beschouwen als een merk, tenzij het door gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen. Een merk dat bestaat uit klanken die lijken op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen, tenzij het elementen bevat die het kunnen individualiseren ten opzichte van andere klankmerken, waarbij evenwel zij aangetekend dat het niet om een origineel of fantasiemerk moet gaan. Beroep wordt verworpen.

IEF 16274

Broncodes aan een deskundige om overeenkomsten te rapporteren

Hof Amsterdam 12 dec 2015, IEF 16274; ECLI:NL:GHAMS:2015:5401 (NOAD tegen IN4BI), https://ie-forum.nl/artikelen/broncodes-aan-een-deskundige-om-overeenkomsten-te-rapporteren

Hof Amsterdam 22 december 2015, IEF 16274; ECLI:NL:GHAMS:2015:5401 (NOAD tegen IN4BI) [oud arrest, recent openbaar gemaakt] Auteursrecht. Software. Broncode. Art. 7 en 8 Aw. Het is voldoende aannemelijk is dat EQM een oorspronkelijk werk is in de zin van de Auteurswet (Aw), zodat daarop auteursrechten rusten [IEF 14802]. Het gaat hier om een vordering tot het treffen van maatregelen in de zin van art. 1019a e.v. Rv, in het kader van een beweerde inbreuk op IE-rechten. Aan de deskundige zullen vragen worden gesteld. Daarbij laat het hof aan de deskundige over hoe hij zijn onderzoek inricht en op welke wijze hij de vergelijking tussen de programma’s maakt.

IEF 16272

Geen beroep op Duits Gebrauchsmuster ná vaststellingsovereenkomst over daarop gebaseerde octrooi

Rechtbank Den Haag 6 aug 2016, IEF 16272; ECLI:NL:RBDHA:2016:10895 (Booth tegen Hestex), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-beroep-op-duits-gebrauchsmuster-n-vaststellingsovereenkomst-over-daarop-gebaseerde-octrooi

Rechtbank Den Haag 6 augustus 2016, IEF 16272; ECLI:NL:RBDHA:2016:10895 (Booth tegen Hestex Systems) Octrooirecht. Vaststellingsovereenkomst. Hestex heeft Booth meegedeeld dat haar transportcontainers inbreuk maken op het octrooi EP2415681, een tweetal Gemeenschapsmodellen en een tweetal Gebrauchsmusters. In deze brief verzoekt Hestex een onthoudingsverklaring te ondertekenen. Booth vordert dat Hestex moet worden verboden om DE 126, EP 681 en/of daaraan gerelateerde rechten in te roepen of om op basis van die rechten vorderingen in te stellen. Hestex heeft na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst geen beroep gedaan of dreigt dat te doen op EP 681, er is geen belang bij toewijzing. De vaststellingsovereenkomst is gesloten ter beëindiging van de procedure van inbreuk op EP 681. Zelfs indien zou moeten worden geconcludeerd dat DE 126 niet onder het bereik van de vaststellingsovereenkomst valt, is het onzorgvuldig en in strijd met de postcontractuele goede trouw dat Hestex in de gegeven omstandigheden buitengerechtelijke actie onderneemt. Hestex dient zich te onthouden van handhaving van DE126 buiten rechte tegen klanten van Booth.