Met eigen waar vullen van gele broodkratten van 't Stoepje is merkinbreuk
Rechtbank Midden-Nederland 31 augustus 2016, IEF 16262; ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 (Market Food Group B.V. tegen De Bakkerie Nijkerk B.V.) Merkenrecht. Woordmerk. Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij 't Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk "Bakkerij 't Stoepje". Dit merkrecht is niet uitgeput, omdat de gele kratten geen eigendom zijn van de franchisenemers van Bakkerij 't Stoepje, maar van de franchisegever. In de algemene voorwaarden is het gebruik van de gele broodkratten door de franchisenemers ook beperkt tot het vullen met de waren van Bakkerij 't Stoepje.
Bijdrage ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.
Charlotte Vrendenbarg - Annotatie bij HvJ EU: Forfaitaire tarieven met max. bedragen toelaatbaar, mits deel van de kosten wordt gedragen door de verliezende partij
Annotatie bij HvJ EU 28 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:201, C-57/15 (United Video Properties/Telenet)
DEZE NOOT ZAL VERSCHIJNEN IN IER 2016/5
In de Belgische octrooizaak United Video Properties/Telenet heeft het HvJ EU geoordeeld dat een stelsel van forfaitaire tarieven met maximumbedragen in IE-zaken toelaatbaar kan zijn, mits het waarborgt dat minstens een significant en passend deel van de redelijke kosten van de winnende partij wordt gedragen door de verliezende partij. Daarmee is het Belgische stelsel van rechtsplegingsvergoeding op losse schroeven komen te staan. De rechtspraak van het HvJ EU biedt voorts belangrijke aanknopingspunten voor een meer rechtszekere en voorspelbare toepassing van de Indicatietarieven.
Uitspraak ingezonden door Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Geen inbreuk: onvoldoende aannemelijk dat gebruik is gemaakt van auteursrechtelijk beschermde trekken van levensverhaal in VPRO-serie
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 september 2016, IEF 16261; ECLI:NL:GHARL:2016:7612 (Moszkowicz - RAAF-VPRO) Eiser heeft beslag laten leggen op alle scenarioversies van de serie ‘De Maatschap’, omdat er volgens hem inbreuk gemaakt is op het auteursrecht van zijn autobiografie ‘De Straatvechter.’ Zie eerder IEF 15979 en IEF 16041. In hoger beroep stelt het hof, aansluitend op het oordeel van de rechtbank, dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een inbreuk is gemaakt op het auteursrecht en er is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat schrijvers van de op zijn familie geïnspireerde televisieserie gebruikt hebben gemaakt van auteursrechtelijk beschermde trekken van zijn levensverhaal. Eiser krijgt dan ook geen inzage in het script.
Uitnodiging VvA 14 oktober 2016
VvA vergadering 14 oktober 2016
Recente ontwikkelingen: Sanoma/GS Media en het Value Gap voorstel
Op 8 september 2016 deed het Hof van Justitie uitspraak in Sanoma v. GS Media. Hyperlinken naar een werk dat zonder toestemming ter beschikking is gesteld, kan aldus het Hof een mededeling aan het publiek zijn als de linkende partij kennis heeft of redelijkerwijs kan hebben van het illegale karakter. Bij hyperlinks die worden geplaatst met winstoogmerk wordt kennis vermoed.
Op 14 september 2016 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor een ontwerprichtlijn over auteursrecht in de digitale eengemaakte markt. Artikel 13 (door de EC aangeduid als het Value Gap voorstel) bepaalt dat diensten voor opslag en toegang tot werken die door gebruikers worden geupload, geëigende en proportionele maatregelen moeten nemen om te zorgen dat overeenkomsten met rechthebbenden goed functioneren of om te voorkomen dat werken die door rechthebbenden door middel van samenwerking met de dienstverleners zijn geïdentificeerd, beschikbaar komen. Overweging 38 beoogt daarnaast meer duidelijkheid te scheppen over de verhouding tussen het auteursrecht en de hosting exceptie van artikel 14 van de E-Commerce richtlijn.
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor Internet gebruikers, social media platforms, P2P netwerken, file sharing services, ISP’s, auteurs en uitgevers? Hoe verhoudt de uitspraak van het Hof zich tot de internationale auteursrechtverdragen?
Lees verder voor de locatie en dagindeling
Beroep m.b.t. beeldmerk van '3D' en '3D's' afgewezen
Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16257; IEFBE 1933; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO) Merkenrecht. Afwijzing van het beroep omtrent beeldmerk voor graanproducten met woordelement 3D. Het ging om een beroep door de aanvrager van het beeldmerk met het woordelement “3D” voor waren in klasse 30 tegen de toegewezen oppositie door de houder van het beeldmerk met het woordelement “3D’s” ook ingeschreven voor waren in klasse 30. Het beroep wordt afgewezen en het gaat in deze zaak om verwarringsgevaar. De waren stemmen volgens het GEU minder dan gemiddeld overeen. De snacks hebben niet hetzelfde doel en niet dezelfde productiewijze. Verder is er geen spraken van concurrentie. Beide elementen bevatten ‘3D’ en stemmen daarom visueel overeen. Daarnaast stemmen de merken ook fonetisch overeen, ondanks de kleine verschillen. Verder staan beide merken voor driedimensionaliteit.
Vraag aan HvJ EU: Impliceert de exceptie van onbevoegdheid van de nationale rechter een aanvaarding van de rechtsonbevoegdheid?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ 5 april 2016, C-433/16; IEF 16256; IEFbe 1932 (Bayerische Motoren Werke) Octrooirecht. Gemeenschapsmodel. Inbreuk. Acacia heeft verzoekster gedagvaard ter verkrijging van een uitspraak tot vaststelling van niet-inbreuk op gemeenschapsmodellen van allooivelgen voor autobanden, in eigendom of onder octrooi van verzoekster. Zij vordert dat vragen aan het HvJEU worden gesteld voor wat betreft de bevoegdheid van de ITA rechter. Verzoekster heeft (onder meer) de onbevoegdheid van de ITA rechter als exceptie opgeworpen, die beide de DUI rechtbanken als bevoegd aanwijzen. Voor wat betreft het verwijt van misbruik van machtspositie stelt zij dat ‘de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ niet dezelfde is en niet dezelfde kan zijn als die waar de uiteindelijke economische schade aan het vermogen van de beweerde schadelijder zich heeft voorgedaan, aangezien aldus het forum van artikel 5, lid 3, van de Vo. Brussel I zou samenvallen met het forum actoris, hetgeen in strijd is met het algemeen criterium van de woonplaats van verweerder. Zij wijst op het feit dat verweerster geen enkele vordering tot schadevergoeding tegen haar heeft ingediend zodat de plaats van de schade zich niet in ITA kan bevinden.
Ingezonden door: Kirian Claeyé, Altius Advocaten
Kirian Claeyé - Rechtsplegingsvergoeding in IE-zaken : gaat het dak eraf?
Deze bijdrage licht de gevolgen toe van een spraakmakend arrest van het Hof van Justitie over de Belgische rechtsplegingsvergoeding (“RPV”). Volgens het Hof is dergelijk forfaitair stelsel met maximumbedragen in IE-zaken alleen toelaatbaar als het waarborgt dat de verliezende partij “minstens een significant en passend deel van de redelijke kosten” van de winnende partij draagt. De bijdrage diept een eerdere publicatie in samenwerking met DE JAEGER in De Juristenkrant van 16 september 2016 (nr. 333, pp. 1 en 3) verder uit, en sluit aan bij de waarschuwing van VISSER op (de Nederlandse tegenhanger van) dit forum.
De conclusie van deze bijdrage luidt dat (i) het Belgisch RPV-stelsel die waarborg niet biedt, (ii) de Belgische wetgever dit stelsel nu dient aan te passen zonder dat de slinger doorslaat in de andere richting, en (iii) de gevorderde kosten boven de maximale RPV in de tussentijd alleen kunnen worden bekomen van de overheid op grond van haar overheidsaansprakelijkheid.
Auteursrechtdebat: Rita Zipora - Voorstel Europese Commissie over hervormingen in het auteursrecht: erkenning voor de maker maar nog vrijblijvend
Door Rita Zipora, CvAPop (afgeronde Master) zangeres/moderator/presentator
Afgelopen zomer was ik te gast op het IE Zomer Forum in Amsterdam. Ik ben muzikant en songwriter, en heb daarnaast mijn masterstudie aan het Conservatorium van Amsterdam afgerond met een scriptie over auteursrecht in het digitale domein.
Op het forum discussieerden we onder andere over de Transfer of Value: de waarde die content zoals muziek en film oplevert komt niet terecht bij de makers en rechthebbenden, maar bij de platforms waar die content wordt geüpload door gebruikers. In het gevecht om deze waarde staan de groepen lijnrecht tegenover elkaar. Aan de ene kant de makers en rechthebbenden die proberen – soms met enige moeite – één lijn te vormen, vertegenwoordigt door hun CBO. Aan de andere kant de tech-bedrijven die, in sommige gevallen een revolutionaire dienst hebben opgezet, maar vooral ook een lucratieve business zijn begonnen (wat hun goed recht is, natuurlijk..)
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Stijn Wijnker, Kennedy Van der Laan.
Inbreuk bij handel in namaakproducten
Vzr. Rechtbank Den Haag 19 september 2016, IEF 16253; (Tommy Hilfiger en Calvin Klein tegen Soob Management) Merkenrecht. D.m.v. een onderzoek naar namaakproducten en testaankopen blijkt dat Soob Management handel drijft in namaakproducten. Ook uit de inkoopfacturen volgt dat Soob Management op zeer grote schaal handel drijft. Ook worden er n.a.v. een inspectie foto’s ontvangen van de namaak goederen bij Soob Management. Door zonder toestemming van eiseressen goederen en verpakkingen waarop de merken van eiseressen zijn aangebracht in de EER in handel te brengen, daartoe in voorraad te hebben, te verkopen en uit te leveren, wordt inbreuk gepleegd op de merkrechten van eiseressen zoals bedoeld in art. 9 lid 2 sub a Uniemerkenverordening en art. 2.20 lid 1 sub a BVIE. Eiseressen vorderen terecht een gebod op staking van de verdere inbreuk, versterkt met een dwangsom.