Als afkorting gebruikelijk
Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 28 april 2006, LJN: AW5676. Assutel B.V tegen Yoron B.V, Lancyr Oeben Holla B.V. En Adrijenski B.V.,
Eind 2005 is Assutel ter kennis gekomen dat Yoron c.s. in een advertentie in het Verzekeringsblad en op de VerzekeringsBranchedag internetapplicaties voor de intermediairbranche hebben aangeboden onder de aanduiding 'ASSU'. Assutel is sinds 1954 actief in de verzekeringsbranche en is zich in 1982 hoofdzakelijk gaan bezig houden met het ontwikkelen, vervaardigen en commercialiseren van softwareprogramma's.
Ondanks de sommatie zijdens de merkengemachtigde van Assutel, mevrouw mr. A. Verkuijl, bij brief van 30 van november 2005 hebben Yoron c.s. nagelaten om ieder gebruik van de door Assutel geregistreerde merken "ASSU" en "ASSUTEL" te staken.
Als meest verstrekkende verweer hebben Yoron c.s. aangevoerd dat Assutel in het onderhavige geval niet voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt, nu de door Assutel geregistreerde merken "ASSU", "ASSUTEL" en "ASSUWEB" louter beschrijvend van aard zijn en daardoor elk onderscheidend vermogen missen.
Anders dan Yoron c.s. stellen is de rechter echter voorshands van oordeel dat voormelde merken niet louter beschrijvend zijn voor de waren waarvoor inschrijving is gevraagd, zodat dit verweer faalt. Niettemin kunnen de merken als 'zwakke merken' worden aangemerkt, waarvan het onderscheidend vermogen navenant beperkt is.
Daartoe overweegt de rechter dat uit de door Yoron c.s. ter adstructie van hun betoog overgelegde producties kan worden afgeleid dat het teken "assu" in de assurantiebranche (als afkorting van assurantiën) gebruikelijk is en veelvuldig wordt gebruikt ter aanduiding van assurantiegerelateerde waren en diensten en derhalve door het publiek waarvoor de waren bestemd zijn, ook als zodanig zal worden opgevat.
Het voorgaande geldt, weliswaar in enigszins beperkte mate, ook voor de geregistreerde merken "ASSUTEL en "ASSUWEB", nu het teken "assu" daarvan een bestanddeel vormt.
In het onderhavige geval gaat het om de vraag of er zodanige gelijkenis bestaat tussen de woordmerken: ASSU, ASSUTEL en ASSUWEB enerzijds en de tekens: ASSU Website, ASSU Branche, ASSU Downloads, ASSU Kennisbank, ASSU Offertedesk, ASSU Office, ASSU Plugins en ASSU Shop, anderzijds, dat het gebruik van deze tekens bij de gemiddelde consument gevaar voor verwarring met de merken ASSU, ASSUTEL en ASSUWEB kan doen ontstaan. Daarbij is de totaalindruk die door het merk en het teken bij de gemiddelde consument wordt opgeroepen van belang.
In het licht van het voorgaande is de rechter van oordeel dat, gelet op het feit dat Yoron c.s. de aanduiding "ASSU" uitsluitend in combinatie met andere tekens gebruikt, welke woordcombinaties (in auditieve, begripsmatige en visuele zin) dermate sterk afwijken van de merken "ASSU" en "ASSUTEL", dat hierdoor geen directe of indirecte verwarring is te duchten bij het in aanmerking komend publiek.
Evenmin behoeft te worden gevreesd dat bij iemand die met het teken ASSU Website wordt geconfronteerd een associatie zal worden gewekt met het merk ASSUWEB. Immers, de beschermingsomvang van het merk is, zoals hiervoor reeds is overwogen, door zijn geringe onderscheidende vermogen beperkt, terwijl het teken, in tegenstelling tot het merk WEBSITE bovendien bestaat uit twee afzonderlijke woorden, en het woord website niet geheel in hoofdletters is geschreven.
Ook een beroep op artikel 13 A lid 1 sub c en d kan Assutel niet baten, enerzijds omdat van een overeenstemmend teken in de zin van deze artikelen geen sprake is en anderzijds omdat niet aannemelijk is geworden dat door het gebruik ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidende vermogen.
Op grond hiervan is de beweerdelijke inbreuk in de zin van artikel 13 A lid 1 sub b, c en d BMW niet genoegzaam aannemelijk geworden.
Lees het vonnis hier.
Schamel
Inbreuknieuws uit Kampen. De Stentor bericht dat drie geschiedschrijvers van Kampen de Stichting Stadsherstel Kampen verwijten dat zij voor een rapport over de Kartuizer kluis op de Sonnenberg op willekeurige wijze gebruik hebben gemaakt van bronmateriaal.
De onderzoekers baseerden hun conclusie onder meer op een hoofdstuk uit het boek ‘Omarmd door IJssel en Zwartewater, zeven eeuwen Mastenbroek’, een uitgave van de IJsselakademie uit 1995. De schrijvers betreuren het dat ze niet bij het onderzoek zijn betrokken.
“Naast schending van auteursrecht, verwijt men de stichting op willekeurige wijze gebruik te hebben gemaakt van hun bijdrage. De schrijvers verzoeken de gemeente zorgvuldig om te gaan met het ‘toch al schamele erfgoed van de Kartuizers."
Lees het artikel hier.
Gehakt van het dossier
Nog meer voetbalshirtnieuws. Prachtig bericht in de Tubantia: “ Door geblunder met data in processen-verbaal zijn gisteren drie verdachte handelaren in valse voetbalshirts vrijgesproken. Politierechter P. Derks voelde wel aan dat het trio ‘neppers’ aanbood, met 1500 procent winst, maar kapittelde politie en Justitie scherp.
(…) Aanklager K. de Valk blaast hoog van de toren. Hij weet dat nepshirts ‘scoren’ als een gek. ‘FC Twente loopt zo een hoop geld mis.’ Volgens hem wilden de R.’s en H. ‘snel veel geld’ maken. FC Twente zou imagoschade door de nephandel lijden. Dat de verdachten niet wisten dat hun nering illegaal was? Daar gelooft de officier van justitie niets van. ‘Elke Nederlander kan het weten.’
H.’s advocate F. Landerloo maakt gehakt van het dossier. (…) Rechter Derks is het met haar eens. Hij spreekt de drie vrij. ‘Niet omdat ik niet onder mijn klompen aanvoel dat u ‘neppers’ verkocht. Maar als het om grote belangen gaat, moet Justitie een zorgvuldig proces-verbaal maken, waarin de data kloppen. Hier klopt het hele proces-verbaal niet.'''
Lees het volledige artikel hier.
Badge of honour
Het Noord-Hollands Dagblad bericht dat zowel AZ als AZ-supporters dit seizoen allebei een retroshirt van voorloper Alkmaar '54 op de markt hebben gebracht. “Het gemeenschappelijke idee heeft beide partijen lijnrecht tegenover elkaar gebracht. AZ eist dat de fans de verkoop staken. De fans voelen zich door de 'eigen club' in hun hemd gezet.”
Twee supporters hebben vijfhonderd replica's van 'hoge kwaliteit' laten maken. AZ meent dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht op het door AZ verkochte Alkmaar '54-shirt Omdat de verkoop niet is gestaakt, heeft AZ de zaak in handen gegeven van de Stichting Namaakbestrijding. ''Vervelend dat dát moet'', zegt AZ-juriste Sandra Kool. ,,Maar we staan lijnrecht tegenover elkaar. Wij hoeven echt niet financieel gecompenseerd te worden, eisen geen schadevergoeding of boetes. We willen alleen die shirts uit de handel. Maar de illegale verkoop gaat op internet gewoon door.''
De supporters betwisten dat zij het auteursrecht schenden. ,,We hebben een eigen logo op het shirt laten zetten'', zegt Van Berkel. ,,Omdat er in de geschiedenis van Alkmaar '54 diverse logo's zijn gebruikt.”
Lees hier meer. Eerder voetbalclublogoconflict hier.
Dwanglicenties
The European Commission today welcomes the adoption by the European Council of a regulation allowing companies to produce copies of patented medicines under license for export to “countries in need” without sufficient capacity to produce them.
The regulation implements within the EU the necessary conditions to meet a WTO Agreement of December 2005, under which national authorities can grant compulsory licences for such production if certain conditions are fulfilled. Lees hier meer.
Strijdgewoel
Brussels, 26 April 2006. Commission proposes criminal law provisions to combat intellectual property offences. The Commission has today adopted a proposal for a directive to combat intellectual property offences that amends the proposal approved by it on 12 July 2005.
It is thus responding to the Court ruling of 13 September 2005 in Case C-176/03, according to which the criminal law provisions necessary for the effective implementation of Community law are a matter for Community law.
Accordingly, the proposal for a Council framework decision to strengthen the criminal law framework to combat intellectual property offences has been withdrawn and its provisions incorporated into the amended proposal for a directive.
Lees hier meer.
Incidentje
Rechtbank ’s-Gravenhage 26 april 2006, HA ZA 05-2391, S.i.s.v.e.l. tegen KLM en Creative Labs;
Sisvel beheert de Europese rechten met betrekking tot de MP3 octrooien van onder meer Philips. De douane heeft een aantal MP3 spelers van Creative tegengehouden en ze zijn vervolgens door Sisvel beslagen. Creative werpt een bevoegdheidsincident op. De Haagse rechter verzucht:
“Zoals deze rechtbank al bij herhaling heeft beslist (onder meer bij vonnissen van 5 februari 2003 (inzake Philips/Furness c.s.) en 31 augustus 2005 (inzake Anchiotech/Sahajanand) komt het voor het bepalen van de bevoegdheid aan op de stellingen die de eisende partij aan haar vordering ten grondslag legt. Nu Sisvel heeft gesteld dat Creative c.s. onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en/of zich schuldig hebben gemaakt aan octrooi-inbreuk, is de rechtbank bevoegd van de vordering van Sisvel kennis te nemen. Die bevoegdheid berust voor zover het gedaagden sub 2 en 3 betreft op artikel 5 lid 3 van de EEX-verordening en voor wat betreft gedaagde sub 4 op artikel 6, aanhef en onder d van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.”
Opvallend is dat Sisvel op grond van artikel 16 Antipiraterij Verordening een verbod vordert.
“om ten aanzien van MP3 spelers die met het oog op de rechten van Philips c.s. moeten worden aangemerkt als "goederen die inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht" als bedoeld in artikel 2 lid 1 van Verordening EG 1383/2003, in Nederland de volgende handelingen te verrichten: in het douanegebied van de Gemeenschap binnen te brengen, of dergelijke goederen in het vrije verkeer te brengen, buiten het douanegebied van de Gemeenschap te brengen, (weer) uit te voeren, of die onder een schorsingsregeling te plaatsen dan wel in een vrije zone of in een vrij entrepot op te slaan, dan wel een of meer van de betreffende handelingen te doen uitvoeren, of daarbij overigens betrokken te zijn;”
Artikel 16 APV leest:
‘Goederen waarvan na afloop van de in artikel 9 bedoelde procedure is vastgesteld dat zij inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten, mogen niet:
- in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht,
- in het vrije verkeer worden gebracht,
- buiten het douanegebied van de Gemeenschap worden gebracht,
- uitgevoerd worden,
- wederuitgevoerd worden,
- onder een schorsingsregeling worden geplaatst, of
- in een vrije zone of een vrij entrepot worden opgeslagen.’
Dit roept een aantal vragen op:
Kent artikel 16 een vorderingsrecht toe aan de rechthebbende, of bevat het een instructie geeft aan de douane-autoriteiten? Kun je als aangever van de goederen artikel 16 APV ‘schenden’?
Strekt artikel 16 verder dan de specifieke door de douane tegengehouden partij goederen? Kan Sisvel op grond van artikel 16 APV een verbod krijgen op toekomstige transporten van hetzelfde product?
Wie het weet, mag het zeggen.
Lees het vonnis hier.
Wandelroutes
Na de eerder stopgezette “Borstato-tour” in Alkmaar (eerder bericht hier), is het nu de beurt aan de VVV Zuid-Limburg: de Toon Hermanswandeling is niet meer.
Na het overlijden van Hermans ontwikkelde de VVV een toeristische route langs ‘alle plaatsen waar Toon Hermans zijn sporen heeft achter gelaten’. Tot zover niets aan de hand. Tot er aan de wandelroute een Toon Hermansarrangement werd gekoppeld. De advocaat van Hermans BV liet direct weten bezwaar te hebben tegen het gebruik van de naam en het portret van Hermans voor het arrangement. Het arrangement én de wandelingen werden direct stopgezet. Of de activiteiten worden voortgezet onder een nieuwe naam is niet bekend. Misschien de "Wat-ruist-er-door-het-struikgewas-wandeling"? (Bron: De Volkskrant, 27 april 2006)
Lintjesregen
Vandaag bij de post, de Nieuwe Dikke Legal 500. Tip voor starters: Doe verschrikkelijk hard je best, maar laat ook je kantoornaam beginnen met een A, of desnoods met een B.
Intellectual property Netherlands. The Chambers Legal 500 Series Recommend (Firms are listed in groups in order of priority, and alphabetically within groups):
-----------
BRINKHOF
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
FRESHFIELDS BRUCKHAUS DERINGER
HOWREY LLP
KLOS MOREL VOS & SCHAAP
LOVELLS
-----------
Simmons & Simmons
-----------
Allen & Overy LLP
Baker & McKenzie
BarentsKrans
Bird & Bird
CMS Derks Star Busmann
Clifford Chance
Kennedy Van Der Laan
NautaDutilh
Steinhauser Hoogenraad, Advocaten
-----------
AKD Prinsen Van Wijmen N.V.
Arnold + Siedsma, Attorneys at Law and Patent Attorneys
Boekel De Nerée
Bousie Advocaten
Buren van Velzen Guelen
DLA SchutGrosheide
De Jonge Peters Remmelink
Greenberg Traurig LLP
Höcker Rueb Doeleman Advocaten
Hoens & Souren Advocaten
Holland van Gijzen
Houthoff Buruma
Kneppelhout & Korthals
Loyens & Loeff
Oosterbaan & Van Eeghen
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn NV
Ploum Lodder Princen
Ribbert Van der Kroft Advocaten
Stibbe
Van Benthem & Keulen
Van Doorne
Firms are listed in groups in order of priority, and alphabetically within groups.
The Legal 500 Series comments:
Since its inception at the beginning of 2005, Brinkhof has made a considerable impact on the Dutch IP market and has already built up a formidable portfolio of clients including Apple, Canon, Unilever and Novartis. The group has a focus on patent disputes and life sciences, and includes some leading individuals in these fields including former Hague Appeal Court vice-president Jan Brinkhof, US-trained litigator Richard Ebbink and Arnold Versteeg. The firm successfully defended the supermarket chain, Albert Heijn, against high-profile trade mark infringement allegations by Unilever.
In an area of law which has experienced a significant degree of lateral movement, De Brauw Blackstone Westbroek's IP team has remained remarkably stable. Constant van Nispen has 'excellent procedural knowledge and vast experience' and is part of a highly regarded patent litigation team that includes Simon Dack and Jan Pieter Hustinx, both of whom were recently promoted to partner. The firm recently acted for Johnson & Johnson in both its EPO patent litigation and its patent dispute with Schneider. A strong copyright practice is involved in a number of Supreme Court hearings including representing Endemol in a dispute with Bob Geldof's Castaway. Tobias Cohen Jehoram is recommended for trade mark advice.
Freshfields Bruckhaus Deringer's IP group offers contentions and non-contentious expertise across a range of patent, trade mark and copyright issues. The group has reported growth in marketing and trade mark-related litigation. Recent highlights include advising Quicksilver in global trade mark infringement proceedings and Casema in a comparative advertising dispute with rival cable company, KPN. The team has further broadened its scope with the recent launch of a trade mark portfolio management practice. A strong patents practice benefits from close working arrangements with the London and Dusseldorf offices, and frequently coordinates international patent proceedings. Peter Hendrick is a well-known patent litigator.
The Amsterdam office of US-based IP firm, Howrey LLP continues to flourish. William Hyung heads the four-partner team that has a strong patent focus. Hyung himself has been involved in several landmark cases and is litigation counsel to several national and multinational pharmaceutical and biotech companies. The firm often works in close collaboration with its US office in multi-jurisdictional litigation.
Klos Morel Vos & Schaap has quickly established a reputation in the market as a soft IP practice of the highest order. Name partner Sven Klos receives plaudits from his peers.
Lovells has a strong pharmaceutical practice and is currently instructed by Merck in relation to a patent infringement case against generic drug manufacturer, TEVA. Klaas Bisschop is representing Philips in a comparative advertising dispute with Dyson, concerning vacuum cleaners. Bert Oosting is highly recommended.
Simmons & Simmons has a more rounded practice following the recent recruitment of trade mark and advertising partner, Willem Leppink. Leppink is instructed by Harley-Davidson on trade mark infringement issues and is advising Wilkinson Sword in its comparative advertising litigation with Gillette. Severin de Wit has an excellent reputation for patent litigation and is frequently involved in disputes with an international dimension. The team works closely with the firm's customs department, to offer clients an invaluable pan-European border-detention service.
Allen & Overy LLP has been involved in high-profile comparative advertising disputes on behalf of KPN, UPC and ANWB. Department head Paul Reeskamp has a contentious focus across a broad range of IP matters including patents and trade marks.
Baker & McKenzie is executing notable anti-counterfeiting operations for two major IT companies. Department head Alexander Odle is 'very hands on and reacts extremely quickly', say clients. Odle is ably assisted by Reina Weening, who offers expertise in trade mark litigation and copyright, design rights and comparative advertising. Weening also heads the burgeoning patents practice.
BarentsKrans has a focus on patent litigation, increasingly with an international flavour. Marleen van den Horst has a strong reputation for patent and regulatory work in the pharmeucitical industry.
At Bird & Bird, Wouter Pors heads an IP team, that in unison with its European network, specialises in providing multi-jurisdictional contentious advice, particularly in relation to trade mark and patent disputes. Clients include Honeywell, Richemont and Hoffman-La Roche.
Headed by Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann's IP team has a focus on trade mark and patent litigation in the pharmaceutical field. Janneke Craaikamp has a strong life sciences practice.
Jeroen Ouwehand heads a team at Clifford Chance that has a soft IP focus. Recent highlights include advising Endemol Internaional in relation to multi-jurisdictional litigation over IP infringements of the Big Brother format. Clients include Tele2, AOL and eBay.
The 'responsive and pragmatic' Kennedy Van Der Laan offers extensive IP knowledge to an impressive range of clients that includes Heinz, Yahoo! and Microsoft. Alfred Meijboom garners respect from clients in particular for his contentious IP and brand protection/anti-counterfeiting work.
NautaDutilh's Charles Gielen has an excellent reputation as a trade mark litigator. Gielen recently succesfully represented DuPont de Nemours in the highly-publicised TEFLON case.
IP boutique Steinhauser Hoogenraad, Advocaten has a focus on advertising.
At AKD Prinsen Van Wijmen N.V. department head, Ernst Jan-Louwers is representing Texas Instruments in an anti-counterfeit case.
Aided by its international network, DLA SchutGrosheide has been involved in a number of anti-counterfeiting matters, including advising the Lance Armstrong Foundation with regard to counterfeit wristbands, LIVESTRONG. The firm also successfully obtained an injunction on behalf of KPN in its comparative advertising dispute with Vodafone.
Greenberg Traurig LLP's Annette Mak has a burgeoning reputation and has been involved in a number of trade mark disputes for multinational clients.
Kneppelhout & Korthals' Kees Capel has a focus in patent law, particularly in the fields of food, beverages and agriculture.
Lees hier alles nog een keer.
Woord tegen woord
Rechtbank Almelo, 25 april 2006, LJN AW 3871, Eiser tegen Gedaagde.
Eisers zijn van mening dat gedaagde inbreuk maakt op het door hen ontworpen logo, huisstijl, menu- en wijnkaart, kleding en website.
Eisers stellen dat gedaagde hen in 2004 benaderd heeft met het plan om het cafe dat door de vennootschap van gedaagde geexploiteerd wordt samen over te nemen en te exploiteren. Eisers stellen dat zij een bedrijfsplan hebben opgesteld voor overname van het cafe. Gedaagde is bestuurder en enig aandeelhouder van de vennootschap en hij heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met het plan. Op initiatief van gedaagde is besloten dat gedaagde het cafe in eerste instantie alleen zou overnemen.
Uit het handelsregister leidt de rechter af dat de exploitatie van het cafe formeel plaats vindt binnen de vennootschap. De vordering had aldus moeten worden ingesteld tegen de vennootschap, en niet tegen gedaagde.
Ten overvloede overweegt de rechter dat "Eisers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat partijen enige vorm van samenwerking zijn overeengekomen met betrekking tot de exploitatie van het café, al dan niet in de vorm van een vennootschap onder firma. Gedaagde heeft deze stelling gemotiveerd betwist en uit de overgelegde stukken blijkt dit voorshands onvoldoende. Dat er in de diverse dagbladen artikelen zijn verschenen over een samenwerking van partijen maakt dit oordeel niet anders. Deze artikelen hebben in deze procedure voor het bestaan van enige samenwerking in welke vorm dan ook geen enkele betekenis."
"Van auteursrechten op de huisstijl, de menukaarten, de website en het concept van het café is voorshands evenmin gebleken. Gedaagde heeft ook deze stelling gemotiveerd betwist en eisers hebben hun stellingen hierover niet dan wel onvoldoende met bescheiden onderbouwd. Het is het woord van eisers tegenover dat van gedaagde."
Lees het vonnis hier