IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 5959

Stirred up a hornet’s nest

“The European Parliament on Thursday urged governments not to authorise shut-off of internet access in cases of suspected copyright piracy. The subject of the vote, an own-initiative report on promoting European cultural industries by French Socialist Parliament Member (MEP) Guy Bono, has stirred up a hornet’s nest of debate over the liability of internet service providers for online infringement.”

Lees hier meer (IP Watch).

IEF 5958

Werk in uitvoering

Kamerstukken II, 21501-30, nr. 179. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 februari 2008

"Andere voorstellen zijn nu in behandeling waaronder het lead markets initiatief en de Europese octrooistrategie"

Lees het verslag hier

IEF 5957

De systematiek van de Innovatievouchers

Kamerstukken II, 31200 XIII, nr. 50. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008; Brief minister over evaluatierapport Innovatievouchers 

"In maart wordt de subsidieregeling Innovatievouchers 2008 gepubliceerd. Met deze regeling is invulling gegeven aan de afspraken uit het Regeerakkoord om tot een bredere inzetbaarheid van de Innovatievoucher te komen. Zo kan de voucher aangevraagd worden door de gehele landbouwsector. Ook wordt de voucher inzetbaar bij het aanvragen van een octrooi. Hiermee wordt gevolg gegeven aan de motie-Aptroot/Gesthuizen (30 975 R 1821, nr. 9) bij behandeling van de Rijksoctrooiwet. EZ zal bezien of de systematiek van de Innovatievouchers in navolging van de verbreding naar octrooien verder kan worden verbreed naar andere thema’s. Voor veel thema’s kan de voucher in de huidige regeling al aangewend worden. Zo kan binnen de bestaande regeling de voucher bijvoorbeeld aangewend worden voor sociale innovatie, duurzaamheid en ICT."

Lees het kamerstuk hier

IEF 5956

zou Nederland zich niet eens kunnen inzetten voor een Europees octrooi?

Handelingen, nr. 64, pag. 4589-4612. Debat over het verslag van de Europese Top (21501-20)

"De heer Ten Broeke (VVD): Dat is een prachtige tekst van de premier en het was een prima voorzet van mevrouw Jonker. Ik ben in het verleden al eens ingegaan op deze vijfde vrijheid, de vrijheid van kennis. Ik heb een simpele vraag: zou Nederland zich niet eens kunnen inzetten voor een Europees octrooi?

Minister Balkenende: Het octrooi is een buitengewoon belangrijk onderwerp en wij hebben het er vaak over gehad. Ik zie ook de problemen; u weet hoe die zaken in het verleden aan de orde zijn geweest. Het lijkt mij het beste dat de staatssecretaris ingaat op de recente stand van zaken, maar het octrooi is ontzettend belangrijk. Wij weten ook welke problemen er in het verleden zijn geweest over hoe je dat met elkaar kunt realiseren.

Staatssecretaris Timmermans: De heer Ten Broeke heeft nog een vraag gesteld over het Europees octrooi. Uiteraard blijft het Europees octrooi een topprioriteit voor de Nederlandse regering. Er is nu met heel kleine stappen – het is bijna een processie van Echternach – wat vooruitgang. Het probleem van het talenregime is nog steeds niet opgelost, maar u kunt ervan verzekerd zijn dat de Nederlandse regering ervan doordrongen is hoe belangrijk dit is voor het internationaal opererende Nederlandse bedrijfsleven. Zeker waar men wil inzetten op meer innovatie en meer hi-tech, is een goed Europees octrooi zeker nodig."

Lees de handelingen hier

IEF 5955

Arrest & Perscommunique nr. 24/08, 10 april 2008

Persbericht en arrest van het Hof van Justitie in zaak C-102/07, Adidas AG e.a. / Marca Mode CV e.a.

Het algemeen belang om bepaalde tekens voor allen beschikbaar te houden, vormt als zodanig geen beperking van het uitsluitend recht van de houder van een merk. De merkhouder kan derden evenwel niet verbieden om gebruik te maken van beschrijvende aanduidingen, voor zover dat gebruik eerlijk is.

Adidas AG is houdster van beeldmerken die bestaan uit drie verticaal en parallel lopende strepen van gelijke breedte die zijn aangebracht op de zijkant van sport- en vrijetijdskleding en zijn uitgevoerd in een met de basiskleur van het kledingstuk contrasterende kleur. Adidas Benelux BV is exclusief licentieneemster van adidas AG voor de Benelux.

Marca Mode, C&A, H&M en Vendex zijn concurrerende ondernemingen die eveneens sportkleding verkopen, die is voorzien van twee parallel lopende strepen in een met de basiskleur van de kleding contrasterende kleur.

Adidas heeft een procedure aangespannen bij de rechter in Nederland en betoogd dat zij het recht heeft om iedere derde te verbieden gebruik te maken van een gelijk of overeenstemmend teken waardoor verwarring zou kunnen ontstaan. Marca Mode e.a. stellen daarentegen dat het hun vrijstaat om twee strepen als versiering op sport- en vrijetijdskleding te gebruiken. Zij beroepen zich op de vrijhoudingsbehoefte (strepen en eenvoudige streepmotieven zijn tekens die voor allen beschikbaar moeten blijven) om zonder de toestemming van adidas het tweestrepenmotief te gebruiken.

De Hoge Raad der Nederlanden, waar de zaak uiteindelijk is beland, vraagt zich af wat de beschermingsomvang van het betrokken merk is. Hij wil van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen weten of de vrijhoudingsbehoefte een beoordelingscriterium is om de omvang van het uitsluitende recht van de merkhouder af te bakenen.

In zijn arrest van vandaag stelt het Hof om te beginnen vast dat de behoefte aan vrijhouding van bepaalde tekens geen van de relevante omstandigheden is waarmee rekening wordt gehouden om te beoordelen of er sprake is van een verwarringsgevaar. Het antwoord op de vraag of een dergelijk gevaar bestaat, moet namelijk worden gebaseerd op de perceptie door het publiek van de waren waarop het merk van de merkhouder betrekking heeft en van de waren waarop het door de derde gebruikte teken betrekking heeft. De nationale rechter moet nagaan of de gemiddelde consument zich kan vergissen over de herkomst van sport- en vrijetijdskleding die is voorzien van streepmotieven die op dezelfde plaatsen zijn aangebracht en dezelfde kenmerken vertonen als het streepmotief van adidas, met het enige verschil dat zij uit twee en niet uit drie strepen bestaan.

Vervolgens staat het Hof stil bij de specifieke bescherming die bekende merken genieten. Het merkt op dat voor die bescherming niet het bestaan van een gevaar voor verwarring tussen het teken en het merk is vereist. Het volstaat reeds dat het betrokken publiek een verband daartussen legt. Aangezien de vrijhoudingsbehoefte losstaat zowel van de beoordeling van de mate van overeenstemming tussen het bekende merk en het door de derde gebruikte teken als van het verband dat het betrokken publiek tussen dat merk en dat teken zou kunnen leggen, is zij geen relevante factor om na te gaan of door het gebruik van het teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit de reputatie van het merk.

Ten slotte preciseert het Hof dat, ook al mag de houder van een merk derden niet verbieden om eerlijk gebruik te maken van beschrijvende aanduidingen, de vrijhoudingsbehoefte hoe dan ook geen autonome beperking vormt van de aan het merk verbonden rechtsgevolgen. Een derde kan zich alleen op de in de merkenrichtlijn neergelegde beperkingen van de aan een merk verbonden rechtsgevolgen beroepen en zich alleen op de vrijhoudingsbehoefte baseren, wanneer de door hem gebruikte aanduiding verband houdt met een van de kenmerken van de waar. Het zuiver decoratieve karakter van het tweestrepenteken, waarop de betrokken ondernemingen zich beroepen, geeft geen enkele aanduiding inzake een van de kenmerken van de waar.

Lees het persbericht hier. Lees het arrest hier.

IEF 5954

Foutje

Kamervragen met antwoord, nr. 1862. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Justitie en van Economische Zaken over de folder van Digibewust. (Ingezonden 28 februari 2008); Antwoord

"Vraag: Wat is uw reactie op de folder van Digibewust «Gezinsboekje bedwing het web!», waar file sharing wordt ontmoedigd en gesteld wordt dat downloaden in Nederland illegaal is?

Antwoord: De folder behandelt een breed scala aan onderwerpen gericht op het vergroten van veilig gebruik van internet. De folder is informatief en daarmee nuttig voor de doelgroep. Helaas staat er op pagina 33 een fout, waar het de suggestie betreft dat downloaden in Nederland illegaal is. Het gaat hier om de zinsnede: «onthoud dat het downloaden van muziek en films vanaf het internet meestal illegaal is, tenzij je gebruik maakt van een legale site». In de Nederlandse wetgeving is alleen het uploaden van werken illegaal, indien daar auteurs- en/of naburige rechten op rusten én de rechthebbende daar geen toestemming voor heeft gegeven. Digibewust heeft toegegeven dat er een fout is gemaakt en zal deze fout herstellen."

Lees alle antwoorden hier

IEF 5953

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Rotterdam, 8 april 2008, LJN: BC9129, Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten B.V. c.s. tegen de Stichting Medisch Centrum Rijnmond-Zuid

“4.4. (…) Hoewel op dit moment MCRZ de litigieuze naam “Ziekenhuis Rotterdam” vrijwel niet gebruikt, zal de voorzieningenrechter er, met partijen, vanuit gaan dat zij, zodra zij daarvoor klaar is (later dit jaar), deze naam op zodanige wijze zal voeren dat dit is aan te merken als handelsnaam-gebruik.

4.4.4 (…)Bij ingebruikneming van de handelsnaam Ziekenhuis Rotterdam zal dus zowel direct, het ene ziekenhuis wordt ten onrechte voor het andere ziekenhuis gehouden, als indirect, er wordt een niet bestaand verband tussen de ziekenhuizen verondersteld, verwarringsgevaar te duchten zijn bij een relevant deel van het publiek. Dat betekent dat het MCRZ verboden zal worden de handelsnaam Ziekenhuis Rotterdam te voeren. Hierbij is meegewogen dat verwarring tussen ziekenhuizen verstrekkender gevolgen met zich mee kan brengen dan verwarring tussen andersoortige ondernemingen.”

Lees het vonnis hier.  

Vzr. Rechtbank Zwolle, 1 oktober 2007, LJN: BC6178, Eiser, h.o.d.n. Striptease Service Nederland tegen Gedaagde , h.o.d.n. Striptease Nederland, voorheen h.o.d.n. Stripteez

4.7.  (…) De voorzieningenrechter is van oordeel dat de naam “Striptease Service Nederland”, naar haar bestanddelen bezien, te weinig onderscheidend vermogen heeft om als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet aangemerkt te kunnen worden, nu deze is samengesteld uit woorden die in het normale taalgebruik gangbaar zijn en als zuiver beschrijvend dienen te worden aangemerkt. Het woord “Striptease” is een algemeen gangbaar (van oorsprong Engels) woord dat volgens het groot woordenboek der Nederlandse taal Van Dale de volgende betekenis heeft: “voorstelling waarin een dame (of heer) zich met muzikale begeleiding langzaamaan uitkleedt”.

Het gebruik van het woord “Striptease” is essentieel voor het beschrijven van de door beide partijen aangeboden, identieke diensten. Het dient ondernemingen die diensten op het gebied van striptease aanbieden vrij te staan zich te bedienen van het woord “striptease”. Zij hebben een groot belang dat woord, dat immers de kern van hun diensten aanduidt, te mogen gebruiken. Het woord “Service” is een algemeen gangbaar woord dat wijst op het dienstverlenend karakter van de onderneming en is als zodanig ook niet te beschermen in de zin van de Handelsnaamwet. Het woord “Nederland” tenslotte dient om het gebied aan te geven waarbinnen de bedrijfsactiviteiten van de onderneming zich uitstrekken en is evenmin voor bescherming vatbaar.”

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank Leeuwarden, 2 april 3008, LJN: BC9160, X , h.o.d.n. 'Tooldiscounter' tegen A, o.a. h.o.d.n. 'Tooldiscount' e/o 'ISR Tooldiscount',

“A heeft ter zitting erkend dat het hiervoor omschreven verwarringsgevaar bestaat en dat hij meelift met de bekendheid van de oudere handelsnaam 'Tooldiscounter', en heeft tevens verklaard bereid te zijn om het gebruik van de handelsnaam '(ISR) Tooldiscount' en de daaraan verbonden internetsite www.tooldiscount.nl te staken. Onder deze omstandigheden kan de vordering van X strekkende tot een verbod van het gebruik van de handelsnaam 'Tooldiscount' en het uit de lucht halen van de internetsite www.tooldiscount.nl worden toegewezen. Het jegens [a] gevorderde verbod van het gebruik van de afzonderlijke elementen 'Tool' en 'Discount(er)' zal worden afgewezen, nu X ter zitting heeft aangegeven dat hij slechts belang heeft bij een verbod op het in gezamenlijkheid gebruiken van de woorden 'Tool' en 'Discount' als handelsnaam. Bovendien zijn de afzonderlijke woorden 'Tool' en 'Discount' algemeen gangbare beschrijvende begrippen, waaraan op zichzelf naar voorlopig oordeel geen bescherming toekomt.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5952

Verse beschikkingen

Rechtbank Arnhem, 3 april 2008, rekestnummer: KV RK 08-336 & KV RK 08-337, De Roode Roos B.V. tegen Reform- nn Vitaminecentrum De Rooij B.V. c.s

Auteursrecht. Ex Parte beschikking. Verzoek afgewezen. De Roode Roos legt aan haar verzoek ten grondslag dat De Rooij c.s. inbreuk op haar auteursrecht maken door ca. 1.400 foto’s en beschrijvende teksten van orthomoleculaire voedingssupplementen uit haar webwinkel te hebben gekopieerd naar de door De Rooij c.s. geëxploiteerde webwinkel. De Roode Roos wenst de NAW-gegevens van de houder van het IP-adres  en een kopie van de bestanden waaruit de webwinkel van De Rooij c.s. is opgebouwd.

“1.1. Uit het hiervoor geschetste systeem van wettelijke bepalingen, met name art. 28 lid 9 Aw 1912, volgt dat ten opzichte van deze derden een bevel dient te worden gevraagd om de benodigde gegevens te verstrekken. Dat dient te geschieden in een procedure op tegenspraak, opdat deze derden in de gelegenheid zijn hun belangen, met name de eerbiediging van het privé-leven van hen en hun klanten, en de bescherming van persoonsgegeven, aan de orde te stellen en te verdedigen. Zonder dat zij worden gehoord is niet goed te beoordelen in hoeverre toewijzing van het gevraagde zal leiden tot inbreuken op deze rechten. Verder is onvoldoende aannemelijk geworden dat bewijsmateriaal verloren zal gaan, als de uitspraak van een procedure op tegenspraak tegen deze derden moet worden afgewacht.”

Lees de beschikking hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 april 2008, rekestnummer: 2008-0550, Westhoff c.s. tegen Jungpflanzen Grünewald GmbH c.s.

Kwekersrecht. Ex Parte beschikking. Toewijzing verzoek tot het leggen van bewijsbeslag met gerechtelijke bewaring, beschrijving en monsterneming. Verzoeker heeft recentelijk geconstateerd dat gedaagde planten verkoopt en/of te koop aanbiedt onder de naam Blue Laguna, terwijl het in werkelijkheid planten van het ras Saphira betreft.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de stelling van Grünewald dat Westhoff inbreuk heeft gemaakt op haar Gemeenschapskwekersrecht voldoende gesubstantieerd voor toewijzing van maatregelen tot bescherming van bewijs op de wijze als hierna verwoord. Tevens hebben verzoeksters voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat het nodig is de verzochte maatregelen te nemen zonder de wederpartij te horen.

Lees de beschikking hier.

IEF 5951

Kennisgroep Intellectueel eigendom (FIOD-ECD)

Rechtbank Haarlem, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer, 22 januari 2008,  LJN: BC3359, Eiser tegen de inspecteur van de Belastingdienst

Voor de liefhebber. Eiser is reeds strafrechtelijk veroordeeld voor de handel in illegale kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken (cd’s en dvd’s) en maakt i.c. maakt bezwaar tegen een omzetschatting door de belastingdienst (eiser heeft geen administratie bijgehouden, noch beschikte eiser over facturen of bonnen).

De rechtbank is van oordeel dat de belastingdienst is uitgegaan van een redelijke schatting bij het berekenen van de gehanteerde omzet. De taakstraf door de rechtbank Utrecht is opgelegd voor de illegale handel in cd’s en dvd’s. De boete die door de belastingdienst is opgelegd is een straf voor het niet betalen van omzetbelasting. Daardoor is geen sprake van tweemaal een veroordeling voor hetzelfde feit.

Lees het vonnis hier.

IEF 5950

Op karikaturale wijze

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 4 april 2008, LJN: BC8727, De Staat der Nederlanden tegen Opinio Media.

Vordering in kort geding van de Staat om de publicatie in het tijdschrift Opinio van een neptoespraak van minister-president Balkenende te verbieden wordt afgewezen. Het is volgens de voorzieningenrechter immers (inmiddels) wel duidelijk (geworden) dat het hier niet gaat om een echte toespraak.

“Het artikel is overduidelijk een verzinsel dat op karikaturale wijze (het gebrek aan) polemiek omtrent het christendom en de islam aan de orde stelt en uitlokt. Er is dus geen sprake van een onjuiste of valse weergave van feiten, zoals de Staat meent. De overgelegde commentaren met betrekking tot het artikel in een aantal landelijke bladen maakt dit nog eens extra duidelijk aan het publiek voor het geval dit al zou kunnen denken dat van een waarheidsgetrouw verslag sprake zou zijn. Daardoor vervalt ook het belang van de Staat bij een rectificatie. De Staat zal bovendien zonodig via de Rijksvoorlichtingsdienst en via diplomatieke kanalen eventuele misverstanden kunnen rechtzetten.

Voor zover het hier een kritische bejegening van de heer Balkenende betreft, geldt dat hij zich dit als minister-president en leider van het CDA zal moeten laten welgevallen.
De gevraagde voorziening zal daarom worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier.