IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 5600

Designradiatoren

rad.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 februari 2008, KG ZA 07-1477, The Heating Company BVBA tegen Instamat Watertechniek B.V.

Vorderingen eiser m.b.t. inbreuk model- en auteursrecht op designradiatoren worden afgewezen. Na bestudering prior art zorgen de overblijvende kenmerken voor een andere algemene indruk. Afbeeldingen in het vonnis. Productnamen spelen geen rol. Opgave proceskosten moet gemotiveerd worden weersproken.

Eiser The Heating Company brengt op basis van een internationaal en een Gemeenschapsmodel radiatoren op de markt onder de naam Carré en Carré Bath. Gedaagde Instamat brengt radiatoren op de markt onder de naam Quadro en Quadro Bath. Eiser stelt dat stelt dat gedaagde hiermee inbreuk maakt op het haar toekomende model- en auteursrecht.

De voorzieningenrechter volgt deze stelling niet. Na aftrek van prior art ziet de voorzieningenrechter onvoldoende overeenkomsten. Over de vergelijking tussen de Carré en de Quadro stelt hij onder andere:

“4.7. De breedte en diepte van de elementen van het model van The Heating Company verhouden zich grofweg als 1:2 terwijl de tussenruimte grofweg gelijk is aan de breedte van het element. De breedte, diepte en tussenruimte van de elementen van de Quadro verhouden zich meer als 1:1:½. Voorshands wordt geoordeeld dat de Quadro door deze verschillen op de geïnformeerde gebruiker niet dezelfde algemene indruk maakt als het gedeponeerde model, ongeacht of de verhouding tussen lengte en breedte van de Quadro en van het model overeenstemt. Dit laatste heeft The Heating Company overigens niet uitgewerkt.”

En over de Carré Bath en de Quadro Bath, ook weer na aftrek van prior art::

4.9. The Heating Company heeft desgevraagd erkend dat het gedeponeerde model in dat opzicht niets nieuws heeft gebracht. Hiervan uitgaande schuilt het eigen karakter van het door The Heating Company gedeponeerde model, en dus ook de beschermingsomvang, vooral in het gebruik van – voor zover dat uit het depot is op te maken - vierkante elementen waarbij de tussenruimte zodanig gering is, dat een vrijwel gesloten vlak ontstaat. De elementen van de Quadro Bath zijn daarentegen rechthoekig en verder uit elkaar geplaatst, met de korte kant bevestigd aan de collector. Als gevolg oogt het minder massief. Een en ander is waarneembaar in onderstaande, door Instamat overgelegde foto’s.

4.10 The Heating Company wijst er terecht op dat vergeleken moet worden, niet tussen de door haar op de markt gebrachte radiatoren en die van Instamat, maar tussen haar model en de door Instamat verhandelde radiatoren. Dat neemt niet weg dat de foto’s een beeld geven van dit aspect van die vergelijking. Ook in dit verband wordt in aanmerking genomen dat er ten tijde van het depot al radiatoren met rechthoekige elementen op de markt waren. Met inachtneming van wat hiervoor over de beschermingsomvang van het model is overwogen, moet dan ook voorshands moet worden geoordeeld dat de radiator van Instamat een andere algemene indruk wekt. De ingeroepen modelrechten kunnen dus niet tot toewijzing van de vorderingen leiden.”

Om min of meer dezelfde redenen ziet de voorzieningenrechter m.b.t. de auteursrechtelijke vordering ook niet in dat de ontwerpen van Instamat niet als zelfstandig werk kunnen worden aangemerkt. Daar komt bij dat onvoldoende aannemelijk is dat het auteursrecht bij eiser berust. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ontwerper, die niet in dienst is bij eiser,  het auteursrecht, of zijn aandeel daarin, aan haar heeft overgedragen. Ook van slaafse nabootsing kan geen sprake zijn.

Ook de productnamen spelen i.c. geen rol. "4.12 Het bezwaar dat The Heating Company in dit verband heeft tegen de op haar (niet als merk gedeponeerde) productnamen gelijkende aanduidingen Quadro en Quadro Bath kan in ieder geval niet leiden tot een verbod die radiatoren op de markt aan te bieden, hoogstens om dit te doen onder die benamingen."

Over de gevraagde proceskostenveroordeling stelt de voorzieningenrechter tot slot:

“4.13. (…) Deze bedragen volgens Instamat aan haar zijde in totaal € 23.637,57 exclusief B.T.W. voor circa 80 gewerkte uren. The Heating Company heeft tegen deze opgave aangevoerd dat zij het aantal gewerkte uren te hoog vindt. Dit verweer is echter niet nader uitgewerkt. Zo geeft zij niet aan welke van de door Instamat gespecificeerde werkzaamheden onnodig zijn geweest of om andere redenen vraagtekens bij haar oproepen. Het verweer wordt als te weinig gemotiveerd verworpen. De proceskosten aan de zijde van Instamat moeten worden vastgesteld op € 23.888,57 (€ 23637,57 + € 251 griffierecht).  

Lees het vonnis hier.

IEF 5599

Objectbeschrijvingen

vnot.gifVzr. Rechtbank Almelo 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.

Auteursrecht. Databankenrecht. Geschriftenbescherming. Objectbeschrijvingen op veilingsite en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming.

Eiser Internetnotarissen exploiteert de website www.veilingnotaris.nl. Op deze website kunnen deelnemende notarissen op handen zijnde veilingen van onroerend goed aankondigen door middel van een advertentie. Gedaagde Openbareverkopen heeft 131 publicaties van www.veilingnotaris.nl rechtstreeks overgenomen en op haar eigen website www.openbareverkopen.nl geplaatst. Hiertegen komt Internetnotarissen op in het onderhavige kort geding.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat de overgenomen objectomschrijvingen tezamen met de adresgegevens en de bijzondere veilingvoorwaarden een onvoldoende eigen oorspronkelijk karakter hebben om als werk in de zin van artikel 1 van de Auteurswet te kunnen worden aangemerkt. Het gaat veeleer om feitelijke informatie over het object en de daarbij verstrekte gegevens.

Wel is de Voorzieningenrechter van mening dat de objectbeschrijvingen en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming als bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 1 Auteurswet. Openbareverkopen is heeft hierop volgens de Voorzieningenrechter inbreuk gemaakt. Zij heeft immers de volledige veilingadvertentie overgenomen en daarmee herhaald op haar website. Het zou anders kunnen zijn als Openbareverkopen (gedeeltelijk) zou hebben geciteerd. Dat is ook het verschil met de zaak zoekallehuizen.com. Ook had zoekallehuizen.com op haar website een deeplink toegevoegd welke rechtstreeks naar de betreffende advertentie op de website van de makelaar verwijst. De handelswijze van Openbareverkopen is anders: zij kopieert de veilingadvertenties van Internetnotarissen 1 op 1.

Wat betreft de foto’s neemt de Voorzieningenrechter auteursinbreuk aan. Artikel 15b Aw jo. art. 516 Rv doet hier niets aan af. Immers, wanneer de bekendmakende partij de bekendmaking optuigt met een uitgebreidere objectbeschrijving, foto’s en bijzonder veilingvoorwaarden, valt deze bekendmaking niet langer onder de werking van artikel 15b Aw.

Het beroep op het databankenrecht strandt volgens de Voorzieningenrechter op het ontbreken van een substantiële investering. Het publiceren van veilingadvertenties behoort tot de kerntaken van de notaris. Dit gebeurt tegenwoordig doorgaans digitaal (tekstverwerker/fotoprogramma). Het vergt alsdan slechts een kleine moeite om deze reeds digitale documenten ook via het internet te publiceren.

Openbareverkopen handelt aldus eveneens onrechtmatig jegens Internetnotarissen. De vorderingen van Internetnotarissen worden derhalve toegewezen en Openbareverkopen wordt veroordeeld in de volledige proceskosten ad EUR 20.000,-.

Lees het vonnis hier.

IEF 5598

Gextraheerde logfiles

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 januari 2008, HA ZA 07-477, Web Measurement Services B.V. c.s. tegen Weborama S.A.

Vonnis in verzet. Auteursrecht. Databankenrecht. Geen inbreuk op databankenrecht vanwege het niet substantiële karakter van het opvragen en/of hergebruiken. Ook geen sprake van uitmelken van een databank door het opvragen en/of hergebruiken van niet substantiële gedeeltes. Geen strijd met de gebruikersvoorwaarden.

WMS en Weborama houden zich bezig met internetmarketing. Beide ondernemingen exploiteren een softwareapplicatie die metingen en treffers op internetpagina’s genereert en registreert. Weborama heeft via een geautomatiseerde browser zonder toestemming gegevens van de database van WMS verzameld. WMS vordert hierop in kort geding een verbod op basis van databankenrecht en de gebruikers voorwaarden.

De Voorzieningenrechter is van oordeel dat als er al sprake zou zijn van een databank in de zin van artikel 1 Dbw, Weborama geen inbreuk heeft gemaakt op het databankenrecht van WMS. Weborama heeft 27.8000 logfiles gextraheerd, waarvan zij 110 files hebben overgelegd, zodat van opvragen en hergebruiken van de gehele databank van WMS geen sprake is.

“Volgens de memorie van toelichting is van het opvragen of hergebruiken van een substantieel gedeelte van de inhoud van een databank sprake wanneer een zodanig gedeelte van de databank wordt overgenomen dat de opvrager of hergebruiker daardoor substantieel profiteert van de commerciële waarde van de databank, dan wel substantiële schade toebrengt aan de databankproducent. Gesteld noch gebleken is dat Weborama met het opvragen van de gegevens geprofiteerd heeft van, dan wel substantiële schade toegebracht heeft aan WMS c.s. Gezien het geringe aantal files (27.800, althans 110 van 1 miljoen) dat Weborama heeft opgevraagd, derhalve nog geen 3%, heeft zij in kwantitatief opzicht geen substantieel deel van de op Webstats aanwezige gegevensverzameling geraadpleegd. Van een substantieel deel in kwalitatief opzicht is naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake, nu slechts URL’s zijn opgevraagd.”

Volgens de Voorzieningenrechter is voorts mening dat ook geen sprake is van herhaald en systematisch opvragen en hergebruiken van niet substantiële delen van de inhoud van een databank in de zin van artikel2 lid 1 sub b Dbw. Weborama heeft immers slechts één keer opdracht gegeven om URL’s van de databank van WMS op te vragen. Van “uitmelken” van de databank van WMS is geen sprake.

Ook is handelen in strijd met artikel 5a Dbw niet vast komen te staan. Op grond van artikel 5a Dbw handelt degene die doeltreffende technische voorzieningen omzeilt en dat weet of redelijkerwijs behoort te weten, onrechtmatig. WMS heeft onvoldoende gesteld waaruit zou moeten blijken dat het bestand robot.txt. een doeltreffende technische voorziening is en Weborama deze voorziening heeft omzeild.

Met betrekking tot de overige vorderingen van WMS overweegt de rechtbank als volgt:

“Ten aanzien van het handelen van Weborama in strijd met de gebruikersvoorwaarden van WMS c.s. is de rechtbank met Weborama van oordeel dat WMS c.s. door het op haar website vermelden van gebruikersvoorwaarden c.q. algemene voorwaarden niet eenzijdig een recht kunnen voorbehouden dat zij anders niet bezitten. Zij kunnen ook niet zonder meer door het gebruik van gebruikersvoorwaarden de rechten van anderen beperken. WMS c.s. hebben niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij dat wel zouden kunnen doen anders dan door het claimen van rechten waarvan het bestaan in het voorgaande al is afgewezen.”

Ook acht de rechtbank de mogelijkheid van schade voor WMS niet aannemelijk. De vorderingen van WMS worden dan ook afgewezen met veroordeling van WMS in de volledige proceskosten ad EUR 14.818,88.

Lees het vonnis hier.

IEF 5597

Faits Divers

Vakbondsinspanningen. “FNV KIEM breekt nadrukkelijk een lans voor het komen tot betere afspraken op het terrein van auteursrechten en naburige rechtentoepassingen. (…) FNV KIEM vindt het van het grootste belang dat de wereld onder ogen ziet dat werkenden in de kunst-, cultuur en mediasector vaak voor hun primaire inkomen mede afhankelijk zijn van deze geldstroom. Goede voorbeelden hiervan -als gevolg van vakbondsinspanningen – zijn te vinden in een zogenaamde mediaregeling voor orkestmusici in de cao voor orkesten. En verder is ook door toedoen van de vakbond veel opgebouwd in regelingen rond auteursrechten voor musici en uitvoerende kunstenaars die door instellingen als Norma, Buma/Stemra etc. worden uitgevoerd.”

Lees hier meer (fnv.nl).

Links naar rechts. “Latexfalt leidde Chinese werknemers op, zodat ze zelf het asfalt aan konden brengen. ,,Natuurlijk moet je dan een afweging maken, want Chinezen schrijven van links naar rechts: ’copyright’ wordt ’right to copy’. Als je een westerse machine ziet staan, zijn ernaast een stuk of vijf lokale duplicaten te vinden. Chinezen zijn scherpe zakenmensen.”

Lees hier meer (ad.nl).

Logo Deventer heeft lookalikes. “Toeval? Absoluut. Toch is het opmerkelijk dat het nieuwe logo van de gemeente Deventer - het verbeeldt water, de brug en stad en land - wel iets wegheeft van dat van Rijkswaterstaat. (…) Voor de duidelijkheid: er is hier absoluut geen sprake van plagiaat. (…) “voor  een leek lijken ze inderdaad wel op elkaar, maar er zijn ook aanzienlijke verschillen'', meldt een woordvoerder. 

Lees hier meer (destentor.nl).

Niet nu. “De SP gaat een andere naam kiezen voor haar landelijke kwartaalkrant. De naam NU-krant is namelijk een inbreuk op het merkrecht van Ilse Media, uitgever van de bekende onafhankelijke nieuws website NU.nl.  De SP en Ilse Media hebben als onderdeel van hun regeling afgesproken dat de SP de eerste aflevering van de krant mag verspreiden, maar daarna verder zal gaan onder een andere naam. De SP vergoedt de juridische kosten van NU.nl en maakt daarnaast een bedrag van EUR 10.000 over aan Amnesty International.”

Lees hier meer (sp.nl).

Buma.  “Weblogs die muziekfilmpjes van videosites integreren op hun site hebben voorlopig nog niets te vrezen van de Buma/Stemra.  Donderdag ontstond opschudding onder bloggers omdat de organisatie een naar eigen zeggen 'premature' e-mail verstuurde waarin stond dat het op die manier aanbieden van filmpjes een licentie vereist.  Buma/Stemra liet weten die inbedding van de filmpjes als een 'nieuwe openbaarmaking' te zien 'waarvoor een regeling moet worden aangegaan'.

(...) Noortje de Bakker van Buma/Stemra zegt dat het niet de bedoeling was dat MOMI deze tweede mail zou krijgen. "Het is zo dat we sinds begin dit jaar een nieuwe afdeling hebben die zich bezighoudt met online muziek. In dat kader worden de sites aangeschreven," zegt ze. "Een aantal van die aanbieders is nu aangeschreven over die geïntegreerde opname van filmpjes, maar dat was prematuur." Buma/Stemra onderzoekt wel hoe ze met dat fenomeen om moet gaan.

Lees hier meer (nu.nl). 

Politie-logo. De Rotterdamse ondernemer Marco Tomassen moet 12 februari voor de rechter verschijnen voor het verkopen van T-shirts met daarop een parodie op het logo van de politie.
 (…) Op de shirts staan respectievelijk de woorden ‘Corrupt’ en ‘Poep’. Op de O is een logo geplaatst dat iets weg heeft van het politielogo.

Lees hier meer (ad.nl).

IEF 5596

Nederland verwelkomt de mededeling

Kamerstukken II 2007-2008, 22112, nr. 609. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris met 8 nieuwe BNC-fiches

BNC fiche van de "Mededeling inzake creatieve online-inhoud in de interne markt (3 januari 2008, COM(2007) 836)"

"Nederland verwelkomt de mededeling en kan de door de Commissie gekozen doelstellingen en uitdagingen ten aanzien van creatieve onlinecontent onderschrijven. Nederland steunt een benadering die enerzijds het potentieel van schaalvoordelen benut, maar anderzijds rekening houdt met de economische en culturele gevolgen voor de betrokken partijen en de maatschappij in het algemeen. Voorts zijn er nog wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Zo biedt de mededeling de mogelijkheid om de volgende voor Nederland belangrijke onderwerpen nogmaals onder de aandacht van de Commissie te brengen:

– Ten eerste hecht Nederland sterk aan harmonisatie van de uiteenlopende nationale thuiskopiestelsels. Het ontbreken daarvan werkt zowel mededingingsverstorend als innovatiebelemmerend en raakt daarmee het hart van de onderhavige mededeling (zie de Auteursrechtbeleidsbrief van 20 december 2007- Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VI, nr. 98).

– Ten tweede wil Nederland het collectieve rechtenbeheer graag via een juridisch bindend instrument, zoals een richtlijn, reguleren (zie de Auteursrechtenbrief en de motie Dittrich c.s.Kamerstukken II 2005/06, 28 989, nr. 37).

De wens van de Commissie om de markt voor grensoverschrijdend collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten voor rechtmatige online-muziekdiensten te liberaliseren (zie de aanbeveling van 18 mei 2005, PbEU 2005, L 276/54), zal volgens Nederland de facto namelijk leiden tot een ontwikkeling waarbij fonogrammenproducenten hun rechten bij slechts een paar grote collectieve beheersorganisaties gaan onderbrengen. Hierdoor lopen kleinere nationale organisaties in de EU, zoals Buma/ Stemra, het risico dat hun rechtenpakket zal krimpen, waardoor de pluriformiteit van het aanbod en de culturele diversiteit worden ondermijnd. Dit strookt niet met het streven van de Commissie in de onderhavige mededeling om het legale online aanbod te vergroten.

Ook het Europees Parlement heeft inmiddels het belang van een kaderrichtlijn en van culturele diversiteit en creativiteit ondubbelzinnig benadrukt. Naast de twee bovengenoemde punten steunt Nederland het standpunt van de Commissie dat DRM-techniek in potentie goede mogelijkheden biedt voor eerlijk rechtenmanagement waardoor nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan voor innovatieve businessmodellen.

De Commissie erkent overigens terecht dat nog hard gewerkt moet worden aan de interoperabiliteit, transparantie en gebruiksvriendelijkheid van deze techniek. Technische beschermingsmaatregelen in een DRM-systeem, zoals kopieerbeveiliging en kopieerbeperking, kunnen soms ook benut worden bij het tegengaan van auteursrechtinbreuk en grootschalige piraterij.

Nederland is ook geïnteresseerd in de door de Commissie genoemde andere elementen ter bestrijding van online piraterij: invoering van legaal aanbod, voorlichting, handhaving en samenwerking met internet service providers. In algemene zin zal Nederland erop toezien dat bij vervolgacties op dit vlak onnodige regeldruk voor bedrijven wordt voorkomen. Verder is het voor Nederland van belang dat de Commissie in geval van concrete vervolgstappen een degelijk «impact assessment» voegt, inclusief een volwaardige kosten-batenanalyse."

Lees het kamerstuk hier

IEF 5594

Eerst even voor jezelf lezen

Vzr. Rechtbank Almelo, 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.(met dank aan Mark Jansen, Dirkzwager).

Auteursrecht, databankenrecht, geschriftenbescherming. “Veroordeelt Openbareverkopen.nl om zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de aan Internetnotarissen en/of de Notarissen toekomende geschriftenbescherming op de objectbeschrijving en bijzondere veilingvoorwaarden , afzonderlijk dan wel gezamenlijk als geheel, van de door de Notarissen op www.veilingnotaris.nl geplaatste en in de toekomst te plaatsen advertenties, direct of indirect via anderen, door het overnemen van een (nagenoeg) identiek kopie daarvan op de website www.openbareverkopen.nl of op een andere door Openbareverkopen geëxploiteerde website, dan wel door een andere vorm van ongeoorloofde verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze objectbeschrijvingen en bijzondere veilingvoorwaarden, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de geschriftenbescherming van Internetnotarissen en/of de Notarissen."

Lees  het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC3829, Web Measurement Services B.V. c.s. tegen Weborama S.A.

Databankrecht. “Gesteld noch gebleken is dat Weborama met het opvragen van de gegevens geprofiteerd heeft van, dan wel substantiële schade toegebracht heeft aan WMS c.s. Gezien het geringe aantal files (27.800, althans 110 van 1 miljoen) dat Weborama heeft opgevraagd, derhalve nog geen 3%, heeft zij in kwantitief opzicht geen substantieel deel van de op Webstats aanwezige gegevensverzameling geraadpleegd. Van een substantieel deel in kwalitatief opzicht is naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake, nu slechts URL’s zijn opgevraagd. Ook van herhaald en systematisch opvragen van niet-substantiële delen van Webstats is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest.”

Lees het vonnis hier.

Vzr.  Rechtbank Haarlem, 25 januari 2008, LJN: BC3298, Eiser tegen Gedaagde.

Winegallery.nl. Samenvatting rechtspraak.nl: “Hoewel gedaagde gezien het merkenrecht van eiseres, de domeinnaam niet zal kunnen gebruiken - dat zal alleen eiseres kunnen -, zou gedaagde de domeinnaam wel aan eiseres kunnen verkopen. Dat geeft gedaagde, indien hij de rechthebbende op de domeinnaam is, voldoende belang bij zijn verweer tegen de door eiseres gevorderde overdracht (om niet) van de domeinnaam. De voorzieningenrechter tekent hierbij aan dat gesteld noch gebleken is dat in het onderhavige geval sprake is van domeinnaamkaping, welke handelwijze tot een ander oordeel kan leiden.

Lees het vonnis hier.

IEF 5593

En de genomineerden zijn...

wiporoze.gifOp de WIPO site is een lijst met mogelijke opvolgers van Dr. Kamil Idris verschenen:

Mr. José Graça Aranha (Brazilie), Mr. Enrique A. Manalo (the Philippijnen)
Prof. James Otieno Odek (Kenia), Mr. José Delmer Urbizo Panting (Honduras)
Mr. Yoshiyuki Takagi (Japan),  Mr. Philippe Petit (Frankrijk).

Lees hier meer over de kandidaten.

IEF 5592

Voldoende afstand tussen de vazen

vaas.gifGerechtshof Amsterdam, 29 januari 2008, rolnummer 2007, 1009, Brass & Boom tegen Zarex B.V. c.s (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten).

Hoger beroep in de kort geding  over afgeplatte vazen. Geen werk volgens rechtbank, geen overeenstemming volgens het hof.

Anders dan de rechtbank slaat het Hof de vraag of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk over. Het hof  neemt voorshands aan dat wel zo is, maar omdat er, gelet op de totaalindrukken, voldoende afstand is gehouden  door de wederpartij is er ook bij het hof een sprake van inbreuk. Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Er is, zoals gezegd,  voldoende afstand tussen de vazen en gesteld noch gebleken is dat door de vormgeving de goede naam van appellante is aangetast. Ook verwarring is niet aannemelijk geworden. 

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis rechtbank hier.

IEF 5591

Kartelrandjes

kartelrnd.JPGVzr. Rechtbank ‘s-Gravenhage, 7 december 2007, KG ZA 07-1378, Bonnie Doon Europe BV tegen Angro Hosery c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Twee strepen, drie strepen, drie kartelrandjes, vier kartelrandjes… Gemeenschapsmodel voor gebreide onderbroek. Vier kartelrandjes geeft geen andere algemene indruk dan de in het modeldepot vastgelegde drie kartelrandjes. Afbeeldingen in het vonnis.

Bonnie Doon brengt een legging op de markt die wordt gekenmerkt door drie kartelrandjes onderaan de pijp. Het ontwerp van de legging is als Gemeenschapsmodel geregistreerd. Angro Hosiery die al eerder een schikking had getroffen met Bonnie Doon vanwege de exploitatie van een legging met drie kartelrandjes probeert het opnieuw met een legging met vier kartelrandjes. Bonnie Doon accepteert dit niet en stapt naar de rechter.

Angro slaagt niet in haar verweer dat het modelrecht niet geldig zou zijn. De bewijsstukken inzake het vormgevingserfgoed en de toelichting langs welke techniek een kartelrandje kan worden gemaakt, hebben Angro niet gebaat. Er zijn geen voorbeelden uit het vormgevingserfgoed overgelegd waaruit de toepassing van het stylingelement bij leggings blijkt. In het door Angro overgelegde broekje is het lockstiksel een zoomafwerking en niet als stylingelement midden in de stof toegepast. Inbreuk op het modelrecht wordt aangenomen.

“De Voorzieningenrechter overweegt dat het modelrecht van Bonnie Doon geenszins impliceert dat Bonnie Doon een algeheel monopolie heeft verkregen voor het aanbrengen van kartelrandjes op de leggings. Het criterium blijft immers dat inbreukmakend is hetgeen, kort gezegd, dezelfde algemene indruk maakt. Naar voorlopig oordeel maken de leggings met drie kartelrandjes dezelfde algemene indruk als de leggings met vier kartelrandjes. Het is Angro daar kennelijk ook om te doen: aanvankelijk heeft zij het model van Bonnie Doon gewoon nagemaakt door een legging met drie randjes op de markt te brengen; met de huidige vier randjes streeft zij nog steeds dezelfde algemene in druk na, hetgeen zij benadrukt door deze zo te verpakken dat slechts drie van de vier randjes zichtbaar zijn.”

De Voorzieningenrechter wijst de vordering toe en vordert Angro tot betaling van de werkelijk gemaakte kosten in dit geding begroot op € 14.179,98.

Lees het vonnis hier.

IEF 5590

De grieven slagen

Charly-Beat.gifGerechtshof Amsterdam 29 november 2007, LJN: BC2996, Goossens Meubelen B.V.  tegen Montis Design B.V..

Modellenrecht, instandhoudingsverklaring. Verval auteursrecht bij verstrijken geldigheidsduur van de inschrijving van het modeldepot. Artikel 21 lid 3 BTMW (vervallen) ook van toepassing wanneer het model niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken. Specialistische advocaten hebben geen deskundigen nodig.

Montis ontwikkeld en produceert meubelen. De voormalig directeur van Montis heeft in 1984 de stoelen Charly en Chaplin ontworpen. Hiervoor is een internationaal modeldepot geregistreerd. Goossens exploiteert een winkelketen in meubels en textiel. Zij heeft een stoel op de markt gezet waarvan het uiterlijk een zekere gelijkenis vertoont met dat van de Charly en de Chaplin.

Montis beroept zich op het auteursrecht op de stoelen. Het modeldepot was inmiddels komen te vervallen. Goossens verweert zich door te stellen dat het auteursrecht is komen te vervallen doordat Montis niet tijdig alvorens de geldigheidsduur van de inschrijving van het modeldepot was verstreken een instandhoudingsverklaring in de zin van artikelen 21 lid 3 en 4 en 24 BTMW (deze artikelen zijn inmiddels komen te vervallen) heeft gedeponeerd.

Montis erkent dat er geen verlenging van het modeldepot heeft plaatsgehad en dat zij niet is overgegaan tot het afleggen van een instandhoudingverklaring. Zij stelt zich echter op het standpunt dat het modeldepot nietig was vanwege niet nieuwheid en dat daardoor de BTMW (in het bijzonder artikel 21 lid 3) toepassing mist.

Het Hof gaat, anders dan de Voorzieningenrechter, hier niet in mee. De opvatting van Montis is volgens het Hof in strijd met de systematiek van de BTMW. Artikel 21 lid 3 BTMW (vervallen) is ook van toepassing wanneer het model niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken.

Volgens het Hof is er ook geen sprake van een verwarringwekkende gelijkenis tussen de stoelen, zodat ook niet kan worden gesproken van een onrechtmatige daad (slaafse nabootsing). 

Montis wordt veroordeeld in de volledige proceskosten. Opvallend is dat een advies van prof. mr. Quaedvlieg door het Hof overbodig wordt geacht nu de advocaat van Goossens een specialistentarief hanteert en derhalve niet valt in te zien waarom hij een deskundige diende te raadplegen.

Lees het arrest hier. Vonnis in eerste instantie (+ afbeeldingen) hier.